Samenstelling
Wilzin (zink, als acetaatdihydraat) Recordati
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 25 mg, 50 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het behandeldoel bij de ziekte van Wilson bestaat uit het verwijderen van overtollig koper uit het lichaam (soms 'ontkopering' genoemd) en het voorkómen van verdere koper-accumulatie in het lichaam (onderhoud). De behandeling is levenslang, tenzij een levertransplantatie wordt uitgevoerd. Bij de symptomatische behandeling en de onderhoudsbehandeling van hepatische symptomen kunnen chelators (d-penicillamine, of bij intolerantie triëntine) worden ingezet. Bij de onderhoudsbehandeling van neurologische symptomen wordt zinkacetaat ingezet. Bij intolerantie voor zink kan d-penicillamine worden ingezet, en bij intolerantie voor d-penicillamine komt triëntine in aanmerking.
Indicaties
- Behandeling van de ziekte van Wilson.
Doseringen
Ziekte van Wilson:
Volwassenen:
50 mg 3×/dag, maximaal 5×/dag.
Kinderen 1–6 j.:
2×/dag 25 mg.
Kinderen en adolescenten 6–16 j. met lichaamsgewicht < 57 kg:
3×/dag 25 mg.
Adolescenten 16–18 j. of lichaamsgewicht > 57 kg:
3×/dag 50 mg.
Zwangeren: 3×/dag 25 mg is gewoonlijk effectief, maar de dosering dient aangepast te worden aan de koperspiegels.
Wanneer wordt overgeschakeld van chelatietherapie op een onderhoudsbehandeling met zinkacetaat, de chelatietherapie 2–3 weken voortzetten om maximale metallothioneïne-inductie te bewerkstelligen en koperabsorptie volledig te blokkeren. De toediening van chelatoren en zinkacetaat dient minstens een uur na elkaar plaats te vinden.
Toedieningsinformatie:
- Ten minste een uur vóór, of 2–3 uur na het eten op een lege maag innemen. Bij maagklachten bij de ochtenddosis innemen halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch, of innemen met wat eiwithoudend voedsel zoals vlees.
- Voor kinderen kan het poeder uit de capsules worden opgelost in (eventueel gezoet) water.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): Maagirritatie (vooral bij de eerste ochtenddosis, verdwijnt na een aantal behandeldagen), verhoging van amylase, lipase en alkalische fosfatase.
Soms (0,1-1%): sideroblastaire anemie, leukopenie. Onderscheid moet worden gemaakt met hemolytische anemie die gewoonlijk optreedt bij een ongecontroleerde ziekte van Wilson.
Interacties
Gelijktijdige behandeling van zinkacetaat met chelatoren zoals penicillamine en triëntine kan het effect van beide werkzame middelen verminderen (door geringe binding van zink aan de chelator). Hierdoor neemt de uitscheiding van koper met de feces af en neemt de uitscheiding met de urine toe.
Absorptie van zink kan worden verlaagd door ijzer- en calciumsupplementen, tetracyclinen en verbindingen die fosfor bevatten.
Zink kan de absorptie van ijzer, tetracyclinen en fluorchinolonen verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Gegevens over gebruik tijdens een klein aantal zwangerschappen bij patiënten met de ziekte van Wilson laten geen nadelige effecten zien. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Vrouwen met de ziekte van Wilson dienen tijdens de zwangerschap de behandeling voort te zetten, hetzij met zinkacetaat, hetzij met chelatiemiddel. De dosis dient aangepast te worden om te voorkomen dat de foetus koperdeficiëntie krijgt (zie Dosering).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden vanwege het risico op door zink geïnduceerde koperdeficiëntie bij de zuigeling.
Contra-indicaties
- Er zijn geen relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
De behandeling beginnen onder toezicht van een arts die ervaring heeft met het behandelen van de ziekte van Wilson. Zinkacetaat wordt afgeraden als aanvangstherapie van symptomatische patiënten vanwege de aanvankelijk trage werking; begin met een chelatiemiddel, eventueel in combinatie met zinkacetaat. Zodra de koperspiegels onder de toxische drempels zijn en de patiënt klinisch stabiel is kan onderhoudsbehandeling met zinkacetaat worden overwogen. In het begin van de behandeling kan klinische verslechtering optreden, net als bij chelatiemiddelen. Dan wordt verandering van therapie geadviseerd.
Wees voorzichtig bij het overschakelen van een chelatiemiddel bij patiënten met portale hypertensie; leverdecompensatie en geavanceerde portale hypertensie kunnen het gevolg zijn.
Bij overbehandeling kan koperdeficiëntie, met als vroege verschijnselen anemie en/of leukopenie, optreden en verlaging van de HDL-cholesterolspiegel. Met name bij kinderen en zwangere vrouwen kan koperdeficiëntie schadelijk zijn, de urinekoperniveau's dienen bij deze patiënten iets boven de bovenlimiet van normaal of in het hoge normale bereik te liggen. Bij sensorische en motorische verschijnselen bedacht zijn op myeloneuropathie als gevolg van koperdeficiëntie.
Overdosering
Symptomen
Nierfalen en hemorragische pancreatitis met hyperglykemisch coma kunnen optreden. Bij matige overdosering komen ernstige misselijkheid, braken en duizeligheid voor.
Therapie
maagspoeling of geïnduceerd braken om niet-geabsorbeerd zink te verwijderen. Wanneer de plasmazinkconcentratie sterk verhoogd is (> 10 mg/l) chelatietherapie met zware metalen overwegen.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling zie de stofmonografie zink(verbindingen) via de website van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (zoek op zinkacetaat).
Eigenschappen
Het actieve deel is zink, dat de intestinale absorptie van koper uit het voedsel en van endogeen uitgescheiden koper blokkeert. Zink induceert de productie van metallothioneïne in de enterocyt. Dit eiwit bindt koper waardoor dit niet in bloed terechtkomt. Het gebonden koper wordt via de feces geëlimineerd.
Kinetische gegevens
Resorptie | in de dunne darm. Vertraagd door veel bestanddelen uit voedsel. |
F | ca. 7%. |
Overig | Opslag met name in de lever. |
Eliminatie | vnl. met de feces, verder voor een klein deel via urine en transpiratie. |
T 1/2el | ca. 1 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
zinkacetaat hoort bij de groep zink.