Samenstelling
VPRIV XGVS Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 400 E
Bevat na reconstitutie 100 E/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cerezyme XGVS Genzyme Europe bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 400 IE
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De effectiviteit van velaglucerase alfa is vergelijkbaar met die van imiglucerase. Geadviseerd wordt velaglucerase alfa voor te schrijven bij patiënten met de ziekte van Gaucher type 1 op basis van een behandelingsprotocol, gezien de moeilijke indicatiestelling en de onduidelijkheid over de optimale dosering en de effectiviteit. Het eerste voorschrift dient te geschieden door een gespecialiseerde arts verbonden aan een academisch ziekenhuis.
Advies
De Commissie adviseert imiglucerase voor te schrijven bij patiënten met de ziekte van Gaucher type 1 op basis van een behandelingsprotocol, gezien de moeilijke indicatiestelling en de onduidelijkheid over de optimale dosering en de effectiviteit. Het eerste voorschrift dient te geschieden door een gespecialiseerde arts verbonden aan een academisch ziekenhuis.
Voor imiglucerase bij patiënten met de ziekte van Gaucher type 3 is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
Indicaties
Langdurige enzymvervangingstherapie (EVT) bij patiënten met de ziekte van Gaucher type 1.
Indicaties
Langdurige enzymsubstitutietherapie bij bevestigde diagnose van de ziekte van Gaucher type I en III met klinisch significante niet–neurologische ziekteverschijnselen. De niet-neurologische verschijnselen van de ziekte van Gaucher bestaan uit een of meer van de volgende aandoeningen:
- anemie;
- trombocytopenie;
- botziekte;
- hepatomegalie of splenomegalie.
Doseringen
Tijdens de toediening moet onmiddellijk geschikte medische ondersteuning voorhanden zijn. Bij anafylactische of andere acute reacties de toediening direct staken.
Toediening thuis onder medisch toezicht kan worden overwogen indien ten minste 3 infusies goed zijn verdragen.
Ziekte van Gaucher type 1
Volwassenen en kinderen ≥ 4 jaar
60 E/kg 1×/2 weken als i.v.-infusie gedurende 60 minuten; op geleide van de respons de dosering aanpassen; max 60 eenheden/kg. Bij eerder gebruik van imiglucerase voor de ziekte van Gaucher type 1 kan worden overgeschakeld in dezelfde dosering en frequentie.
Bij ouderen, lever- of nierfunctiestoornissen: geen aanpassing van de dosering nodig.
Doseringen
Ziektebeheersing moet gebeuren onder leiding van artsen die bekend zijn met de behandeling van de ziekte van Gaucher. De individuele respons op alle relevante klinische verschijnselen nauwkeurig volgen en aan de hand hiervan het doseerschema aanpassen.
Ziekte van Gaucher type I en III met niet-neurologische ziekteverschijnselen
Volwassenen en kinderen
Richtlijn: begindosering 60 E/kg lichaamsgewicht per i.v. infusie eenmaal per 2 weken. Bij een dosering van 15 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken verbeterden wel de hematologische parameters en de organomegalie, maar niet de botparameters.
Bij de eerste infusie mag de infusiesnelheid niet meer dan 0,5 E/kg lichaamsgewicht/minuut bedragen. Bij daaropvolgende infusies mag de infusiesnelheid worden verhoogd, tot max. 1 E/kg lichaamsgewicht/minuut.
De verdunde oplossing bij voorkeur via een laag-eiwitbindende in-linefilter van 0,2 micron toedienen om eventuele eiwitdeeltjes te verwijderen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, duizeligheid. Buikpijn. Botpijn, gewrichtspijn, rugpijn. Infusiegerelateerde reactie, asthenie, vermoeidheid, koorts.
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische of anafylactoïde reacties en allergische dermatitis. Tachycardie. Dyspneu. Hypertensie, hypotensie, blozen. Misselijkheid. Huiduitslag, urticaria, jeuk. Ongemak op de borst. Verlengde APTT.
Soms (0,1-1%): wazig zicht. Braken (in sommige gevallen ernstig; meestal optredend tijdens en tot 24 uur na de infusie).
De meest waargenomen bijwerkingen zijn infusiegerelateerde reacties (IRR's); deze treden op binnen 24 uur na een infusie. Het vaakst komen voor: hoofdpijn, duizeligheid, hypotensie, hypertensie, misselijkheid, vermoeidheid/asthenie, koorts. Bij behandelingsnaïeve patiënten treden IRR's vooral op tijdens de eerste 6 maanden van de behandeling.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsverschijnselen zoals jeuk, uitslag, urticaria, angio-oedeem, dyspneu en hoest.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsverschijnselen zoals beklemd gevoel op de borst, hypotensie, tachycardie, blozen, cyanose, paresthesie en rugpijn. Duizeligheid, hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikkramp. Gewrichtspijn. Koorts, rillingen, vermoeidheid. Ongemak, brandend gevoel, zwelling of steriel abces op de infusieplaats.
Zelden (0,01–0,1%): anafylactoïde reacties.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties met velaglucerase α uitgevoerd.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties met imiglucerase uitgevoerd.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Overig: Verhoogde ziekteactiviteit kan tijdens de zwangerschap worden ervaren.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Zorgvuldige monitoring van de zwangerschap en klinische manifestaties van de ziekte van Gaucher is noodzakelijk voor de individuele aanpassing van de behandeling.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens en bij dieren, onvoldoende gegevens.
Overig: Tijdens de zwangerschap kan de ziekte actiever worden met meer kans op manifestaties van het skelet, exacerbatie van cytopenie, bloedingen en een grotere behoefte aan transfusies.
Advies: Overwegen vóór de conceptie te starten met de therapie of, indien de patiënt al imiglucerase gebruikt, de therapie voort te zetten.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Overig: Verhoogde ziekteactiviteit kan tijdens de kraamperiode worden ervaren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend.
Overig: Ook tijdens de kraambedperiode kan er een verhoogde activiteit van de ziekte zijn. Verder is het waarschijnlijk dat het enzym in het maag-darmkanaal van het kind wordt verteerd.
Contra-indicaties
Eerder voorgekomen ernstige allergische reactie op velaglucerase α.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij patiënten die in het verleden reeds symptomen van overgevoeligheid voor velaglucerase α of voor andere enzymvervangingstherapie hebben vertoond.
Infusiegerelateerde reacties kunnen worden verminderd door het verlagen van de infusiesnelheid, door toediening van antihistaminica, antipyretica en/of corticosteroïden en/of het onderbreken van de toediening gevolgd door een hervatting met een verlengde infusietijd. Recidiverende infusiegerelateerde reacties kunnen worden voorkomen met antihistaminica en/of corticosteroïden vooraf.
Bij ernstige infusiegerelateerde reacties en bij verlies van werkzaamheid testen op aanwezigheid van antistoffen. Vorming van IgG-antistoffen tegen velaglucerase α is gemeld, evenals enkele gevallen van antistoffen met een positief neutraliserende activiteit en gebrek aan werkzaamheid.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 4 jaar zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheid: vóór starten van de therapie een baseline serummonster afnemen, dat in de evaluatie van een positieve uitslag van specifieke IgG-antistoffen kan worden meegenomen, dergelijke specifieke IgG-antistoffen verhogen de kans op overgevoeligheidsreacties. Bij een overgevoeligheidsreactie de infusie onmiddellijk staken en binnen twee uur een bloedmonster nemen voor bepaling van complement en tryptase, imiglucerase-antistoffen testen en de uitslag hiervan vergelijken met de eerste controletest; meestal kan de behandeling worden voortgezet na voorbehandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden en na verlaging van de dosis of de infusiesnelheid. Met name voorzichtig zijn tijdens het eerste jaar (vnl. de eerste 6 mnd.) van de behandeling; 15% van de patiënten vormt dan antistoffen. Tevens voorzichtig zijn bij patiënten die eerder antistoffen of overgevoeligheidsreacties hebben ontwikkeld tegen alglucerase.
De werkzaamheid van imiglucerase op neurologische symptomen van patiënten met de chronische neuronopathische vorm van de ziekte van Gaucher is niet vastgesteld.
Toediening thuis onder medisch toezicht kan worden overwogen indien de infusies gedurende enkele maanden goed zijn verdragen. Wanneer bijwerkingen optreden, dient de patiënt te stoppen en de arts te raadplegen.
Hulpstoffen: wees voorzichtig met de hoeveelheid natrium in dit geneesmiddel bij een natriumarm dieet.
Eigenschappen
Velaglucerase α is een met recombinant-DNA-technologie geproduceerd glycoproteïne, dat gebruikt wordt als aanvulling op, of vervanging van β-glucocerebrosidase (het enzym dat de hydrolyse van glucocerebroside naar glucose en ceramide in het lysosoom katalyseert). Het vermindert de hoeveelheid geaccumuleerde glucocerebroside en corrigeert de pathofysiologie van de ziekte van Gaucher. Velaglucerase α verhoogt de hemoglobineconcentratie en het aantal bloedplaatjes en vermindert het lever- en miltvolume bij patiënten met de ziekte van Gaucher type 1.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel via de mannose-receptor in de macrofagen. |
T max | 40–60 min. |
T 1/2el | 5–12 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Imiglucerase is een op macrofagen gericht recombinant β-glucocerebrosidase. Het katalyseert de hydrolytische splitsing van het glucolipide glucocerebroside in glucose en ceramide, de normale weg voor afbraak van membraanlipiden in de lysosomen. Glucocerebroside ontstaat hoofdzakelijk bij de omzet van hematopoëtische cellen. Chronische toediening van imiglucerase bij de ziekte van Gaucher type I geeft vermindering van de spleno- en hepatomegalie en de hematologische deficiënties. Door verbetering van de mineralisatie in het bot verminderen botbreuken en botpijn.
Kinetische gegevens
Overig | stabiele plasmaspiegel: i.v. na ca. 30 min, lineair met de dosis. |
V d | 0,09–0,15 l/kg. |
Overig | na de infusie daalt de enzymatische activiteit in het plasma snel. |
T 1/2el | 4–10 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
velaglucerase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- idursulfase (A16AB09) Vergelijk
- imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
Groepsinformatie
imiglucerase hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- idursulfase (A16AB09) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
- velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk