Samenstelling
Calcipotriol Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Zalf (0,005%)
- Sterkte
- 50 microg/g
- Verpakkingsvorm
- 60 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Paricalcitol XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig.
Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Indicaties
- Lichte tot matig–ernstige psoriasis vulgaris, als lokale behandeling.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Preventie en behandeling van secundaire hyperparathyroïdie bij volwassen patiënten met chronische nierinsufficiëntie (stadium 5) die hemo- of peritoneaaldialyse ondergaan.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Psoriasis vulgaris
Volwassenen inclusief ouderen
Zalf: bij monotherapie: 2×/dag ('s morgens en 's avonds) als een dunne laag aanbrengen op de aangedane huid van de ledematen of romp en zachtjes inwrijven. Als onderhoudsbehandeling kan de dosering afhankelijk van het effect worden verminderd tot 1×/dag. Max. 100 g zalf per week aanbrengen. Bij gelijktijdig gebruik met een lotion of gel die calcipotriol bevat op de hoofdhuid: totale dosis calcipotriol max. 5 mg/week (bv. 60 g zalf 0,005% en 40 ml gel of lotion 0,005%). Behandelduur: afhankelijk van het klinisch beeld (effect treedt op na uiterlijk 4–8 weken). De behandeling kan herhaald worden.
Combinatietherapie: calcipotriolzalf 1×/dag ‘s morgens en het lokale corticosteroïd 1×/dag 's avonds aanbrengen.
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar
Volgens de NHG-Standaard Psoriasis (2023) als combinatietherapie: 1×/dag ’s ochtends aanbrengen in combinatie met een lokaal corticosteroïd 1×/dag ’s avonds gedurende 4 weken. Maximale totale hoeveelheid van een vitamine D 3-analoog (calcipotriol, calcitriol) per week: kinderen 2–6 jaar, max. 30 g/week; kinderen 6–10 jaar, max. 50 g/week en volwassenen en kinderen >10 jaar, max. 100 g/week gebruiken.
Verminderde nier- en/of leverfunctie: gebruik bij een ernstige nier- en/of leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Toediening
- Niet aanbrengen op het gezicht omdat huidirritatie kan optreden. Voorzichtig gebruiken in de huidplooien, zie ook Waarschuwingen/Voorzorgen.
- Na gebruik de handen wassen (tenzij de handen worden behandeld) om onbewuste overbrenging naar het gezicht, de mond en de ogen te voorkomen.
Doseringen
Secundaire hyperparathyroïdie bij dialysepatiënten
Volwassenen
Intraveneus: Toedienen tijdens de dialyse (niet vaker dan elke twee dagen). Begindosis (in microg) = uitgangswaarde iPTH-spiegel in pg/ml (of pmol/l) gedeeld door 80 (of 8). Maximum begindosis in klinisch onderzoek was 40 microg.
Titratiedosis: dosisaanpassing elke 2–4 weken. Aanbevolen doseringsrichtlijn: indien de iPTH-spiegel t.o.v. de uitgangswaarde gelijk blijft of toeneemt óf afneemt met < 30%: de dosering met 2–4 microg verhogen; indien de spiegel afneemt met ≥ 30%, ≤ 60%: geen dosisaanpassing; indien de spiegel afneemt met > 60% óf iPTH-spiegel < 15,9 pmol/l (150 pg/ml): dosering met 2–4 microg verlagen. Bij hypercalciëmie of verhoogd Ca × P de dosering van op calcium gebaseerde fosfaatbinders, indien in gebruik, verlagen of stoppen. Bij hypercalciëmie of indien Ca × P langdurig > 5,2 mmol²/l² (65 mg²/dl²), de dosering paricalcitol verlagen of stoppen totdat normalisatie van deze parameters is opgetreden. Vervolgens de behandeling met een lagere dosis hervatten.
Aanvaard streefbereik voor iPTH-spiegels bij dialysepatiënten: < 1½–3× de niet-uremische bovengrens van normaal (15,9–31,8 pmol/l [150–300 pg/ml]). Terwijl de iPTH het beoogde bereik nadert, kunnen kleine, individuele dosesaanpassingen nodig zijn om een stabiele iPTH te verkrijgen.
Ouderen: beperkte ervaring bij ouderen ≥ 65 jaar laat geen verschillen in werkzaamheid en veiligheid zien t.o.v. niet-ouderen.
Verminderde leverfunctie: bij lichte tot matige leverinsufficiëntie zijn de ongebonden concentraties paricalcitol vergelijkbaar bij gezonde proefpersonen; in dergelijke gevallen van leverinsufficiëntie is geen dosisaanpassing nodig. Er is geen ervaring bij patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Toediening: De injectievloeistof toedienen via een hemodialysetoegang als i.v.-bolus.
Bijwerkingen
Lokaal
Zeer vaak (> 10%): huidirritatie.
Vaak (1-10%): pijn op de plaats van aanbrengen, jeuk, brandend gevoel op de huid, erytheem, (contact)dermatitis, afschilfering van de huid, verergering van de psoriasis, bulleuze huidreacties, huiduitslag (incl. erythemateuze, morbilliforme, (maculo)papuleuze, pustuleuze huidreacties.
Soms (0,1-1%): eczeem, folliculitis, droge huid, huidoedeem, seborroïsche dermatitis, fotosensibilisatie, veranderingen in huidpigmentatie.
Zelden (0,01–0,1%): urticaria.
Systemisch
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties. Hypercalciëmie, hypercalciurie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Smaakstoornis. Jeuk. Hypoparathyroïdie, hypercalciëmie, hyperfosfatemie.
Soms (0,1-1%): hypo- of hypertensie, aritmie, atriumflutter, hartstilstand. Overgevoeligheid. Infectie, sepsis. Keelontsteking, griep. Neusbloeding, hoesten, dyspneu, astma, pneumonie, longoedeem. Coma, CVA, voorbijgaand ischemisch infarct, syncope, myoclonus, hypo-esthesie, paresthesie, duizeligheid, ataxie. Verwardheid, delirium, depersonalisatie, agitatie, slapeloosheid, nervositeit. Glaucoom, conjunctivitis. Ooraandoening. Droge mond, dysfagie, misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, obstipatie, gastritis, colitis, diarree, rectale bloeding. Urticaria, vesiculobulleuze dermatitis, alopecia, hirsutisme, hyperhidrose. Lymfadenopathie. Gewrichtspijn, gewrichtsstijfheid, rugpijn, spiertrekkingen, spierpijn. (Perifeer) oedeem, pijn op de injectieplaats, pijn op de borst, koorts, krachteloosheid, malaise, dorst. Borstkanker. Impotentie. Vaginale infectie. Gewichtsafname, verminderde eetlust. Anemie, leukopenie. Verlengde bloedingstijd, abnormale leverenzymwaarden. Hyperparathyroïdie, hyperkaliëmie, hypocalciëmie.
Verder zijn gemeld: larynxoedeem, angio-oedeem. Maag-darmbloeding.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met systemische vitamine D-producten, calciumsupplementen of andere middelen die de serumcalciumconcentratie kunnen verhogen, zoals thiazide-diuretica, oestrogenen, anabole steroïden en parathyroïdhormonen of parathyroïdhormoonanalogen, kan het risico op klinisch significante hypercalciëmie vergroten.
Niet gelijktijdig aanbrengen met salicylzuur vanwege de kans op inactivatie van calcipotriol.
Interacties
Niet combineren met fosfaat of vitamine D-gerelateerde geneesmiddelen, vanwege toenemende kans op hypercalciëmie en verhoging van het (Ca × P)-product. Hoge doses calciumbevattende preparaten of thiazide-diuretica vermeerderen de kans op hypercalciëmie eveneens.
Bij gelijktijdig gebruik van magnesiumbevattende preparaten (bv. antacida) kan hypermagnesiëmie optreden.
Bij gelijktijdig gebruik van aluminiumbevattende preparaten (bv. antacida, fosfaatbinders) kan de concentratie van aluminium stijgen.
Bij combinatie met de sterke CYP3A4-remmer ketoconazol treedt bijna een verdubbeling op van de gemiddelde halfwaardetijd van paricalcitol; controleer het serumcalcium en -fosfaat extra.
Een eventuele hypercalciëmie kan predisponeren voor een digoxinevergiftiging.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren na orale toediening schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Hoewel bij lokaal gebruik absorptie via de huid gering is zijn nadelige effecten bij de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Volgens de fabrikant veiligheidshalve gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren verhoogt het in hoge doseringen de peri- en postnatale sterfte.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: De fabrikant raadt paricalcitol injecties af bij vruchtbare vrouwen die geen anticonceptie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij mens en dier.
Farmacologisch effect: Gezien de geringe absorptie via de huid is het bij beperkt gebruik (klein oppervlak, kortdurend) niet waarschijnlijk dat nadelige effecten bij de zuigeling zullen optreden. Bij uitgebreid gebruik (langdurig gebruik, grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakten of op beschadigde huid) neemt de geresorbeerde hoeveelheid toe.
Advies: Kan bij beperkt (klein oppervlak, kortdurend) gebruik waarschijnlijk veilig gebruikt worden. Niet gebruiken bij langdurig gebruik en/of gebruik op grote oppervlakken.
Overig: Vermijd toepassing op de borst of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de borst en tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- stoornissen van het calciummetabolisme;
- hypercalciëmie;
- ernstig gestoorde nier- of leverfunctie.
Contra-indicaties
- vitamine D-toxiciteit;
- hypercalciëmie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik voorzichtig in de huidplooien, omdat dit het risico op bijwerkingen kan verhogen.
Hypercalciëmie kan optreden wanneer de maximale wekelijkse dosis (100 g) wordt overschreden. De maximale dosering niet overschrijden, niet gebruiken onder occlusie of in combinatie met penetratiebevorderende stoffen vanwege de kans op hypercalciëmie (zie ook Overdosering). Het serumcalcium normaliseert echter snel wanneer de behandeling wordt gestaakt.
Beperk of vermijd overvloedige blootstelling aan natuurlijk of kunstmatig zonlicht.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld, vermijd gebruik bij:
- een ernstige nier- of leverfunctiestoornis;
- psoriasis guttata, erytrodermie en pustuleuze psoriasis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Oversuppressie van parathyroïdhormoon kan resulteren in een verhoogde calciumconcentratie wat kan leiden tot metabole botziekte. Chronische hypercalciëmie kan ook in verband worden gebracht met gegeneraliseerde vasculaire verkalking en andere weke delen verkalking. Indien de dosering is vastgesteld, het serumcalcium en –fosfaat elke maand meten, de intacte PTH (iPTH) in het serum elke drie maanden. Bij dosisaanpassingen kan het nodig zijn vaker laboratoriumonderzoek uit te voeren.
In pre-dialysepatiënten kan paricalcitol het serumcreatinine verhogen (en daardoor de geschatte GFR verminderen) zonder de echte glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) te veranderen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 j.) zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen:
- Wees voorzichtig met ethanol (in de injectievloeistof) bij alcoholisme, leverziekte, epilepsie, zwangerschap en lactatie. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben. Wees bij risicogroepen voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die ethanol of propyleenglycol bevatten.
- Propyleenglycol (in de injectievloeistof) bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken bij extra controle op achteruitgang.
Overdosering
Het aanbrengen van grotere hoeveelheden dan aanbevolen kan leiden tot verhoogde serumcalciumspiegels (zie ook Waarschuwingen en voorzorgen).
Symptomen
Hypercalciëmie: o.a. polyurie, obstipatie, spierzwakte, verwardheid, coma.
Neem voor informatie over een vergiftiging met calcipotriol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Hypercalciëmie, hypercalciurie, hyperfosfatemie, oversuppressie van parathyroïdhormoon.
Therapie
Bij significante hypercalciëmie onmiddellijke dosisverlaging of staken, calciumarm dieet, staken van calciumsupplementen, aandacht voor en behandeling van afwijkingen in vocht- en elektrolytbalans, ECG-afwijkingen (cruciaal bij digoxine-gebruik). Hemodialyse of peritonale dialyse tegen een calciumvrij dialysaat.
Neem voor informatie over een vergiftiging met paricalcitol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Calcipotriol is een synthetisch vitamine D3-derivaat. Het remt de proliferatie en stimuleert de differentiatie van epidermale keratinocyten.
Werking: na 2–4 weken (afname huidschilfering, later ook afname erytheem), maximaal na 6–8 weken.
Kinetische gegevens
Resorptie | < 1% indien aangebracht op de huid met psoriasislaesies. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch vitamine D-analoog van calcitriol met modificaties aan de zijketen (D2) en de A-(19-nor-)ring die selectieve vitamine D-receptor (VDR)-activatie mogelijk maakt. Het verhoogt selectief de VDR-expressie in de bijschildklier zonder de VDR-expressie in de darmen te verhogen en is minder actief op botresorptie. Het verhoogt ook de calcium-sensing receptor (CaSR) in de bijschildklier. Door remming van de proliferatie van de bijschildklier reduceert het de parathyroïdhormoon (PTH)-concentratie, met minimaal effect op de calcium- en fosfaatconcentratie. Daarnaast acteert het direct op botcellen, waardoor de botdichtheid behouden blijft en mineralisatie-oppervlakten verbeteren.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,5 l/kg. |
Eiwitbinding | > 99,9%. |
Metabolisering | hepatisch en extrahepatisch: o.a. via mitochondriaal CYP24, alsook CYP3A4 en UGT1A4. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten; ca. 70–74% via de gal met de feces, 16–18% met de urine. Paricalcitol wordt nauwelijks verwijderd door dialyse. |
T 1/2el | ca. 5–7 uur bij gezonde personen, ca. 15 uur bij hemodialysepatiënten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
calcipotriol hoort bij de groep vitamine d en analoga.
Groepsinformatie
paricalcitol hoort bij de groep vitamine d en analoga.