Samenstelling
Anidulafungine XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 100 mg
Ecalta XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Micafungine (als Na-zout) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Mycamine (als Na-zout) XGVS Astellas Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor informatie over de behandeling van invasieve candidiasis de SWAB-richtlijn invasieve schimmelinfecties (2017, in hoofdstuk 3).
Advies
Zie voor de behandeling van een invasieve schimmelinfectie de SWAB-richtlijn invasieve schimmelinfecties (2017, op p. 33 tot 36). Voor de profylaxe bij patiënten die een allogene stamceltransplantatie ondergaan zie p. 46. Voor de behandeling van oesofageale candidiasis zie p. 44.
Indicaties
- Behandeling van invasieve candidiasis bij volwassenen en kinderen vanaf de leeftijd van 1 maand.
Indicaties
Volwassenen en kinderen (incl. neonaten)
- Behandeling van invasieve candidiasis;
- Profylaxe van Candida-infectie bij patiënten die een allogene hemopoëtische stamceltransplantatie ondergaan óf van wie wordt verwacht dat ze aan neutropenie (zullen) lijden (absolute neutrofielentelling < 500 cellen/microliter) gedurende 10 dagen of langer.
Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar
- Behandeling van oesofageale candidiasis bij patiënten voor wie (alleen) intraveneuze therapie geschikt is.
Micafungine is in verband met het mogelijk ontwikkelen van levertumoren alleen geïndiceerd als andere antifungale middelen niet in aanmerking komen, zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Invasieve candidiasis
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. infusie: 200 mg op dag 1, gevolgd door 100 mg/dag. Behandelduur baseren op de klinische respons. In het algemeen: de antimycotische behandeling tot ten minste 14 dagen na de laatste positieve kweek voortzetten. Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik langer dan 35 dagen.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig, ook niet in geval van dialyse. Anidulafungine kan gegeven worden ongeacht wanneer dialyse plaatsvindt.
Kinderen vanaf 1 maand tot < 18 jaar
I.v. infusie: 3,0 mg/kg lichaamsgewicht (max. 200 mg) op dag 1, gevolgd door 1,5 mg/kg (max. 100 mg) per dag. Behandelduur baseren op de klinische respons. In het algemeen: de antimycotische behandeling tot ten minste 14 dagen na de laatste positieve kweek voortzetten. Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik langer dan 35 dagen.
Toediening
- Vóór gebruik oplossen met water voor injectie en verder verdunnen in NaCl 0,9% of glucose 5% tot een uiteindelijke concentratie van 0,77 mg/ml.
- In verband met het risico van infusie-gerelateerde bijwerkingen de infusiesnelheid niet hoger instellen dan 1,1 mg/min (= 1,4 ml/min = 84 ml/uur).
- Niet toedienen als bolusinjectie.
Doseringen
Behandeling van invasieve candidiasis
Volwassenen en kinderen ≥ 4 maanden
i.v.: Lichaamsgewicht ≤ 40 kg: 2 mg/kg/dag, lichaamsgewicht > 40 kg: 100 mg/dag. Bij onvoldoende reactie, bv. indien de kweken positief blijven of de klinische toestand niet verbetert, mag de dosis worden verdubbeld. Behandelduur: Volgens de fabrikant: ten minste 14 dagen. De antifungale behandeling echter ten minste 1 week voortzetten nadat 2 opeenvolgende negatieve bloedkweken zijn verkregen én nadat de klinische verschijnselen en symptomen van de infectie zijn verdwenen. Zie voor aanbevelingen over de behandelduur ook het SWAB-advies candidemie/gedissemineerde candidiasis (volwassenen) of candidemie/gedissemineerde candidiasis (kinderen).
Kinderen < 4 maanden (incl. neonaten)
i.v.: 4-10 mg/kg/dag; de hogere dosering kan gebruikt worden bv. als een infectie van het CZS wordt vermoed vanwege dosisafhankelijke penetratie in het CZS. De dosering van 4 mg/kg geeft ongeveer dezelfde blootstelling aan micafungine als 100 mg/dag bij volwassenen. Er is weinig ervaring met gebruik van micafungine bij invasieve candidiasis van het CZS bij kinderen < 4 maanden. Behandelduur: Volgens de fabrikant: ten minste 14 dagen. De antifungale behandeling echter ten minste 1 week voortzetten nadat 2 opeenvolgende negatieve bloedkweken zijn verkregen én nadat de klinische verschijnselen en symptomen van de infectie zijn verdwenen. Zie voor aanbevelingen over de behandelduur ook het SWAB-advies candidemie/gedissemineerde candidiasis (kinderen).
Behandeling van oesofageale candidiasis
Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar
i.v.: Volgens de fabrikant: Lichaamsgewicht ≤ 40 kg: 3 mg/kg/dag, lichaamsgewicht > 40 kg: 150 mg/dag. Behandelduur: De toediening nog ten minste 1 week na verdwijning van klinische verschijnselen en symptomen voortzetten. Zie evt. ook het SWAB-advies Candida oesofagitis voor volwassenen.
Profylaxe van Candida-infectie
Volwassenen en kinderen ≥ 4 maanden
i.v.: Lichaamsgewicht ≤ 40 kg: 1 mg/kg/dag, lichaamsgewicht > 40 kg: 50 mg/dag. Behandelduur: De toediening nog ten minste 1 week na herstel van het neutrofielenaantal voortzetten. Er is weinig ervaring met gebruik van micafungine bij deze indicatie bij kinderen < 2 jaar.
Kinderen < 4 maanden (incl. neonaten)
i.v.: 2 mg/kg/dag. Behandelduur: De toediening nog ten minste 1 week na herstel van het neutrofielenaantal voortzetten. Er is weinig ervaring met gebruik van micafungine bij deze indicatie bij kinderen < 2 jaar.
Verminderde leverfunctie
- Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5-9) is geen dosisaanpassing nodig.
- Gebruik bij een ernstige leverstoornis (Child-Pughscore 10-15) wordt afgeraden vanwege onvoldoende gegevens over de toepassing hierbij.
Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie en verdunning de oplossing via een intraveneus infuus in circa 1 uur toedienen. Bij sneller infunderen is er meer kans op histamine-gemedieerde reacties.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, diarree. Hypokaliëmie.
Vaak (1-10%); hypotensie, hypertensie. Bronchospasme, dyspneu. Convulsies, hoofdpijn. Braken. Huiduitslag, jeuk. Hyperglykemie. Verhoogd ALAT, ASAT, AF, bilirubine, cholestase. Verhoogde creatininewaarde.
Soms: (0,1-1%): voorbijgaande roodheid van gezicht en hals, opvliegers. Pijn in de bovenbuik. Urticaria. Coagulopathie. Pijn op de infusieplaats. Verhoogd γ–GT.
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, incl. shock. Significante leverfunctiestoornis, hepatitis, leverfalen.
Bij kinderen van 1 maand – 18 jaar is een hogere incidentie van bepaalde lever- en galbijwerkingen, waaronder verhoogde ASAT- en ALAT-waarden (7–10%), waargenomen dan bij volwassenen (2%). Het is niet uitgesloten dat dit aan de behandeling met anidulafungine kan liggen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): koorts, koude rillingen. Hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Huiduitslag, flebitis. Anemie, leukopenie, neutropenie. Hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie. Afwijkende leverfunctietest; verhoogde waarden van alkalinefosfatase (AF), ASAT, ALAT en bilirubine in het bloed.
Soms (0,1-1%): anafylactische/anafylactoïde reactie, andere overgevoeligheid. Tachycardie, palpitaties, bradycardie, bloeddrukveranderingen, blozen, perifeer oedeem. Dyspneu. Tremor, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, angst, verwardheid, smaakstoornis. Anorexie. Dyspepsie, obstipatie. Cholestase, geelzucht, hepatitis, hepatomegalie, leverinsufficiëntie. Hyperhidrose. Urticaria, erytheem, jeuk. Verhoogd γ-GT, verhoogd lactaatdehydrogenase. Verhoogde creatinine- en/of ureumspiegel in het bloed; (verergering) nierinsufficiëntie. Trombocytopenie, pancytopenie, eosinofilie. Hyponatriëmie, hyperkaliëmie, hypofosfatemie, hypoalbuminemie. Lokaal: op de infusieplaats: pijn, ontsteking, trombose.
Zelden (0,01-0,1%): hemolyse; hemolytische anemie.
Verder zijn gemeld: anafylactische of anafylactoïde shock. Hepatocellulaire schade inclusief leverceldood, leverfalen (waaronder met dodelijke afloop). Gedissemineerde intravasale stolling (DIS). Acuut nierfalen. Toxische huideruptie, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN).
Bij kinderen komen sommige bijwerkingen vaker voor, mogelijk is de onderliggende aandoening hiervan de oorzaak. Vaak (1-10%): tachycardie, hypertensie, hypotensie. Trombocytopenie. Acuut nierfalen, verhoogde waarden ureum in bloed. Hepatomegalie, hyperbilirubinemie. Bij kinderen < 1 jaar worden verhoogde waarden van ALAT, ASAT en AF, ongeveer tweemaal zo vaak gezien als bij oudere kinderen.
Interacties
Anidulafungine is géén klinisch relevant(e) substraat, inductor of remmer van cytochroom P-450 iso-enzymen (bv. 1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 3A).
Combinatie met anesthetica kan mogelijk infusiegerelateerde reacties verergeren.
Interacties
Combineer alleen op strikte indicatie met conventioneel amfotericine B (parenteraal), met scherpe controle op toxiciteit ervan, omdat combinatie kan resulteren in een toename van de blootstelling aan amfotericine B van ca. 30%.
Wees zeer voorzichtig met comedicatie die hepatotoxisch is.
Het kan noodzakelijk zijn om de dosering van sirolimus, nifedipine en itraconazol te verlagen, omdat micafungine de bloedspiegels van deze middelen verhoogt met respectievelijk ca. 21, 18 en 22%; controleer daarom ook op toxiciteit.
Zwangerschap
Door de hoge eiwitbinding van anidulafungine is slechts een kleine fractie beschikbaar voor passage door de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren alleen aanwijzingen voor schadelijkheid bij doses toxisch voor het moederdier (lager gewicht foetussen).
Advies: Alleen op strikte indicatie toepassen.
Zwangerschap
Micafungine passeert de placenta (bij dieren).
Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren bij zeer hoge doses, spontane abortus.
Farmacologisch effect: Bij dieren zijn bij zeer hoge doses een verlaagd geboortegewicht gezien en vacuolaire degeneratie van epitheelcellen van de ductus epididymis en de tubuli seminiferi.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor echinocandinen zoals caspofungine.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor echinocandinen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Levertoxiciteit: bij stijging van leverenzymwaarden tijdens de behandeling controleren op tekenen van een verslechterende leverfunctie; beoordeel bij verslechtering of voortzetting van de behandeling geïndiceerd is.
Bij behandeling pasgeborenen < 1 maand oud (=offlabel) aandacht besteden aan het verspreidingsgebied van gedissemineerde candidiasis, met inbegrip van het centraal zenuwstelsel (CZS). Niet-klinische infectiemodellen (diermodellen) wijzen erop dat hogere doses nodig zijn om voldoende penetratie in het CZS te verkrijgen. Dit zou echter leiden tot hogere doses van de hulpstof polysorbaat 80, aanwezig in het poeder voor concentraat, welke in de literatuur in verband zijn gebracht met potentieel levensbedreigende toxiciteit. Het offlabel behandelen van pasgeborenen < 1 maand met anidulafungine wordt daarom niet aanbevolen.
Onvoldoende onderzocht: anidulafungine is niet onderzocht bij Candida-endocarditis, osteomyelitis of meningitis, evenmin bij infecties met C. krusei; de werkzaamheid is niet vastgesteld. Anidulafungine is alleen bij een beperkt aantal patiënten in een neutropene fase onderzocht en bij een beperkt aantal patiënten met diep-gelegen candida-infecties of een intra-abdominaal abces. Er zijn geen gegevens die de werkzaamheid en veiligheid ondersteunen van doses hoger dan die genoemd in rubriek Dosering. Er zijn onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij een leeftijd < 1 maand. Wel zijn er veiligheidsbezwaren voor wat betreft de (offlabel) toepassing bij deze populatie (zie paragraaf behandeling pasgeborenen).
Waarschuwingen en voorzorgen
Nauwlettende controle op achteruitgang van de nierfunctie is vereist tijdens de behandeling met micafungine.
Controleer de leverfunctie zorgvuldig tijdens deze behandeling. Aandachtspunten:
- In dieronderzoek is de ontwikkeling van foci van veranderde hepatocyten (FAH) en hepatocellulaire tumoren waargenomen bij een behandelduur van ≥ 3 maanden. De klinische relevantie hiervan voor gebruik bij de mens is onbekend. Om de kans op adaptieve regeneratie en mogelijk daaropvolgende levertumorvorming te minimaliseren, wordt vroegtijdig staken van micafungine aanbevolen als significante en persisterende verhoging (> 3× bovengrens normaalwaarde) van ALAT/ASAT optreedt.
- Het gebruik wordt niet aanbevolen bij patiënten met ernstig gestoorde leverfunctie of chronische leverziekten die worden gezien als preneoplastische aandoeningen, zoals gevorderde leverfibrose, -cirrose, virale hepatitis, neonatale leverziekte of congenitale enzymdefecten, óf bij het tegelijkertijd ondergaan van een behandeling met hepatotoxische en/of genotoxische eigenschappen.
- Kinderen < 1 jaar zijn mogelijk meer vatbaar voor leverletsel.
Bij optreden van huidlaesies deze regelmatig observeren; bij verergering de behandeling staken.
Bij optreden van hemolyse de risico's tegen de baten afwegen.
Overdosering
Symptomen
Na onbedoelde toediening van 400 mg zijn geen klinische reacties gerapporteerd. Bij gezonde vrijwilligers die 260 mg als aanvangsdosis, gevolgd door 130 mg dagelijks ontvingen, werden bij 3 van de 10 personen asymptomatische transaminaseverhogingen waargenomen (≤ 3× de bovengrens van de normaalwaarde). Een kind dat 143% van de bedoelde dosis ontving, ondervond geen klinische reacties.
Neem voor meer informatie over een overdosering van anidulafungine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een overdosering met micafungine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Semi-synthetisch lipopeptide (echinocandine) dat gesynthetiseerd wordt uit een fermentatieproduct van Aspergillus nidulans. Anidulafungine remt selectief de 1,3–β–D–glucaansynthetase, waardoor de aanmaak van het voor de schimmelcelwand essentiële 1,3–β–D–glucaan wordt geremd.
Anidulafungine heeft een fungicide werking tegen:
- Candida spp., waaronder C. albicans, C. glabrata, C. krusei en C. tropicalis en in mindere mate C. parapsilosis;
- gebieden van actieve hyfe-celgroei bij Aspergillus fumigatus.
Kinetische gegevens
V d | 0,4–0,7 l/kg. |
Eiwitbinding | > 99%. |
Overig | Passage bloed-hersenbarrière: onbekend. |
Metabolisering | wordt niet in de lever gemetaboliseerd; anidulafungine ondergaat langzame chemische degradatie bij fysiologische temperatuur en pH. |
Eliminatie | vnl. met de feces via biliaire secretie, vnl. in de vorm van peptide-afbraakproducten. Anidulafungine is niet dialyseerbaar. |
T 1/2el | 40–50 uur. De steady-state-concentratie wordt echter al na de aanvangsdosis bereikt. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Micafungine is een echinocandine, het remt selectief de 1,3–β–D–glucaansynthetase waardoor de aanmaak van het voor de schimmelcelwand essentiële 1,3-β–D–glucaan, dat niet in menselijke cellen voorkomt, wordt geremd.
Het heeft een fungicide werking tegen Candida spp., waaronder C. albicans en C. glabrata bij de aanbevolen therapeutische dosering. Er is onvoldoende bewijs om te bepalen of de wildtype populatie van C. krusei en C. guilliermondii gevoelig zijn voor micafungine. Succesvol behandelresultaat is waargenomen bij C. tropicalis (minder vaak dan bij C. albicans), C. krusei en C. parapsilosis. Klinische werkzaamheid is ook waargenomen bij kleine patiëntaantallen (soms n < 5) bij de volgende Candida-soorten: C. guilliermondii, C. famata, C. lusitaniae, C. utilis, C. inconspicua en C. dubliniensis.
Ook heeft micafungine een fungistatische werking tegen actief groeiende schimmeldraden van Aspergillus spp.
Verder zijn gevoelig: de myceliale vormen van dimorfe fungi zoals Histoplasma capsulatum, Blastomyces dermatitidis en Coccidioides immitis.
Ongevoelig zijn: Cryptococcus spp., Pseudo allescheria spp., Scedosporium spp., Fusarium spp., Trichosporon spp. en Zygomycetes spp.
Kruisresistentie voor andere echinocandinen is niet uitgesloten. Een verminderde gevoeligheid voor echinocandinen wordt geassocieerd met mutaties in de Fks1 en Fks2 genen, welke coderen voor een belangrijke subeenheid van glucaansynthetase.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,27 l/kg. |
Overig | Micafungine wordt snel over de weefsels verdeeld. Er is dosisafhankelijke penetratie in het CZS. |
Eiwitbinding | > 99%, hoofdzakelijk aan albumine. |
Metabolisering | in geringe mate, tot een reeks van inactieve metabolieten. |
Eliminatie | voornamelijk via feces (71%) en urine (12%) en deels als metaboliet (ca. 7%). Micafungine is niet dialyseerbaar. |
T 1/2el | 10–17 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
anidulafungine hoort bij de groep echinocandinen.
Groepsinformatie
micafungine hoort bij de groep echinocandinen.