MS-middelen
Werking
Dimethylfumaraat (of diroximelfumaraat) en mitoxantron zijn ook ziektemodificerende MS-middelen. Dimethylfumaraat (diroximelfumaraat) staat in de groep: fumaraten. Mitoxantron staat bij de Antracyclinederivaten.
Werkingsmechanisme
De multiple sclerose (MS)-middelen vormen een heterogene groep van geneesmiddelen die via verschillende aangrijpingspunten hun werking kunnen uitoefenen. Het werkingsmechanisme bij MS is niet volledig bekend. Immuunmodulerende activiteit speelt een grote rol, evenals anti-inflammatoire eigenschappen.
Fingolimod, ozanimod, ponesimod, siponimod zijn sfingosine-1-fosfaat (S1P)-receptormodulatoren. Als functionele antagonisten op de S1P1-receptoren op lymfocyten, zorgen S1P-receptormodulatoren ervoor dat lymfocyten niet meer uit de lymfeknopen kunnen treden. Dit vermindert de hercirculatie van T-cellen naar het centraal zenuwstelsel en beperkt de centrale ontsteking.
Effect
Bij multiple sclerose vermindert:
- de frequentie van exacerbaties;
- de invaliditeitsprogressie op de korte termijn;
- het aantal actieve laesies in het hersenweefsel volgens een MRI-scan.
Typerende bijwerkingen
- Infecties.
Specifieke, overige, ernstige bijwerkingen:
- voor natalizumab: progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML). Voor meer informatie zie natalizumab#waarschuwingen. Ook bij alemtuzumab, cladribine (bij andere indicatie), dimethylfumaraat, fingolimod en ozanimod is deze ernstige bijwerking gemeld;
- voor de S1P-receptormodulatoren: ernstige hartritmestoornissen (polymorfe ventriculaire aritmie), AV-blok, myocardinfarct, ademnood, macula-oedeem, leverproblemen, hemofagocytair syndroom, PML;
- voor alemtuzumab: nefropathie; auto-immuunziekten als ITP, schildklierafwijkingen, cytopenie, infusiegerelateerde reacties, hart- en vaatziekten (zoals een hersenbloeding of een hartinfarct);
- voor interferon β: depressie, leverproblemen, huidreacties;
- voor teriflunomide: (fatale) interstitiële longziekten (ILD), leverproblemen, huidreacties als het Stevens-Johnsonsyndroom of toxische epidermale necrolyse, PML;
- voor cladribine: maligniteiten, PML (bij andere indicatie), ernstige leverschade, overgevoeligheid;
- voor de CD20-antilichamen ocrelizumab, ofatumumab en ublituximab: infusiegerelateerde reacties, PML.