Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Thiopental (Na-zout) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor de toepassing van thiopental is geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Anesthesie bij kortdurende ingrepen (< 15 min);
  • Als inleiding van de anesthesie voorafgaand aan de toepassing van andere middelen;
  • Bij neurochirurgische ingrepen in geval van verhoogde intracraniële druk, als er voldoende beademd wordt.

Doseringen

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Thiopental van tdm-monografie.org.

Klap alles open Klap alles dicht

Anesthesie:

Volwassenen

langzaam i.v. toedienen. De dosering is individueel. Een proefdosis wordt aanbevolen van 25–75 mg; observeer de patiënt vervolgens minstens 60 seconden.

Bij korte ingrepen (< 15 min) is de dosering voor inductie gewoonlijk 50–75 mg met tussenpozen van 20–40 seconden en op geleide van de reacties van de patiënt. Als anesthesie is verkregen: eventueel aanvullende injecties van 25–50 mg als de patiënt beweegt. Alternatieve manier om het gewenste anesthesieniveau te handhaven is een 2-4 mg/ml continu i.v.-druppelinfuus.

Voor inleiding van de anesthesie voorafgaand aan de toepassing van andere middelen voor een volwassene van 70 kg: 210–280 mg (3–4 mg/kg); de totaal geschatte dosis wordt in 2–4 porties toegediend.

Bij neurologische patiënten met verhoogde intracraniële druk, intermitterende bolusinjecties van 1,5–3,5 mg/kg lichaamsgewicht, onder toepassing van adequate beademing.

Kinderen

Individueel, meestal 2–8 mg/kg lichaamsgewicht. Jongere kinderen hebben meestal een hogere dosering nodig dan oudere kinderen.

Toediening: Door aseptisch 20 ml water voor injecties toe te voegen aan een flacon van 500 mg ontstaat een oplossing voor injectie van 25 mg/ml. Max. 24 uur bewaren. Voor een druppelinfuus geen water als oplosmiddel gebruiken.

Bijwerkingen

Frequentie onbekend: hoesten, laryngospasme en bronchospasmen die meestal verdwijnen bij het dieper worden van de anesthesie; ademhalingsdepressie, verergering van slaapapneu. Hypotensie, aritmieën, myocarddepressie. Verlengde slaperigheid. Rillen. Afhankelijkheid. Bij extravasatie: pijn, venospasme, necrose en verweking (door de hoge pH van de oplossing). Na intra-arteriële toediening: arteriospasme, trombose, pijn, witte arm en vingers. Acute porfyrie.

Interacties

Het centraal remmende effect kan dat van andere centraal dempende middelen, inclusief alcohol, versterken.

Zwangerschap

Thiopental passeert de placenta.

Teratogenese: Op basis van beperkte ervaring zijn er geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij de mens; ook bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Kan bij toepassing vlak voor of tijdens de bevalling ademhalingsdepressie bij de neonaat veroorzaken.

Advies: Kan kortdurend (< 3 uur) worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.

Farmacologisch effect: De kans op een nadelig effect bij de zuigeling is volgens Lareb gering.

Advies: Bij incidentele toepassing kan de borstvoeding gehandhaafd blijven.

Contra-indicaties

  • status asthmaticus;
  • porfyrie;
  • overgevoeligheid voor barbituraten.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzichtig toedienen (langzaam en zo nodig in lagere dosering) bij patiënten met respiratoire, circulatoire, nier-, lever- of endocriene stoornissen of myasthenia gravis, ernstige anemie of verhoogde intracraniële druk.

Vermijd extravasatie; dit kan uitgebreide necrose veroorzaken. Vermijd intra-arteriële toediening; arteriospasme kan optreden. Staak de toediening bij pijnklachten van de patiënt.

Overdosering

Symptomen

Bij te snel injecteren: alarmerende bloeddrukdaling, shock. De letale dosis verschilt interindividueel aanzienlijk. 20 mg/kg lichaamsgewicht leidt tot een diepe coma; deze dosis kan hartstilstand geven en kan dodelijk zijn.

Therapie

Eventueel zuurstof toedienen.

Voor symptomen en behandeling, zie ook toxicologie.org/barbituraten.

Eigenschappen

Intraveneus anestheticum met anti-convulsieve, maar zonder analgetische eigenschappen. Barbituraat. Vergroot de gevoeligheid van de GABAA-receptor voor GABA, en versterkt daarmee de remming van GABA op de signaaloverdracht. Barbituraten beïnvloeden de EEG; de hersendoorbloeding en intracraniële druk nemen af. Werking: slaap treedt in 30–40 seconden na i.v.-injectie.

Kinetische gegevens

Lipofiliteit Stapelt in vetweefsel, waaruit het vertraagd wordt afgegeven.
Metabolisering vooral in de lever, verder in de nieren en hersenen. De metabolieten zijn inactief.
Eliminatie vooral via de urine (als metabolieten).
T 1/2el 3–8 uur na enkelvoudige i.v.-injectie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd