Samenstelling
Temodal XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 100 mg, 250 mg
Temozolomide XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 5 mg, 20 mg, 100 mg, 140 mg, 180 mg, 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Trecondi XGVS Pharmanovia Benelux BV
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1000 mg, 5000 mg
Bevat na reconstitutie 50 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de adviezen van temozolomide in combinatie met radiotherapie bij multiform glioblastoom en temozolomide bij het maligne glioom de commissie BOM. De geldende behandelrichtlijn voor de behandeling van maligne glioom en multiform glioblastoom staat op richtlijnendatabase: gliomen.
Advies
Zie voor informatie over allogene stamceltransplantatie: vademecum hematologie.
Indicaties
- Nieuw gediagnosticeerd multiform glioblastoom bij volwassenen, in combinatie met radiotherapie en daarna als monotherapie.
- Maligne glioom bij kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen, zoals multiform glioblastoom of anaplastisch astrocytoom, bij recidieven of progressie na standaardtherapie.
Indicaties
Als onderdeel van een conditioneringsbehandeling voorafgaand aan allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (alloHSCT) bij volwassenen en kinderen ≥ 1 maand met maligne of niet-maligne aandoeningen. Geef in combinatie met fludarabine, met of zonder thiotepa.
Doseringen
Onlangs gediagnosticeerd multiform glioblastoom
Volwassenen:
Combinatiebehandelingsfase: 75 mg/m² lichaamsoppervlak per dag gedurende 42 dagen (max. 49 dagen) in combinatie met focale radiotherapie (60 Gy toegediend in 30 fracties). Bij een neutrofielenaantal 0,5–1,5 × 10 9/l, trombocytenaantal 10–100 × 10 9/l óf CTCAE graad 2 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken), de behandeling onderbreken tot herstel; bij een neutrofielenaantal < 0,5 × 10 9/l, trombocytenaantal < 10 × 10 9/l óf graad 3–4 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken), de behandeling definitief staken.
Monotherapiefase (start 4 weken na de combinatiebehandelingsfase; max. 6 cycli): cyclus 1: 150 mg/m² lichaamsoppervlak 1× /dag gedurende 5 dagen, gevolgd door 23 dagen zonder behandeling. Indien neutrofielenaantal ≥ 1,5 × 10 9/l, trombocytenaantal ≥ 100 × 10 9/l én niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken) ≤ graad 2, de dosis verhogen tot 200 mg/m²/dag bij de start van cyclus 2. Bij uitblijven van toxiciteit deze dosis handhaven in de volgende cycli. Indien de dosis bij cyclus 2 niet is verhoogd, geen verdere dosisescalatie toepassen in de volgende cycli.
Recidiverend of progressief maligne glioom
Volwassenen en kinderen ≥ 3 jaar:
Niet eerder behandelde patiënten: 200 mg/m² lichaamsoppervlak 1×/dag gedurende 5 dagen, gevolgd door 23 dagen zonder behandeling (cyclusduur van 28 dagen).
Bij eerder behandelde patiënten (chemotherapie): begindosering 150 mg/m²/dag, te verhogen tot 200 mg/m²/dag in de tweede cyclus, indien neutrofielenaantal ≥ 1,5 × 10 9/l én trombocytenaantal ≥ 100 × 10 9/l is.
Ouderen (> 65 j.): er is geen dosisaanpassing nodig. Er is bij personen > 70 jaar wel meer kans op neutropenie en trombocytopenie.
Nier- of leverfunctiestoornis: op basis van farmacokinetische gegevens is de verwachting dat een dosisaanpassing niet nodig is.
Bij braken na inname géén tweede dosis innemen.
Bij ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (neutropenie, trombocytopenie, niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).
Toediening: de capsules heel (zonder openmaken of fijnkauwen) innemen op de nuchtere maag met een glas water.
Doseringen
AlloHSCT bij volwassen met een maligne aandoening
Treosulfan wordt gegeven in combinatie met fludarabine.
Treosulfan: 10 g/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v. -infusie gedurende 2 uur, op dag –4 tot en met –2 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 30 g/m².
Fludarabine: 30 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 0,5 uur, op dag –6 tot en met –2 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 150 mg/m². Op dag –4 tot en met –2 treosulfan vóór fludarabine toedienen. Zie voor meer informatie fludarabine.
Bij ouderen is geen dosisaanpassing nodig.
AlloHSCT bij volwassenen met een niet-maligne aandoening
Treosulfan wordt gegeven in combinatie met fludarabine met of zonder thiotepa.
Treosulfan: 14 g/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 2 uur, op dag –6 tot en met –4 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 42 g/m². Treosulfan wordt gegeven in combinatie met fludarabine met óf zonder thiotepa.
Fludarabine: 30 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 0,5 uur, op dag –7 tot en met –3 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 150 mg/m². Op dag –6 tot en met –4 treosulfan vóór fludarabine toedienen. Zie voor meer informatie fludarabine.
Thiotepa: 5 mg/kg 2×/dag als i.v.-infusie gedurende 2–4 uur op dag –2 voorafgaand aan HSCT (dag 0). Zie voor meer informatie thiotepa.
AlloHSCT bij kinderen ≥ 1 maand met maligne of niet-maligne aandoening
Treosulfan wordt gegeven in combinatie met fludarabine met of zonder thiotepa
Treosulfan: 10 g/m² per dag (bij lichaamsoppervlak < 0,4 m²), 12 g/m² per dag (bij lichaamsoppervlak ≥ 0,4 - < 0,9 m²) of 14,0 g/m² per dag (bij lichaamsoppervlak >0,9 m²) als i.v.-infusie gedurende 2 uur, op dag –6 tot en met –4 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 30–42 g/m². Treosulfan wordt gegeven in combinatie met fludarabine met óf zonder thiotepa.
Fludarabine: 30 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 0,5 uur, op dag –7 tot en met –3 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 150 mg/m². Op dag –6 tot en met –4 treosulfan vóór fludarabine toedienen. Zie voor meer informatie fludarabine.
Thiotepa: 5 mg/kg 2×/dag als i.v.-infusie gedurende 2–4 uur op dag –2 voorafgaand aan HSCT (dag 0). Zie voor meer informatie thiotepa.
Bij een licht tot matig verminderde nier- of leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie is treosulfan gecontra-indiceerd.
Toediening: als intraveneuze infusie gedurende twee uur.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): convulsie, hemiparese, dysfasie, afasie, hoofdpijn. Misselijkheid, braken, obstipatie, diarree. Anorexie. Vermoeidheid. Huiduitslag, alopecia.
Vaak (1-10%): bloeding, longembolie, diepveneuze trombose, hypertensie. Pneumonie, bronchitis, bovenste luchtweginfectie, bv. sinusitis, dyspneu, hoest. Infectie (o.a. met Herpes zoster),, faryngitis (o.a. nasofaryngeaal, streptokokkenfaryngitis), orale candidiase.. Stomatitis, buikpijn, dyspepsie, smaakstoornis, dysfagie. Ataxie, evenwichtsstoornis, verminderde cognitie, geheugenstoornis, verminderde concentratie, verminderd bewustzijn, spraakstoornis, (draai-)duizeligheid, slaperigheid, neuropathie (o,a, perifere neuropathie, polyneuropathie), paresthesie, tremor. Agitatie, depressie, angst, verwardheid, slapeloosheid. Visusstoornis (zoals gezichtsuitval, verminderd zicht, wazig zien, diplopie, oogpijn). Doofheid (o.a. bilateraal, unilateraal, neurosensorisch), oorsuizen, oorpijn. Droge huid, jeuk, erytheem. Spierzwakte, myalgie, myopathie, artralgie, rugpijn. Allergische reactie. Koorts, griepachtige symptomen, asthenie, malaise, (perifeer) oedeem. Cushing-achtig beeld. Hyperglykemie. Stijging van leverenzymwaarden (o.a. ALAT, ASAT). Anemie, leukopenie, lymfopenie, trombocytopenie, (febriele) neutropenie. Veranderingen in het gewicht.
Soms (0,1-1%): hartkloppingen. Hersenbloeding, blozen, opvliegers. Respiratoir falen (soms fataal), (interstitiële) pneumonitis, longfibrose, neusverstopping. Opportunistische infectie, soms fataal (o.a. pneumocystis jiroveci-pneumonie (PCP), sepsis, herpes-meningo-encefalitis, cytomegalovirus (CMV)-infectie, infectie met hepatitis B, infectie met herpes simplex, wondinfectie). Abdominale distensie, fecale incontinentie, (virale) gastro-enteritis, aambeien, droge mond. Anafylaxie. Status epilepticus, extrapiramidale stoornis, hemiplegie, reukstoornis, hyperesthesie, afwijkende coördinatie, loopstoornis, sensibiliteitsstoornis. Gedragsproblemen, emotionele labiliteit, hallucinatie, apathie. Droge ogen. Gehoorbeschadiging, hyperacusis, otitis media. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), angio-oedeem, erythema multiforme, erytrodermie, huidexfoliatie, fotosensibilisatie, urticaria, dermatitis, toegenomen transpiratie, afwijkende pigmentatie. Stijfheid. Leverbeschadiging, hepatitis, cholestase, leverfalen (soms fataal). Dysurie. Diabetes insipidus. Menorragie, amenorroe, vaginitis, erectiestoornis, borstpijn. Gezichtsoedeem, tongverkleuring, dorst, tandaandoening. Myelodysplastisch syndroom (MDS), secundaire maligniteiten (o.a. myeloïde leukemie). Hypokaliëmie, hyperbilirubinemie, stijging waarden alkalische fosfatase (AF), γ-glutamyltransferase. Pancytopenie, aplastische anemie (soms fataal), petechiën.
Verder zijn gemeld: geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS).
Bijwerkingen
Voorbereiding op hematopoëtische stamceltransplantatie, in combinatie met fludarabine:
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken, buikpijn, mucositis, stomatitis, diarree. Vermoeidheid, asthenie, lethargie. Verhoogd bilirubine, beenmergdepressie incl. pancytopenie, febriele neutropenie.
Vaak (1-10%): hartaritmieën (bv. artriumfibrillatie, sinusaritmie). Hypertensie, hypotensie, bloedneus, overmatig blozen. Infecties (bacterieel, viraal, fungaal), sepsis. Hoofdpijn. Dyspneu. Gastritis, dyspepsie, obstipatie, dysfagie, orale pijn, oesofageale of gastro-intestinale pijn,. Maculopapuleuze huiduitslag, purpura, erytheem, palmair-plantair erytrodysesthesiesyndroom, jeuk, alopecia. Acute nierschade, hematurie. Slapeloosheid. Koorts, koude rillingen, oedeem. Hoofdpijn, duizeligheid. Pijn in de ledematen, rugpijn, botpijn, artralgie. Verminderde eetlust, gewichtsverandering. Allergische reactie. Verhoogde waarden van ALAT, ASAT, γ-GT, C-reactieve proteïne. Bij kinderen tevens exfoliatieve dermatitis.
Soms (0,1-1%): hematoom. Pneumonitis, pleurale effusie, farynxontsteking, strottenhoofdontsteking, pijn in het strottenhoofd, hik. Mondbloeding, abdominale distensie, droge mond. Erythema multiforme, acneïforme dermatitis, huiduitslag, droge huid, vertigo. Verwardheid. Myalgie. Perifere neuropathie. Veno-occlusieve leverziekte, hepatotoxiciteit. Niet-cardiale pijn op de borst. Hyperglykemie, hypoglykemie, gestoorde glucosetolerantie. Verhoogde waarden van alkalische fosfatase (AF)
Verder zijn gemeld: hartstilstand, hartfalen, myocardinfarct, pericardeffusie. Embolie, bloeding. Septische shock. Encefalopathie, intracraniële bloeding, extrapiramidale symptomen, syncope, paresthesie. Agitatie. Hypoxie, dysfonie, keelpijn, hoesten. Gastro-intestinale bloeding, neutropene colitis, oesofagitis, anale ontsteking. Nierfalen, cystitis, dysurie. Leverfalen, vergrote lever, leverpijn. Spierzwakte. Dermatitis, huidulcus, huidnecrose, geelbruine verkleuring van de huid. Droge ogen. Reactie op de injectieplaats. Secundaire maligniteiten. Acidose, elektrolytenevenwichtsstoornis. Verhoogde waarden in het bloed van creatinine, lactaatdehydrogenase (LDH). Bij kinderen tevens capillairleksyndroom, convulsies, gingivale pijn, bulleuze dermatitis, luierdermatitis, conjunctivale bloeding, scrotaal erytheem, gezichtsoedeem, alkalose, hypomagnesiëmie.
Interacties
Er is meer kans op beenmergsuppressie bij de combinatie met andere myelosuppressieve geneesmiddelen; dit is ook gezien bij de comedicatie met carbamazepine, fenytoïne en cotrimoxazol.
In combinatie met corticosteroïden is er meer kans op Pneumocystis jiroveci-pneumonie. In combinatie met dexamethason (of andere corticosteroïden) is fataal respiratoir falen gemeld.
Valproïnezuur kan een kleine vermindering van de temozolomideklaring veroorzaken.
Interacties
Vaccinatie met levende vaccins is gecontra-indiceerd vanwege de kans op ernstige, mogelijk fatale infectie bij alloHSCT. De respons op geïnactiveerde vaccins kan verminderd zijn.
Vermijd gelijktijdig gebruik met substraten van CYP3A4 of CYP2C19 met een smalle therapeutische breedte (bv. digoxine). Op basis van in vitro onderzoek is treosulfan een zwakke tot matige remmer van CYP3A4 en een zwakke remmer van CYP2C19.
Om de kans op interacties in het algemeen zo klein mogelijk te houden, adviseert de fabrikant om alle gelijktijdig gebruikte middelen 2 uur vóór of 8 uur na de infusie van treosulfan toe te dienen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Mannen wordt aangeraden voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma omdat temozolomide tot irreversibele infertiliteit kan leiden.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste zes maanden (vrouw) of drie maanden (man) na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd bij de toepassing voorbereiding alloHSCT, bij de toepassing ovariumcarcinoom de voordelen en risico's van de therapie afwegen .
Vruchtbaarheid: Raad een man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat treosulfan tot irreversibele verminderde fertiliteit kan leiden. Bij premenopauzale vrouwen kan treosulfan leiden tot ovariële suppressie en amenorroe met menopauzale symptomen.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 6 maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik ontraden bij de toepassing voorbereiding alloHSCT, gebruik is gecontra-indiceerd bij de toepassing ovariumcarcinoom.
Contra-indicaties
- ernstige myelosuppressie (ANC < 0,5 × 109/l en/of trombocyten < 10 × 109/l);
- overgevoeligheid voor dacarbazine.
Contra-indicaties
- actieve infectieziekte die niet onder controle is;
- ernstige verminderde nier- of leverfunctie;
- ernstige hart- of longfunctiestoornis;
- Fanconi-anemie en andere stoornissen in het DNA-herstel.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Lleverbeschadiging, soms met fataal verloop, is gemeld. Vóór de behandeling een leverfunctietest uitvoeren; bij afwijkende waarden behandeling zorgvuldig afwegen. Na elke behandelcyclus, en bij een behandelcyclus van 42 dagen tevens halverwege de cyclus, een leverfunctietest uitvoeren. Levertoxiciteit kan verscheidene weken of langer ná de laatste behandeling met temozolomide nog optreden.
Opportunistische infecties en reactivatie van infecties: bij gelijktijdige behandeling met temozolomide en radiotherapie is profylaxe tegen Pneumocystis jiroveci-pneumonie vereist voor de 42 dagen behandeling, ongeacht de lymfocytentelling. Bij lymfopenie de profylaxe voortzetten tot de lymfopenie tot graad ≤ 1 hersteld is. Alle patiënten, in het bijzonder die corticosteroïden krijgen, controleren op de ontwikkeling van deze pneumonie. In combinatie met radiotherapie zijn gevallen van herpes-meningo-encefalitis (ook met fataal verloop) gemeld. Reactivatie van HBV komt ook voor (ook met fataal verloop). Vóór aanvang van de behandeling controleren op hepatitis B; bij een positieve hepatitis B-serologie (waaronder actieve hepatitis) een expert op het gebied van leveraandoeningen raadplegen. Tijdens de behandeling de patiënt nauwgezet controleren en begeleiden.
Vanwege misselijkheid en braken wordt bij multiform glioblastoom anti-emetische therapie aanbevolen vóór de initiële dosis van de combinatiebehandeling met radiotherapie en tijdens monotherapie. Bij recidiverend of progressief maligne glioom kan anti–emetische therapie nodig zijn bij ernstig braken tijdens de voorafgaande cyclus.
Beenmergremming treedt bij maligne glioom meestal binnen de eerste cycli op, met een nadir tussen dag 21–28 en een herstel binnen 1–2 weken. Het volledige bloedbeeld controleren op dag 22 van de cyclus (of binnen 48 uur van die dag), en wekelijks tot het neutrofielenaantal > 1,5 × 109/l en trombocytenaantal > 100 × 109/l is. Langdurige pancytopenie komt voor, wat kan leiden tot aplastische anemie (soms met fataal verloop); comedicatie met carbamazepine, fenytoïne en cotrimoxazol kan echter ook de oorzaak van de aplastische anemie zijn. Wees voorzichtig bij ouderen (> 70 jaar) in verband met een toegenomen kans op neutropenie en trombocytopenie.
Onderzoeksgegevens: wees voorzichtig bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) of bij een verminderde nierfunctie vanwege het ontbreken van gegevens. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan drie jaar zijn niet vastgesteld; bij oudere kinderen is de ervaring zeer beperkt.
Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ernstige beenmergsuppressie met pancytopenie is bij toepassing als conditioneringsbehandeling voor alloHSCT het gewenste therapeutische effect. Controleer regelmatig het bloedbeeld totdat het hematopoëtische systeem is hersteld. Overweeg bij ernstige neutropenie profylactische behandeling van (bacteriële, virale of fungale) infectie. De mediane duur van de neutropene periode bedraagt 14–18 dagen bij volwassenen en 20–22 dagen bij kinderen.
Orale mucositis, waaronder zeer ernstige gevallen, komt zeer vaak voor. Neem maatregelen om de ernst en duur van mucositis te beperken (bv. gebruik van topische antimicrobiële middelen, mucosaprotectiva, ijs en een goede mondhygiëne).
Vanwege een toegenomen kans op convulsies, zuigelingen ≤ 4 maanden met primaire immunodeficiëntie op tekenen van neurologische bijwerkingen controleren.
Luierdermatitis kan optreden bij jonge kinderen, als gevolg van uitscheiding van treosulfan in de urine. Verschoon de luier regelmatig tijdens de eerste 6–8 uur na elke toediening.
Voorzichtig injecteren om extravasatie met plaatselijk pijn en weefselbeschadiging te voorkomen. Bij optreden van extravasatie algemene veiligheidsmaatregelen treffen.
Voor de behandeling van vruchtbare mannen , zie de rubriek Zwangerschap.
Overdosering
Symptomen
met name hematologisch van aard; beenmergsuppressie, pancytopenie, met of zonder infectie. Bij één casus na 10 g in 5 dagen pancytopenie, koorts, multi-orgaanfalen en overlijden.
Voor meer informatie over een vergiftiging met temozolomide neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met treosulfan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Triazeenderivaat, verwant aan dacarbazine (DTIC). Temozolomide wordt snel omgezet in de actieve metaboliet monomethyl-triazeno-imidazoolcarboxamide (MTIC), dat na hydrolyse tot (o.a.) methylhydrazine een DNA-alkylerende werking heeft.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. Beïnvloeding door gelijktijdige toediening met voedsel is niet uitgesloten. |
T max | ca. 20 min. |
Overig | passeert snel de bloed-hersenbarrière. De blootstelling in de liquor cerebrospinalis is ca. 30% van die in het plasma. |
Metabolisering | Niet in de lever. Wordt snel omgezet in de metaboliet MTIC, waarna na hydrolyse het werkzame methylhydrazine ontstaat. |
Eliminatie | vnl. met de urine, waarvan 5–10% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 1,8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bifunctioneel alkylerend middel. Treosulfan is een prodrug, die in het lichaam spontaan wordt omgezet in o.a. een werkzaam mono-epoxide. Hecht zich met instabiele, reactieve alkylgroepen aan de basen in het DNA, waardoor kruisverbindingen worden gevormd binnen en tussen de DNA-ketens. Deze kruisverbindingen zijn verantwoordelijk voor de stamceldepletie en anti-neoplastische effecten.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,3–0,4 l/kg. |
Overig | de penetratie in de bloed-hersenbarrière is beperkt. |
Metabolisering | wordt in het lichaam spontaan (niet-enzymatisch) omgezet in een farmacologisch actieve mono-epoxide (S,S-EBDM) en een di-epoxide (S,S-DEB). |
Eliminatie | 25–40% onveranderd met de urine binnen 24 uur, waarvan 90% binnen de eerste 6 uur. |
T 1/2el | ca. 2 uur; bij kinderen 1,3–1,6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
temozolomide hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk
Groepsinformatie
treosulfan hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk