Referentiewaarden klinische chemie

Binnen de referentiewaarden vallen 95% van de analyseresultaten, verkregen bij onderzoek van de gekozen gezonde bevolkingsgroep. Concrete referentiewaarden zijn te vinden via de link.

Inleiding

Binnen de referentiewaarden vallen 95% van de analyseresultaten, verkregen bij onderzoek van de gekozen, gezonde bevolkingsgroep. Meestal zijn dit (jonge) volwassenen. Dat wil zeggen, dat 2,5% van de gezonde personen (1 op 40) een lagere, en 2,5% van de personen (ook 1 op 40) een hogere uitslag heeft, al zal zo'n ’afwijkende’ uitslag meestal niet ver buiten de referentiewaarden liggen. Voor de statistische achtergronden van de referentiewaarden wordt verwezen naar de specialistische literatuur.

Referentiewaarden zijn vaak afhankelijk van de leeftijd en het geslacht van de personen in de onderzochte groep. Soms is de leeftijd-afhankelijkheid marginaal, maar in veel gevallen is ze substantieel. Met name neonaten, maar ook ouderen, kunnen als groep andere referentiewaarden laten zien dan jonge volwassenen. Bij neonaten kan men als uitgangspunt nemen, dat alle referentiewaarden afwijkend zijn, waarbij de mate van prematuriteit nog additioneel van invloed is. Bij ouderen is soms lastig vast te stellen wie wel en wie niet als gezond mag worden aangemerkt. De leeftijdsafhankelijkheid is nog niet voor alle componenten grondig in kaart gebracht.

Tijdens de zwangerschap treden ook aanzienlijke veranderingen op, zodat voor een aantal bepalingen referentiewaarden afhankelijk van de zwangerschapsduur moeten worden gehanteerd.

De invloed van staan of liggen, maaltijden en geneesmiddelgebruik moet zo nodig ook in de beoordeling worden betrokken. Raadpleeg bij twijfel het eigen klinisch-chemisch laboratorium.

Referentiewaarden zijn in een aantal gevallen ook afhankelijk van de gebruikte analysemethode. Het bekendste voorbeeld zijn de enzymbepalingen in bloed. Deze activiteitsmetingen zijn o.a. afhankelijk van temperatuur en reagenssamenstelling. Veel laboratoria hebben dus eigen referentiewaarden.

Voor tabellen met referentiewaarden zie o.a.:

NB: Deze lijsten zijn niet meer dan een indicatie, omdat referentiewaarden afhankelijk zijn van de hiervoor geschetste factoren. Men raadplege dus altijd de voor het eigen laboratorium geldende referentiewaarden.

Aanbevolen literatuur

  • Handboek Medische Laboratoriumdiagnostiek (Hooijkaas, H, Mohrmann K, Smeets, L.C., Souverijn, J.H.M., Taks, G.H.M., red.). Houten, Prelum Uitgevers, 2013.