Samenstelling
Nilemdo
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
Daiichi Sankyo Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 180 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lojuxta (als mesylaat) Aanvullende monitoring Amryt Pharma
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine heeft de voorkeur. Intensiveer de lipidenverlagende therapie wanneer de streefwaarde niet bereikt wordt door het ophogen van de dosis als de maximumdosering nog niet bereikt is of door te switchen naar een potentere statine. Bij onvoldoende effect van een statine in de maximale (te verdragen) dosering kan bij een patiënt ≤ 70 jaar of bij niet-kwetsbare ouderen met hart- en vaatziekten (HVZ), ezetimib worden toegevoegd.
Bempedoïnezuur heeft alleen een plaats in de behandeling bij (zeer) hoogrisicopatiënten als toevoeging aan de combinatie van een maximaal te verdragen dosis statine+ezetimib, indien hiermee onvoldoende effect wordt bereikt en de patiënt niet in aanmerking komt voor een behandeling met een PCSK9-remmer. Bempedoïnezuur verlaagt het LDL-cholesterol. Over de langetermijnveiligheid van bempedoïnezuur is nog weinig bekend.
Aan de vergoeding van bempedoïnezuur zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
In een eenarmige, open-label studie is aangetoond dat lomitapide als toevoeging aan optimale gebruikelijke lipidenverlagende therapie (medicatie en LDL-aferese) bij volwassen patiënten met bevestigde homozygote familiaire hypercholesterolemie het LDL-cholesterol verder kan verlagen (met 40% na 26 weken). Over de veiligheid zijn beperkt gegevens beschikbaar, om die reden is dit geneesmiddel onderworpen aan aanvullende monitoring. De meest voorkomende bijwerkingen zijn maag-darmklachten. Controle van de leverfunctie is nodig in verband met de kans op steatohepatitis, die over kan gaan in levercirrose.
Indicaties
- Als aanvulling op het dieet bij volwassenen met primaire (heterozygote familiaire en niet-familiaire) hypercholesterolemie of gemengde dyslipidemie:
- in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering en eventueel andere lipidenverlagende behandelingen, als de LDL-streefwaarde niet bereikt wordt;
- als monotherapie of in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen, als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.
- Als aanvulling op de correctie van andere risicofactoren bij vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen, of een hoog risico erop, bij volwassenen:
- in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering, met of zonder ezetimib;
- als monotherapie of in combinatie met ezetimib, als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Homozygote familiaire hypercholesterolemie (HoFH) bij volwassenen als aanvulling bij een vetarm dieet en andere lipidenverlagende geneesmiddelen met of zonder low-density-lipoproteïne-aferese (LDL-aferese).
De HoFH zo mogelijk genetisch bevestigen. Andere vormen van primaire hyperlipoproteïnemie en secundaire oorzaken van hypercholesterolemie uitsluiten.
Doseringen
Primaire hypercholesterolemie of gemengde dyslipidemie
Volwassenen (incl. ouderen)
1 tablet 1×/dag.
Vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen of een hoog risico erop
Volwassenen (incl. ouderen)
1 tablet 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: Bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min/1,73 m²) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min/1,73 m²) zijn er beperkt en bij dialyse geen gegevens; controleer extra op bijwerkingen.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) zijn er geen gegevens; overweeg periodiek de leverfunctie te testen.
Toediening: De tablet in zijn geheel doorslikken.
Doseringen
Voor aanvang van de behandeling beginnen met een dieet waarbij minder dan 20% van de energie uit vet afkomstig is, ter vermindering van gastro-intestinale bijwerkingen; dit dieet tijdens de behandeling voortzetten.
Op basis van klinische studies: gedurende de behandeling met lomitapide dagelijks dieetsupplementen innemen met 400 IE vitamine E, circa 200 mg linolzuur, 110 mg eicosapentaeenzuur (EPA), 210 mg α-linoleenzuur (ALA) en 80 mg docosahexaeenzuur (DHA) per dag, dit omdat verlaagde concentraties van essentiële vetzuren en vitamine E zijn waargenomen.
Homozygote familiaire hypercholesterolemie
Volwassenen
Aanvangsdosis 1×/dag 5 mg, na 2 weken zo nodig verhogen naar 10 mg 1×/dag op basis van de en LDL-C respons en of de patiënt het verdraagt. Vervolgens zo nodig met een minimaal interval van 4 weken verhogen tot 20 mg 1×/dag, 40 mg 1×/dag, en de maximale dosis van 60 mg 1×/dag. De dosering geleidelijk verhogen ter beperking van de incidentie en ernst van gastro-intestinale bijwerkingen en verhoging van aminotransferasen.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte vermindering (Child-Pughscore 5–6) is de maximale dosering 40 mg 1×/dag. Toepassing bij een (matig-)ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore ≥ 7), waaronder bij patiënten met onverklaarbare aanhoudend abnormale leverfunctiewaarden is gecontra-indiceerd. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde nierfunctie: lomitapide is alleen onderzocht bij patiënten met nierfalen in het eindstadium, met toepassing van dialyse. Bij hen is de maximale dosering 40 mg 1×/dag.
Bij toevoeging van atorvastatine aan een stabiele onderhoudsdosis lomitapide: houd een tijdsinterval van 12 uur aan tussen inname van beide middelen of halveer de dosering lomitapide. Bij een onderhoudsdosis van 5 mg lomitapide, dit blijven gebruiken. Vervolgens op basis van tolerantie en LDL-C respons de dosering zorgvuldig titreren. Na staken van atorvastatine de behandeling eveneens opnieuw titreren op basis van de tolerantie en LDL-C respons.
Toediening
- Lomitapide minimaal 2 uur na de avondmaaltijd op een lege maag innemen omdat de gastro-intestinale bijwerkingen kunnen verergeren door het vetgehalte van een net genuttigde maaltijd;
- Tijdens de behandeling geen grapefruit-/pompelmoessap gebruiken.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): anemie. Jicht, hyperurikemie (vaak in de eerste 4 weken van de behandeling, reversibel na staken). Pijn in de extremiteiten. ASAT-waarde verhoogd. Glomerulaire filtratiesnelheid verlaagd.
Soms (0,1-1%): verlaagd hemoglobine (vaak in de eerste 4 weken van de behandeling, reversibel na staken). Gewichtsverlies (bij BMI op baseline ≥ 30 kg/m2). Stijging van leverenzymwaarden (o.a. ALAT). Verhoogde waarden in het bloed van creatinine, ureum (beide vaak in de eerste 4 weken van de behandeling, reversibel na staken van de behandeling).
Verder is gemeld: myositis met een CK-spiegel van > 10 × de ULN, bij combinatie met simvastatine 40 mg/dag.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust, gewichtsafname. Diarree, misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, flatulentie, opgezette buik, obstipatie. Verhoging ALAT en/of ASAT.
Vaak (1-10%): gastro-enteritis, gastritis, rectale tenesmus, frequente ontlasting, aandrang tot defecatie, hemorroïdale bloeding, gas–oprisping, aerofagie, maagdilatatie, gastro-oesofagale refluxaandoening, regurgitatie. Duizeligheid, migraine, hoofdpijn. Hepatische steatose, hepatotoxiciteit, hepatomegalie. Ecchymose, papula, erythemateuze huiduitslag, xanthoom. Vermoeidheid, asthenie. Spierspasmen. Verandering INR, abnormale leverfunctietestwaarden, verhoging alkalische fosfatase, transaminasen, verlaging kalium-, caroteen-, vitamine E- en vitamine K-gehalte. Verandering aantal neutrofielen, witte bloedcellen.
Soms (0,1-1%): gastro-intestinale infectie, influenza, naso-faryngitis, sinusitis. Anemie. Uitdroging, verhoogde eetlust. Paresthesie, slaperigheid. Oogzwelling. Vertigo. Faryngeale laesie, hoesten. Droge mond, harde ontlasting, bloeding laag in het maag-darmkanaal, bloed braken. Blaren, droge huid, overmatig zweten. Pijn in spieren, gewrichten of ledematen, gezwollen gewrichten, trillende spieren. Hematurie. Pijn op de borst, koude rillingen, koorts, malaise, loopstoornis. Verhoging serumbilirubine, gamma-glutamyltransferase. Proteïnurie. Abnormale longfunctietestwaarden.
Verder zijn gemeld: dehydratie. Alopecia. Myalgie.
Interacties
Combinatie met simvastatine > 40 mg/dag is gecontra-indiceerd vanwege een tweevoudige verhoging van de AUC van simvastatinezuur. Bij combinatie met simvastatine 40 mg/dag is, zelden, melding gemaakt van myositis met een CK-spiegel > 10× de ULN. Combinatie met atorvastatine, pravastatine en rosuvastatine kan de AUC van het statine en/of de belangrijkste metabolieten daarvan met 1,4–1,5× verhogen, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bempedoïnezuur en het glucuronide ervan zijn zwakke remmers van de transporters OATP1B1 en -1B3. Combinatie met substraten van deze transporters (zoals alle statinen, bosentan, glecaprevir, grazoprevir en voxilaprevir) kan de plasmaconcentratie van deze middelen verhogen.
In vitro remt bempedoïnezuur OAT2, waardoor de plasmaconcentratie van OAT2-substraten mogelijk verhoogd kan zijn. Bempedoïnezuur kan tevens een zwakke remmer van OAT3 zijn.
Interacties
Combinatie met simvastatine > 40 mg/dag is gecontra-indiceerd. Combinatie met matige of krachtige CYP3A4-remmers (zoals bv. itraconazol, fluconazol, voriconazol, posaconazol, ketoconazol, erytromycine, claritromycine, HIV-proteaseremmers, diltiazem en verapamil) eveneens gecontra-indiceerd.
Lomitapide is een substraat voor CYP3A4 en een CYP3A4-remmer. Bij combinatie met zwakke CYP3A4-remmers (zoals oestrogeenbevattende orale anticonceptiva, alprazolam, amiodaron, amlodipine, atorvastatine, azitromycine, bicalutamide, cimetidine, ciclosporine, clotrimazol, fluoxetine, fluvoxamine, fosaprepitant, isoniazide, lacidipine, lapatinib, nilotinib, pazopanib, tacrolimus, ticagrelor) de middelen innemen met een tijdsinterval van 12 uur. Wees extra voorzichtig bij combinatie van lomitapide met meerdere CYP3A4-remmers. Overweeg verlaging van de dosering lomitapide op basis van de LDL-respons. Bij combinatie met CYP3A4-inductoren (zoals non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NNRTI's), fenobarbital, rifampicine, carbamazepine, pioglitazon, glucocorticoïden, modafinil, fenytoïne) kan de werking van lomitapide verminderen; na aanvang van de behandeling met een CYP3A4-inductor kan het tot 2 weken duren tot het maximale effect is bereikt, na staken van de inductor kan het ten minste 2 weken duren voordat het effect op het metabolisme van lomitapide afneemt. Eventueel de dosering lomitapide verhogen en LDL-C vaker bepalen. Combinatie met sint-janskruid vanwege CYP3A4-inductie vermijden.
Lomitapide verhoogt de plasmaspiegels van statinen (atorvastatine, rosuvastatine, simvastatine) met als gevolg meer kans op myopathie. Bij combinatie met een statine erop wijzen dat iedere onverklaarbare pijn, gevoeligheid of zwakte aan de spieren direct gemeld moet worden. Zie voor toevoeging van atorvastatine aan een stabiele onderhoudsdosis lomitapide, ook de rubiek Dosering.
Bij gebruik van vitamine K-antagonisten de INR vaker controleren met name na een dosisaanpassing van lomitapide.
Combinatie met alcohol vermijden vanwege een verhoging van het levervetgehalte en de kans op inductie of verergering van leverletsel.
Bij combinatie met andere hepatotoxische geneesmiddelen (zoals isotretinoïne, amiodaron, paracetamol (> 4 g/dag op ≥ 3 dagen/w.), methotrexaat, tetracyclinen, tamoxifen) vaker leverfunctietesten uitvoeren.
Lomitapide kan de absorptie van in vet oplosbare vitaminen verminderen.
Galzuurbindende harsen (colestyramine, colesevelam) minimaal 4 uur voor of na lomitapide innemen.
Lomitapide kan de absorptie van Pgp-substraten (zoals aliskiren, ambrisentan, colchicine, dabigatran, digoxine, everolimus, fexofenadine, imatinib, lapatinib, maraviroc, nilotinib, posaconazol, saxagliptine, sirolimus, sitagliptine, topotecan) verhogen; dosisverlaging van het Pgp-substraat overwegen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (o.a. skeletafwijkingen zoals gebogen scapula en ribben, afname van het aantal levende jongen, de overleving, groei, het leren en geheugen van de jongen).
Farmacologisch effect: Op grond van de farmacologische werkzaamheid is schadelijkheid mogelijk omdat cholesterol belangrijk is voor de embryonale en foetale ontwikkeling.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (teratogeen en embryotoxisch).
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Overig: Vóór het begin van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie. De werking van orale anticonceptiva kan verminderen door diarree en/of braken veroorzaakt door lomitapide; bij aanhoudende diarree/braken gedurende meer dan 2 dagen, aanvullende anticonceptieve maatregelen nemen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (voor bempedoïnezuur en metabolieten).
Farmacologisch effect: Ernstige bijwerkingen bij de zuigeling kunnen niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubrieken Interacties, Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- matige of ernstige leverfunctiestoornis of aanhoudende onverklaarbare abnormale leverfunctietestwaarden;
- bekende significante of chronische darmaandoening zoals inflammatoire darmziekte of malabsorptie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer de leverfunctie voor aanvang van de behandeling. Bij gebruik van bempedoïnezuur zijn asymptomatische verhogingen (van > 3× ULN) in ALAT en ASAT gemeld, zonder verhoging van het bilirubine van ≥ 2× ULN of cholestase. Deze verhogingen keerden in klinisch onderzoek terug naar baseline onder voortzetting of na het staken van de behandeling. Bij een aanhoudende verhoging van transaminasen > 3× ULN de behandeling staken.
Verhoogde serumurinezuurconcentratie: Bempedoïnezuur kan de serumurinezuurgehalte verhogen door remming van de Organische Anion Transporter (OAT) 2 in de niertubuli. Staak de behandeling bij hyperurikemie met symptomen van jicht.
Verhoogde serumcreatinineconcentratie: Bempedoïnezuur kan het serumcreatinine verhogen door remming van de van OAT 2 afhankelijke creatininesecretie in de niertubuli. Dit effect lijkt niet te wijzen op een afname van de nierfunctie.
Spierklachten: Adviseer bij gebruik in combinatie met een statine om bij onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Overweeg om de dosering van het statine te verlagen, een alternatief statine te geven of het gebruik van bempedoïnezuur te staken. Bij myopathie (CK > 10× ULN) de behandeling met bempedoïnezuur én het statine onmiddellijk staken. Zie ook de rubriek Interacties.
Onderzoeksgegevens: Bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min/1,73 m²) zijn er relatief weinig gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid. Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij:
- een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15);
- toepassing van dialyse;
- kinderen (< 18 jaar).
Waarschuwingen en voorzorgen
Leverenzymafwijkingen: Voor het begin van de behandeling ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, totaal bilirubine, gamma-glutamyltransferase (γ-GT) en serumalbumine bepalen. Tijdens het eerste jaar van de behandeling vóór iedere dosisverhoging of maandelijks (als dit eerder is) levertesten (minimaal ALAT en ASAT) uitvoeren; na het eerste behandeljaar deze testen minimaal iedere 3 maanden en vóór iedere dosisverhoging uitvoeren. Bij verhoging van aminotransferasen ≥ 3× ULN en < 5× ULN, de meting herhalen binnen 1 week; indien dit de verhoging bevestigt, de dosering verlagen en aanvullende levertesten uitvoeren. Vervolgens testen wekelijks herhalen en toediening staken bij aanwijzingen voor abnormale leverfunctie, stijging aminotransferasen tot > 5× ULN of als aminotransferasen niet binnen ca. 4 weken onder de 3× ULN komt. Bij aanhoudende verhoging > 3× ULN verwijzen naar de hepatoloog. Bij hervatten van lomitapide nadat aminotransferasen gedaald zijn tot < 3× ULN eventueel een lagere dosis geven en vaker leverfunctietesten uitvoeren. Bij verhoging van aminotransferasen ≥ 5× ULN de toediening staken en aanvullende leverfunctietesten uitvoeren; als aminotransferasen niet binnen ca. 4 weken onder de 3× ULN komen, doorverwijzen naar een hepatoloog. Bij herstarten van lomitapide als aminotransaminasen < 3× ULN zijn, de dosis verlagen en vaker leverfunctietesten uitvoeren. Bij verhoogde aminotransferasewaarden én klinische symptomen van leverletsel (misselijkheid, braken, buikpijn, koorts, geelzucht, lethargie, griepachtige symptomen), verhoging van bilirubine ≥ 2× ULN of actieve leverzieke lomitapide staken en verwijzen naar een hepatoloog.
Controleer voor het begin van de behandeling en daarna jaarlijks op steatohepatitis en/of fibrose; overweeg bij aanwijzingen hiervoor een leverbiopsie. Vanwege het risico dat lomitapide een steatohepatitis induceert die over kan gaan in levercirrose, bij een vermoeden van steatohepatitis opnieuw de baten-risicoverhouding bepalen.
Bij leeftijd ≥ 65 jaar voorzichtig toepassen vanwege weinig ervaring.
Niet gebruiken bij kinderen < 18 jaar vanwege onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met bempedoïnezuur contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met lomitapide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bempedoïnezuur is een prodrug. Het wordt intracellulair geactiveerd door 'very long-chain'-acyl-CoA-synthetase 1 (ACSVL1) tot het actieve ETC-1002-CoA. ACSVL1 wordt voornamelijk tot expressie gebracht in de lever en niet in skeletspieren. ETC-1002-CoA remt het enzym adenosinetrifosfaat-citraatlyase (ACL) in de lever. Het enzym ACL bevindt zich vóór HMG-CoA in de route voor de biosynthese van cholesterol. Door dit enzym te blokkeren, daalt de cholesterolsynthese in de lever en verlaagt het LDL-cholesterol (LDL-C) in het bloed door 'upregulatie' van LDL-receptoren. Remming van ACL leidt tevens tot gelijktijdige onderdrukking van de biosynthese van vetzuren in de lever. Hierdoor daalt het LDL-C, non-HDL-C, apolipoproteïne B, totaal cholesterol en C-reactief proteïne (CRP), zowel bij toepassing als monotherapie als in combinatie met andere lipidenverlagende middelen.
Kinetische gegevens
T max | 3,5 uur. |
V d | 0,26 l/kg. |
Eiwitbinding | 99,3% (bempedoïnezuur), 98,8% (glucuronide), 99,2% (actieve metaboliet ESP15228). |
Metabolisering | primair in de lever tot het acylglucuronide en reversibel in een equipotente actieve metaboliet (ESP15228). Beiden worden door UGT2B7 omgezet tot inactieve glucuronidederivaten. |
Eliminatie | ca. 62% met de urine (vnl. als het acylglucuronide), ca. 25% met de feces. Minder dan 5% als onveranderd bempedoïnezuur via de urine en feces. |
T 1/2el | gem. 19 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve remmer van microsomaal transferproteïne (MTP), een intracellulair lipide-transferproteïne die voorkomt in het lumen van het endoplasmatisch reticulum en zorgt voor het binden en het transport van lipidemoleculen. MTP speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van lipoproteïnen die apo-B bevatten. MTP-remming vermindert de afscheiding van lipoproteïnen en circulerende concentraties van door lipoproteïnen gedragen lipiden zoals cholesterol en triglyceriden.
Kinetische gegevens
F | 7% door uitgebreid first-pass-effect. |
T max | 4–8 uur. |
V d | ca. 17 l/kg. |
Eiwitbinding | > 99,8%. |
Metabolisering | in hoge mate, vnl. via CYP3A4, in mindere mate via CYP2E1, CYP1A2, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C19. |
Eliminatie | ca. 33% via de urine, ca. 60% via de feces, vooral als geoxideerde metabolieten. |
T 1/2el | ca. 29 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
bempedoïnezuur hoort bij de groep lipidenverlagende middelen, overige.
Groepsinformatie
lomitapide hoort bij de groep lipidenverlagende middelen, overige.