Geneesmiddelen

Stofnaam

Geneesmiddel

Indicatie

Toediening

atenolol/chloortalidon

Atenolol/​Chloortalidon

hypertensie, essentiële of primaire

oraal

bisoprolol/hydrochloorthiazide

Bisoprolol/​hydrochloorthiazide

hypertensie, essentiële of primaire

oraal

metoprolol/hydrochloorthiazide

Metoprolol/​hydrochloorthiazide

hypertensie, essentiële of primaire

oraal

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Werking

Werkingsmechanisme

Bètablokkers:

  • blokkeren β1 en/of β2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor adrenerge prikkeling (door endogene of exogene catecholaminen) af.

Thiaziden (hydrochloorthiazide, chloortalidon):

Thiaziden blokkeren het Na+/2Cl--cotransport in de distale tubulus. Hierdoor:

  • remt de passieve terugresorptie van natrium– (en chloride)-ionen en water, en verhoogt daarmee het aanbod aan natriumionen in de distale tubulus en de corticale verzamelbuis;

  • bevordert de uitscheiding van kalium door de activering van het Na+/K+-countertransport (door verhoogd aanbod natriumionen);

  • bevordert de uitscheiding van magnesium (door verhoogd aanbod natriumionen; onbekend mechanisme);

  • remt de uitscheiding van calcium (door verhoogd aanbod natriumionen; onbekend mechanisme).

Effect

  • afname hartfrequentie en hartminuutvolume, hierdoor daling van de bloeddruk;
  • remming van de renineafgifte. Hierdoor neemt het angiotensine II-gehalte af waardoor de bloeddruk daalt;
  • gering diuretisch effect.

Typerende bijwerkingen

Vanwege de diversiteit binnen deze groep staan hier geen Typerende bijwerkingen; zie daarvoor de afzonderlijke groepsteksten: