defibrotide
Samenstelling
Defitelio XGVS Aanvullende monitoring Jazz Pharmaceuticals Nederland BV
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 80 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 2,5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Tot op heden bestaat er geen specifieke effectieve behandeling van ernstige veno-occlusieve ziekte (VOD). Defibrotide heeft een antistollings- en fibrinolytisch effect, met name ten aanzien van het oplossen van bloedstolsels. Het beschermt endotheelcellen van de lever en het vermindert de ontstekingsreactie. Op individuele basis kan besloten worden tot toediening van defibrotide ter behandeling van een ernstige VOD.
Indicaties
- Behandeling van volwassenen en kinderen vanaf 1 maand met ernstige hepatische veno-occlusieve ziekte ook wel bekend als sinusoïdaal-obstructiesyndroom (SOS) bij hematopoëtische stamceltransplantatie.
Doseringen
Ernstige hepatische veno-occlusieve ziekte
Volwassenen en kinderen vanaf 1 maand
6,25 mg/kg lichaamsgewicht elke 6 uur, toegediend als i.v. infusie in 2 uur, gedurende ten minste 21 dagen en totdat de symptomen verdwenen zijn. Dit is ook de maximale dagdosering (25 mg/kg/dag).
Bij een verminderde nierfunctie (ook dialyse) is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk.
Bij een verminderde leverfunctie is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk.
Toediening: Het concentraat moet voor gebruik worden verdund met glucose 5% of natriumchloride 0,9% waarbij de eindconcentratie 4-20 mg/ml dient te bedragen. Het verdunde concentraat gedurende 2 uur infunderen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypotensie.
Vaak (1-10%): coagulopathie, bloedingen (zoals cerebrale, pulmonale, gastro-enterale bloeding, mondbloeding, neusbloeding, hematurie, petechiën, bloeding op de plaats van een katheter). Braken, haematemesis, misselijkheid, diarree. Jeuk, huiduitslag. Pyrexie.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, anafylactische reactie. Cerebraal hematoom. Andere bloedingen (ecchymose, bindvliesbloeding, hemothorax, bloeding op de injectieplaats). Melena.
Verder is gemeld: opvliegers bij bolustoediening.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van trombolytica (zoals t-PA) is gecontra-indiceerd, vanwege de versterkte antitrombotische werking en meer kans op bloedingen.
Gebruik van geneesmiddelen die de kans op bloedingen vergroten niet eerder toedienen dan 24 uur na behandeling met defibrotide of 12 uur in het geval van ongefragmenteerde heparine.
Defibrotide kan mogelijk de werking van anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers versterken; indien de combinatie onvermijdelijk is, uitsluitend gelijktijdig gebruiken onder nauwgezette controle van de coagulatieparameters.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid in de vorm van miskramen met hevige bloedingen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw én haar partner dienen beiden adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Gezien de eigenschappen van defibrotide wordt geen risico voor de zuigeling verwacht.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
Zie rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overweeg de behandeling te onderbreken bij klinisch significante acute bloedingen waarvoor transfusie vereist is en bij invasieve ingrepen met een significant risico op hevige bloedingen.
Defibrotide niet gebruiken bij hemodynamische instabiliteit (gebruik van meerdere bloeddrukondersteunende middelen).
Bij zuigelingen jonger dan 1 maand zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met natrium bij een natriumarm dieet.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met defibrotide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Polydesoxyribonucleotide, verkregen uit intestinale mucosa van varkens. Defibrotide heeft antitrombotische, anti-adhesieve (van leukocyten en trombocyten aan endotheel), anti-inflammatoire en trombolytische eigenschappen. Het multifactoriële werkingsmechanisme is niet volledig opgehelderd. Het werkt voornamelijk door een vermindering van de overmatige activatie van endotheelcellen (endotheliale disfunctie), waarbij de endotheliale homeostase wordt gemoduleerd en het trombo-fibrinolytisch evenwicht wordt hersteld.
Kinetische gegevens
T max | 1-2 uur. |
V d | ca. 0,14 l/kg. |
Eiwitbinding | 93%. |
Eliminatie | Gedurende de eerste 4 uur na start van de infusie wordt ca. 98% in onveranderde vorm uitgescheiden met de urine. De rest wordt binnen 24 uur uitgescheiden. Defibrotide wordt niet door dialyse verwijderd. |
T 1/2el | ca. 22-64 minuten. |
Overig | Bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) zijn de Cmax en AUC 1,4-1,6x hoger, en is de eliminatiehalfwaardetijd ca. 2× zo lang. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
defibrotide hoort bij de groep antitrombotica, diverse.