chloorpromazine
Samenstelling
Chloorpromazine Zetpillen FNA (hydrochloride) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Zetpil
- Sterkte
- 25 mg, 100 mg
In een vette basis (Suppositoria chlorpromazini FNA).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de symptomatische behandeling van misselijkheid en braken komen domperidon en metoclopramide in aanmerking. Om de bijwerkingen te minimaliseren gelden voor zowel domperidon als metoclopramide strikte doseringsadviezen.
Indicaties
- Misselijkheid en braken, als andere middelen zijn gecontra-indiceerd.
- Palliatieve sedatie ter bestrijding van delirium, dyspneu en onrust.
- Hardnekkige hik.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De dosering individueel ingestellen.
Misselijkheid en braken
Volwassen
Rectaal: 50–100 mg drie- à viermaal per dag.
Kinderen
1 mg/kg lichaamsgewicht drie à viermaal per dag.
Palliatieve sedatie
Volwassenen
25 mg elke 4 uur.
Hik
Volwassenen
25 mg drie- à viermaal per dag.
Bijwerkingen
Inherent aan de werking: initiatiefverlies en emotionele afvlakking.
Frequent: sufheid en slaperigheid, vooral in het begin van de behandeling; orthostatische hypotensie; anticholinerge verschijnselen zoals droge mond, visusstoornissen, obstipatie en urineretentie. Soms: extrapiramidale verschijnselen zoals parkinsonisme, acute dystonie en acathisie. Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken en obstipatie. Fotosensibilisatie, cholestatische icterus, verandering in het ECG, erytheem, gewichtstoename en convulsies.
Zelden: bloeddyscrasieën (agranulocytose), maligne antipsychotisch syndroom en verstoring temperatuurregulatie; donkergrijsgrauwe pigmentatie van de huid en neerslagen in lens en cornea na langdurig gebruik van hoge doses. Lupus-achtige verschijnselen. Tardieve dyskinesie kan zowel tijdens als na staken van de behandeling ontstaan. Verergering van depressies. Neuroleptisch malignesyndroom (voorheen neurolepticasyndroom), gekenmerkt door hyperthermie, extreme spierrigiditeit en autonome instabiliteit. Veroorzaakt hyperprolactinemie, hetgeen kan leiden tot galactorroe en amenorroe bij vrouwen, tot impotentie bij mannen. Gynaecomastie kan optreden, in het bijzonder bij langdurig gebruik.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met middelen die het QT-interval verlengen (klasse IA en III anti-aritmica, arseentrioxide, chloroquine, claritromycine, domperidon, droperidol, erytromycine, haloperidol, methadon, pentamidine, pimozide en sotalol) is gecontra-indiceerd.
Gelijktijdig gebruik van antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica, barbituraten, slaapmiddelen, analgetica, opiaten of alcohol versterkt de sederende en/of anticholinerge werking.
De werking van bromocriptine en levodopa kan worden verminderd.
Ritonavir verhoogt de chloorpromazinespiegels.
Antacida verminderen de resorptie uit het maag-darmkanaal.
Bij combinatie met tetrabenazine kan parkinsonisme optreden.
Gelijktijdig gebruik van lithium, antiparkinsonmiddelen, parasympathicolytica, antidepressiva en andere antipsychotica vergroot het risico van ontstaan van tardieve dyskinesie.
Zwangerschap
Teratogenese: Gebruik van chloorpromazine is schadelijk gebleken bij de mens.
Farmacologische effect: Chloorpromazine kan bij de pasgeborene extrapiramidale stoornissen en onthoudingsverschijnselen veroorzaken, indien het aan het einde van de zwangerschap wordt gebruikt. Bij prematuren kan geelzucht optreden.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zodanige hoeveelheden dat sedatie en lethargie bij de zuigeling kunnen optreden.
Advies: Tijdens gebruik geen borstvoeding geven.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor fenothiazinen;
- verlenging van het QT-interval;
- voorgeschiedenis van ventriculaire aritmie of 'torsades de pointes';
- niet-gecorrigeerde hypokaliëmie;
- gebruik bij kinderen jonger dan een jaar, vanwege een mogelijk verband met wiegendood.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij predispositie voor QT-verlenging (QT-syndroom, hypokaliëmie), een familiaire voorgeschiedenis van QT-verlenging. Voordat met de behandeling wordt begonnen en zo nodig periodiek tijdens de behandeling een ECG maken en elektrolyten controleren. Bij een verlengd QT-interval de dosering verlagen en als QTc > 500 ms de behandeling staken.
Bij langdurig gebruik kan tardieve dyskinesie ontstaan; de symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs nog ontstaan na staken van het gebruik. Het risico van irreversibiliteit neemt toe bij ouderen en bij organische hersenbeschadiging.
Optredende hypotensie behandelen met noradrenaline, niet met adrenaline.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Bij langdurig gebruik wordt periodiek oogheelkundig onderzoek aanbevolen.
Wees voorzichtig bij ouderen vanwege meer kans op bijwerkingen (lager doseren).
Comorbiditeit: Wees terughoudend bij beenmergdepressie, lever- en nierfunctiestoornissen, veneuze trombo-embolieën in de anamnese, ernstige organisch-cerebrale stoornissen, epilepsie, ziekte van Parkinson, spastische verlammingen, pylorusstenose en bij prostaathyperplasie.
.
De urine kan roze/rood verkleuren.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat met alfa-1-anti-adrenerge, antihistaminerge, anticholinerge, antiserotoninerge en duidelijk sederende en anti-emetische werking. Werking: rectaal na > 60 min Werkingsduur: rectaal 3–4 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed (na rectale toediening). |
Eiwitbinding | 92-97%. |
Metabolisering | in de lever tot actieve en inactieve metabolieten. |
Eliminatie | met de urine en feces; < 1% onveranderd. |
T 1/2el | 16–37 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
chloorpromazine hoort bij de groep dopamine-antagonisten.