Samenstelling
Hidroferol XGVS Goodlife Pharma Nederland
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 0,266 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Alfacalcidol
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 0,25 microg, 0,5 microg, 1 microg
Etalpha
Bijlage 2
Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 0,25 microg, 0,5 microg, 1 microg
- Toedieningsvorm
- Druppelvloeistof
- Sterkte
- 2 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- 20 ml
1 druppel bevat ca. 0,1 microg alfacalcidol.
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 2 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 0,5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Geef voor de behandeling van een vitamine D-deficiëntie bij ouderen > 70 jaar met een calcidiolspiegel < 50 nmol/liter, colecalciferol (vitamine D3). Geef een oplaaddosering bij < 35 nmol/l. Voeg bij een ernstige nierinsufficiëntie (eGFR < 15 ml/min) alfacalcidol toe. Zie voor de preventie van een vitamine D-deficiëntie de vitamine D-suppletieadviezen van de Gezondheidsraad via het vitamine D stroomdiagram op voedingscentrum.nl.
Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met vitamine D3 en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie zijn zoledroninezuur of denosumab alternatieven, en ibandroninezuur of raloxifeen wanneer hiermee niet wordt uitgekomen. Kies voor teriparatide bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie voor bovengenoemde middelen, bij het optreden van een derde fractuur tijdens de behandeling, of als initiële therapie bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose en een hoog risico op botbreuken.
Dit geneesmiddel wordt aanbevolen indien er meer tijd tussen de doseringen nodig is.
Bij patiënten die hun streefwaarde voor calcidiolspiegel niet halen ondanks behandeling met colecalciferol, kan calcifediol worden overwogen.
Advies
Geef voor de behandeling van een vitamine D-deficiëntie bij ouderen > 70 jaar met een calcidiolspiegel < 50 nmol/liter, colecalciferol (vitamine D3). Geef een oplaaddosering bij < 35 nmol/l. Voeg bij een ernstige nierinsufficiëntie (eGFR < 15 ml/min) alfacalcidol toe. Zie voor de preventie van een vitamine D-deficiëntie, de vitamine D-suppletieadviezen van de Gezondheidsraad via het vitamine D stroomdiagram op voedingscentrum.nl.
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Aan de vergoeding van alfacalcidol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Behandeling van vitamine D-deficiëntie (25(OH)D spiegels < 25 nmol/L) bij volwassenen;
- Preventie van vitamine D-deficiëntie bij volwassenen met bekende risico's zoals malabsorptiesyndroom, mineraal- en botaandoening bij chronische nierziekte (CKD-MBD);
- Als adjuvans voor de specifieke behandeling van osteoporose, of als adjuvans voor de specifieke behandeling van osteoporose/osteopenie geïnduceerd door behandeling met corticosteroïden.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling en preventie van renale osteodystrofie;
- Behandeling van secundaire hyperparathyroïdie bij patiënten met chronische nierziekte stadium 3–5. De intraveneuze toediening is bedoeld voor stadium 5-patiënten;
- Hyperparathyroïdie (primair of tertiair) bij patiënten die parathyroïdectomie ondergaan;
- Hypoparathyroïdie;
- Pseudovitamine D-deficiënte rachitis en osteomalacie;
- Hypofosfatemische vitamine D-resistente rachitis en osteomalacie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Houd bij het vaststellen van de dosering rekening met inname van vitamine D via de voeding en blootstelling aan de zon, aangezien deze kunnen variëren per persoon.
Over het algemeen worden de dosis, frequentie en behandelduur bepaald overeenkomstig de 25-OH-vitamine D3 spiegel, type en aandoening van de patiënt en andere comorbiditeiten, zoals obesitas, malabsorptiesyndroom, behandeling met corticosteroïden.
.
Vitamine D-deficiëntie en osteoporose
Volwassenen
266 microg 1× per maand. Hogere doseringen tot maximaal 266 microg 1× per week kunnen noodzakelijk zijn nadat de omvang van het tekort is vastgesteld. Controleer na 3-4 maanden gebruik de 25-OH-vitamine D 3 spiegel. Zodra de plasmaspiegels van 25(OH)D zijn gestabiliseerd binnen het gewenste bereik, de behandeling staken of de doseerfrequentie verlagen.
Toediening: innemen met water, melk of sap.
Doseringen
Doseer op geleide van de serumwaarden van PTH, calcium, fosfaat, calcium×fosfaatproduct en alkalische fosfatase. Controleer plasmaconcentraties aanvankelijk wekelijks. De dagelijkse orale dosering mag in stappen van 0,25 - 0,5 microg worden verhoogd. Controleer wanneer de optimale dosering is vastgesteld, om de 2 tot 4 weken de plasmaconcentraties van calcium, fosfor en creatinine.
Bij het optreden van hypercalciëmie de behandeling staken voor ten minste één week, na bereiken van de normaalwaarden hervatten met een halve dosis.
Osteodystrofie, secundaire hyperparathyroïdie bij chronische nierziekte stadium 3 en 4 (predialysepatiënten)
Volwassenen
Oraal: aanbevolen begindosering 0,25 microg/dag, de onderhoudsdosering is doorgaans 0,5 microg/dag. Max. 12 microg per week.
Kinderen 1 maand – 18 jaar
Oraal: 0,2–39 nanog/kg lichaamsgewicht per dag (0,0002–0,039 microg/kg lichaamsgewicht per dag), gemiddeld 10–12 nanog/kg/dag (0,010–0,012 microg/kg lichaamsgewicht per dag). Een druppel van de druppelvloeistof bevat 100 nanog (0,1 microg) alfacalcidol, lagere doseringen dan 0,1 microg kunnen niet oraal worden toegediend.
Osteodystrofie, secundaire hyperparathyroïdie bij chronische nierziekte stadium 5 (dialysepatiënten)
Volwassenen
Oraal: aanbevolen begindosering 0,5 microg/dag. Aan de hand van laboratoriumparameters kan men de dosering met intervallen van ten minste één week verhogen met 0,25 of 0,5 microg/dag. De onderhoudsdosering is doorgaans 1 microg/dag. De maximale aanbevolen dosering is 6 microg per dialyse en ≤ 12 microg per week.
Intraveneus: 3×/week aan het einde van de hemodialyse: begindosering 1 microg per dialyse, toedienen via de teruglopende lijn. Na de begindosering kan men aan de hand van laboratoriumparameters de dosering met intervallen van ten minste één week verhogen. Max. 6 microg per dialyse en ≤ 12 microg/week.
Kinderen 1 maand –18 jaar
De in de literatuur (opgave fabrikant) beschreven orale doseringen bij kinderen die hemodialyse of continue ambulante peritoneale dialyse ondergaan zijn 10–20 nanog/kg/dag (0,010–0,020 microg/kg/dag). De fabrikant meldt geen literatuur over intraveneus gebruik van alfacalcidol bij kinderen.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: oraal: 0,01-0,02 microg/kg/dag in 1 dosis. Intraveneus: na de dialyse 0,58-3,47 microg/m²/week als bolus, max. 6,93 microg/m²/week.
Hyperparathyroïdie (primair of tertiair) bij patiënten die parathyroïdectomie ondergaan
Volwassenen en kinderen > 4 jaar
Oraal: begindosering 0,25–0,5 microg/dag gedurende 2-3 weken voorafgaand aan parathyroïdectomie. Ter vermindering van postoperatieve hypocalciëmie alfacalcidol continueren totdat het plasmagehalte van alkalische fosfatase weer normaal is of totdat er hypercalciëmie optreedt.
Hypoparathyroïdie
Volwassenen en kinderen > 4 jaar
Oraal: begindosering 0,25–0,5 microg/dag. Onderhoudsdosering doorgaans 0,25–1 microg/dag. Ernstige hypocalciëmie wordt sneller gecorrigeerd met hogere doses (bv. 3-5 microg) gecombineerd met calciumsupplementen.
Pseudovitamine D-deficiënte rachitis en osteomalacie
Volwassenen en kinderen > 4 jaar
Oraal: begindosering 0,25–0,5 microg/dag. Onderhoudsdosering 0,5–2 microg/dag. Alfacalcidol is onderdeel van een behandeling met vitamine D (analoga).
Hypofosfatemische vitamine D-resistente rachitis en osteomalacie
Volwassenen en kinderen > 4 jaar
Oraal: begindosering 0,25–0,5 microg/dag. Onderhoudsdosering 1–3 microg/dag. Behandeling geeft snel verlichting van myopathie, indien aanwezig, en versterkt de calcium- en fosfaatretentie. Voor sommige patiënten kunnen ook fosfaatsupplementen nodig zijn.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig
Verminderde leverfunctie: Bij een ernstige leverfunctiestoornis kan een hogere dosis nodig zijn (verminderde hydroxylering van alfacalcidol tot calcitriol, of door verslechterde enterohepatische circulatie).
Bij het vergeten van een dosis, de volgende dosis niet verdubbelen maar doorgaan volgens het normale doseerschema.
Toediening
- Oraal
- Capsule niet breken en heel innemen (indien gewenst tijdens de maaltijd). NB: Indien het slikken van capsules bezwaarlijk is, kunnen de druppels worden gebruikt.
- Druppelvloeistof niet mengen met vloeistof(fen) of andere geneesmiddelen.
- Intraveneus
- De ampullen met injectievloeistof ten minste 5 s schudden voor gebruik.
- De i.v.–injectie als bolusinjectie in ca. 30 s toedienen via een zo kort mogelijke infuuslijn (vanwege risico op absorptie van alfacalcidol door plastic).
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen zijn het gevolg van overmatige inname of langdurige behandeling, met name wanneer hypercalciëmie optreedt.
Soms (0,1-1%): verhoging van bloed-ureum-stikstof-waarde (BUN), albuminurie, hypercholesterolemie, hypercalciëmie.
Als gevolg van hypercalciëmie: bot- en spierpijn (vroege stadia van hypercalciëmie). Calcificatie van weke delen. Nefrocalcinose, verslechtering van de nierfunctie (met polyurie, polydipsie, nachtelijke mictie en proteïnurie). Hartritmestoornissen. Zwakte, vermoeidheid, zich suf voelen. Hoofdpijn. Prikkelbaarheid. Misselijkheid, braken, anorexie, droge mond, obstipatie, smaakstoornissen met een metaalsmaak, buikkrampen. Verhoogde leverenzymen (ALAT, ASAT). Latere symptomen van hypercalciëmie zijn o.a.: rinorroe, jeuk, hyperthermie, verminderd libido, pancreatitis.
Zelden (0,01-0,1%): fotofobie en conjunctivitis met corneacalcificaties (bij zeer hoge doses).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): buikpijn. Huiduitslag (erythemateus, maculopapuleus, pustuleus), jeuk. Hypercalciëmie, hypercalciurie, hyperfosfatemie.
Soms (0,1-1%): tachycardie, verhoogde bloeddruk. Hoofdpijn, dysesthesie, dysgeusie, verwardheid. Metastatische verkalkingen. Anorexie, misselijkheid, braken, obstipatie, diarree, dyspepsie. Calcinose, asthenie, vermoeidheid, malaise. Myalgie. Hoog calcium×fosfaat-product. Verminderde nierfunctie (incl. acuut nierfalen) en nefrolithiase/nefrocalcinose.
Zelden (0,01-0,1%): duizeligheid.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties met symptomen zoals koorts, rillingen, urticaria en tongoedeem. Exfoliatieve dermatitis. Hypermagnesiëmie. Bij de druppels: ulceratie van de tong en tandvlees.
Interacties
Vermijd gelijktijdig gebruik met andere vitamine D-analoga en houd rekening met voeding waaraan vitamine D is toegevoegd.
Vermijd ongecontroleerde inname van extra calciumbevattende geneesmiddelen en calciumsupplementen.
Controleer bij gelijktijdige behandeling met fenytoïne, fenobarbital, primidon en/of andere CYP3A4-inductoren de plasmawaarden van 25(OH)D, aangezien de werking van calcifediol kan verminderen door verlaging van de plasmaconcentratie.
Calcifediol kan hypercalciëmie veroorzaken, dat in combinatie met digoxine kan leiden tot hartritmestoornissen.
Colestyramine, colesevelam en orlistat kunnen de opname van calcifediol verminderen. Houd bij gelijktijdig gebruik een tussenpoos aan van ten minste 2 uur bij inname.
Gelijktijdig gebruik van thiazide-diuretica bij patiënten met hypoparathyroïdie vermeerdert de kans op hypercalciëmie, hetgeen tijdelijk kan zijn of tijdelijk staken van calcifediol vereist.
Omdat calcifediol ook het fosfaattransport in darmen, nieren en botten beïnvloedt, de dosering van fosfaatbindende stoffen afstemmen op de fosfaatconcentratie in het serum. Gelijktijdig gebruik van de fosfaatbinder magnesiumcarbonaat kan leiden tot hypermagnesiëmie.
Corticosteroïden kunnen het effect van vitamine D-analoga antagoneren.
Sorbitol, in de capsule, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Combinatie met calciumbevattende preparaten, andere vitamine D–bevattende preparaten of met thiazide-diuretica vermeerdert de kans op hypercalciëmie. Gelijktijdige toediening van digoxine kan bij eventuele hypercalciëmie leiden tot hartaritmieën.
Gelijktijdig gebruik met magnesiumbevattende antacida of laxantia kan leiden tot hypermagnesiëmie.
Alfacalcidol kan de serumspiegel van aluminium verhogen. Combinatie met aluminiumbevattende preparaten (aluminiumhydroxide, sucralfaat) kan de serumconcentratie aluminium verder verhogen; controleer op aluminiumgerelateerde toxiciteit.
Bij gelijktijdige behandeling met enzyminductoren zoals fenobarbital, fenytoïne, primidon of rifampicine kan door een verhoogd metabolisme een hogere dosis alfacalcidol noodzakelijk zijn.
Colestyramine kan de intestinale absorptie van alfacalcidol beïnvloeden. Alfacalcidol capsules ten minste 1 uur voor of 4–6 uur na colestyramine innemen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij dieren is in zeer hoge doseringen reproductietoxiciteit aangetoond, bij de mens onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect:Volgens de fabrikant kan een hoge dosering vitamine D leiden tot hypercalciëmie bij zwangere vrouwen, hetgeen kan leiden tot supravalvulaire aortastenose, retinopathie en mentale achterstand bij zuigelingen en pasgeborenen.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit aangetoond.
Farmacologisch effect: Een hoge dosering vitamine D bij de moeder kan leiden tot hypercalciëmie bij het kind, met als mogelijk gevolg lichamelijke en mentale retardatie, supravalvulaire aortastenose en retinopathie bij het kind.
Advies: Volgens de fabrikant: op strikte indicatie gebruiken. Volgens Lareb: kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Wees voorzichtig met ethanol (in de druppelvloeistof).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Inname van hoge doses kan leiden tot hoge calcitriolwaarden in de moedermelk en daardoor tot hypercalciëmie bij de zuigeling.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Bij gebruik voor hypoparathyroïdie tijdens de borstvoeding ontwikkelden enkele moeders hypercalciëmie. Bij hoge dosering is er een risico van hypercalciëmie bij de zuigeling.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Hypercalciëmie (serumcalcium > 10,5 mg/dl) of hypercalciurie;
- Calciumlithiase;
- Hypervitaminose D.
Contra-indicaties
- hypercalciëmie;
- arachideolie in (alfacalcidol capsule generiek): pinda- of soja-allergie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voor een optimale werkzaamheid van vitamine D is voldoende calciuminname noodzakelijk.
Controleer regelmatig de serumspiegels van 25-hydroxyvitamine D3, calcium, fosfaat, alkalische fosfatase en de hoeveelheid calcium en fosfaat in de urine per etmaal. Een daling van serumwaarden van alkalische fosfatase is doorgaans een voorbode voor het ontwikkelen van hypercalciëmie. Ook bij stabilisatie van de betreffende parameters en een onderhoudsbehandeling met calcifediol zijn periodieke controles aangewezen, met name van 25-hydroxyvitamine D3 en calcium.
Wees voorzichtig bij een nierfunctiestoornis; controleer regelmatig de calcium- en fosfaatserumspiegels. Bij een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) kan vitamine D in de vorm van calcifediol in de nieren niet meer voldoende worden omgezet naar de actieve vorm van vitamine D3 (calcitriol).
Wees zeer voorzichtig bij hartfalen; constante controle van de calciumwaarde in serum is vereist. Dit geldt in het bijzonder bij patiënten die digoxine gebruiken, omdat hypercalciëmie kan optreden en zich hartritmestoornissen kunnen voordoen. Aan het begin van de behandeling wordt aanbevolen om bepalingen tweemaal per week uit te voeren
Bij hypoparathyroïdie kan de activiteit van calcifediol afnemen door onvoldoende activatie van het enzym 1α-hydroxylase door parathyroïdhormoon.
Wees voorzichtig bij nierstenen (in de voorgeschiedenis) aangezien door vitamine D de absorptie van calcium toeneemt en niersteenvorming kan verergeren; controleer de calciumspiegel.
Bij patiënten met langdurige immobilisatie kan het noodzakelijk zijn de dosis te verlagen om hypercalciëmie te voorkomen.
Wees voorzichtig bij sarcoïdose, tuberculose of andere granulomateuze aandoeningen in verband met verhoogde gevoeligheid voor vitamine D; monitor het calciumgehalte in serum en urine.
Calcifediol is niet geschikt voor kinderen, omdat de veiligheid en effectiviteit nog niet zijn vastgesteld.
Calcifediol kan interferentie vertonen met de Zlatkis-Zak-methode, hetgeen leidt tot valse stijgingen van de cholesterolwaarden in serum.
Hulpstof: Calcifediolcapsules bevatten zonnegeel (E 110) wat allergische reacties kan veroorzaken (m.n. bij voor acetylsalicylzuur allergische personen).
Waarschuwingen en voorzorgen
Hypercalciëmie kan optreden bij gebruik van vitamine D-analoga zoals alfacalcidol. Licht de patiënt in over klinische symptomen van hypercalciëmie (zwakte, moeheid, asthenie, malaise, spierpijn, artralgie, botpijn, anorexie, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, droge mond, dysgeusie, metaalsmaak, hoofdpijn, duizeligheid). In geval van hypercalciëmie de behandeling staken voor ten minste één week, na bereiken van de normaalwaarden hervatten met een halve dosis.
Wees voorzichtig bij hypercalciurie en bij nierstenen, hartritmestoornissen, sclerose van de hartkleppen of arteriosclerose in de voorgeschiedenis, omdat (langdurige) hypercalciëmie deze aandoeningen kan verergeren. Wees ook voorzichtig bij patiënten met verkalkingen van het longweefsel aangezien dit kan leiden tot een hartaandoening. Voorbijgaande, maar ook langdurige verslechtering van de nierfunctie is vastgesteld.
Eventueel fosfaatbinders gebruiken bij patiënten met renale osteodystrofie of ernstig verminderde nierfunctie om het serumfosfaat op een acceptabel niveau te handhaven en zo mogelijke calcificatie van weke delen te vermijden.
Wees voorzichtig bij sarcoïdose, tuberculose of andere granulomateuze aandoeningen in verband met verhoogde gevoeligheid voor vitamine D.
Controleer regelmatig de serumspiegels van calcium, magnesium, fosfaat, calcium×fosfaat-product, parathyroïdhormoon, creatinine- en alkalische fosfatase.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met ethanol (in de druppelvloeistof) bij alcoholisme, zwangerschap, lactatie en jonge kinderen. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben. Wees bij risicogroepen voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals ethanol of propyleenglycol, bevatten.
Overdosering
Symptomen
Toediening bij hogere doses of gedurende lange perioden kan leiden tot: hypercalciëmie, hypercalciurie, hyperfosfatemie, nierfalen en hartfalen. Tevens zijn verhoogde waarden voor albumine, bloed-ureum-stikstof (BUN), cholesterol en bloedtransaminasen kenmerkend. Extreme hypercalciëmie (serumcalcium > 12 mg/dl) kan leiden tot syncope, metabole acidose en coma.
Zie voor informatie over symptomen en behandeling de stofmonografie vitamine D3 op vergiftigingen.info.
Overdosering
Overmatige inname kan leiden tot hypercalciëmie.
Zie voor informatie over symptomen en behandeling de stofmonografie vitamine D3 op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Calcifediol is de 25-hydroxymetaboliet van vitamine D3 (colecalciferol) en wordt o.a. in de nieren omgezet naar calcitriol (1,25-dihydroxyvitamine D3), de actieve vorm van vitamine D. Omzetting tot 1,25-dihydroxyvitamine D wordt gereguleerd door het parathyroïdhormoon (PTH) en door de calcium- en fosfaatconcentratie in serum. Calcitriol speelt een rol bij de skeletopbouw en -instandhouding, onder andere door handhaving van de calcium/fosfaatspiegel. Het bevordert de fosfaat- en calciumabsorptie uit het maag- darmkanaal en de terugresorptie van calcium door de nieren. Het bevordert de normale botvorming en –mineralisatie door verhoging van de calcium- en fosfaatwaarden en door stimulatie van osteoblasten. Tevens onderdrukt calcitriol de afscheiding van parathyroïdhormoon door de bijschildklieren.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 75-80% (indien vetabsorptie normaal) via chylomicronen, vnl. in middelste gedeelten dunne darm. |
T max | ca. 4 uur. |
Metabolisering | Calcifediol ondergaat in nierweefsel o.i.v. 1α-hydroxylase hydroxylering tot calcitriol (1,25-dihydroxycolecalciferol), de actieve vorm van vitamine D3. |
Eliminatie | vnl. via gal. |
T 1/2el | 18-21 dagen. |
Lipofiliteit | Calcifediol wordt gedurende lange periode opgeslagen in vetweefsel en spieren. De opslag in vetweefsel is echter veel minder significant dan bij colecalciferol, waarschijnlijk doordat het minder vetoplosbaar is. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch vitamine D-analoog. Alfacalcidol is de 1-hydroxymetaboliet van vitamine D3 (colecalciferol) en wordt in de lever omgezet naar calcitriol (1,25-dihydroxyvitamine D3), de actieve vorm van vitamine D. Calcitriol wordt bij gezonde personen in de nieren gevormd door 1α-hydroxylase. Door de aanwezigheid van de 1α-hydroxygroep, heeft alfacalcidol alleen een hydroxylering van de 25-positie nodig in de lever om in calcitriol omgezet te worden. Alfacalcidol is daardoor werkzaam onafhankelijk van de nierfunctie.
Bij chronische nierziekte neemt de 1α-hydroxylering door de nieren af, waardoor de endogene calcitriolproductie tekort schiet. Dit leidt tot stoornissen in het bot- en mineralenmetabolisme, zoals secundaire hyperparathyroïdie en renale osteodystrofie. Alfacalcidol verlaagt het PTH-gehalte bij predialyse patiënten, onderdrukt de secundaire hyperparathyroïdie bij chronische dialyse patiënten, verbetert de renale osteodystrofie en verhoogt de botdichtheid.
Kinetische gegevens
F | 87% voor capsules, bij de druppelvloeistof hoger. |
T max | Na orale toediening bij gezonde vrijwilligers: alfacalcidol 6,4 uur (nuchter), ca. 5,5 uur (na toediening van voedsel). Voor calcitriol ca. 7,6 uur (nuchter), ca. 13,7 uur (niet-nuchter). Na intraveneuze toediening: alfacalcidol ca. 5 minuten, voor calcitriol ca. 6,5 uur. |
Metabolisering | in de lever snel door microsomaal CYP3A4 en mitochondriaal CYP27A1 tot calcitriol (1,25-dihydroxyvitamine D3). |
Eliminatie | relatief snel vnl. met de feces als calcitriol. |
T 1/2el | Na orale toediening bij gezonde vrijwilligers: alfacalcidol ca. 5 uur. Voor calcitriol ca. 8,7 (nuchter)–10,5 uur (niet-nuchter). Na intraveneuze toediening: alfacalcidol ca. 4,3 uur, voor calcitriol ca. 18,3 uur. |
T 1/2el | calcitriol ca. 19 uur bij hemodialysepatiënten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
calcifediol hoort bij de groep vitamine d en analoga.
Groepsinformatie
alfacalcidol hoort bij de groep vitamine d en analoga.