Samenstelling
Gastilox plus dimeticon XGVS OTC Novum Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
Bevat per tablet: algeldraat overeenkomend met aluminiumoxide 100 mg, magnesiumhydroxide 200 mg en dimeticon 25 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Magnesiumhydroxide XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 724 mg
Komt overeen met 500 mg magnesiumoxide.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Maagklachten>: Start bij een (eerste) episode van maagklachten empirisch met medicatie, waarbij de mate van maagzuurremming stapsgewijs wordt opgehoogd. Achtereenvolgens is dit: een antacidum (bij voorkeur algeldraat/magnesiumhydroxide) of mucosaprotectivum (sucralfaat), een H2-antagonist (bij voorkeur famotidine), een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten). Bouw de protonpompremmer of H2-antagonist na 4 weken gebruik af.
Endoscopische bevindingen: Geef bij een endoscopisch aangetoonde oesofagitis graad A en B een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten) gedurende 8 weken en bouw deze vervolgens af. Bij H. pylori-negatieve ulcera en H. pylori-negatieve erosieve gastritis of bulbitis is de behandelduur 4 weken. Bij oesofagitis graad C en D is het gebruik van een protonpompremmer levenslang.
Afbouwen: Halveer de dosis van de protonpompremmer of H2-antagonist wekelijks tot de halve standaarddosis, staak vervolgens na één week helemaal. Dus bij gebruik van de standaarddosis 1 week de dosering halveren en daarna stoppen. Adviseer bij klachten tijdens of na afbouwen zo nodig gedurende max. drie weken een antacidum of mucosaprotectivum. Geef bij hinderlijke of recidiverende klachten een H2-antagonist en staak deze na één maand; probeer bij klachten uit te komen met een antacidum.
Algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon heeft geen voordelen ten opzichte van algeldraat/magnesiumhydroxide en is duurder.
Advies
Maagklachten: Start bij een (eerste) episode van maagklachten empirisch met medicatie, waarbij de mate van maagzuurremming stapsgewijs wordt opgehoogd. Achtereenvolgens is dit: een antacidum (bij voorkeur algeldraat/magnesiumhydroxide) of mucosaprotectivum (sucralfaat), een H2-antagonist (bij voorkeur famotidine), een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten). Bouw de protonpompremmer of H2-antagonist na 4 weken gebruik af.
Endoscopische bevindingen: Geef bij een endoscopisch aangetoonde oesofagitis graad A en B een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten) gedurende 8 weken en bouw deze vervolgens af. Bij H. pylori-negatieve ulcera en H. pylori-negatieve erosieve gastritis of bulbitis is de behandelduur 4 weken. Bij oesofagitis graad C en D is het gebruik van een protonpompremmer levenslang.
Afbouwen: Halveer de dosis van de protonpompremmer of H2-antagonist wekelijks tot de halve standaarddosis, staak vervolgens na één week helemaal. Dus bij gebruik van de standaarddosis 1 week de dosering halveren en daarna stoppen. Adviseer bij klachten tijdens of na afbouwen zo nodig gedurende max. drie weken een antacidum of mucosaprotectivum. Geef bij hinderlijke of recidiverende klachten een H2-antagonist en staak deze na één maand; probeer bij klachten uit te komen met een antacidum.
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Bij keuze voor een osmotisch laxans zijn in de eerstelijnszorg macrogol (met of zonder elektrolyten) en lactulose eerste keus. Bij kinderen heeft macrogol (met of zonder elektrolyten) de voorkeur. Bij obstipatie in de palliatieve fase zijn macrogol en magnesiumhydroxide eerste keus.
Het NHG adviseert bij volwassenen met obstipatie, bij onvoldoende effect van een osmotisch laxans, een contactlaxans: oraal bisacodyl of sennosiden, of een ander osmotisch werkend laxans, zoals magnesiumhydroxide (offlabel).
De NVK adviseert bij kinderen met obstipatie, magnesiumhydroxide (offlabel), paraffine of bisacodyl alleen te overwegen als additionele of tweedekeusbehandeling, na een osmotisch laxans.
Offlabel: De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.
Indicaties
- Zuurbranden (hyperaciditeit);
- Ulcus ventriculi en ulcus duodeni;
- Hemorragische gastritis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Klachten veroorzaakt door hyperaciditeit, zoals bij
- indigestie,
- zuurbranden,
- ulcus pepticum,
- gastritis,
- lichte reflux-oesofagitis.
Offlabel
- obstipatie bij volwassenen en kinderen ≥ 10 jaar.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Zuurbranden
Volwassenen
2 kauwtabletten 1 uur na de maaltijden en voor het slapengaan. Bij ernstige klachten de dosering verdubbelen.
Overige indicaties
Volwassenen
Op geleide van de aciditeit doseren.
Doseringen
Hyperaciditeit
Volwassenen
1–2 tabletten 1 uur na elke maaltijd en voor het slapen gaan, zo nodig aangevuld met tussentijdse doses van 1 tablet iedere 2 uur.
Offlabel: Obstipatie
Volwassenen
1–2 tabletten 3×/dag.
Kinderen vanaf 10 jaar
Volgens de NVK-richtlijn Obstipatie (2016) : 1–4 tabletten per dag.
Toediening: De tabletten eerst goed kauwen en dan met een ruime hoeveelheid water doorslikken.
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): hypermagnesiëmie. Afname van de fosfaatabsorptie, met als gevolg hypofosfatemie. Encefalopathie door hypermagnesiëmie en geabsorbeerd aluminium bij langdurig gebruik van hoge doses bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie. Misselijkheid en braken. Niersteenvorming.
Verder zijn gemeld: osteomalacie. Demineralisatie van het skelet. Spierzwakte. Anorexie. Buikpijn.
De antacida zijn in een zodanige verhouding met elkaar gemengd dat de obstiperende bijwerking van de aluminiumverbinding wordt tegengegaan door de laxerende bijwerking van de magnesiumverbinding.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): diarree.
Zelden (0,01-0,1%): nierstenen.
Verder zijn gemeld: osteomalacie. Buikpijn. Hypermagnesiëmie (vooral bij langdurig gebruik van hoge doses en bij ernstige nierfunctiestoornissen; met als mogelijke symptomen hypotensie, misselijkheid en braken, ademhalingsdepressie, bradycardie en coma).
Interacties
Gelijktijdige inname met tetracyclinen, digoxine, cimetidine, bisacodyl, chloorpromazine, isoniazide en ijzerpreparaten verstoort de opname van deze middelen; neem deze middelen daarom ten minste een half uur voor algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon in.
Magnesiumhydroxide kan urine alkaliseren en zo van invloed zijn op uitscheiding van bepaalde geneesmiddelen; er is een verhoogde uitscheiding van salicylaten waargenomen.
Interacties
Gelijktijdige inname van o.a. tetracyclinen, digoxine, ijzer of ciprofloxacine kan de absorptie van deze middelen aanzienlijk verminderen. Bisfosfonaten, bisacodyl, cimetidine, atropine oraal: ten minste 1 uur voor de magnesiumoxide innemen. Cefuroxim, itraconazol, ketoconazol, tetracyclinen, thyreomimetica, digoxine, ijzerzouten, fluoride (met uitzondering van lage dosis bij cariësprofylaxe), chloorpromazine, isoniazide: ten minste 2 uur voor de magnesiumoxide innemen. Chinolonen ten minste 4 uur voor de magnesiumoxide innemen of magnesiumoxide tijdelijk staken of vervangen.
Door verhoging van de pH van de urine kan daling van salicylaatspiegel en stijging van kinidinespiegel optreden.
De absorptie van mycofenolzuur wordt geremd, de combinatie vermijden.
Zwangerschap
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Vermijd hoge doses en langdurig gebruik.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ruime ervaring).
Advies: Kan overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Kan veilig worden gebruikt. Vermijd hoge doses en langdurig gebruik.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Magnesium komt van nature voor in de moedermelk; de toename die magnesiumhydroxide veroorzaakt, is waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Advies: Kan overeenkomstig voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- ernstig gestoorde nierfunctie.
Contra-indicaties
ernstige nierfunctiestoornis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij langdurig gebruik van antacida bij patiënten met nierstenen.
Kan symptomen van een maagcarcinoom maskeren.
Gebruik bij jonge kinderen kan hypermagnesiëmie veroorzaken, vooral bij nierfunctiestoornis of dehydratie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Chronisch gebruik vermijden omdat hypermagnesiëmie kan ontstaan (symptomen: hypotensie, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, bradycardie, coma). Wees voorzichtig bij een nierfunctiestoornis vanwege meer kans op hypermagnesiëmie.
Langdurig gebruik van hoge doses magnesiumhydroxide bij jonge kinderen, vooral bij een nierfunctiestoornis of dehydratie, kan leiden tot hypermagnesiëmie.
Antacida kunnen de symptomen van maagcarcinoom maskeren. Bij alarmsymptomen zoals fors onbedoeld gewichtsverlies, veelvuldig braken, dysfagie, hematemese of melena, een maligne aandoening uitsluiten.
Overdosering
Symptomen
Coma, apneu of tachypneu, spierverlammingen en aritmie, als gevolg van hypermagnesiëmie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met magnesiumhydroxide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Antacidum. Algeldraat en magnesium(hydr)oxide samen hebben een sterk en snel zuurneutraliserend vermogen. Dimeticon verlaagt de oppervlaktespanning en remt daarmee gasvorming in het maag-darmkanaal. Zuurbindingscapaciteit is 7,65 mmol/tablet.
Kinetische gegevens
Resorptie | 15–30% (aluminium en magnesium). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
De werking als antacidum berust op de neutralisering van maagzuur. Door stijging van de pH neemt de proteolytische werking van maagsap af. De werking als laxans komt tot stand door het osmotische effect van slecht absorbeerbare stoffen die water in de darm aantrekken en vasthouden; hierdoor wordt de peristaltiek bevorderd. Magnesiumzouten zouden bovendien het vrijkomen van cholecystokinine uit de darmwand bevorderen. Cholecystokinine leidt tot accumulatie van water en elektrolyten in de darm en tot een toename van de peristaltiek. Laxerende werking binnen 2–8 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | 15–30% (magnesium). |
Eliminatie | via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon hoort bij de groep antacida.
- algeldraat/magnesiumhydroxide (A02AD01) Vergelijk
- alginezuur/natriumwaterstofcarbonaat/calciumcarbonaat (A02BX13) Vergelijk
- calciumcarbonaat (als antacidum) (A02AC01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat (A02AD01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- magnesiumhydroxide (A02AA04) Vergelijk
Groepsinformatie
magnesiumhydroxide hoort bij de groep antacida.
- algeldraat/magnesiumhydroxide (A02AD01) Vergelijk
- algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- alginezuur/natriumwaterstofcarbonaat/calciumcarbonaat (A02BX13) Vergelijk
- calciumcarbonaat (als antacidum) (A02AC01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat (A02AD01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat/dimeticon (A02AF02) Vergelijk