Samenstelling
Daxas AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 500 microg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 250 microg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Van roflumilast, een PDE4-remmer, is bij COPD geen meerwaarde aangetoond ten opzichte van gangbare behandelingen in de eerstelijnszorg. Er is geen onderzoek beschikbaar waarin PDE4-remmers vergeleken werden met gangbare middelen.
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling van ernstige COPD (FEV1 postbronchodilatator < 50% van de voorspelde waarde) geassocieerd met chronische bronchitis bij volwassenen met een voorgeschiedenis van frequente exacerbaties, als toevoeging aan een behandeling met bronchusverwijders.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Ernstig COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
Startdosering: 250 microg 1×/dag gedurende 28 dagen.
Onderhoudsdosering: 500 microg 1×/dag. Het kan enkele weken duren voordat een klinisch effect merkbaar is. Er is ervaring met een behandelduur van max. 1 jaar.
De startdosering van 250 microg/dag is een subtherapeutische dosis en alleen bedoeld om bijwerkingen te verminderen en vroegtijdig staken tegen te gaan.
Verminderde nierfunctie:er is geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: wees voorzichtig bij milde leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5-6), vanwege onvoldoende gegevens. Gecontra-indiceerd bij matige tot ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7-15).
Toediening: De tablet elke dag op hetzelfde tijdstip innemen met water, met of zonder voedsel.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): slapeloosheid (vooral bij patiënten ≥ 75 jaar met een lichaamsgewicht < 60 kg), hoofdpijn. Misselijkheid, buikpijn, diarree, verminderde eetlust, gewichtsverlies.
Soms (0,1-1%): palpitaties. Overgevoeligheidsreacties, huiduitslag. Angst, tremor, vertigo, duizeligheid. Gastritis, braken, gastro-oesofageale reflux, dyspepsie. Spierspasme en –zwakte, spierpijn, rugpijn. Malaise, asthenie, vermoeidheid.
Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem. Suïcidaal gedrag, depressie, zenuwachtigheid, paniekaanval. Smaakstoornissen. Luchtweginfecties. Haematochezia, obstipatie. Gynaecomastie. Urticaria. Stijging van leverenzymwaarden, creatinekinasespiegel (CK).
Bij gelijktijdig gebruik met een parasympathicolyticum treedt vaker gewichtsverlies, verminderde eetlust, hoofdpijn en depressie op.
Interacties
Vanwege onvoldoende klinische gegevens en ervaring wordt gelijktijdig gebruik met theofylline en immunosuppressieve geneesmiddelen (bv. methotrexaat, azathioprine, TNF–α-blokker of langdurig gebruikte orale corticosteroïden) afgeraden.
Gelijktijdig gebruik met CYP1A2/2C19/3A4-remmers cimetidine en fluvoxamine resulteerden in stijgingen van de totale PDE4-remmende activiteit met respectievelijk 47% en 59%.
Het gebruik van rifampicine of andere sterke cytochroom-P450 induceerders (zoals fenobarbital, carbamazepine, fenytoïne) kan de therapeutische werkzaamheid van roflumilast verminderen met 60%.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren is bij toxische doses reproductietoxiciteit gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Vruchtbare vrouwen dienen adequate anticonceptie toe te passen.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- matige tot ernstige leverfunctiestoornissen (Child-Pughscore 7–15).
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer bij ondergewicht regelmatig het lichaamsgewicht. Staak de behandeling met roflumilast bij onverklaarbaar en klinisch zorgwekkend gewichtsverlies.
Wees voorzichtig bij meer kans op psychiatrische stoornissen, omdat suïcidaal gedrag is gemeld; instrueer de patiënt alle veranderingen in gedrag of stemming te melden en staak de behandeling als patiënten nieuwe of verergerde psychiatrische symptomen krijgen.
De kans op slaapstoornissen (met name slapeloosheid) neemt toe bij patiënten die bij aanvang een lichaamsgewicht hebben van < 60 kg. Bij deze patiënten is de totale PDE4-remmende activiteit hoger.
Onderzoeksgegevens: Er is relatief weinig ervaring van het gebruik bij mogelijk latente infecties zoals tuberculose, virale hepatitis en virale herpes infecties (waaronder ook herpes zoster). Vanwege onvoldoende gegevens wordt het gebruik afgeraden bij:
- ernstige acute infectieziekten;
- congestief hartfalen (NYHA-klassen III en IV);
- ernstige immunologische ziekten (zoals HIV-infectie, multipele sclerose, lupus erythematodes, progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML));
- kanker (behalve bij basaalcelcarcinoom).
Eigenschappen
Roflumilast is een fosfodi-esterase-4-remmer (PDE4-remmer). PDE-4 is een metaboliserend cyclisch adenosinemonofosfaat (cAMP)-enzym dat aanwezig is in humane ontstekingscellen, met name macrofagen, eosinofielen en neutrofielen, die een rol spelen in de pathogenese van COPD. PDE4-remmers veroorzaken een toename van c-AMP en een activering van proteïnekinase A. Door fosforylering en inactivering van transcriptiefactoren neemt het ontstekingsproces af.
Werking: na enkele weken.
Kinetische gegevens
F | ca. 80%. |
T max | ca. 1 uur (roflumilast), 8 uur (N-oxide metaboliet). De ‘steady state’-plasmaconcentratie van roflumilast wordt na ca. 4 dagen bereikt, die van de N-oxide metaboliet na ca. 6 dagen. |
V d | ca. 2,9 l/kg. |
Eiwitbinding | 99% (roflumilast), 97% (N-oxide metaboliet). |
Metabolisering | uitgebreid o.a. via CYP1A2 en CYP3A4, o.a. tot de actieve N-oxide metaboliet. De AUC van deze metaboliet is ca. 10× zo groot als die van roflumilast. Deze metaboliet is als belangrijkste verantwoordelijk voor de PDE4-remmende activiteit. |
Eliminatie | ca. 20% met de feces, ca. 70% met de urine als inactieve metabolieten. |
T 1/2el | ca. 17 uur (roflumilast), 30 uur (N-oxide metaboliet). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
roflumilast hoort bij de groep fosfodi-esterase-4-remmers.