Samenstelling
Champix (als tartraat) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 0,5 mg, 1,0 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Verpakkingsvorm
- startverpakking
Bevat per verpakking: 11 tabletten 0,5 mg + 14 of 42 tabletten 1 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Niet-medicamenteuze interventies hebben de voorkeur als iemand wil stoppen met roken. Overweeg medicamenteuze ondersteuning als de patiënt ≥ 10 sigaretten per dag rookt, of als de patiënt dit wenst. Eerste keus zijn nicotinevervangende middelen, voornamelijk vanwege het gunstige bijwerkingenprofiel. Combinaties van verschillende toedieningsvormen zijn mogelijk. Bij onvoldoende effect hiervan of op wens van de patiënt komen als tweede keus bupropion, nortriptyline of varenicline in aanmerking.
Indicaties
- Hulpmiddel bij het stoppen met roken bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Als hulpmiddel bij het stoppen met roken
Volwassenen (incl. ouderen)
De behandeling starten terwijl de patiënt nog rookt en een streefdatum vaststellen om te stoppen met roken na 1–2 weken behandelen. Begindosering 0,5 mg 1×/dag gedurende 3 dagen; daarna 0,5 mg 2×/dag gedurende 4 dagen. Onderhoudsdosering 1 mg 2×/dag.
De behandelduur is in principe 12 weken. Bij veel kans op terugval naar rookgedrag kan bij patiënten die na 12 weken met succes zijn gestopt met roken, de behandeling nog 12 weken worden voortgezet. Indien de patiënt niet in staat of bereid is abrupt te stoppen met roken kan een geleidelijke afbouw van het roken worden overwogen. De patiënt dient dan het roken te minderen gedurende de eerste 12 weken en dan te stoppen met roken. Vervolgens de behandeling gedurende 12 aanvullende weken continueren voor een totale behandelduur van 24 weken. Overweeg de dosering aan het einde van de behandeling af te bouwen indien er veel kans bestaat op terugval naar rookgedrag.
Bijwerkingen: Bij onverdraaglijke bijwerkingen: eventueel de dosis tijdelijk of permanent verlagen naar 0,5 mg 2×/dag.
Verminderde nierfunctie: Bij een lichte tot matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een matig-ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–50 ml/min) gecombineerd met onverdraaglijke bijwerkingen de onderhoudsdosering verlagen tot 1 mg 1×/dag. Bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) de dosering verlagen tot maximaal 0,5 mg (begindosering eerste 3 dagen) tot 1 mg (onderhoudsdosering) 1×/dag.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte tot ernstige leverfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig.
Toediening: De tabletten, met of zonder voeding, in hun geheel innemen met water.
Bijwerkingen
Meest frequent: misselijkheid (29%).
Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis. Abnormale dromen, slapeloosheid en hoofdpijn.
Vaak (1-10%): bronchitis, sinusitis. Maag-darmstoornissen (droge mond, maagklachten, dyspepsie, braken, obstipatie, diarree, flatulentie). Verminderde eetlust, toegenomen eetlust. Gewichtstoename. Slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid, dysgeusie. Artralgie, spierpijn, rugpijn. Tandpijn.
Soms (0,1-1%): angina pectoris, myocardinfarct, hartritmestoornissen, palpitaties, verhoogde hartfrequentie en/of bloeddruk, opvliegers. Benauwdheid, hoesten, keelirritatie, heesheid. Koorts. Mycose, virusinfectie. Agressie, angst, paniekaanval, stemmingswisselingen, depressie, suïcidegedachten, abnormaal denken, hallucinaties. Tremor, coördinatiestoornissen, dysartrie, insult, rusteloosheid, hypo-esthesie, hypogeusie, lethargie. Mydriase, myopie, scleraverkleuring, oogpijn, conjunctivitis, verhoogde traanproductie, fotofobie. Tinnitus. Aandoeningen van het mondslijmvlies, hematemese, gastritis, gastro-oesofageale reflux, buikpijn, veranderde darmpassage, haematochezia. Huiduitslag, erytheem, jeuk, acne, toegenomen transpiratie. Stijve gewrichten, spierspasmen, costochondritis. Snurken, slaapritmestoornissen. Asthenie. Malaise, pijn. Veranderd libido, menorragie, vaginale afscheiding, seksuele disfunctie. Abnormaal sperma, pollakisurie, nycturie. Hyperglykemie. Afwijkende leverfunctietesten, verlaagd trombocytenaantal, verlaagde serumcalciumconcentratie, verhoogd C-reactief eiwit (CRP).
Zelden (0,01-0,1%): CVA, hypertonie. Psychose, abnormaal gedrag, slaapwandelen, dysforie, bradyfrenie. Atriumfibrilleren, ST-segmentdepressie of verlaagde T-golfamplitude op het ECG. Ernstige huidreacties zoals Stevens-Johnsonsyndroom en erythema multiforme, angio-oedeem. Glucosurie, polydipsie, polyurie, diabetes mellitus.
Verder is gemeld: voorbijgaand verlies van bewustzijn.
Interacties
Roken verhoogt de metabolische activiteit van CYP1A2. Het stoppen van roken kan daardoor het individuele effect van gelijktijdig toegediende geneesmiddelen zoals coffeïne, theofylline, imipramine, clomipramine, clozapine en ropinirol veranderen en kan aanpassing van de dosering noodzakelijk maken. Wees vooral oplettend op een veranderde insulinerespons. Aanpassing van de dosering van theofylline kan, door een afname van het metabolisme in de lever, zelfs maanden na het stoppen met roken nodig zijn.
Gelijktijdige toediening met cimetidine verhoogt de systemische blootstelling van varenicline met ca. 29%. Vermijd bij ernstig gestoorde nierfunctie het gelijktijdig gebruik van cimetidine en varenicline.
De veiligheid en werkzaamheid van varenicline in combinatie met andere behandelingen voor het stoppen met roken zijn niet onderzocht. In combinatie met transdermale nicotinebevattende middelen treden misselijkheid, hoofdpijn, braken, duizeligheid, dyspepsie en vermoeidheid vaker op dan bij nicotinebevattende middelen alleen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren alleen bij hoge doses aanwijzingen voor schadelijkheid (afname fertitiliteit, toename schrikreactie op geluiden).
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Mogelijk centrale effecten.
Advies: Gebruik of het geven van borstvoeding ontraden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Informeer patiënten dat staken van de behandeling kan leiden tot een toename van irritatie, neiging om te roken, depressie en/of slapeloosheid (bij max. 3%).
Psychiatrische effecten: Wees voorzichtig bij ernstige psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige depressieve stoornis omdat de veiligheid niet is vastgesteld. Stoppen met roken is in verband gebracht met verergering van onderliggende psychische aandoeningen (bv. depressie). Veranderingen in gedrag of in denken, angst en psychose, stemmingswisselingen, agressief gedrag, depressie en suïcidale gedachten en - gedragingen kunnen optreden, óók zonder vooraf bestaande psychiatrische aandoeningen of zonder gestopt te zijn met roken. Staak de behandeling onmiddellijk bij ernstige neuropsychiatrische symptomen (bv. stemmingsveranderingen of suïcidaal gedrag). De symptomen kunnen ook na staken aanhouden, zodat follow-up nodig blijft tot de symptomen verdwenen zijn.
Convulsiedrempel: Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van convulsies of andere aandoeningen die de convulsiedrempel kunnen verlagen.
Cardiovasculaire effecten: Instrueer de patiënt nieuwe of verergering van bestaande cardiovasculaire symptomen te melden.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet aangetoond bij kinderen (jonger dan 18 jaar).
Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Eigenschappen
Varenicline bindt met grote affiniteit en selectiviteit aan de α4β2-nicotinerge acetylcholinereceptoren. Het is een partiële agonist: een agonistische werking met minder intrinsieke werkzaamheid dan nicotine, en een antagonistische werking in aanwezigheid van nicotine. De antagonistische werking treedt op doordat varenicline een grotere affiniteit tot de α4β2-nicotinerge acetylcholinereceptoren heeft dan nicotine. Hierdoor blijft bij roken volledige activatie van het mesolimbische dopaminesysteem uit en daarmee het gevoel van vreugde of genot.
Kinetische gegevens
T max | ca. 3–4 uur. |
V d | 5,9 l/kg. |
Eliminatie | met de urine, 92% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 24 uur. |
Overig | steady-state-concentratie wordt binnen 4 dagen bereikt. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
varenicline hoort bij de groep middelen bij nicotineverslaving.