Samenstelling
Sulfadiazine Suspensie FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Suspensie
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Trimethoprim Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 100 mg, 300 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vanwege het meestal goedaardige verloop behoeft postnataal verkregen toxoplasmose in het algemeen geen medicamenteuze behandeling. Bij ernstige klinische verschijnselen komt behandeling met sulfadiazine in combinatie met pyrimethamine als eerste in aanmerking. Bij de behandeling van acute toxoplasmose tijdens zwangerschap is behandeling met spiramycine aangewezen; als ook de foetus is besmet, dient behandeling met spiramycine (officieel niet in de handel in Nederland) te worden afgewisseld (iedere 3 weken) met sulfadiazine in combinatie met pyrimethamine voor de rest van de zwangerschap. Ook bij congenitale toxoplasmose bij pasgeborenen is deze alternerende behandeling aangewezen.
Bij gebruik van pyrimethamine dient folinezuur aan de therapie te worden toegevoegd in verband met hematologische bijwerkingen.
Advies
Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen kan vanzelf overgaan; overweeg in de eerstelijnszorg daarom in overleg met de patiënte een afwachtend beleid (met zo nodig pijnstilling). Ga bij risicogroepen, waaronder zwangeren, mannen en kinderen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling meteen met een voorkeursmiddel, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren en kinderen ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Ga bij een cystitis bij personen behorend tot een risicogroep, waaronder zwangeren en mannen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Ga bij een cystitis bij personen behorende tot een risicogroep, waaronder kinderen < 12 jaar, direct over tot medicamenteuze behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. Bij kinderen met cystitis is nitrofurantoïne eerste keus, en is amoxicilline/clavulaanzuur het alternatief. Bij kinderen met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie is amoxicilline/clavulaanzuur eerste keus, tweede keus is cotrimoxazol.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende 3 dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur. Zie ook acute faryngotonsillitis.
Bij het voorschrijven van dit geneesmiddel dient volgens de Regeling Geneesmiddelenwet de reden van voorschrijven op het recept te worden vermeld.
Indicaties
- Toxoplasmose, in combinatie met pyrimethamine en folinezuur (calciumzout, systemisch).
Indicaties
- Infecties veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor trimethoprim:
- acute ongecompliceerde urineweginfecties;
- onderhoudsbehandeling van chronische urineweginfecties;
- infecties van de bovenste luchtwegen.
- Profylaxe van recidiverende urineweginfecties.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Tijdens gebruik ten minste 1,5 liter per dag (volwassenen) drinken om de kans op nierstenen zoveel mogelijk te verkleinen.
Toxoplasmose bij immuuncompetente personen
Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar
Oraal 150 mg/kg lichaamsgewicht (= 1,5 ml/kg) per dag, verdeeld over 4 doses. Max. 4 g sulfadiazine/dag. Behandelduur: gedurende 3–4 weken, wanneer nodig meerdere malen herhalen met telkens 30–40 dagen tussen de kuren. Geef in combinatie met pyrimethamine (aanvangsdosis 50 mg, gevolgd door 25 mg 1×/dag) en folinezuur (calciumzout, systemisch) (volwassenen 5–50 mg/dag en gelijktijdig met pyrimethamine, bij kinderen volgens het Kinderformularium van NKFK 10–20 mg 3×/week). Zie voor toxoplasmose bij een zwangere ook het SWAB-advies toxoplasmose bij zwangeren, en in geval van oculaire toxoplasmose het SWAB-advies oculaire toxoplasmose (voor volwassenen).
Kinderen 3-5 jaar
Oraal 150 mg/kg lichaamsgewicht (= 1,5 ml/kg) per dag, verdeeld over 4 doses. Max. 2 g sulfadiazine/dag. Behandelduur: gedurende 3–4 weken, wanneer nodig meerdere malen herhalen met telkens 30–40 dagen tussen de kuren. Geef in combinatie met pyrimethamine (aanvangsdosis 2 mg/kg lichaamsgewicht per dag (max. 50 mg), gevolgd door 25 mg 1×/dag) en folinezuur (calciumzout, systemisch) (volgens het Kinderformularium van het NKFK 10–20 mg 3×/week).
Kinderen 10 maanden t/m 2 jaar
Oraal 150 mg/kg lichaamsgewicht (= 1,5 ml/kg) per dag, verdeeld over 4 doses. Max. 1,5 g sulfadiazine/dag. Behandelduur: gedurende 3–4 weken, wanneer nodig meerdere malen herhalen met telkens 30–40 dagen tussen de kuren. Geef in combinatie met pyrimethamine (geen aanvangsdosis, geef 1 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag) en folinezuur (calciumzout, systemisch) (volgens het Kinderformularium van het NKFK 10–20 mg 3×/week).
Cerebrale toxoplasmose
Volwassenen vanaf 60 kg lichaamsgewicht
Oraal 1,5 g (= 15 ml) 4×/dag. Behandelduur: gedurende 6 weken, en in combinatie met pyrimethamine (oplaaddosis 200 mg, gevolgd door 75 mg 1×/dag) en folinezuur (calciumzout, systemisch) als volgens het SWAB-advies toxoplasmosis cerebri 15 mg 1×/dag. Ook wel beschreven is: sulfadiazine 1,5 g (= 10–15 ml) 4×/dag in combinatie met atovaquon 1500 mg 2×/dag gedurende ten minste 6 weken.
Volwassenen tot 60 kg lichaamsgewicht
Oraal 1 g (= 10 ml) 4×/dag. Behandelduur: gedurende 6 weken, en in combinatie met pyrimethamine (oplaaddosis 200 mg, gevolgd door 50 mg 1×/dag) en folinezuur (calciumzout, systemisch) als volgens het SWAB-advies toxoplasmosis cerebri 15 mg 1×/dag. Ook wel beschreven is: sulfadiazine 1 g (= 10–15 ml) 4×/dag in combinatie met atovaquon 1500 mg 2×/dag gedurende ten minste 6 weken.
Toxoplasmose, congenitaal
Pasgeborenen tot de leeftijd van 1 jaar
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: oraal 100 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 4 doses en in combinatie met pyrimethamine en folinezuur (calciumzout, systemisch). Behandelduur: de behandeling voortzetten gedurende het eerste levensjaar.
Toxoplasmose, postnataal
Kinderen ≥ 2 maanden
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: oraal 100-150 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 4 doses en in combinatie met pyrimethamine en folinezuur (calciumzout, systemisch). Max. 8 g sulfadiazine/dag. Behandelduur: 21 dagen; bij immuunsuppressie tot 1-2 weken na verdwijnen symptomen.
Verminderde nierfunctie
- Volwassenen:
- Bij een creatinineklaring 10-30 ml/min: 50% van de standaarddosering.
- Bij intermitterende hemodialyse, peritoneale dialyse en bij continue venoveneuze hemodialyse/hemo(dia)filtratie (CVVH(D)F): 50% van de standaarddosering en gelijkblijvend interval.
- Kinderen: Volgens het Kinderformularium van het NKFK:
- bij een creatinineklaring ≥ 30 ml/min/1.73 m² is geen dosisaanpassing nodig;
- bij een creatinineklaring 10-30 ml/min/1.73 m²: 50% van de normale keerdosis met een interval tussen twee doseringen van 6 uur;
- bij een creatinineklaring < 10 ml/min/1.73 m² kan geen algemeen advies gegeven worden;
- zijn er geen gegevens bekend over een dosisaanpassing bij toepassing van dialyse bij kinderen.
Levercirrose: vermijd gebruik van dit middel, vanwege onvoldoende gegevens. Als dit niet kan, controleer dan op bijwerkingen.
Doseringen
Van trimethoprim bestaan alleen nog tabletten van 100 en 300 mg. Sommige generieke tabletten van 100 mg hebben een breukgleuf en kunnen gedoseerd worden per 50 mg. Desondanks zal met de huidige beschikbare tabletten niet altijd een optimale behandeling van kinderen mogelijk zijn.
Behandeling van ongecompliceerde urineweginfecties
Volwassenen en kinderen > 12 jaar
Volgens de fabrikant: 300 mg 1×/dag voor het slapen gaan óf 200 mg 2×/dag ('s ochtends en 's avonds) gedurende 3–5 dagen. Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): 300 mg 1×/dag, voor de nacht. Behandelduur: Volgens de NHG-Standaard: gedurende 3 dagen voor niet-zwangeren en 7 dagen voor risicogroepen (mannen, vrouwen met diabetes mellitus, met neurologische blaasstoornissen, een verblijfskatheter, afwijkingen aan nieren of urinewegen of met een verminderde weerstand). NB: Heroverweeg bij patiënten met een verblijfskatheter de indicatie hiervoor; vervang bij een persisterende indicatie de katheter liefst voor de start, maar in elk geval vóór het einde van de kuur. Volgens de pagina trimethoprim op het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen ≥ 12 jaar: 3–5 dagen, en ook met het advies om trimethoprim 's avonds in te nemen bij deze indicatie.
Verminderde nierfunctie bij volwassenen: Volgens de 'Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie' van de KNMP en conform de SWAB-pagina trimethoprim: bij een creatinineklaring 10–30 ml/min: aanvankelijk de standaarddosering behorende bij deze indicatie gedurende 3 dagen, daarna is de onderhoudsdosering 150 mg 1×/dag of 100 mg 2×/dag (= 50% van de standaarddosering). Bij een creatinineklaring < 10 ml/min wordt het gebruik ontraden.
Verminderde nierfunctie bij kinderen: Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen (> 3 maanden): creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Nierfunctie-vervangende therapie: Bij intermitterende hemodialyse, continue venoveneuze hemodialyse (CVVH)/hemo(dia)filtratie(CVVH(D)F, peritoneale dialyse (CAPD) bij volwassenen: Volgens de 'Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie en dialyse' en conform de SWAB-pagina trimethoprim gebruik vermijden.
Kinderen van 5–12 jaar
Volgens de pagina trimethoprim op het Kinderformularium van het NKFK: 6–9 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses (bij dosering 1×/dag 's avonds innemen). Behandelduur: gedurende 3–5 dagen. De fabrikant beveelt aan dezelfde dosering te geven in 2 doses per dag gedurende 3–7 dagen.
Verminderde nierfunctie: Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen (> 3 maanden): creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Kinderen van 3 maanden tot 5 jaar
Volgens de pagina trimethoprim op het Kinderformularium van het NKFK: 6–9 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 doses. Behandelduur: gedurende 3–5 dagen.
Verminderde nierfunctie: Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen > 3 maanden: creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Profylaxe van recidiverende en onderhoudsbehandeling van chronische urineweginfecties
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
Volgens de fabrikant: 100 mg 's avonds gedurende 3-12 maanden, soms langer. Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): Bij voorkeur als postcoïtum profylaxe bij seksueel actieve vrouwen: 100 mg innemen binnen 2 uur na iedere coïtus, echter max. 1×/dag. Alternatief: als continue profylaxe: 100 mg/dag voor het slapengaan. Behandelduur: De werkgroep adviseert beide vormen van profylaxe na 6–12 maanden te staken in verband met resistentie-ontwikkeling en het risico op ernstige bijwerkingen. Er zijn aanwijzingen dat resistentie-ontwikkeling kan oplopen tot > 80% na gebruik van profylaxe gedurende 1 jaar. Mogelijk is het risico op resistentie-ontwikkeling bij trimethoprim wat groter dan bij nitrofurantoïne.
Verminderde nierfunctie bij volwassenen: Volgens de 'Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie' van de KNMP en conform de SWAB-pagina trimethoprim: bij een creatinineklaring 10–30 ml/min: aanvankelijk de standaarddosering behorende bij deze indicatie gedurende 3 dagen, daarna is de onderhoudsdosering 50 mg 1×/dag (= 50% van de standaarddosering). Bij een creatinineklaring < 10 ml/min wordt het gebruik ontraden.
Verminderde nierfunctie bij kinderen: Volgens de pagina trimethoprim van het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen (> 3 maanden): creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Nierfunctie-vervangende therapie: Bij intermitterende hemodialyse, continue venoveneuze hemodialyse (CVVH)/hemo(dia)filtratie(CVVH(D)F, peritoneale dialyse (CAPD) bij volwassenen: Volgens de 'Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie en dialyse' en conform de SWAB-pagina trimethoprim gebruik vermijden.
Kinderen 5–11 jaar
50 mg 's avonds. Behandelduur: De behandeling kan 3–12 maanden, soms nog langer, duren.
Verminderde nierfunctie: Volgens de pagina trimethoprim van het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen (> 3 maanden): creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Kinderen < 5 jaar (incl. neonaten)
Volgens de pagina trimethoprim op het Kinderformularium van het NKFK: 2 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 1 dosis, 's avonds toe te dienen, max. 50 mg/dag.
Verminderde nierfunctie: Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen > 3 maanden: creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Bovensteluchtweginfecties
Volwassenen en kinderen > 12 jaar
200 mg 2×/dag ('s ochtends en 's avonds). Behandelduur: gedurende ten minste 1 week. Volgens de pagina trimethoprim op het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen ≥ 12 jaar: 7–10 dagen.
Verminderde nierfunctie bij volwassenen: Volgens de 'Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie' van de KNMP en conform de SWAB-pagina trimethoprim: bij een creatinineklaring 10–30 ml/min: aanvankelijk de standaarddosering behorende bij deze indicatie gedurende 3 dagen, daarna is de onderhoudsdosering 100 mg 2×/dag (= 50% van de standaarddosering). Bij een creatinineklaring < 10 ml/min wordt het gebruik ontraden.
Verminderde nierfunctie bij kinderen: Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen (> 3 maanden): creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Nierfunctie-vervangende therapie: Bij intermitterende hemodialyse, continue venoveneuze hemodialyse (CVVH)/hemo(dia)filtratie(CVVH(D)F, peritoneale dialyse (CAPD) bij volwassenen: Volgens de 'Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie en dialyse' en conform de SWAB-pagina trimethoprim gebruik vermijden.
Kinderen 5–12 jaar
Volgens de pagina trimethoprim op het Kinderformularium van het NKFK: 6–9 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses Behandelduur: gedurende 7–10 dagen. De fabrikant beveelt aan dezelfde dosering te geven in 2 doses per dag gedurende ten minste 1 week.
Verminderde nierfunctie: Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen (> 3 maanden): creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Kinderen van 3 maanden tot 5 jaar
Volgens de pagina trimethoprim op het Kinderformularium van het NKFK: 6–9 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 doses. Behandelduur: 7–10 dagen.
Verminderde nierfunctie: Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen > 3 maanden: creatinineklaring > 30 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m²: aanvankelijk de normale dosering gedurende 3 dagen, vervolgens halve dosering per gift, géén intervalverlenging; creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: gebruik wordt ontraden. NB: Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
Toediening: de tabletten innemen met een half glas water, om maag-darmklachten te voorkomen bij voorkeur na de maaltijd.
Bijwerkingen
Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, anorexie en diarree. Hoofdpijn, duizeligheid, oorsuizen.
Overgevoeligheidsreacties (incidentie 1–3% bij sulfonamiden) zoals allergische huidreacties: urticaria en maculopapuleus exantheem (vaak gecombineerd met jeuk en koorts), zelden exfoliatieve dermatitis, erythema nodosum, toxische epidermale necrolyse (Lyell-syndroom), Stevens-Johnson-syndroom (vooral bij kinderen) en systemische lupus erythematodes (SLE) of lupusachtige reacties; fotosensibilisatie, 'drug fever', verschijnselen als bij serumziekte.
Zelden: afwijkingen in het bloedbeeld zoals leukopenie, eosinofilie, agranulocytose, hemolytische anemie (kan ook zonder G6PD-deficiëntie), aplastische anemie en trombocytopenie. (Perifere) neuritis, meningitis, convulsies, psychische veranderingen (lethargie, onrust, depressie, hallucinaties). Pseudomembraneuze enterocolitis.
Verder zijn gemeld: kristalurie (zelden bij de goed oplosbare sulfonamiden), toxische nefrose. Hepatitis, leverbeschadiging.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): misselijkheid, braken. Huiduitslag, jeuk.
Zelden (0,01–0,1%): allergische reacties zoals angio-oedeem, anafylactische reacties, koorts, serumziekte. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Hematologische afwijkingen door folinezuurdeficiëntie (megaloblastaire anemie, hypersegmentatie van granulocyten, granulocytopenie, trombocytopenie), hemolytische anemie bij G6PD-deficiëntie, pancytopenie.
Zeer zelden (< 0,01%): aseptische meningitis (snel reversibel na staken van de behandeling). Pseudomembraneuze colitis.
Verder zijn gemeld: uveïtis. Zere mond, zere tong. Tand- en/of tongverkleuring. Ernstige lever- of nierfunctiestoornissen. Urticaria. Stijging kaliumspiegel. Verergering porfyrie.
Interacties
Sulfadiazine kan het effect versterken van:
- fenytoïne; monitor de spiegel en bijwerkingen o.a. ataxie, nystagmus, spraakstoornis;
- vitamine K-antagonisten;
- methotrexaat (verhoogde kans op ernstige bloedbeeldafwijkingen).
Para-aminobenzoëzuur en hiervan afgeleide lokale anesthetica zoals benzocaïne, procaïne en tetracaïne gaan de antibacteriële werking van sulfonamiden tegen.
De hypoglykemische werking van sulfonylureumderivaten kan worden versterkt.
Methenamine kan (omdat het werkzaam is bij pH ≤ 5) m.n. met de slecht oplosbare sulfonamiden (zoals sulfadiazine) onoplosbare precipitaten vormen; gelijktijdig gebruik wordt ontraden.
Interacties
De werking van vitamine K–antagonisten kan worden versterkt. De plasmaspiegels van fenytoïne, tolbutamide en digoxine kunnen, met name bij ouderen, toenemen. Vermijd combinatie met repaglinide, omdat trimethoprim mogelijk de blootstelling eraan vergroot.
Gelijktijdige toediening met andere foliumzuurantagonisten (zoals pyrimethamine, methotrexaat) vermeerdert de kans op megaloblastaire anemie; overweeg foliumzuursuppletie. Vermijd combinatie met methotrexaat; de systemische blootstelling aan methotrexaat kan toenemen met ernstige bijwerkingen zoals pancytopenie, vooral bij aanwezigheid van risicofactoren zoals hoge leeftijd, hypoalbuminemie, verminderde nierfunctie of verminderde beenmergreserve. Hematologische toxiciteit kan toenemen bij de combinatie met andere beenmergdepressiva zoals azathioprine.
Bij combinatie met ACE-remmers, kaliumzouten en kaliumsparende diuretica (zoals spironolacton) en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. heparine, ciclosporine en tacrolimus) is er meer kans op hyperkaliëmie.
Bij gelijktijdige toediening van ciclosporine na een niertransplantatie kan de nierfunctie afnemen.
Zwangerschap
Sulfonamiden passeren de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring geeft geen aanwijzingen voor een vergrote kans op teratogene afwijkingen.
Farmacologisch effect: Bij gebruik vlak voor de partus is er bij de pasgeborene in theorie een verhoogd risico op hyperbilirubinemie door verdringing van bilirubine uit de plasma-eiwitbinding. Ongebonden en geconjugeerd bilirubine kan de bloed-hersenbarrière van de pasgeborene passeren bij de behandeling van neonaten zelf met sulfonamiden. Dit is echter niet gezien bij blootstelling tijdens de zwangerschap, het risico lijkt dan ook klein. Het risico op hyperbilirubinemie is vooral toegenomen bij prematuren of neonaten met G6PD-deficiëntie. Sulfonamiden kunnen dan een hemolytische anemie veroorzaken. In de Kaukasische bevolking is de incidentie van G6PD-deficiëntie laag (0,1%).
Advies: Kan volgens Lareb waarschijnlijk veilig worden gebruikt gedurende het 1e en 2e trimester. Gedurende het 3e trimester is er mogelijk risico. Gebruik afwegen tijdens de laatste zwangerschapsmaand vanwege het risico op hyperbilirubinemie en kernicterus gedurende de eerste levensweken (vooral bij prematuren, cave G6PD-deficiëntie).
Zwangerschap
Trimethoprim passeert de placenta; concentraties in het foetale weefsel zijn ongeveer gelijk aan die in het plasma van de moeder.
Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij de mens. In dierproeven is het middel in hoge orale doseringen schadelijk gebleken, waarschijnlijk door de ontstane lage foliumzuurspiegels.
Farmacologisch effect: Alleen bij zeer hoge doses kan op grond van de farmacologische werkzaamheid foliumzuurdepletie bij het kind ontstaan.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken; tijdens het 1e trimester foliumzuursuppletie geven (in doseringen zoals gebruikelijk voor een zwangere; 0,4-0,5 mg/dag). Trimethoprim is geen eerstekeusmiddel tijdens de zwangerschap; het is waarschijnlijk een veilig alternatief als andere antibiotica niet werkzaam zijn.
Lactatie
Sulfonamiden gaan (in wisselende mate) over in de moedermelk.
Farmacologisch effect: Sulfonamiden kunnen hyperbilirubinemie en hemolytische anemie veroorzaken bij prematuren en bij G6PD-deficiënte zuigelingen; het risico van het gebruik van sulfadiazine tijdens de lactatie is onbekend. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed, dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Vermijd gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoeding aan prematuren, G6PD-deficiënte zuigelingen en zuigelingen met hyperbilirubinemie, vanwege de kans op kernicterus gedurende de eerste levensweken. Bij gezonde voldragen zuigelingen het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding afwegen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed, dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Ernstige leverfunctiestoornis;
- Ernstige afwijkingen in het bloedbeeld;
- G6PD-deficiëntie met chronische anemie (type 1), omdat acute hemolyse en verergering van anemie kan optreden;
- Acute porfyrie, omdat gebruik hierbij in verband is gebracht met klinische verergering van porfyrie;
- Overgevoeligheid voor sulfonamiden en verwante verbindingen;
- Gebruik bij kinderen jonger dan 2 maanden.
Contra-indicaties
- ernstig gestoorde leverfunctie;
- ernstig gestoorde nierfunctie;
- ernstige afwijkingen in het bloedbeeld zoals granulocytopenie, trombocytopenie en megaloblastaire anemie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd toepassing bij 'porfyria cutanea tarda', omdat het dit kan verergeren. Sulfadiazine is gecontra-indiceerd bij acute porfyrieën, zie rubriek Contra-indicaties.
Wees voorzichtig bij systemische lupus erythematodes.
Resistentie, zowel chromosomaal als extrachromosomaal (overdracht via R. plasmiden), kan snel optreden tijdens de therapie. Met andere sulfonamiden kan kruisresistentie en kruisovergevoeligheid ontstaan. Kruisovergevoeligheid kan ook bestaan met chemisch verwante stoffen zoals thiazide-diuretica, sulfonylureumderivaten en acetazolamide. Bij ontstaan van huidverschijnselen de toediening onmiddellijk staken. Wees voorzichtig met blootstelling van de huid aan zonlicht of UV-stralen in verband de kans op fotosensibiliteit.
Bij met name de slecht oplosbare sulfonamiden (bv. sulfadiazine) wordt aanbevolen voldoende te drinken zodat de diurese ten minste 1¼ l per dag bedraagt of de urine te alkaliseren, ter voorkoming van kristalurie. Controleer bij behandeling langer dan 14 dagen regelmatig nierfunctie en bloedbeeld.
Bij een manifest of dreigend gebrek aan foliumzuur wordt foliumzuursuppletie aanbevolen.
Hulpstof: Wees voorzichtig met saccharose, in de suspensie, bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ouderen zijn gevoeliger voor de bijwerkingen; deze kunnen bij hen ernstiger vormen aannemen.
Geef foliumzuur of folinezuur bij risicofactoren voor hematologische bijwerkingen (bv. hypoalbuminemie, hoge leeftijd, verminderde nierfunctie en verminderde beenmergreserve); de profylactische doseringen beïnvloeden niet de antibacteriële activiteit van trimethoprim. Wees voorzichtig bij bestaande lichte tot matige hematologische afwijkingen. Geef ook foliumzuursuppletie bij een manifest of dreigend tekort aan foliumzuur (bv. alcoholicus, zwangere). Controleer bij langdurige behandeling regelmatig het bloedbeeld, incl. het foliumzuurgehalte in het bloed (bv. 1×/mnd.).
Als bij luchtweginfecties binnen 48 uur geen verbetering optreedt, op geleide van een kweek op andere middelen overschakelen.
Vermijd toediening aan patiënten met acute porfyrie.
Staak de toediening bij het optreden van huiduitslag.
Laboratoriuminterferentie: volgens dit artikel in Huisarts en Wetenschap kan de tubulaire secretie geremd worden door gebruik van trimethoprim. Hierdoor stijgt het plasmacreatinine (vals-verhoogde plasmacreatininespiegel), terwijl de nierfunctie zelf niet veranderd is. Trimethoprim interfereert met de bepaling van methotrexaat in het serum wanneer gebruik gemaakt wordt van Lactobacillus caseï.
Overdosering
Symptomen
Acuut: o.a. maag-darmstoornissen, duizeligheid, hoofdpijn en verwardheid. Verder stijging van kalium en levertransaminasewaarden. Chronisch: beenmergdepressie.
Therapie
Acuut: trimethoprim kan met behulp van hemodialyse worden verwijderd uit het lichaam. Peritoneale dialyse is niet effectief. Chronisch: folinezuur (calciumzout, systemisch) (3–10 mg/dag i.m. gedurende 5–7 dagen) toedienen. Aanzuren van de urine versnelt de eliminatie.
Voor meer informatie over een vergiftiging met trimethoprim zie de stofmonografie via de website van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (zoek op trimethoprim).
Eigenschappen
Sulfadiazine is een kortwerkend sulfonamide met bacteriostatische werking tegen Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen door blokkering van de inbouw van 4-aminobenzoëzuur in dihydrofoliumzuur. Ook Toxoplasma gondii is gevoelig (sulfadiazine heeft in combinatie met pyrimethamine een synergistisch effect). De behandeling met sulfadiazine, pyrimethamine (en spiramycine) kan de tachyzoïeten (die tijdens de acute fase van de infectie voorkomen) doden, maar de bradyzoïeten in de weefselcysten blijven vitaal.
Resistent zijn: enterokokken, en Pseudomonas meestal.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en goed. |
T max | binnen 4 uur. |
V d | 0,29 l/kg. |
Overig | Passeert de bloed-hersenbarrière voor 40–60%, dit geeft therapeutische concentraties in de liquor. |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de nieren 30-60% onveranderd binnen 24 uur, 15-40% als acetylmetaboliet. Het effect van hemodialyse of peritoneale dialyse op de eliminatie is onbekend. |
T 1/2el | 7–16,8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
De bacteriostatische werking van trimethoprim berust op blokkering van het enzym dihydrofoliumzuurreductase (DHFR), waardoor de reductie van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur wordt voorkomen met als gevolg een remming van de biosynthese van nucleïnezuren en eiwitten. De affiniteit van trimethoprim voor het bacteriële enzym is vele malen groter dan voor het menselijke enzym.
Gewoonlijk gevoelig zijn:
- Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecalis en Staphylococcus aureus (meticillinegevoelige variant; 'MSSA').
- Aeroob Gram-negatief: Raoultella spp.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Aeroob Gram-positief: overige enterokokken.
- Aeroob Gram-negatief: Citrobacter spp., Enterobacter spp. (incl. E. cloacae complex), Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Hafnia alvei, Klebsiella spp. (incl. K. pneumoniae), Morganella spp., Proteus mirabilis, Providencia spp., Salmonella spp., Serratia spp. en Yersinia spp.
Resistent zijn:
- Aeroob Gram-positief: Staphylococcus aureus (meticilline resistent; 'MRSA').
- Aeroob Gram-negatief: Pseudomonas aeruginosa en Shigella sonnei.
- Anaeroob Gram-negatief: Neisseria spirochaetes.
- Overig: Chlamydiaceae, Mycobacterium tuberculosis, Mycoplasma spp. en Rickettsia spp.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en vrijwel volledig. |
T max | 1–4 uur, bij kinderen van 0–13: ca. 2 uur. |
V d | ca. 1,6 l/kg, bij kinderen van 0–13: ca. 0,9–1,1 l/kg. |
Overig | In de meeste weefsels en lichaamsvloeistoffen komen hogere concentraties voor dan in het serum. De concentraties in de urine zijn gedurende > 24 uur na de laatste toediening, ver boven de MRC-waarde van de gebruikelijke pathogene micro-organismen. |
Metabolisering | beperkt, in de lever. |
Eliminatie | vnl. met de urine: ca. 50–60% binnen 24 uur door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie, 80% onveranderd. De eliminatie is hoger bij een lagere pH van de urine. Trimethoprim wordt geëlimineerd door hemodialyse, peritoneale dialyse verwijdert trimethoprim niet uit de circulatie. |
T 1/2el | 9–17 uur; verlengd tot > 26 uur bij een ernstig verminderde nierfunctie (met een creatinineklaring < 10 ml/min), bij kinderen van 0–13: 4–5,5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
sulfadiazine hoort bij de groep sulfonamiden en trimethoprim.
Groepsinformatie
trimethoprim hoort bij de groep sulfonamiden en trimethoprim.
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute faryngotonsillitis
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- ongecompliceerde urineweginfectie
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar