Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Urokinase XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
100.000 IE, 250.000 IE, 500.000 IE

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Behandel een veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombo-embolie of longembolie) initieel met een direct-werkend oraal anticoagulans (DOAC) (voorkeur) of met de combinatie van een laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) en een vitamine K-antagonist (VKA), gevolgd door een onderhoudsbehandeling met een DOAC resp. een VKA. De behandelduur is minimaal 3 maanden, en hangt o.a. af van of er sprake is van een uitlokkende factor of een recidief, en het bloedingsrisico. Bij een levensbedreigende longembolie of bij phlegmasia caerulea dolens kan trombolyse worden toegepast.

Indicaties

  • Acute vaatocclusies door trombose of embolie bij:
    • uitgebreide acute proximale diepveneuze trombose;
    • acute ernstige longembolie;
    • acute perifere arteriële occlusie met dreigende ischemie van de ledematen;
    • getromboseerde katheters en canules.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Een verlenging van de trombinetijd tot 3–5× de norm wordt optimaal geacht voor een adequaat effect. Bepaal verder de gebruikelijke stollingsparameters om op geleide hiervan de dosering vast te stellen.

Klap alles open Klap alles dicht

Diepveneuze trombose

Volwassenen (incl. ouderen)

I.v. als infusie: 4400 IE/kg lichaamsgewicht opgelost in 15 ml oplosmiddel en geïnfundeerd in een perifere ader in 10 min. Dit gevolgd door 4400 IE/kg per uur gedurende 12–24 uur.

Longembolie

Volwassenen (incl. ouderen)

I.v. als infusie: 4400 IE/kg lichaamsgewicht opgelost in 15 ml oplosmiddel en geïnfundeerd in een perifere ader in 10 min. Dit gevolgd door 4400 IE/kg per uur gedurende 12 uur.

In de longslagader (als alternatief): bolusinjectie van 15.000 IE/kg; deze injectie met tussenpozen van 24 uur tot 2 keer herhalen. De dosering van de vervolginjecties eventueel aanpassen op basis van de resulterende plasma-fibrinogeenconcentratie die door de vorige injectie is geproduceerd.

Perifere arteriële occlusie

Volwassenen (incl. ouderen)

Intra-arterieel: infundeer een oplossing van 2000 IE/ml (500.000 IE urokinase opgelost in 250 ml oplosmiddel) in het stolsel onder angiografische monitoring. Zo nodig angiografie herhalen, aanbevolen infusiesnelheid 4000 IE/min (= 240.000 IE/uur) gedurende 2 uur. Vervolgens kathether naar voren bewegen in het geoccludeerde segment van het bloedvat en urokinase opnieuw toedienen met een infusiesnelheid van 4000 IE/min (= 240.000 IE/uur) gedurende 2 uur. Als er geen doorstroming in het bloedvat is bereikt, dit proces tot 4 keer herhalen. Zodra er een kanaal door het geblokkeerde segment is gecreëerd, de katheter terugtrekken tot deze proximaal van het resterende stolsel ligt; de infusie voortzetten met een infusiesnelheid van 1000 IE/min (= 60.000 IE/uur) tot het stolsel volledig opgelost is. In het algemeen is een dosis van 500.000 IE gedurende 8 uur voldoende. Als de lengte van het stolsel met ≤ 25% is afgenomen na de eerste dosis van 500.000 IE en bij verdere verlagingen van 10% bij daaropvolgende infusies van 500.000 IE overwegen de behandeling met urokinase te staken.

Getromboseerde intravasculaire katheters en canules

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

Lokale instillatie: los 5000–25.000 IE urokinase op in voldoende volume aan NaCl 0,9% (het volume dat nodig is om het lumen van de katheter of canule volledig te vullen) en vergrendel dit na instillatie gedurende 20–60 minuten. Na 20–60 min het lysaat afzuigen en zo nodig deze procedure herhalen. Alternatief: infusie van urokinase met een concentratie van 1000–2500 IE/ml; toedienen in de katheter of canule gedurende 90–180 min; gebruik maximaal 250.000 IE.

Verminderde nier– en/of leverfunctie dosisverlaging kan noodzakelijk zijn. Pas de urokinasedosis aan op basis van een minimale fibrinogeenwaarde van 1,0 g/liter.

Toediening: Het poeder reconstitueren in NaCl 0,9%, niet in glucose-oplossing vanwege een verminderde werkzaamheid.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): asymptomatische verlaging van hematocrietwaarden.Bloedingen (van tandvlees, neusbloeding, uit wond/punctieplaats). Microhematurie. Embolie. Tijdelijke verhoging van transaminasewaarden.

Vaak (1-10%): bloedingen (intracranieel, gastro-intestinaal, urogenitaal, retroperitoneaal, , spierbloeding). Koorts, koude rillingen. Slagaderdissectie. Beroerte.

Soms (0,1-1%): nierfalen. Intrahepatische bloedingscomplicaties.

Zelden (0,1-1%): vasculair pseudo-aneurysma. Allergische reacties (blozen, huiduitslag, urticaria, dyspneu, hypotensie). Hematurie (macroscopisch).

Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie.

Interacties

De kans op bloedingen neemt toe bij combinatie met heparine, een oraal anticoagulans, geneesmiddelen die invloed hebben op de vorming of werking van trombocyten (zoals acetylsalicylzuur, allopurinol, fenofibraat, clopidogrel, dipyridamol, tetracycline, valproïnezuur, sulfonamiden, cytostatica en NSAID's) of andere trombolytica.

De fibrinolytische werking van urokinase wordt geremd door combinatie met tranexaminezuur en mogelijk door contrastvloeistoffen.

Zwangerschap

Laagmoleculairgewicht urokinasefragmenten en actief plasmine passeren de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Gebruik rond de bevalling wordt afgeraden, in verband met het risico op maternale en neonatale bloedingen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het gebruik van dit middel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • actieve klinisch relevante bloedingen;
  • recente ernstige gastro-intestinale bloedingen;
  • recente grote operatie;
  • recent cerebrovasculair accident (bv. < 2 mnd.);
  • recent trauma inclusief cardiopulmonale reanimatie, thoracale of neurochirurgie (bv. < 2 mnd.);
  • ernstige hypertensie;
  • ernstige leverfunctiestoornis;
  • ernstige nierfunctiestoornis met uitzondering van dialyse;
  • stollingsstoornissen en ernstige trombocytopenie;
  • aneurysma, arterioveneuze malformatie;
  • neoplasma (bv. intracranieel, of ander neoplasma met meer kans op bloedingen);
  • acute pancreatitis, sepsis, pericarditis, bacteriële endocarditis;
  • recente bevalling.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij matige bloedstollingsstoornissen, ernstige cerebrovasculaire stoornissen die niet gecontra–indiceerd zijn, matige arteriële hypertensie, matige trombocytopenie, vermoede trombus in de linker hartkamer, recente operatie (zie ook rubriek Contra-indicaties), caverneuze longaandoeningen, urogenitale ziekten met een bestaande of potentiële bloedingshaard (met bv. een geïmplanteerde blaaskatheter), septische trombotische aandoening in de voorgeschiedenis of wanneer een potentiële bloedingshaard moeilijk te bereiken is.

Bij een leeftijd > 75 jaar de effectiviteit van trombolyse afwegen tegen de toenemende kans op een hersenbloeding.

Arteriële of veneuze invasieve procedures vóór en tijdens behandeling met urokinase zoveel mogelijk vermijden om de kans op bloedingen te beperken. Als een arteriële punctie absoluut noodzakelijk is, directe druk uitoefenen op de prikplaats gedurende 30 minuten, een drukverband aanbrengen en de plaats regelmatig controleren op tekenen van een bloeding.

Vermijd i.m. injecties en het gebruik van stugge katheters gedurende de behandeling.

Bij optreden van bloedingen bij gebruik van urokinase kan het lastig zijn deze bloedingen onder controle te krijgen. Urokinase produceert plasmine om intravasculaire afzettingen van fibrine in het trombus te lyseren, maar op andere plaatsen (op plaats van (eerdere) naaldpunctie, katheterinsertie, snijden etc.) heeft urokinase ook effect op de fibrine-afzettingen die de hemostase bevorderen waardoor bloedingen op die plekken het gevolg kunnen zijn. Indien ernstige spontane bloedingen optreden de behandeling onmiddellijk staken.

Bij atriumfibrilleren of andere aandoeningen met meer kans op cerebrale embolie kan behandeling met urokinase gevaarlijk zijn door een toename van de kans op bloedingen in het infarctgebied.

Na hartmassage is er meer kans op complicaties door bloedingen (zie ook rubriek Contra-indicaties).

Overdosering

Symptomen

Bloedingen.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met urokinase contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Enzym verkregen uit de urine van volwassen mannen. Urokinase is een indirect werkend trombolyticum dat als directe plasminogeenactivator de trombus kan binnendringen en daar plasminogeen omzet in plasmine. Dit breekt fibrine af, waardoor de trombus uiteen valt.

Werkingsduur: tot 12–24 uur na staken van de infusie.

Kinetische gegevens

Metabolisering in de lever.
Eliminatie via de gal en urine als inactieve metabolieten.
T 1/2el max. 20 min. Langer bij een verminderde lever- of nierfunctie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

urokinase hoort bij de groep trombolytica.