Samenstelling
Klisyri Aanvullende monitoring Almirall bv
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 250 mg zalf
Basis: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mirvaso (als tartraat) XGVS Galderma Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Gel
- Sterkte
- 3 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 10 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Actinische keratose hoeft niet altijd behandeld te worden. Bij een enkele kleine actinische keratose is behandeling meestal niet nodig. De noodzaak voor behandeling neemt toe naarmate er meer of grotere laesies zijn (arbitrair: > 5 laesies of > 1 cm), bij risicofactoren (actinische veldveranderingen, voorgeschiedenis van huidkanker, immuungecompromitteerden) of als de patiënt er hinder van ondervindt, zoals pijn, jeuk of cosmetische bezwaren. Kies dan in de eerstelijnszorg voor cryotherapie (bij ≤5 laesies) of behandeling met 5-fluoro-uracil (5-FU)-crème. Zie verder Verdachte huidafwijkingen.
Geef bij multipele actinische keratose laesies (actinische veldveranderingen) in de tweedelijnszorg 5-FU-crème. Bij onvoldoende effect bij een eerste behandeling, eventueel de behandeling herhalen. Overweeg imiquimodcrème 5 % bij eerder geen of onvoldoende effect van 5-FU-crème of indien de smeerfrequentie van 5-FU-crème niet behaald kan worden. Bij onvoldoende effect, kan de behandeling worden herhaald. Overweeg fotodynamische therapie (PDT) met methylaminolevulinaat i.c.m. daglicht of i.c.m. rood licht indien de patiënt het veld niet kan bereiken of 'non-compliant' is. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Actinische keratose (2021) op richtlijnendatabase.nl.
Advies
Start bij de behandeling van rosacea met papels en/of pustels, met lokaal metronidazol, azelaïnezuur of ivermectine. Voeg bij onvoldoende werkzaamheid doxycycline toe aan de lokale behandeling. Bij onvoldoende effect kan in de tweedelijnszorg minocycline (offlabel) of isotretinoïne (offlabel) worden toegepast. Bij erythemateuze klachten staat het geven van niet-medicamenteuze adviezen, zoals het vermijden van vasomotorische prikkels, op de voorgrond. Overweeg bij onvoldoende verbetering een proefbehandeling met brimonidine-gel. Behandel hinderlijke klachten van teleangiëctasieën en/of erytheem in de tweedelijnszorg met laser of ‘intense pulsed light’ (IPL). Behandeling van oculaire rosacea en ernstige rhinophyma vindt plaats in de tweedelijnszorg. Voor de behandeling van verschillende kenmerken van rosacea zoals papulopustels, erytheem en teleangiëctasieën kunnen diverse behandelingen worden gecombineerd, zoals lokale behandeling met orale behandeling of laserbehandeling.
Indicaties
- Niet-hyperkeratotische, niet-hypertrofische actinische keratose (Olsen graad 1) in het gezicht of op de hoofdhuid bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Symptomatische behandeling van erytheem in het gezicht bij volwassenen als gevolg van rosacea.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Niet aanbrengen op nog niet genezen huid na een voorgaande lokale behandeling, procedure of operatieve ingreep. Niet aanbrengen op open wonden of beschadigde huid.
Actinische keratose
Volwassenen (incl. ouderen)
1×/dag een dunne laag op de aangedane plekken van het gezicht of de hoofdhuid aanbrengen gedurende 5 opeenvolgende dagen (totaal 5 sachets nodig). Max. gebied van 25 cm² huidoppervlak behandelen (=max. 1 sachet per dag). Beoordeel het effect vanaf ca. 8 weken na aanvang van de behandeling; bij een niet-complete respons het behandelen opnieuw evalueren en overwegen. Er zijn geen gegevens over gebruik van meer dan één behandelcyclus van 5 dagen; overweeg bij een recidief of nieuwe laesies in het behandelde gebied andere behandelopties.
Een vergeten dosis zo snel mogelijk alsnog aanbrengen, daarna doorgaan met het gewone schema; de zalf niet vaker dan 1× per dag aanbrengen.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Breng de zalf iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip aan.
- Was vóór het aanbrengen, het te behandelen gebied met milde zeep en water en laat goed drogen.
- Was de handen vóór en direct na het aanbrengen van de zalf met zeep en water.
- Knijp de zalf van 1 sachet voor eenmalig gebruik op een vingertop om vervolgens aan te brengen op de te behandelen plekken; vermijd hierbij contact met ogen, lippen, binnenkant neusgaten en oren.
- Na het aanbrengen het te behandelen gebied niet inzwachtelen, bedekken, wassen of aanraken gedurende ca. 8 uur; hierna kan de huid gewassen worden met een milde zeep en water.
- Elk sachet is uitsluitend voor eenmalig gebruik en moet na gebruik worden weggegooid.
Doseringen
Rosacea
Volwassenen (incl. ouderen > 65 j.)
Eénmaal per 24 uur een dunne laag zachtjes en gelijkmatig aanbrengen op het hele gezicht (voorhoofd, kin, neus en beide wangen), zolang het erytheem in het gezicht aanwezig is. In verband met de kans op exacerbatie van het erytheem starten met een kleine hoeveelheid gel gedurende minimaal 1 week, vervolgens geleidelijk verhogen afhankelijk van het kunnen verdragen en de respons tot max. 1 g gel (overeenkomend met ca. 5 hoeveelheden ter grootte van een erwt) 1× per dag. Aanbevolen dosis en frequentie van aanbrengen niet overschrijden.
Bij optreden van een exacerbatie: zie de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen.
Brimonidinegel kan worden gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen voor rosacea en met cosmetica; de lokale middelen pas aanbrengen nadat de brimonidinegel is opgedroogd.
Toediening
- Niet aanbrengen op geïrriteerde huid (ook niet na lasertherapie) of open wondjes;
- Contact van de gel met de ogen, oogleden, lippen, mond en de binnenkant van de neus vermijden;
- Na aanbrengen van de gel de handen onmiddellijk wassen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): Erytheem, schilfervorming, korstvorming, zwelling en erosie of ulcera op de toedienplaats.
Vaak (1-10%): pijn, gevoeligheid, stekend of branderig gevoel, jeuk en vesikels of pustels op de toedienplaats.
De meeste lokale huidreacties zijn licht tot matig ernstig en voorbijgaand. Ernstige lokale huidreacties treden op bij ca. 13% van de patiënten. De lokale huidreacties bereiken over het algemeen een piek 8 dagen na aanvang van de behandeling en verdwijnen meestal binnen 2–3 weken na afloop van de behandeling.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): exacerbatie van rosacea symptomen (16 %).
Vaak (1-10%): overmatig blozen, (verergerd) erytheem, bleekheid op de toedienplaats, jeuk, lokaal brandend gevoel.
Soms (0,1-1%): duizeligheid. Hoofdpijn, paresthesie. Zwelling gezicht, ooglidoedeem. Neusverstopping. Droge mond. Het heet hebben, perifeer koudegevoel. Droge huid, pijnlijke huid, dermatitis, (allergische) contacteczeem, papuleuze huiduitslag, acne.
Zelden (0,01-0,1%): bradycardie, (orthostatische) hypotensie (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen). Angio-oedeem. Urticaria. Huidirritatie, warm aanvoelende huid.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Interacties
Combinatie met een monoamineoxidaseremmer (MAO-remmer), tricyclisch of tetracyclisch antidepressivum (die de noradrenerge transmissie beïnvloedt) is gecontra-indiceerd. Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik (zowel lokaal als systemisch) van andere geneesmiddelen die invloed hebben op het adrenerge systeem zoals sympathicomimetica, clonidine-achtige bloeddrukverlagende middelen, chloorpromazine, methylfenidaat. Additief bloeddrukverlagend effect is mogelijk bij combinatie met bloeddrukverlagende middelen en hartglycosiden.
Brimonidine kan het effect versterken van onderdrukkers van het centrale zenuwstelsel zoals barbituraten, sedativa, anesthetica, alcohol.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren reproductietoxiciteit aangetoond.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie toe te passen tijdens de behandeling.
Vruchtbaarheid: Uit dieronderzoek is mannelijke vruchtbaarheidstoxiciteit gebleken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Onderzoek bij dieren laat geen teratogene effecten zien, wel een hogere incidentie van verhoogd pre-implantatieverlies en postnatale groeireductie. De systemische absorptie na lokale toediening is echter laag.
Advies: Ondanks de relatief geringe absorptie ontraadt de fabrikant het gebruik.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren. De systemische absorptie na lokale toediening bij de moeder is relatief laag. Bij gebruik op een beperkt huidoppervlak is het onwaarschijnlijk dat bij de zuigeling nadelige effecten optreden. Bij behandeling van neonaten met brimonidine oogdruppels zijn systemische effecten (zoals bradycardie, hypotensie, hypothermie en apneu) gerapporteerd. Kennelijk zijn sommige neonaten gevoelig voor lage doses brimonidine.
Advies: Veiligheidshalve het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- Kinderen jonger dan 2 jaar in verband met ernstige systemische veiligheidsrisico's.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: contact met ogen (ook via de vingers) vermijden; indien contact optreedt direct uitspoelen met overvloedig water en medische hulp zoeken. Vermijd ook contact met lippen of de binnenkant van neusgaten en oren. In het geval van onbedoeld inslikken, veel water drinken en medische hulp zoeken.
Lokale huidreacties , waaronder erytheem, schilfering, korstvorming, zwelling, erosie/ulceratie en vesiculatie/pustulatie, kunnen zich voordoen in het behandelde gebied. Het effect van de behandeling kan mogelijk niet adequaat worden beoordeeld tot de lokale huidreacties zijn verdwenen.
Overmatige blootstelling aan zonlicht (waaronder zonnelampen en zonnebanken) vermijden of beperken.
Wees voorzichtig bij immuungecompromitteerde patiënten.
Risico op ontstaan huidkanker: wees alert op veranderingen in het uiterlijk van actinische keratose laesies omdat dit kan wijzen op het ontstaan van invasief plaveiselcelcarcinoom. Klinisch atypische laesies van actinische keratose of vermoede maligniteiten moeten dienovereenkomstig worden behandeld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Exacerbatie van rosacea-symptomen komt zeer vaak voor (ca. 16%); behandeling daarom initiëren met een kleine hoeveelheid gel en de dosis geleidelijk verhogen, afhankelijk van het kunnen verdragen en de respons. De exacerbatie treedt met name in de eerste 2 weken op na beginnen van de behandeling. Dit kan variëren van ca. 30 minuten tot enkele uren na aanbrengen, waarbij in het merendeel van de gevallen de verergering van het erytheem en overmatig blozen verdwijnt na staken van de behandeling. Bij verergering van het erytheem het gebruik staken. Symptomatische maatregelen, zoals koelen, NSAID’s en antihistaminica kunnen helpen de symptomen te verlichten. Bij het hervatten van de behandeling, een kleine hoeveelheid gel als test aanbrengen op een klein gedeelte van het gezicht gedurende ten minste één dag voordat de behandeling van het hele gezicht wordt hervat. In geval van ernstige irritatie of contactallergie de behandeling staken.
Informeer patiënten dat de aanbevolen maximale dosis (5 hoeveelheden ter grootte van een erwt) en frequentie van aanbrengen niet mogen worden overschreden; de veiligheid van een hogere dagelijkse dosis of aanbrengfrequentie is niet beoordeeld. Er zijn meldingen van bradycardie, (orthostatische) hypotensie en duizeligheid waarbij in sommige gevallen ziekenhuisopname nodig was. Hierbij was de gel in een aantal gevallen aangebracht na een laserprocedure.
Wees voorzichtig bij ernstige of instabiele en ongecontroleerde cardiovasculaire aandoeningen, cerebrale of coronaire insufficiëntie, depressie, ziekte van Raynaud, orthostatische hypotensie of trombangiitis obliterans, scleroderma en het syndroom van Sjögren.
Onderzoeksgegevens: brimonidine-gel is niet onderzocht bij patiënten met een nier- of leverfunctiestoornis. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 j.) zijn niet vastgesteld. Bij kinderen tot 12 jaar zijn er veiligheidsbezwaren gerelateerd aan de systemische absorptie van brimonidine geïdentificeerd. Beperkte ervaring bij ouderen (> 65 jaar) wijst niet op verschillen in het veiligheidsprofiel, ten opzichte van volwassenen van 18–65 jaar.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met brimonidine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Tirbanibuline voorkomt dat cellen in de huidwoekeringen zich delen en nieuwe cellen aanmaken. Het werkingsmechanisme berust op binding aan het eiwit tubuline dat een belangrijk bestanddeel is van het ‘celskelet’ (microtubuli). Hierdoor kunnen de microtubuli niet meer groeien, wat leidt tot stopzetting van de celcyclus en apoptose van prolifererende cellen. Tevens remt tirbanibuline de Src-tyrosinekinasesignalering in snel delende cellen. Tyrosinekinasen spelen een rol bij de celdeling.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal na cutane toediening. |
Metabolisering | in vitro door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2C8. Belangrijkste metabolisatiereacties zijn N-debenzylering en hydrolyse. De meest relevante metabolieten tonen minimale systemische blootstelling. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve α2-receptoragonist. Na cutaan aanbrengen vermindert brimonidine lokaal diffuus persisterend erytheem door een direct vasoconstrictief effect op cutane vaten. Het heeft geen effect op teleangiëctasieën en geen anti-inflammatoire werking. Het vasoconstrictief effect treedt ca. 30 minuten na aanbrengen op, is maximaal na 3-6 uur, waarna het effect weer afneemt.
Kinetische gegevens
Resorptie | laag, een factor 2 lager dan bij oculaire toediening. |
Metabolisering | in de lever via aldehyde-oxidase en CYP450. |
Eliminatie | vnl. met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tirbanibuline hoort bij de groep dermatica, overige.
- abrocitinib (D11AH08) Vergelijk
- brimonidine (cutaan) (D11AX21) Vergelijk
- deoxycholzuur (D11AX24) Vergelijk
- dimethylsulfoxide (M02AX03) Vergelijk
- ditranol (D05AC01) Vergelijk
- eflornithine (D11AX16) Vergelijk
- glycopyrronium (cutaan) (D11AA01) Vergelijk
- ichthammol (D05AA) Vergelijk
- ivermectine (cutaan) (D11AX22) Vergelijk
- lebrikizumab (D11AH10) Vergelijk
- levomenthol (cutaan) (D04AX) Vergelijk
- metronidazol (cutaan steriel) (D06BX01) Vergelijk
- metronidazol (cutaan) (D06BX01) Vergelijk
- minoxidil (cutaan) (D11AX01) Vergelijk
Groepsinformatie
brimonidine (cutaan) hoort bij de groep dermatica, overige.
- abrocitinib (D11AH08) Vergelijk
- deoxycholzuur (D11AX24) Vergelijk
- dimethylsulfoxide (M02AX03) Vergelijk
- ditranol (D05AC01) Vergelijk
- eflornithine (D11AX16) Vergelijk
- glycopyrronium (cutaan) (D11AA01) Vergelijk
- ichthammol (D05AA) Vergelijk
- ivermectine (cutaan) (D11AX22) Vergelijk
- lebrikizumab (D11AH10) Vergelijk
- levomenthol (cutaan) (D04AX) Vergelijk
- metronidazol (cutaan steriel) (D06BX01) Vergelijk
- metronidazol (cutaan) (D06BX01) Vergelijk
- minoxidil (cutaan) (D11AX01) Vergelijk
- tirbanibuline (D06BX03) Vergelijk