Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Maxalt (als benzoaat) Organon Pharma BV

Toedieningsvorm
Smelttablet
Sterkte
10 mg
Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg

Rizatriptan (als benzoaat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Smelttablet/orodispergeerbare tablet
Sterkte
5 mg, 10 mg
Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweede keus middelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derde keus orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.

De smelt- of orodispergeerbare vorm kan zonder water worden ingenomen. Door de tragere absorptie zal de werking later intreden dan met een gewone tablet.

Offlabel: Bij kinderen zijn voor de aanvalsbehandeling van migraine paracetamol– eventueel met een anti-emeticum –, eerste keus. NSAID's zijn tweede keus. Triptanen zijn derde keus. Binnen de groep triptanen gaat de voorkeur uit naar sumatriptan neusspray op grond van bewezen werkzaamheid.

Indicaties

  • Acute behandeling van de hoofdpijnfase van een migraine-aanval, met en zonder aura bij volwassenen.
  • Offlabel: aanvalsbehandeling bij kinderen.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Migraine-aanval met en zonder aura

Volwassenen

Bij de eerste tekenen van hoofdpijn: 10 mg; zo nodig bij terugkeer van de symptomen, na een periode van ten minste 2 uur herhalen; max. 20 mg in 24 uur. Indien na een eerste dosering geen verbetering van de klachten optreedt is herhaalde toediening bij dezelfde aanval niet zinvol.

Bij propranololgebruik, lichte tot matig ernstige leverinsufficiëntie of bij lichte of matige nierinsufficiëntie: 5 mg; zo nodig bij terugkeer van de symptomen, na een periode van ten minste 2 uur herhalen; max. 10 mg in 24 uur. Comedicatie met propranolol: propranolol moet 2 uur voor of na rizatriptan (5 mg) worden ingenomen.

Offlabel: Kinderen

Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: 6–18 jaar en < 40 kg: 5 mg éénmalig; 6–18 jaar en ≥ 40 kg 10 mg éénmalig.

Bij ouderen: er is geen specifiek doseringsadvies bij ouderen; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Bij nierinfunctiestoornis: gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie is gecontra-indiceerd.

Bij leverfunctiestoornis: gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie is gecontra-indiceerd.

Toediening: de tabletten in hun geheel met vloeistof innemen; de smelttabletten hoeven niet met vloeistof te worden ingenomen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): slapeloosheid, duizeligheid, slaperigheid en asthenie/vermoeidheid, pijn op de borst, zwaar gevoel, nekpijn, stijfheid, droge mond, diarree, dyspepsie, misselijkheid, braken; palpitaties; huiduitslag, paresthesieën, hoofdpijn, hypo-esthesie, verminderde alertheid.

Soms (0,1-1%): desoriëntatie, nervositeit, ataxie, vertigo, slechte smaak, tremor, syncope, wazig zien, aritmie, ECG-afwijkingen, tachycardie, hypertensie, opvliegers; dyspneu, dorst, spierzwakte, aangezichtspijn, spierpijn , urticaria, jeuk, angio-oedeem, transpiratie.

Zelden (0,1-0,01%): overgevoeligheidsreacties, anafylaxie, syncope, CVA (meestal bij risicofactoren voor coronairlijden), bradycardie, piepende ademhaling.

Verder: toevallen, serotoninesyndroom, myocardischemie, -infarct (meestal bij risicofactoren voor coronairlijden), perifere vasculaire ischemie, ischemische colitis, toxische epidermale necrolyse.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van ergotamine(derivaten) (inclusief andere 5HT1D-receptoragonisten) is gecontra-indiceerd vanwege mogelijk meer kans op coronaire vaatspasmen; na gebruik van rizatriptan een interval van ten minste 6 uur aanhouden en na gebruik van ergotaminederivaten ten minste 24 uur.

Rizatriptan niet gebruiken in combinatie met MAO-remmers en tijdens de eerste twee weken na stoppen van de MAO-remmer.

De plasmaconcentratie van rizatriptan kan bij gelijktijdig gebruik van propranolol worden verhoogd. Bij metoprolol, atenolol en timolol is dit niet waargenomen.

In combinatie met fytotherapeutica die sint-janskruid bevatten, kunnen bijwerkingen vaker optreden. Na gelijktijdig gebruik met een serotonineheropnameremmer (SSRI/SNRI) is optreden van het serotoninesyndroom beschreven.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens in het 2e en 3e trimester. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, , in kleine hoeveelheden (relatieve kinddosis < 6%).

Advies: Blootstelling van het kind minimaliseren door borstvoeding binnen 12 uur na toediening te vermijden, en alle gedurende deze periode gekolfde melk weg te gooien.

Contra-indicaties

  • ischemie van het hart;
  • angina pectoris;
  • myocardinfarct;
  • Prinzmetal-angina-pectoris;
  • matige tot ernstige hypertensie of onbehandelde lichte hypertensie;
  • ernstige lever- of nierinsufficiëntie;
  • doorgemaakte CVA of TIA;
  • perifeer vaatlijden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Rizatriptan is niet geïndiceerd voor de behandeling van basilaire, oftalmoplegische en hemiplegische migraine en dient niet profylactisch te worden toegepast. Sluit vóór behandeling andere neurologische aandoeningen uit.

Bij vermoeden van een niet herkende cardiale aandoening en bij risicofactoren voor coronaire hartziekten (zoals hypertensie, diabetes, roken of nicotinesubstitutietherapie, bij mannen boven 40 jaar, bij vrouwen in de postmenopauze, bundeltakblok, sterk familiair voorkomen van coronaire hartziekte) wordt vóór start van de behandeling een cardiovasculaire evaluatie aanbevolen. Bij herhaald optreden van pijn en/of een beklemd gevoel op borst en keel de behandeling niet voortzetten, maar eerst een ECG maken en onderzoek uitvoeren op coronaire vaatziekten.

Bij optreden van angio-oedeem van de tong of farynx het gebruik staken en de patiënt onder medisch toezicht plaatsen.

Bij overmatig gebruik is verergering van de hoofdpijn gemeld.

Onderzoeksgegevens: Bij ouderen > 65 jaar is de veiligheid en effectiviteit niet systematisch onderzocht. Bij kinderen tot 18 jaar en ouderen > 65 jaar is de veiligheid en werkzaamheid nog niet vastgesteld.

Hulpstoffen: Aspartaam/fenylalanine in de smelttabletten kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU).

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Selectieve 5HT1D-gelijkende receptoragonist. Deze receptor brengt vasoconstrictie van bepaalde craniale bloedvaten tot stand. Werking (smelt)tablet: na ½–1 uur.

Kinetische gegevens

Resorptie bij inname samen met voedsel is de absorptie 1 uur vertraagd en kan het effect later intreden.
F 40–45%.
T max tablet 1–1½ uur, smelttablet 1,6–2½ uur.
V d 1,6–2,0 l/kg.
Metabolisering in de lever via MAO-A.
Eliminatie met de urine als metaboliet.
T 1/2el ca. 2–3 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd