Samenstelling
Abrysvo XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- poeder voor injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon + solvens 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: 60 microg respiratoir syncytieel virus-subgroep A gestabiliseerd prefusie glycoproteïne F (RSV-A PreF)- antigeen en 60 microg respiratoir syncytieel virus-subgroep B gestabiliseerd prefusie glycoproteïne F (RSV-B PreF)- antigeen.
Arexvy XGVS Aanvullende monitoring GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- poeder voor injectievloeistof, suspensie
- Verpakkingsvorm
- flacon + solvens 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: 120 microg respiratoir syncytieel virus gestabiliseerd prefusie glycoproteïne F (RSVPreF3)-antigeen met AS01 E als adjuvans waarin 25 microg plantenextract van Quillaja saponaria Molina, fractie 21 (QS-21) en 25 microg 3-O-desacyl-4’-monofosforyllipide A (MPL) afkomstig van Salmonella minnesota.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
FSME-Immun XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 4,8 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.
FSME-Immun Junior XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 4,8 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,25 ml
Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit vaccin is geen advies vastgesteld. De Gezondheidsraad adviseert om op korte termijn alle kinderen in hun eerste levensjaar via het Rijksvaccinatieprogramma bescherming aan te bieden tegen RSV.De raad heeft de voorkeur voor het toedienen van antistoffen aan kinderen, omdat op die manier meer kinderen beschermd kunnen worden, zie Alle kinderen beschermen tegen RSV via Rijksvaccinatieprogrammav op gezondheidsraad.nl. Zie ook de LCI-richtlijn RSV-infectie op lci.rivm.nl.
Advies
Voor tekenencefalitisvaccin is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
Indicaties
- Actieve immunisatie voor de preventie van ondersteluchtwegaandoeningen ('lower respiratory tract disease', LRTD) veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus (RSV) bij volwassenen van 60 jaar en ouder.
- Abrysvo ook: Passieve bescherming tegen ondersteluchtwegaandoeningen die worden veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus (RSV) bij zuigelingen vanaf de geboorte tot en met 6 maanden oud na immunisatie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen tekenmeningo-encefalitis (TBE).
Doseringen
Actieve immunisatie ter preventie van LRTD door het RS-virus
Volwassenen vanaf 60 jaar
Abrysvo, Arexvy: i.m. eenmalig 1 dosis à 0,5 ml. De noodzaak van een revaccinatie met een volgende dosis is niet vastgesteld.
Passieve bescherming tegen LRTD door RS-virus bij zuigelingen
Zwangeren
Abrysvo: i.m. eenmalig 1 dosis à 0,5 ml tussen week 24 en 36 van de zwangerschap.
Toediening
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. Niet intravasculair of intradermaal. Er zijn gegevens over subcutane toediening.
- Bij gelijktijdige toediening met een ander injecteerbaar vaccin, deze altijd op verschillende injectieplaatsen toedienen.
- Wees voorzichtig bij mensen met trombocytopenie, bloedstollingsstoornissen (zoals hemofilie) of mensen die met anticoagulantia worden behandeld; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Doseringen
Bij, met name zeer jonge, kinderen kan koorts optreden na de eerste vaccinatie die binnen 24 uur doorgaans afneemt. Bij een voorgeschiedenis van koortsconvulsies of hoge koorts na vaccinatie, een antipyreticum als premedicatie en/of behandeling overwegen.
Immunisatie tekenencefalitis
Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar
FSME-Immun: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses van 0,5 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis toedienen; voor een snelle immuunrespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden. De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis binnen hetzelfde tekenseizoen of ten minste vóór de start van het volgende tekenseizoen.
Revaccinatie: 1 dosis van 0,5 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Opeenvolgende revaccinaties 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen; bij personen > 60 jaar echter een interval van maximaal 3 jaar tussen revaccinaties aanhouden. Bij vaccinatie-intervallen langer dan aanbevolen is bescherming mogelijk onvoldoende. Bij een onderbroken vaccinatieschema van ten minste 2 voorgaande doses, is een enkelvoudige inhaaldosis voldoende voor het voortzetten van het vaccinatieschema.
Kinderen > 1 jaar en < 16 jaar
FSME-Immun Junior: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses van 0,25 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis geven; voor een snelle immuunrespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden. De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis binnen hetzelfde tekenseizoen of ten minste vóór de start van het volgende tekenseizoen.
Revaccinatie: 1 dosis van 0,25 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Opeenvolgende revaccinaties: minimaal 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen. Bij vaccinatie-intervallen langer dan aanbevolen is bescherming mogelijk onvoldoende. Bij een onderbroken vaccinatieschema van ten minste 2 voorgaande doses, is een enkelvoudige inhaaldosis voldoende voor het voortzetten van het vaccinatieschema.
Overweeg bij personen met een verzwakte immuunstatus (incl. die behandeld worden met immunosuppressiva), vier weken na de tweede dosis de antilichaamtiter te bepalen. Indien vaccinatie blijkt te zijn mislukt de tweede dosis herhalen. Dit geldt ook voor één van de volgende doses.
- De suspensie zwenken voor gebruik.
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier; bij kinderen jonger dan 18 maanden in het anterolaterale gedeelte van de dij. Niet intravasculair toedienen.
- In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend; zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Spierpijn, artralgie. Pijn op de injectieplaats. Vermoeidheid.
Vaak (1-10%): Roodheid of zwelling van injectieplaats. Koorts, koude rillingen.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Overgevoeligheidsreactie (zoals huiduitslag). Misselijkheid, buikpijn, braken. Jeuk op de injectieplaats. Pijn, malaise.
Zelden (0,01-0,1%): Guillain-Barré-syndroom (bij Abrysvo en mensen ≥ 60 jaar); met een aanvang van ca. een week na vaccinatie en mogelijk gerelateerd.
Bijwerkingen
Volwassenen en kinderen > 16 jaar:
Zeer vaak (> 10%): pijn en gevoeligheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): vermoeidheid, malaise. Misselijkheid. Hoofdpijn. Artralgie, myalgie.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Braken. Koorts. Bloeding op injectieplaats.
Zelden (0,01-0,1%): reacties op injectieplaats (zoals erytheem, verharding, zwelling, jeuk, paresthesie, warmte). Slaperigheid. Buikpijn, diarree. Vertigo. Overgevoeligheidsreactie.
Verder zijn gemeld: gestoorde gewrichtsbeweging op injectieplaats zoals gewrichtspijn, knobbels en ontsteking. Visusstoornissen (troebel zien, fotofobie), pijn aan het oog. Tinnitus. Dyspneu. Rugpijn, zwelling van gewricht, nekpijn, spierstijfheid (incl. nekstijfheid), pijn in extremiteit. Loopstoornis, duizeligheid, neuritis, neuralgie, convulsies, encefalitis, demyelinisatie (acute gedissemineerde encefalomyelitis, Guillain-Barré-syndroom, myelitis), meningisme, aseptische meningitis, (facialis)parese, hypo-esthesie, paresthesie. Huiduitslag, o.a. erytheem, jeuk, urticaria, hyperhidrose. Tachycardie. Griepachtige verschijnselen, asthenie, oedeem. Anafylactische reactie. Verergering van een auto-immuunziekte. Herpes zosterinfectie.
Kinderen < 16 jaar:
Zeer vaak (> 10%): pijn en gevoeligheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): zwelling, erytheem en verharding rond injectieplaats. Anorexie. Rusteloosheid, slaapstoornissen. Hoofdpijn. Koorts (vaker bij jonge kinderen en na de eerste vaccinatie). Vermoeidheid, malaise. Misselijkheid, braken. Hoofdpijn. Myalgie.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Buikpijn. Artralgie. Koude rillingen.
Zelden (0,01-0,1%): jeuk op injectieplaats. Sensorische afwijkingen, duizeligheid, vertigo. Diarree, dyspepsie. Urticaria.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid, anafylaxie. Encefalitis, (koorts)convulsie, meningisme, motore disfunctie (hemiparese/hemiplegie, gelaatsparese, paralyse/parese, neuritis), Guillain-Barré-syndroom. Afname gezichtsvermogen, fotofobie, pijn aan het oog. Tinnitus. Dyspneu. Huiduitslag, erytheem, jeuk, hyperhidrose. Nekpijn, skeletspierstijfheid (incl. nekstijfheid), pijn in extremiteit. Loopstoornis, griepachtige verschijnselen, asthenie, oedeem.
Interacties
Kan gelijktijdig worden toegediend met influenzavaccin (quadrivalent). Er werden numeriek lagere RSV A- en RSV B-neutraliserende titers en numeriek lagere influenza A- en influenza B-hemagglutinatieremmingstiters gezien dan wanneer ze afzonderlijk werden toegediend. De klinische relevantie van deze bevinding is niet bekend.
Bij toediening van een vaccin tegen difterie, tetanus en kinkhoest adviseert de fabrikant van Abrysvo een interval van minstens 2 weken aan te houden. een lagere immuunreactie op kinkhoestcomponenten is waargenomen bij gelijktijdige toediening. De klinische relevantie hiervan is onbekend.
Interacties
Immunosuppressiva kunnen de respons op het vaccin nadelig beïnvloeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Gebruik van Abrysvo bij zwangere vrouwen (> 4.000 zwangerschappen) duidt niet op misvormende of foetale/neonatale toxiciteit.
Advies: Abrysvo is geïndiceerd voor zwangere vrouwen tussen week 24 en 36 van de zwangerschap.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bijwerkingen zijn niet aangetoond bij met moedermelk gevoede pasgeborenen van gevaccineerde moeders.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit vaccin in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Antistoffen van de moeder kunnen via de moedermelk bij de baby terechtkomen en deze beschermen.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- actieve infectieziekte gepaard gaande met koorts;
- ernstige overgevoeligheid voor kippeneiwit;
- overgevoeligheid voor gentamicine of neomycine.
Waarschuwingen en voorzorgen
Observeer nauwlettend direct na vaccinatie voor het geval een anafylactische reactie optreedt. Zorg zo nodig voor adequate behandeling.
Stel vaccinatie uit bij acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts. Bij aanwezigheid van een lichte infectie hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.
Bij immuungecompromitteerde mensen (gebruik van systemische immunosuppressiva of immunodeficiëntie) zijn de werkzaamheid en veiligheid van het vaccin niet onderzocht; de immunologische respons kan verminderd zijn.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er is geen onderzoek uitgevoerd naar Abrysvo bij zwangeren die korter dan 24 weken zwanger zijn. Beperkte gegevens zijn beschikbaar bij zwangere adolescenten en hun zuigelingen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het vaccin biedt géén bescherming tegen infecties veroorzaakt door Borrelia spp. (bv. ziekte van Lyme) die eveneens door tekenbeten worden overgebracht. De symptomen ervan kunnen lijken op die van een tekenencefalitis.
Wees voorzichtig bij auto-immuunziekten zoals multiple sclerose of iridocyclitis, omdat vaccinatie een acute fase van deze ziekten kan uitlokken; ook voorzichtig bij bestaande hersenaandoeningen. In geval van een tekenbeet vóór of binnen 2 weken na de eerste vaccinatie kan het toedienen van een tweede dosis het ontstaan van tekenencefalitis niet voorkomen.
Bij personen met een verzwakte immuunstatus wordt aangeraden de antilichaamtiters te controleren en zo nodig te revaccineren. Bij serologische testen rekening houden met eventueel reeds bestaande antistoffen tegen andere flavivirussen (bv. Japanse encefalitisvirus, gelekoortsvirus, denguevirus) vanwege kruisreactiviteit die kan leiden tot valspositieve resultaten.
Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend. Het risico op lokale bijwerkingen is echter toegenomen. Relatief weinig gegevens wijzen op een vergelijkbare immuunrespons voor subcutane -, in vergelijking met intramusculaire boostervaccinatie. Er zijn geen gegevens voor subcutane toediening bij kinderen, adolescenten en volwassenen > 60 jaar. Er zijn geen gegevens over primaire immunisatie via subcutane toediening.
Eigenschappen
Respiratoir syncytieel virus (RSV)-vaccin is geproduceerd met recombinant DNA-technologie in ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO-cellen). Na intramusculaire toediening wekken de prefusie F-antigenen een immuunreactie op, die beschermt tegen aan RSV gerelateerde ondersteluchtwegaandoeningen. Prefusie F is het primaire doelwit van neutraliserende antilichamen die de RSV-infectie blokkeren. Bij zuigelingen is de bescherming het gevolg van transplacentale overdracht van RSV-neutraliserende antilichamen. Volwassenen van 60 jaar en ouder worden beschermd door actieve immunisatie.
Abrysvo is een bivalent eiwitvaccin, gericht tegen RSV-subtype A en B. Het biedt mensen van 60 jaar en ouder ca. 65% bescherming tegen RSV gerelateerde ondersteluchtwegaandoeningen met 2 of meer symptomen, en ca. 89% bescherming tegen RSV gerelateerde ondersteluchtwegaandoeningen met 3 of meer symptomen.
Na maternale vaccinatie is de werkzaamheid in de eerste 90 dagen ca. 82% tegen ernstige RSV gerelateerde luchtwegaandoeningen bij zuigelingen; in de eerste 180 dagen is dit ca. 69%. De werkzaamheid tegen RSV gerelateerde luchtwegaandoeningen in de eerste 90 dagen is ca. 57%, in de eerste 6 maanden is dit ca. 51%. De noodzaak van revaccinatie bij volgende zwangerschappen is niet vastgesteld.
Arexvy is een geadjuveerd eiwitvaccin. De werkzaamheid bij het voorkomen van de eerste lagere luchtwegaandoening veroorzaakt door RSV die optreedt vanaf 15 dagen na de vaccinatie in vergelijking met placebo is ca. 83% bij mensen ≥ 60 jaar (voor zowel type A en type B, resp. 85 en 81%). Bij ouderen ≥ 70 jaar en bij mensen met een comorbiditeit, zoals een onderliggende cardiorespiratoire aandoening, is een werkzaamheid van 94–95% waargenomen. Een tweede dosis, 12 maanden na de eerste dosis, leverde geen additionele werkzaamheid op.
Het adjuvante AS01E faciliteert de rekrutering en activering van antigeen-presenterende cellen die van het vaccin afgeleide antigenen transporteren naar de drainerende lymfeklier. Dit leidt tot de vorming van RSVPreF3-specifieke CD4+-T-cellen.
Eigenschappen
Gezuiverd, geïnactiveerd tekenencefalitisvirusvaccin. Toediening leidt tot het ontstaan van anti-FSME antilichamen (= 'Frühsommer-Meningoenzephalitis') tegen het tekenencefalitisvirus, een flavivirus en veroorzaker van tekenencefalitis. Binnen twee weken na de eerste dosis is nog geen beschermend effect te verwachten. Na de tweede dosis treedt bij circa 90% seroconversie op, na de derde dosis bij circa 98%. Het beschermend effect duurt ten minste drie jaar.
Groepsinformatie
RS-virusvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
tekenencefalitisvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk