Samenstelling
Serevent (als xinafoaat) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Aerosol CFK-vrij
- Sterkte
- 25 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 120 doses
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder 'Diskus'
- Sterkte
- 50 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 60 doses
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ventolin infuus/injectie (als sulfaat) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De belangrijkste niet-medicamenteuze adviezen bij astma zijn stoppen met roken en zorgen voor een rookvrije omgeving. Verder is het vermijden van expositie aan allergenen en andere prikkels van groot belang, met name bij allergisch astma. Bij volwassenen is de basis van de medicamenteuze behandeling een inhalatiecorticosteroïde (ICS), al dan niet in combinatie met een langwerkend β2-sympathicomimeticum (LABA). Het indicatiegebied voor gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (SABA) is beperkt; alleen bij zeer weinig frequente astmaklachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten is 'zo nodig'-gebruik (max. 2x/week) van een SABA geïndiceerd. Bij kinderen bestaat de behandeling bij weinig frequente klachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten uit ‘zo nodig’-gebruik een SABA; bij frequentere klachten deze behandeling combineren met een onderhoudsbehandeling ICS.
Formoterol werkt sneller (na 1-3 minuten) dan salmeterol (na 10-20 minuten) en kan bij volwassenen met astma zo nodig worden gebruikt bij dyspneuklachten. Een combinatiepreparaat met formoterol-ICS (voor ‘zo nodig’-gebruik) kan daarom de voorkeur hebben boven een combinatie salmeterol-ICS en een SABA voor zo nodig gebruik.
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij astma en/of COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Advies
Geef bij een ernstige longaanval van astma bij volwassenen en kinderen (die ABCDE-stabiel zijn) salbutamol en eventueel bij volwassenen ook ipratropium. Geef tevens een orale predniso(lo)nkuur. Start bij een minder ernstige longaanval van astma bij volwassenen een kortwerkende β2-sympathicomimeticum (SABA) of verhoog de dosis. Overweeg daarnaast te starten met inhalatiecorticoteroïde (ICS) of formoterol-ICS of verhoog de dosis. Overweeg een orale predniso(lo)nkuur op basis van eerdere ervaring.
Indicaties
- In combinatie met inhalatiecorticosteroïden als symptomatische onderhoudsbehandeling van astma, waaronder nachtelijk astma, die onvoldoende reageert op behandeling met inhalatiecorticosteroïden conform de huidige behandelrichtlijnen;
- Profylaxe van inspanningsastma;
- Onderhoudsbehandeling van COPD.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Injectievloeistof: ter coupering van een ernstige astma-aanval.
- Concentraat voor infusievloeistof: voor de behandeling van status asthmaticus.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Astma
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
50 microg 2×/dag; bij ernstige luchtwegobstructie kan de dosering worden verhoogd tot 100 microg 2×/dag.
Kinderen 4–12 jaar
50 microg 2×/dag.
Profylaxe van inspanningsastma
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 4 jaar
50 microg 30–60 minuten voorafgaand aan de inspanning.
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
50 microg 2×/dag.
Toediening: Bij gebruik van een voorzetkamer kan de absorptie in de longen toenemen, waardoor er meer kans is op systemische bijwerkingen; doseringsaanpassing kan nodig zijn.
Doseringen
Ernstige astma-aanval
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
I.m.-/s.c.-injectie: 500 microg (8 microg/kg lichaamsgewicht), zo nodig iedere 4 uur herhalen.
I.v.-injectie: 250 microg langzaam toedienen, zo nodig herhalen.
Status asthmaticus
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
I.v.-infuus: begindosering 5 microg/min; daarna aanpassen aan de reactie van de patiënt: in het algemeen is 3–20 microg/min voldoende, eventueel bij respiratoire insufficiëntie hogere doses.
Toediening: De injectie kan worden vergemakkelijkt door verdunning met water voor injectie. Het concentraat voor infusievloeistof alleen verdund toedienen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): tremor (vooral bij een dosering van > 100 microg/dag), hoofdpijn. Hartkloppingen. Spierkramp.
Soms (0,1-1%): tachycardie (vooral bij een dosering van > 100 microg/dag). Huiduitslag (jeuk, roodheid). Nervositeit.
Zelden (0,01-0,1%): slapeloosheid, duizeligheid. Hypokaliëmie.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties ((angio-)oedeem, anafylaxie). Ritmestoornissen zoals atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie en extrasystolen (voornamelijk bij ritmestoornissen-gevoelige patiënten). Orofaryngeale irritatie, paradoxale bronchusobstructie. Misselijkheid. Niet-specifieke pijn op de borst, gewrichtspijn. Hyperglykemie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): tachycardie, hartkloppingen. Tremor (met name van de handen).
Vaak (1-10%): hoofdpijn, spierkrampen.
Zelden (0,01-0,1%): hartritmestoornissen (zoals atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie en extrasystolen), perifere vaatverwijding. Hypokaliëmie.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (waaronder angio-oedeem, urticaria, bronchospasmen, hypotensie en collaps). Hyperactiviteit. Lactaatacidose (na i.v.-toediening van hoge doses).
Verder is gemeld: myocardischemie. Intramusculair gebruik van de onverdunde injectievloeistof kan lichte pijn of steken veroorzaken.
Interacties
β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van salmeterol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden.
Een additief effect kan optreden door combinatie met andere sympathicomimetica (bv. efedrine).
Hypokaliëmie kan eerder optreden bij hypoxie en bij gelijktijdig gebruik van diuretica, corticosteroïden of theofylline; controleer de serumkaliumspiegel.
Bij gelijktijdig gebruik van systemische corticosteroïden is er meer kans op hyperglykemie.
Gelijktijdig gebruik met monoamine-oxidase(MAO-)remmers kan bijdragen aan hypertensieve reacties.
Bij anesthesie met gehalogeneerde koolwaterstoffen (desfluraan, isofluraan, sevofluraan) is er meer kans op aritmieën.
De kans op QTc-verlenging en ventriculaire aritmieën neemt toe bij gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).
Gelijktijdige behandeling met ketoconazol of andere krachtige CYP3A4-remmers bij voorkeur vermijden, vanwege een toename in plasma-salmeterolblootstelling.
Interacties
β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van salbutamol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden.
Een additief effect kan optreden bij combinatie met andere sympathicomimetica (bv. efedrine).
Bij gelijktijdig gebruik van systemische corticosteroïden is er meer kans op hyperglykemie.
Hypokaliëmie kan eerder optreden bij hypoxie en bij gelijktijdig gebruik van diuretica, corticosteroïden of theofylline. Als gevolg van hypokaliëmie kan het effect van digoxine worden versterkt.
Zwangerschap
Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten, zoals foetale groeiremming of vroeggeboorte (op basis van ruime gedocumenteerde ervaring).
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Foetale tachycardie kan optreden. Theoretisch kunnen zich bij gebruik rond de partus ook andere farmacologische effecten bij de neonaat voordoen, zoals hypoglykemie en tremor.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, onder controle op farmacologische effecten.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Overmatig gebruik van β2-sympathicomimetica door de moeder zou rusteloosheid en tachycardie bij de zuigeling kunnen veroorzaken.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit middel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Er kunnen bijwerkingen bij de zuigeling optreden, zoals tremor, tachycardie, hypoglykemie en hypokaliëmie.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor sympathicomimetica.
Contra-indicaties
Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Langwerkende β2-sympathicomimetica zijn niet geschikt voor de verlichting van acuut astma. In ieder geval bij astma moet salmeterol worden gecombineerd met inhalatiecorticosteroïden. Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen naast salmeterol duidt op een verslechtering van de controle; het behandelschema aanpassen. De behandeling niet starten bij een aanzienlijke verergering of acuut verslechterend astma.
Cardiale effecten: Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen vooral ernstige hypertensie en hyperthyroïdie. Gebruik bij aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS) wordt ontraden.
Etniciteit: Wees voorzichtig met het gebruik bij Afro-Amerikanen, omdat in onderzoek bij deze populatie meer kans op astma-gerelateerde sterfte en levensbedreigende respiratoire gebeurtenissen is geconstateerd bij gebruik van salmeterol.
Hypokaliëmie: Bij hypoxie, die bijvoorbeeld bij ernstige astma-longaanval kan optreden, is er meer kans op hypokaliëmie; controleer de serumkaliumspiegel.
Diabetes mellitus: Bij diabetes mellitus extra bloedglucosecontrole uitvoeren bij aanvang van de behandeling.
Paradoxale bronchospasmen: Bij optreden van paradoxale bronchospasmen de therapie staken en op een andere behandeling overgaan.
Onderzoeksgegevens: Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 4 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Parenteraal gebruik van salbutamol bij de behandeling van ernstige bronchospasmen of status asthmaticus vervangt of sluit de noodzaak niet uit adequate corticosteroïdtherapie te geven. Indien mogelijk wordt gelijktijdige toediening van zuurstof aanbevolen (m.n. bij toediening via een i.v.-infuus bij hypoxie).
Gebruik van hoge doses vermijden bij hypertensie en hyperthyroïdie.
Hypokaliëmie: Volg de plasmakaliumspiegel, wegens kans op potentieel ernstige hypokaliëmie. Hypoxie vermeerdert de kans op hypokaliëmie.
Cardiovasculaire effecten: Wees voorzichtig bij hartaandoeningen zoals ernstig hartfalen, ritmestoornissen en ischemisch hartlijden, omdat sympathicomimetica cardiovasculaire bijwerkingen kunnen hebben. Bij bestaand hartlijden de patiënt erop wijzen dat deze contact met de arts opneemt bij het optreden van pijn in de borststreek of andere symptomen van verergering van de hartaandoening. Gebruik bij aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS) wordt ontraden.
Metabole acidose: Bij toediening van hoge doses controleren op stijging van de serumlactaatwaarden en daaruit voortvloeiende metabole acidose.
hyperglykemie: Bij diabetes of gelijktijdig gebruik van corticosteroïden de bloedglucosespiegel frequent controleren gedurende i.v.-infusie.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Symptomen
Duizeligheid, tachycardie, toename van de systolische bloeddruk, tremoren, hoofdpijn en hypokaliëmie.
Therapie
Neem voor informatie over een vergiftiging met salmeterol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Cardiovasculaire symptomen: tachycardie, palpitaties, hypo- of hypertensie, beklemd gevoel op de borst, aritmieën (vooral bij hypokaliëmie). Centrale symptomen: sterke tremoren, misselijkheid, duizeligheid, rusteloosheid, slapeloosheid, en soms psychotische reacties. Verder kunnen optreden: hypokaliëmie, hyperglykemie, lactaatacidose, hyperlipidemie en hyperketonemie.
Therapie
Cardiale verschijnselen kunnen met een cardioselectieve β-blokker worden behandeld, maar voorzichtig doseren in verband met de kans op bronchospasmen. In het geval van een tamelijk uitgesproken bloeddrukverlaging, wordt volumesubstitutie aanbevolen. Wanneer hypokaliëmie zich ontwikkelt, de elektrolytenbalans controleren en indien nodig suppleren.
Eigenschappen
Selectief langwerkend β2-sympathicomimeticum. Het bronchusverwijdende effect wordt voornamelijk veroorzaakt door de (R)-enantiomeer van het racemisch mengsel. De aerosol kan worden voorzien van een Volumatic (inhalatiekamer). Werking: na 10–20 min. Werkingsduur: tot circa 12 uur. Bij toepassing als profylaxe bij inspanningsastma houdt de werking tot 11 uur aan. Bij continue toediening (1–2×/dag gedurende 4 weken) kan hiervoor tolerantie optreden, waardoor een verminderd effect of een kortere werkingsduur optreedt.
Kinetische gegevens
Resorptie | Na inhalatie wordt het in zeer geringe mate geresorbeerd (plasmaconcentratie < 200 picog/ml). |
T 1/2el | ca. 5½ uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
β-Sympathicomimeticum met selectieve werking op de β-adrenerge receptoren van de bronchiale spieren en weinig of geen effect op de β-receptoren van het hart bij therapeutische doses. Geeft kortdurend bronchodilatatie.
Kinetische gegevens
Eliminatie | vnl. via de nieren, voor het merendeel onveranderd. |
T 1/2el | ca. 4–6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
salmeterol hoort bij de groep bèta2-sympathicomimetica.
Groepsinformatie
salbutamol (parenteraal) hoort bij de groep bèta2-sympathicomimetica.