Samenstelling
AmBisome (in liposomen) XGVS Gilead Sciences bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Abelcet (in lipidencomplex) XGVS Teva Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 20 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het gebruik van amfotericine B in liposomen dient beperkt te blijven tot patiënten met ernstige systemische infecties met Candida albicans, Cryptococcus neoformans of Aspergillus fumigatus bij wie conventioneel amfotericine B (parenteraal) niet meer kan worden gebruikt vanwege toxiciteit of ernstig nierfunctieverlies.
Zie voor de behandeling van een invasieve schimmelinfectie de SWAB-richtlijn invasieve schimmelinfecties (2017). Voor invasieve aspergillose kijk in hoofdstuk 2, voor candidiasis in hoofdstuk 3, cryptokokkose in hoofdstuk 4.
De standaardbehandeling van mucormycose is het gebruik van liposomaal amfotericine B (ten minste 5 mg/kg) in combinatie met chirurgisch debridement en correctie van onderliggende risicofactoren (bv. immuunsuppressie, ketoacidose). Als de behandeling faalt of de patiënt niet met liposomaal amfotericine B behandeld kan worden vanwege intolerantie, kan behandeling met posaconazol (offlabel) of isavuconazol worden overwogen.
Bij de behandeling van viscerale leishmaniasis is amfotericine B een goede keus. Voordeel bij deze indicatie van amfotericine B in liposomen boven conventioneel amfotericine B (parenteraal) is de gebleken effectiviteit bij een korte behandelduur (10 dagen).
Het gebruik van amfotericine B in liposomen is vele malen duurder dan gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal).
Advies
Bij de primaire behandeling van invasieve aspergillose met voor azolen gevoelige stammen is voriconazol of isavuconazol eerste keus. Isavuconazol geeft mogelijk minder bijwerkingen en interacties, maar de ervaring met isavuconazol is nog beperkt. Isavuconazol kan als alternatief dienen als niet met voriconazol behandeld kan worden vanwege contra-indicaties of intolerantie.
Het gebruik van amfotericine B lipidencomplex dient beperkt te blijven tot patiënten met ernstige systemische infecties met Candida albicans, Cryptococcus neoformans of Aspergillus fumigatus bij wie de eerste, tweede en evt. derde keus middelen niet meer gebruikt kunnen worden vanwege toxiciteit of resistentie. Zie daarom voor meer informatie over de behandeling van een invasieve schimmelinfectie met Aspergillus of Candida ook de SWAB-richtlijn invasieve schimmelinfecties (2017, respectievelijk chapter 2 en 3; op p. 16 en 33/34).
NB: Het gebruik van amfotericine B lipidencomplex is vele malen duurder dan gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal).
Indicaties
- Ernstige systemische en/of diepe mycosen;
- Empirische behandeling van vermoede schimmelinfecties bij patiënten met neutropenie;
- Mucormycose;
- Viscerale leishmaniasis.
Indicaties
- Ernstige systemische en/of diepe mycosen veroorzaakt door Candida albicans of Aspergillus spp., indien gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal) vanwege toxiciteit of een nierfunctiestoornis uitgesloten is.
Doseringen
Geneesmiddelen die amfotericine B bevatten zijn onderling niet uitwisselbaar.
Ernstige systemische mycosen door C. albicans of Aspergillus spp.
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: Volgens de fabrikant is de begindosering gewoonlijk 3 mg/kg lichaamsgewicht. Voor de behandeling van Aspergillus infecties kan de dosering geleidelijk worden verhoogd tot 5 mg/kg/dag. Vermijd een hogere dosering. Een gemiddelde behandeling bestaat uit een stapsgewijs cumulatief toenemende dosis van 1–3 g liposomaal amfotericine B gedurende een periode van 3–4 weken. Gegevens omtrent de onderhoudsdosering ontbreken. Voor informatie over de behandelduur zie ook de SWAB-adviezen Candidemie/gedissemineerde candidiasis (bij volwassenen) of Candidemie / gedissemineerde candidiasis (bij kinderen).
Vermoede schimmelinfectie bij febriele neutropenie
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: 3 mg/kg lichaamsgewicht per dag, indien niet gereageerd is op minimaal 96 uur behandeling met antibiotica. Bij optreden van toxiciteit de dosis verlagen.
Mucormycose
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: Begindosering: 5 mg/kg lichaamsgewicht per dag. De duur van de behandeling op individuele basis afstellen. Volgens de fabrikant worden doorgaans kuren tot 56 dagen toegepast. Een langere behandelduur kan aangewezen zijn bij diep genestelde infecties of bij een verlengde chemokuur of neutropenie. Doseringen boven 5 mg/kg per dag zijn gebruikt in geneesmiddelonderzoek en in de klinische praktijk. Er zijn relatief weinig gegevens beschikbaar met betrekking tot de veiligheid en effectiviteit van deze doseringen voor de behandeling van mucormycose. Weeg het risico van de bekende verhoogde toxiciteit af tegen de potentiële voordelen. Voor informatie over de behandelduur zie ook het SWAB-advies Mucormycose (bij volwassenen) of, voor kinderen, het SWAB-advies invasieve schimmelinfectie (aangetoond of verdenking) (onder de indicatie mucormycose).
Viscerale leishmaniasis
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: 1–1,5 mg/kg lichaamsgewicht per dag gedurende 21 dagen of 3–4 mg/kg per dag gedurende 10 dagen. Bij een onderdrukt immuunsysteem (bv. HIV-positieve patiënten): 1–1,5 mg/kg per dag gedurende 21 dagen. Toepassing van een onderhoudsbehandeling bij recidiverende leishmaniasis is nog niet bestudeerd.
Na tijdelijke onderbreking: Een behandeling die langer dan 7 dagen onderbroken is, in de laagste dosering opnieuw starten en geleidelijk ophogen.
Ouderen: Geen dosisaanpassing nodig.
Nierdialysepatiënten: Op basis van beschikbare gegevens is bij hen geen dosisaanpassing nodig, wel pas starten na beëindiging van de dialyse.
Toediening
- Uitsluitend i.v. toedienen gedurende 30–60 min. Een bestaande i.v.-lijn eerst spoelen met glucose 5%; indien dit niet mogelijk is liposomaal amfotericine B via een aparte lijn toedienen. Bij optreden van infusiegerelateerde reacties eventueel een lagere infusiesnelheid hanteren (bv. gedurende 2 uur) of een antihistaminicum, paracetamol, pethidine en/of hydrocortison toedienen.
- Voor het oplossen van het poeder alleen steriel water voor injectie gebruiken, daarna met glucose 5% (of 10%, 20%) infusievloeistof verder verdunnen tot een eindconcentratie van 0,2–2,0 mg/ml; geen zoutoplossing gebruiken en de oplossing ook niet met andere geneesmiddelen of elektrolyten mengen.
- Een inline-membraanfilter kan gebruikt worden, de gemiddelde diameter van de poriën mag echter niet kleiner zijn dan 1,0 micron.
Doseringen
Let op! Geneesmiddelen die amfotericine B bevatten zijn niet onderling uitwisselbaar.
In verband met het risico van acute bijwerkingen beveelt de fabrikant aan voorafgaand aan de behandeling een testdosis van 1 mg te infunderen gedurende 15 minuten.
Ernstige systemische en/of diepe mycosen
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar) en kinderen ≥ 1 maand
Intraveneus: 3–5,5 mg/kg lichaamsgewicht/1× dag. Doseringen van meer dan 5,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag zijn niet effectiever maar vergroten wel aanzienlijk de (nefro)toxiciteit. Verminder de infusiesnelheid bij het optreden van infusie-gerelateerde reacties (koorts, rillingen, hypotensie, misselijkheid, braken, anorexie, hoofd-, spier- of gewrichtspijn) of van rug– en botpijn, en dien passende medicatie toe, zoals antihistaminica, analgetica (bv. paracetamol) en/of adrenerge corticosteroïden. Overweeg bij progressieve veranderingen in lever- en nierfunctie de dosis te verlagen of de therapie met dit middel te staken. De behandelduur bedraagt ten minste 2 weken. Vermijd een cumulatieve dosis boven 10 gram.
A terme neonaat (0 jaar-1 maand)
Intraveneus: Volgens de pagina amfotericine B (parenteraal, inhalatie) van het Kinderformularium van het NKFK: 3-5 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 1 dosis. Het NKFK merkt verder op dat er geen wetenschappelijke onderbouwing is voor de testdosis die de fabrikant aanbeveelt. Het levert ook geen betrouwbare voorspelling op voor de tolerantie.
Doseringen van meer dan 5,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag zijn niet effectiever maar vergroten wel aanzienlijk de (nefro)toxiciteit. Vermijd daarom ook een cumulatieve dosis boven 10 gram.
Als dit middel langer dan 7 dagen wordt onderbroken, de behandeling opnieuw beginnen zoals beschreven.
Verminderde nier- of leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig. Kan worden toegediend aan patiënten die nierdialyse of hemofiltratie ondergaan.
Toediening
- Verdunnen met glucose 5% tot een uiteindelijk infuusvolume van ca. 500 ml. Voor pediatrische en cardiovasculair belaste patiënten kan een uiteindelijk volume van 250 ml worden gebruikt.
- Toedienen middels i.v.-infusie met een toedieningssnelheid van 2,5 mg/kg/uur, bij voorkeur via een infuuspomp. Spoel een bestaande i.v.-lijn eerst met glucose 5%; als dit niet mogelijk is, dien dit middel dan toe via een aparte i.v. lijn. Gebruik bij infusie eventueel een inline filter met een poriëngrootte van niet kleiner dan 5 micrometer.
- Het product niet mengen met een zoutoplossing of met andere elektrolyten/geneesmiddelen.
Bijwerkingen
Bij gebruik van liposomaal amfotericine B lijken bijwerkingen minder frequent voor te komen dan bij conventioneel amfotericine B (parenteraal). Tot de meest bekende bijwerkingen van amfotericine B behoren hemolyse, voorbijgaande vermindering van de nierfunctie (renale tubulaire acidose), bot- en spierpijn, anorexie, leukopenie, agranulocytose en eosinofilie. Hogere doseringen van AmBisome® kunnen leiden tot meer renale bijwerkingen met een hogere incidentie van hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, verhoogd serumcreatinine en nierfalen.
Zeer vaak (> 10%): koorts, rillingen. Misselijkheid, braken. Hypokaliëmie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, buikpijn, diarree, rugpijn, pijn op de borst. Dyspneu, tachycardie, hypotensie, vasodilatatie, voorbijgaande roodheid van gelaat en hals. Verhoogd alkalisch fosfatase, hyperbilirubinemie, abnormale leverfunctiewaarden. Verhoogde creatinine- en ureumspiegels, hyperkaliëmie (mogelijk leidend tot ernstige spierzwakte en (fatale) hartritmestoornissen), hyponatriëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hyperglykemie. Huiduitslag.
Soms (0,1-1%): anafylactoïde reactie. Convulsies. Bronchospasmen. Trombocytopenie. Flebitis.
Verder zijn gemeld: hartstilstand, ritmestoornis, cardiomyopathie. Anafylactische reactie, angio-oedeem, overgevoeligheid. Nierfalen, nierinsufficiëntie. Anemie. Rabdomyolyse. Gewrichtspijn.
Bijwerkingen
Amfotericine B lipidencomplex blijkt minder nefrotoxisch te zijn dan conventioneel amfotericine B (parenteraal).
Zeer vaak (> 10%): koorts, rillingen. Verhoogde waarden creatinine in bloed.
Vaak (1–10%): tachycardie, aritmie, hypertensie, hypotensie, pijn op de borst. Dyspneu, astma, hyperventilatie, hypoxie. Hoofdpijn, tremor, verwarde toestand. Rugpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Anorexie. Trombocytopenie. Nierinsufficiëntie incl. nierfalen. Huiduitslag. Hypokaliëmie, hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie. Abnormale leverfunctietestuitslagen, verhoging alkalische fosfatase, hyperbilirubinemie, verhoogd bloedureum.
Soms (0,1–1%): anafylactische reactie. Hartstilstand, shock. Convulsies, perifere neuropathie. Respiratoir falen. Spierpijn, gewrichtspijn. Jeuk. Reactie op de toedieningsplaats.
Verder zijn gemeld: encefalopathie, bronchospasmen, dermatitis exfoliativa, hypostenurie, nefrogene diabetes insipidus en renale tubulaire acidose. Afname van de zuurstofsaturatie, cyanose.
Toename in serumcreatinine en dyspneu wordt vaker gemeld bij patiënten ≥ 65 jaar.
Interacties
Hoewel geen interacties van liposomaal amfotericine B met andere geneesmiddelen zijn waargenomen, wel rekening houden met de mogelijkheid ervan zoals bij gebruik van conventioneel amfotericine B. Zie amfotericine B (parenteraal)#interacties.
Interacties
Hoewel interacties van andere geneesmiddelen met amfotericine B lipidencomplex niet zijn waargenomen, wel rekening houden met de mogelijkheid ervan – zoals bij gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal)#interacties.
Zwangerschap
Amfotericine B passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. De beperkte ervaring met amfotericine B laat geen nadelige effecten zien op de zwangerschap of het ongeboren kind. Bij konijnen bij een lagere dan de humane dosis een verhoogd aantal spontane abortussen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij gebruik bij een zeer beperkt aantal zwangerschappen zijn geen duidelijke neveneffecten op de foetus waargenomen. Bij dieren bij normale doseringen aanwijzingen voor schadelijkheid (spontane abortus).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Amfotericine B wordt oraal nauwelijks geabsorbeerd. Bij de zuigeling kunnen echter mogelijk toch met name lokale bijwerkingen optreden. Of er sprake is van een verhoogde absorptie door een nog niet geheel ontwikkeld darmslijmvlies is niet bekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controle nierfunctie: Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen, het effect van een pre-existente nierfunctiestoornis op de klaring van amfotericine B in liposomen is niet onderzocht. Als de toepassing noodzakelijk is dan slechts onder zeer nauwkeurige controle behandelen. Controleer tijdens deze therapie dagelijks de nierfunctie. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte, met name kalium en magnesium, te meten en de normale bloedtellingen uit te voeren. Door het risico van hypokalïemie kan kaliumsuppletie noodzakelijk zijn tijdens deze behandeling. Er zijn echter ook gevallen van hyperkaliëmie gemeld, soms leidend tot hartritmestoornissen en hartstilstand. Meestal doet dit zich voor bij patiënten met nierinsufficiëntie en soms na kaliumsuppletie bij patiënten die eerder een hypokaliëmie hadden. Meet daarom de nierfunctie en het kaliumgehalte voorafgaand aan en tijdens de behandeling. Dit is met name belangrijk bij patiënten met al bestaande nierinsufficiëntie die al nierfalen hebben gehad, of wanneer gelijktijdig behandeld wordt met andere nefrotoxische geneesmiddelen.
Progressief gestoorde lever- of nierfunctie: overweeg hierbij dosisverlaging, onderbreking of staken van dit middel.
Acute longtoxiciteit is gemeld bij patiënten die amfotericine B (als natriumdeoxycholaatcomplex) tijdens of kort na leukocytentransfusies toegediend kregen; houd een zo lang mogelijke periode tussen toediening van beide en observeer de longfunctie.
De kans op recidiveren van viscerale leishmaniasis bij immuungecompromitteerde patiënten is zeer hoog, met name bij HIV-infectie.
Fout-positieve verhogingen van serumfosfaat zijn gemeld wanneer een monster geanalyseerd is met de PHOSm-test (bv. in een Beckman-Coulter-analyseapparaat).
Er zijn geen gegevens beschikbaar om een dosisaanbeveling bij een leverfunctiestoornis op te baseren. Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 1 maand.
Hulpstoffen: Let op de sucrose, in de infusievloeistof, bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Waarschuwingen en voorzorgen
De ervaring met de behandeling van systemische mycosen veroorzaakt door andere pathogenen dan Candida en Aspergillus is beperkt en wordt door de fabrikant niet aangeraden.
Controles van de nierfunctie vóór aanvang en tijdens de behandeling zijn nodig, omdat amfotericine B potentieel nefrotoxisch is. Dit is met name belangrijk bij patiënten met bestaande nierinsufficiëntie die al nierfalen hebben gehad, of wanneer gelijktijdig behandeld wordt met andere nefrotoxische geneesmiddelen. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte, met regelmaat met name het kalium en magnesium, te meten en de standaard bloedtellingen uit te voeren. Door het risico van hypokalïemie kan kaliumsuppletie noodzakelijk zijn tijdens deze behandeling. Er zijn echter ook gevallen van hyperkaliëmie gemeld, soms leidend tot hartritmestoornissen en hartstilstand. Meestal doet dit zich voor bij patiënten met nierinsufficiëntie en soms na kaliumsuppletie bij patiënten die eerder een hypokaliëmie hadden. De resultaten van laboratoriumonderzoek kunnen richting geven aan aanpassing van de dosering; overweeg bij progressieve veranderingen in lever- en/of nierfunctie dosisverlaging. Als de afwijkingen blijven aanhouden de mogelijke voordelen van deze behandeling afwegen tegen de bijwerkingen.
De werking en veiligheid zijn niet vastgesteld bij prematuren met een Aspergillus-infectie.
Hulpstoffen: Let op het natrium, in het concentraat voor infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Overdosering
Symptomen
Naast de beschreven bijwerkingen kan cardiorespiratoire collaps optreden.
Voor meer informatie over een overdosering van amfotericine B (in liposomen) neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
In klinisch onderzoek is een dosering van 10 mg/kg/dag toegediend zonder duidelijke dosisafhankelijke toxiciteit. Bij kinderen zijn epileptische aanvallen en bradycardie gemeld bij een dosis van 25 mg/kg.
Therapie
Er is geen specifiek antidotum bekend.
Neem voor meer informatie over een overdosering van amfotericine B lipidencomplex contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Amfotericine B is een fungistatisch en, vooral bij hoge concentraties en afhankelijk van de gevoeligheid van de schimmel, fungicide werkend polyeenantibioticum, verkregen uit een stam van Streptomyces nodosus. Het bindt aan sterolen in de celmembraan van de schimmel, waardoor de permeabiliteit van de celmembraan wordt verhoogd en kalium en andere celbestanddelen verloren gaan. Doordat amfotericine B, dankzij een lipofiel gedeelte, is geïncorporeerd in de lipiden-dubbellaag van liposomen kunnen met name in relatie tot de toxiciteit waarschijnlijk hogere doses worden gegeven dan van conventioneel amfotericine B (parenteraal).
Het is vooral werkzaam tegen Aspergillus fumigatus, Blastomyces dermatitidis, Candida spp., Coccidioides immitis, Cryptococcus neoformans spp., Histoplasma capsulatum, Leishmania donovani, Leishmania infantum, verschillende soorten binnen de Mucorales-orde (waaronder, maar niet beperkt tot Rhizopus spp., Mucor spp. en Lichtheimia spp.), Paracoccidioides brasiliensis, Rhodotorula, Sporothrix schenckii en Trichosporon spp.
Verworven resistentie tegen amfotericine B komt zelden voor, sommige Aspergillus-species zijn minder gevoelig.
Amfotericine B in liposomen is niet werkzaam tegen bacteriën, Rickettsiaceae en virussen.
Kinetische gegevens
V d | dosisafhankelijk: 0,44 l/kg (bij dosering 1–2,5 mg/kg) tot 0,18 l/kg (5–7,5 mg/kg). |
Overig | In het plasma worden hogere piekwaarden bereikt dan na toediening van conventioneel amfotericine B (parenteraal). Vooral in de lever en milt worden hoge concentraties bereikt. |
Metabolisering | onbekend. |
Eliminatie | door de grootte van de liposomen is de renale klaring nihil. Hemodialyse en peritoneale dialyse lijken geen invloed te hebben op de eliminatie van amfotericine B (in liposomen). |
T 1/2el | ca. 7 uur (volwassenen), ca. 10 uur (kinderen). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fungistatisch en, vooral bij hoge concentraties en afhankelijk van de gevoeligheid van de schimmel, fungicide werkend polyeenantibioticum, verkregen uit een stam van Streptomyces nodosus. Amfotericine B bindt aan sterolen in de celmembraan van de schimmel, waardoor de permeabiliteit van de celmembraan wordt verhoogd en kalium en andere celbestanddelen verloren gaan; de cel sterft uiteindelijk af. Doordat amfotericine B in dit product is gekoppeld aan fosfolipiden kunnen, met name in relatie tot de (nefro)toxiciteit, waarschijnlijk hogere doses worden gegeven dan van conventioneel amfotericine B (parenteraal).
Amfotericine B in lipidencomplex is in vitro werkzaam tegen:
- Schimmels: Aspergillus spp., Coccidioides immitis en Mucor spp.
- Dimorfe fungi: Blastomyces dermatitidis, Histoplasma capsulatum en Sporothrix schenckii.
- Gisten: Candida spp. en Cryptococcus neoformans.
Amfotericine B is niet werkzaam tegen bacteriën en virussen.
Kinetische gegevens
Overig | De piekplasmaspiegels zijn lager dan van een equivalente dosis conventioneel amfotericine B (parenteraal). In de weefsels, met name in de lever, longen en milt, worden beduidend hogere, en in de nieren lagere concentraties bereikt dan na toediening van conventioneel amfotericine B (parenteraal). |
V d | ca. 32,7 l/kg. |
Eliminatie | Hemodialyse en peritoneale dialyse versnellen de eliminatie niet noemenswaardig. |
T 1/2el | ca. 173,4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
amfotericine B in liposomen hoort bij de groep antimycotische antibiotica.
Groepsinformatie
amfotericine B lipidencomplex hoort bij de groep antimycotische antibiotica.