Samenstelling
Carteabak (hydrochloride) Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (2%)
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Betoptic (als hydrochloride) Immedica Pharma
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (suspensie) (0,25%) 'S'
- Sterkte
- 2,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandeling van glaucoom dient door een oogarts te gebeuren. Bij open-kamerhoekglaucoom bestaat behandeling uit lokale medicamenteuze therapie en/of laserbehandeling. Indien de oogboldruk onvoldoende verlaagd wordt door deze behandeling, kan operatieve interventie noodzakelijk zijn. Bij de medicamenteuze behandeling zijn oogdruppels met een prostaglandine-analoog eerste keus. Bij onvoldoende effect van of intolerantie voor een prostaglandine-analoog wordt eerst een β-blokker als monotherapie aanbevolen. Alternatieven voor bovenstaande monotherapie zijn monotherapie met een lokale koolzuuranhydraseremmer of α2-agonist. Wanneer monotherapie onvoldoende effect heeft, worden geneesmiddelen met verschillende aangrijpingspunten gecombineerd. Bij nauwe-kamerhoekglaucoom kiest men voor een laserbehandeling en/of een operatie, ondersteund door een medicamenteuze behandeling.
Advies
Behandeling van glaucoom dient door een oogarts te gebeuren. Bij open-kamerhoekglaucoom bestaat behandeling uit lokale medicamenteuze therapie en/of laserbehandeling. Indien de oogboldruk onvoldoende verlaagd wordt door deze behandeling, kan operatieve interventie noodzakelijk zijn. Bij de medicamenteuze behandeling zijn oogdruppels met een prostaglandine-analoog eerste keus. Bij onvoldoende effect van of intolerantie voor een prostaglandine-analoog wordt eerst een β-blokker als monotherapie aanbevolen. Alternatieven voor bovenstaande monotherapie zijn monotherapie met een lokale koolzuuranhydraseremmer of α2-agonist. Wanneer monotherapie onvoldoende effect heeft, worden geneesmiddelen met verschillende aangrijpingspunten gecombineerd. Bij nauwe-kamerhoekglaucoom kiest men voor een laserbehandeling en/of een operatie, ondersteund door een medicamenteuze behandeling.
Betaxolol is een selectieve β1-blokker en heeft mogelijk minder invloed op de luchtwegweerstand. Het wordt daarom wel toegepast bij glaucoompatiënten met astma/COPD die een β-blokker nodig hebben.
Indicaties
Verlaging van de intra-oculaire druk bij:
- Oculaire hypertensie;
- Open-kamerhoekglaucoom.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Verlaging van de intra-oculaire druk bij:
- Oculaire hypertensie;
- Open-kamerhoekglaucoom;
- Bepaalde vormen van secundair glaucoom.
Glaucoom bij patiënten met een behandelde reactieve aandoening van de luchtwegen, indien verlaging van de intra-oculaire druk door middel van β-blokkade is geïndiceerd.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Open-kamerhoekglaucoom en oculaire hypertensie
Volwassenen (incl. ouderen)
1 druppel 2×/dag in het aangedane oog. Soms is toediening eenmaal per dag voldoende.
Vergeten dosis: Behandeling volgens schema voortzetten met de volgende dosis.
Wanneer wordt overgeschakeld van een ander antiglaucoommiddel naar carteolol, het gebruik van het andere middel staken en de volgende dag starten met carteolol.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Doseringen
Open-kamerhoekglaucoom, secundair glaucoom en oculaire hypertensie
Volwassenen
1 druppel 2×/dag in het aangedane oog.
Toediening
- De suspensie goed schudden voor gebruik;
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben;
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Bijwerkingen
Lokaal
Gemeld zijn: oogklachten (irritatie, jeuk, branden, tranen, roodheid, droogte, wazig zien), diplopie, veranderde refractie, keratitis, cornea-erosie, verminderde gevoeligheid van de cornea, blefaritis, ptosis.
Systemisch
Gemeld zijn: depressie, slapeloosheid, slaapstoornis, geheugenverlies. Vermoeidheid. Hoofdpijn, duizeligheid, syncope, paresthesie, verergering myasthenia gravis, CVA, cerebrale ischemie. Pijn op de borst, bradycardie, hartkloppingen, aritmie, AV-blok, (congestief) hartfalen, oedeem, hartstilstand. Hypotensie, fenomeen van Raynaud, claudicatio intermittens, koude acra. Verergering bronchospasme, dyspneu, hoest. Misselijkheid, braken, dyspepsie, dysgeusie, droge mond, buikpijn, diarree. Allergische reacties (zoals jeuk, lokale en gegeneraliseerde huiduitslag, urticaria, angio-oedeem, anafylactische reactie). Alopecia, psoriaforme uitslag of exacerbatie van psoriasis. Spierpijn. Seksuele disfunctie, verminderd libido, erectiestoornis. Hypoglykemie. Positieve antinucleaire antilichamen.
Bijwerkingen
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): oculair ongemak.
Vaak (1-10%): tranenvloed, corpus–alienum–gevoel.
Soms (0,1-1%): wazig zien, oogklachten (pijn, jeuk, roodheid, asthenopie, fotofobie), keratitis punctata, conjunctivitis, conjunctivaal oedeem, oogontsteking, oogafscheiding, blefarospasme, korstvorming op ooglidrand.
Zelden (0,01-0,1%): refractaire aandoening, cataract.
Verder zijn gemeld: hypo-esthesie van het oog, anisocorie, corneaverkleuring.
Systemisch: Soms (0,1-1%): tachycardie. Astma, respiratoire aandoeningen. Rinitis.
Zelden (0,01-0,1%): angststoornis. Dermatitis. Rinorroe.
Verder zijn gemeld: Glossitis. Periorbitaal oedeem. Toxische epidermale necrolyse.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van (lokale en systemische) β-blokkers, calciumantagonisten, middelen die catecholaminedepletie veroorzaken, digoxine, klasse I-anti-aritmica, amiodaron en parasympathicomimetica kan een additief effect optreden met onder andere hypotensie en/of bradycardie tot gevolg.
β-Blokkers kunnen het hypoglykemisch effect van bloedglucoseverlagende middelen versterken.
β-Blokkers voor oculair gebruik kunnen de werking van systemische β–agonisten zoals adrenaline blokkeren. Een enkele keer is mydriase vermeld na gelijktijdige toediening met adrenaline (epinefrine).
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van (lokale en systemische) β-blokkers, calciumantagonisten, middelen die catecholaminedepletie veroorzaken, digoxine, klasse I-anti-aritmica, amiodaron en parasympathicomimetica kan een additief effectoptreden, met onder andere hypotensie en/of bradycardie tot gevolg.
β-Blokkers kunnen het hypoglykemisch effect van bloedglucoseverlagende middelen versterken.
β-Blokkers voor oculair gebruik kunnen de werking van systemische β–agonisten zoals adrenaline blokkeren. Een enkele keer is mydriase gemeld na gelijktijdige toediening met adrenaline (epinefrine).
Betaxolol is een adrenerg-blokkerend middel, wees daarom voorzichtig met gelijktijdig gebruik van adrenerge psychofarmaca.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij mens als bij dieren, onvoldoende gegevens. Er zijn bij gebruik van systemische β-blokkers bij de mens geen aanwijzingen voor een groter risico op aangeboren afwijkingen.
Farmacologisch effect: Systemisch toegepaste β-blokkers kunnen in het laatste trimester of tijdens de partus bij foetus of pasgeborene farmacologische effecten geven zoals bradycardie, hypoglykemie en hypotensie. Bij gebruik van de oogdruppels is de systemische blootstelling gering, desondanks zijn de beschreven effecten niet uit te sluiten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Controleer op farmacologische effecten bij de foetus of pasgeborene, zoals bradycardie, hypoglykemie en hypotensie. Door de traanbuis korte tijd (1–3 minuten) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische absorptie beperkt worden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Er zijn bij gebruik van systemische β-blokkers bij de mens geen aanwijzingen voor een groter risico op aangeboren afwijkingen.
Farmacologisch effect: Systemisch toegepaste β-blokkers kunnen in het laatste trimester of tijdens de partus bij foetus of pasgeborene farmacologische effecten geven zoals bradycardie, hypoglykemie en hypotensie. Bij gebruik van de oogdruppels is de systemische blootstelling gering, desondanks zijn de beschreven effecten niet uit te sluiten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Controleer op farmacologische effecten bij de foetus of pasgeborene, zoals bradycardie, hypoglykemie en hypotensie. Door de traanbuis korte tijd (1–3 minuten) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische absorptie beperkt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan carteolol vanuit de oogdruppel bij de moeder is laag, waardoor nadelige effecten bij de zuigeling via de moedermelk onwaarschijnlijk zijn.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan betaxolol vanuit de oogdruppel bij de moeder is laag, waardoor nadelige effecten bij de zuigeling via de moedermelk onwaarschijnlijk zijn.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- (actuele of doorgemaakte) astma en andere ernstige obstructieve longaandoeningen (COPD);
- manifest hartfalen, cardiogene shock, sinusbradycardie, sick-sinus-syndroom, sinoatriaal blok, tweede- en derdegraads AV-blok zonder pacemaker;
- onbehandeld feochromocytoom;
- overgevoeligheid voor β-blokkers.
Contra-indicaties
- (actuele of doorgemaakte) ernstige astma en andere ernstige obstructieve longaandoeningen (COPD);
- manifest hartfalen, cardiogene shock, sinusbradycardie, sick-sinussyndroom, sinoatriaal blok, tweede- en derdegraads AV–blok zonder pacemaker;
- overgevoeligheid voor β-blokkers.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij ernstige cardiovasculaire stoornissen (zoals coronaire hartziekte, Prinzmetal-angina-pectoris en hartfalen) en hypotensie is kritische evaluatie noodzakelijk. Wees voorzichtig bij een eerstegraads AV–blok vanwege een negatief effect op de AV–geleiding. De dosering verlagen indien het hartritme daalt beneden 50–55 slagen per minuut in rust en/of bradycardie-gerelateerde symptomen optreden. Bij coronaire hartziekten de behandeling geleidelijk stopzetten. Door β-blokkers kan de kans op rebound–hypertensie toenemen.
Niet gebruiken bij astma/ernstige COPD (zie ook de rubriek Contra-indicaties). Wees voorzichtig bij lichte/matige COPD. Overlijden door bronchospasmen bij astma is waargenomen na toediening van sommige oculaire β-blokkers.
β-Blokkers kunnen symptomen maskeren van hypoglykemie en hyperthyroïdie. Wees voorzichtig bij labiele diabetes/spontane hypoglykemie. Patiënten die vermoedelijk thyrotoxicose ontwikkelen nauwlettend observeren.
Wees voorzichtig bij ernstige perifere circulatiestoornissen zoals ernstige vormen van het fenomeen van Raynaud.
Wees voorzichtig bij myasthenia gravis vanwege verergering van de spierzwakte zich uitend in ptosis en diplopie.
Bij een voorgeschiedenis van atopie of ernstige anafylactische reactie op allergenen kan tijdens gebruik van een β-blokker een versterkte reactie optreden bij herhaalde blootstelling aan die allergenen. Een opgetreden anafylaxie is vaak matig of slecht te beïnvloeden met de gebruikelijke hoeveelheid adrenaline.
Bij acuut gesloten-kamerhoekglaucoom carteolol oogdruppels samen met een mioticum geven.
Na glaucoomingrepen is bij toepassing van kamerwaterremmende therapie (timolol, acetazolamide) loslating van de choroidea gemeld.
Wees voorzichtig bij droge ogen en bij gebruik van contactlenzen, omdat β-blokkers de traanvochtsecretie kunnen verminderen. Contactlenzen kunnen mogelijk minder goed worden verdragen.
Bij kinderen zijn de werkzaamheid en veiligheid niet vastgesteld.
Hulpstoffen: Fosfaathoudende oogdruppels kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneacalcificaties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij ernstige cardiovasculaire stoornissen (zoals coronaire hartziekte, Prinzmetal-angina-pectoris en hartfalen) en hypotensie is kritische evaluatie noodzakelijk. Wees voorzichtig bij eerstegraads AV-blok vanwege een negatief effect op de AV-geleiding. Indien systemische toepassing van selectieve β-blokkers is gecontra-indiceerd, moet bij instelling op deze oogdruppels nauwlettend worden gecontroleerd op polsfrequentie en hartinsufficiëntie.
Niet gebruiken bij ernstige astma/COPD (zie ook de rubriek Contra-indicaties). Wees voorzichtig bij lichte/matige COPD en (een voorgeschiedenis van) lichte/matige astma. Er zijn gevallen bekend van astma-aanvallen en ademnood tijdens behandeling met betaxolol.
Wees voorzichtig bij cerebrale insufficiëntie en ernstige perifere circulatiestoornissen.
β-Blokkers kunnen symptomen maskeren van hypoglykemie en hyperthyroïdie. Wees voorzichtig bij labiele diabetes/spontane hypoglykemie. Patiënten die vermoedelijk thyrotoxicose ontwikkelen nauwlettend observeren.
Wees voorzichtig bij myasthenia gravis vanwege toename van de spierzwakte zich uitend in ptosis en diplopie.
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van atopie of ernstige anafylactische reactie op allergenen; een opgetreden anafylaxie is vaak matig of slecht te beïnvloeden met de gebruikelijke hoeveelheid adrenaline tijdens gebruik van een β-blokker.
Bij acuut glaucoom betaxolol samen met een mioticum geven.
Na glaucoomingrepen is bij toepassing van kamerwaterremmende therapie (timolol, acetazolamide) loslating van de choroidea gemeld.
Wees voorzichtig bij droge ogen, omdat β-blokkers de traanvochtsecretie kunnen verminderen. Zie ook achter Hulpstoffen.
De effectiviteit en veiligheid bij kinderen is niet aangetoond.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik. Tevens kan het zachte contactlenzen doen verkleuren. Contactlenzen (zowel harde als zachte) voor het indruppelen uitnemen en na 15 minuten weer indoen. Verder kan benzalkoniumchloride irritatie veroorzaken, wat aanleiding kan geven tot minder goed verdragen van contactlenzen.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met carteolol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging door betaxolol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Niet-selectieve β-blokker met intrinsieke sympathicomimetische activiteit en met geringe membraanstabiliserende werking. Toegediend in het oog verlaagt het de oogdruk door secretie van kamervocht te verminderen. Werking: binnen enkele min, max. na 2–4 uur, werkingsduur: ten minste 24 uur. De werking is te evalueren na circa 4 weken.
Eigenschappen
Lipofiele selectieve β-receptorblokker (met name β1) zonder intrinsieke sympathicomimetische activiteit en met slechts geringe membraanstabiliserende werking. Toegediend in het oog verlaagt betaxolol de intra-oculaire druk. In de suspensie ('S') is de polaire ammoniumgroep van betaxolol ionogeen gebonden aan de Amberlite hars. Na toediening wordt betaxolol dan gedurende enkele minuten vertraagd afgegeven, hetgeen een minder prikkelend of brandend gevoel in het oog geeft. Betaxolol veroorzaakt geen miose of accommodatie-spasmen. Werking: binnen 30 min, max. na 2 uur. Werkingsduur: drukdaling gedurende 12 uur na 1 dosis, stabilisatie soms na enkele weken.
Groepsinformatie
carteolol hoort bij de groep bètablokkers, oculair.
Groepsinformatie
betaxolol hoort bij de groep bètablokkers, oculair.