Samenstelling
A–CQ 100 chloroquine (als fosfaat) ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lariam (als hydrochloride) Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Profylaxe van malaria: Bij het bestrijden van malaria staat voorkómen van muggenbeten voorop, in gebieden met een lage transmissie van malaria is dit de enige te nemen maatregel. Bij reizen van meer dan 7 dagen naar gebieden met een middelmatige transmissie wordt aanbevolen een noodbehandeling mee te nemen; kies artemether/lumefantrine of atovaquon/proguanil. Bij reizen naar gebieden met een hoge transmissie wordt de keuze van de profylactische behandeling bepaald door de reisbestemming, karakteristieken van de persoon en de duur van het verblijf. In aanmerking komen atovaquon/proguanil, doxycycline en mefloquine. Bij zwangere en lacterende vrouwen en bij kinderen < 5 kg eventueel ook chloroquine. De GGD's en overige bij het LCR aangesloten gespecialiseerde centra beschikken over de meest recente gegevens van resistentie in malariagebieden. De behandeling van malaria wordt bepaald aan de hand van de aangetoonde verwekker, en de ernst van de ziekte, en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum.
Chloroquine is een eerstekeus alternatief bij volwassenen voor de behandeling van malaria veroorzaakt door Plasmodium malariae (malaria quartana) en eerste keus bij kinderen. Bij malaria door P. vivax/ovale (malaria tertiana) is het bij volwassenen tweede keus, en bij kinderen eerste keus. Wel komt er in ZO-Azië resistentie van P. vivax voor chloroquine voor, daarom wordt bij mensen die daar gereisd hebben, voor een ander middel gekozen (artemether/lumefantrine of atovaquon/proguanil).
Bij amoebiasis is chloroquine geen middel van eerste keus (bij een amoebenabces of -enteritis is dat metronidazol oraal of i.v.).
Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd. Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.
Chloroquine heeft bij RA een positief effect op de ziekteactiviteit, maar geen aangetoonde effectiviteit op radiologische progressie. Het kan bij RA een plaats hebben in combinatie met een csDMARD. Houd hierbij rekening met de zeldzame bijwerking retinopathie, zie ook het NVR-standpunt (hydroxy)chloroquine en retinopathiescreening.
Bij het voorschrijven van dit geneesmiddel dient volgens de Regeling Geneesmiddelenwet de reden van voorschrijven op het recept te worden vermeld.
Advies
Profylaxe van malaria: Bij het bestrijden van malaria staat voorkómen van muggenbeten voorop, in gebieden met een lage transmissie van malaria is dit de enige te nemen maatregel. Bij reizen van meer dan 7 dagen naar gebieden met een middelmatige transmissie wordt aanbevolen een noodbehandeling mee te nemen; kies artemether/lumefantrine of atovaquon/proguanil. Bij reizen naar gebieden met een hoge transmissie wordt de keuze van de profylactische behandeling bepaald door de reisbestemming, karakteristieken van de persoon en de duur van het verblijf. In aanmerking komen atovaquon/proguanil, doxycycline en mefloquine. Bij zwangere en lacterende vrouwen en bij kinderen < 5 kg eventueel ook chloroquine. De GGD's en overige bij het LCR aangesloten gespecialiseerde centra beschikken over de meest recente gegevens van resistentie in malariagebieden. De behandeling van malaria wordt bepaald aan de hand van de aangetoonde verwekker, en de ernst van de ziekte, en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum.
Mefloquine is het middel van derde keus bij niet-ernstige malaria tropica en tweede keus bij volwassenen met malaria veroorzaakt door P. vivax/ovale (malaria tertiana). Het kent relatief veel neuropsychiatrische bijwerkingen, en bij gelijktijdig of aansluitend gebruik van chloroquine, kinine en kinidine kunnen convulsies en ECG-afwijkingen optreden. Verder is het niet toepasbaar bij kinderen < 3 mnd. en/of < 5 kg.
Indicaties
- Behandeling en profylaxe van alle vormen van malaria;
- Leveramoebiasis in combinatie met een contactamoebicide middel, als een algemeen amoebicide middel (bv. metronidazol) onvoldoende resultaat heeft gegeven óf is gecontra-indiceerd;
- Reumatoïde artritis (en juveniele reumatoïde artritis) die niet op een 6 maanden durende behandeling met een NSAID (prostaglandinesynthetaseremmer) heeft gereageerd;
- Lupus erythematodes.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling
- Malaria, vooral wanneer deze wordt veroorzaakt door stammen van Plasmodium falciparum die resistent zijn tegen andere malariamiddelen;
- Plasmodium vivax en gemengde malaria.
Profylaxe
- Voor reizigers naar malariagebieden waar een groot infectierisico bestaat voor stammen van Plasmodium falciparum die resistent zijn tegen andere malariamiddelen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De tabletten hebben één breukgleuf, zodat een dosis van 50 mg mogelijk is.
Acute malaria-aanval
Volwassenen
Begindosis 600 mg, na 6 uur 300 mg en daarna gedurende 2 dagen 300 mg per dag; zo nodig nog 2 dagen 300 mg per dag, eventueel gevolgd door profylactische dosering.
Kinderen (lichaamsgewicht > 10 kg)
Begindosis 10 mg/kg lichaamsgewicht, na 6 uur 5 mg/kg; daarna gedurende 2 dagen 5 mg/kg per dag, eventueel gevolgd door profylactische dosering.
Als malariaprofylaxe
Volwassenen en kinderen ≥ 13 jaar
300 mg op de eerste en op de tweede dag, daarna 300 mg 1×/week. Volgens de fabrikant bij voorkeur beginnen 1–2 weken voor aankomst, in ieder geval uiterlijk op de 1 e en 2 e dag vóór vertrek en voortzetten tot 4–8 weken na vertrek uit het malariagebied. Volgens het LCR beginnen op de dag van aankomst in het malariagebied en voortzetten tot ten minste 4 weken na vertrek uit malariagebied (dit is een offlabel advies).
Kinderen < 13 jaar (lichaamsgewicht > 10 kg)
Volgens de fabrikant: bij voorkeur beginnen 1–2 weken voor aankomst, in ieder geval uiterlijk op de 1 e en 2 e dag vóór vertrek en voortzetten tot 4–8 weken na vertrek uit het malariagebied. Geef 5 mg/kg op de eerste en op de tweede dag, vóór vertrek, daarna 5 mg/kg 1×/week; dit is voor kinderen van 11–12 jaar: 250 mg, 7–10 jaar: 150 mg, 4–6 jaar: 100 mg, jonger dan 3 jaar: 50 mg. Volgens het LCR beginnen op de dag van aankomst in het malariagebied en voortzetten tot ten minste 4 weken na vertrek uit malariagebied (dit is een offlabel advies). Volgens het LCR is chloroquine ook (offlabel) toepasbaar bij kinderen < 10 kg, voor kinderen met een lichaamsgewicht van 5–10 kg geldt een dosering van 50 mg 1×/week (½ tablet à 100 mg/week), voor < 5 kg: 5 mg/kg lichaamsgewicht (¼ tablet à 100 mg/week). Let op dat bij langverblijvers de dosering bij kinderen i.v.m. hun groei aangepast moet worden.
Leveramoebiasis
Volwassenen
Aanvankelijk 300 mg 2×/dag gedurende 2 dagen, gevolgd door 300 mg 1×/dag gedurende 2–3 weken.
Reumatoïde artritis
Volwassenen
Aanvankelijk 150–300 mg/dag gedurende 7–10 dagen; onderhoudsdosis 100–200 mg/dag, max. 4 mg/kg per dag.
Lupus erythematodes
Volwassenen
Aanvankelijk 300–600 mg/dag gedurende 8–15 dagen, gevolgd door 200–300 mg/dag gedurende 2–3 weken; onderhoudsbehandeling 100–200 mg/dag.
Bij gebruik als chemoprofylacticum (of als behandeling van) malaria: bij braken binnen 1 uur na inname, volgens het LCR een nieuwe dosis innemen.
Toediening: De tabletten bij voorkeur innemen tijdens of na de maaltijd, zonder kauwen met wat water.
Doseringen
Acute malaria-aanval
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
Totale dosis bij niet-immune en gedeeltelijk immune patiënten: 20–25 mg/kg lichaamsgewicht;
dit is bij een lichaamsgewicht van 5–20 kg: ¼ tablet per 2½–3 kg of 1 tablet per 10-12 kg;
20–30 kg: 2–3 tabletten;
> 30–45 kg: 3–4 tabletten;
> 45–60 kg: 5 tabletten;
> 60 kg: 6 tabletten.
Er is weinig ervaring met curatief gebruik van mefloquine bij zuigelingen, leeftijd < 3 mnd. of gewicht < 5 kg.
Totale dosis bij patiënten woonachtig in malariagebieden: 15 mg/kg lichaamsgewicht kán voldoende zijn;
dit is bij een lichaamsgewicht van 5–20 kg: ¼ tablet per 4 kg;
20–30 kg: 1½–2 tabletten;
> 30–45 kg: 2–3 tabletten;
> 45–60 kg: 3 tabletten;
> 60 kg: 4 tabletten.
Er is weinig ervaring met het curatief gebruik van mefloquine bij zuigelingen, leeftijd < 3 mnd. of gewicht < 5 kg.
Om bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkómen of de ernst ervan te verminderen de totale curatieve dosering splitsen in 2–3 doses met een tijdsinterval van 6–8 uur op de volgende wijze: 3+1, 3+2, of 3+2+1 tabletten. Als er binnen 48–72 uur geen verbetering optreedt, overweeg dan een andere behandeling.
Bij ernstige vormen van acute malaria kan eerst een inleidende kuur van i.v. kinine worden gegeven gedurende 2–3 dagen; geef mefloquine dan na een interval van ten minste 12 uur na de laatste dosis kinine.
Uitgebraakte dosis: Als binnen 30 minuten na inname wordt gebraakt, een tweede volledige dosis geven. Bij braken 30–60 min na toediening een additionele halve dosis geven.
Noodbehandeling: Als directe medische hulp tijdens een reis naar en in malariagebied (naar verwachting) niet voorhanden is kan mefloquine bij volwassenen als een 'stand by'-geneesmiddel worden voorgeschreven. De zelfbehandeling beginnen met ca. 15 mg/kg (dat is voor patiënten ≥ 45 kg 3 tabletten). Als er binnen 24 uur geen professionele hulp kan worden verkregen en er geen ernstige bijwerkingen optreden, dan een tweede gedeelte van de totale dosering (2 tabletten voor patiënten ≥ 45 kg) 6–8 uur later innemen. Patiënten > 60 kg dienen een extra tablet in te nemen 6–8 uur na de tweede dosis. Eén week na beëindiging van de 'stand by'–behandeling de profylaxe hervatten. Altijd bij de eerste gelegenheid die zich voordoet een arts raadplegen, ook al lijkt men volledig hersteld te zijn.
Als malariaprofylaxe
De aanbevolen profylactische dosering bedraagt ca. 5 mg/kg 1×/week;
dit is voor personen > 45 kg: 1 tablet 1×/week;
30–45 kg: ¾ tablet 1×/week;
20–30 kg: ½ tablet 1×/week;
15–20 kg: ¼ tablet 1×/week.
Er is weinig ervaring met profylactisch gebruik van mefloquine bij kinderen met een leeftijd < 2 jaar of een lichaamsgewicht < 15 kg.
Om de tolerantie van de reiziger voor mefloquine te kunnen evalueren de profylaxe idealiter starten 10 dagen vóór vertrek naar een endemisch gebied: dus de eerste dosis 10 dagen vóór vertrek en de 2 e dosis 3 dagen vóór vertrek innemen. De opvolgende doses een week na de 2 e en doorgaan met eenmaal per week innemen op een vaste dag. Indien het 10-dagen-voor-vertrek-starten niet mogelijk is (bv. bij een onverwacht vertrek) per direct het volgende oplaadschema volgen: de profylactische doses op 3 opeenvolgende dagen (laten) innemen (op dag 1, 2 en 3), vervolgens op dag 8 en daarna wekelijks. Hierbij is dag 1 de dag waarop wordt gestart met de inname, idealiter z.s.m. nog vóór vertrek naar malariagebied. Bv. voor volwassenen en kinderen > 45 kg 1 tablet per dag gedurende 3 opeenvolgende dagen, gevolgd door 1 tablet op dag 8 en daarna 1 tablet per week. De opvolgende wekelijkse doses altijd op dezelfde dag van de week innemen. Het toepassen van dit versnelde oplaadschema kan echter gepaard gaan met meer bijwerkingen. Na vertrek uit het endemische gebied de behandeling nog 4 weken voortzetten om de kans te verminderen dat alsnog malaria optreedt na vertrek.
Bij comedicatie: Bij gelijktijdig gebruik van andere middelen is het soms gewenst 2–3 weken vóór vertrek met de profylaxe te beginnen (wanneer mogelijk), dit om er zeker van te zijn dat de combinatie van geneesmiddelen goed wordt verdragen.
Ouderen: Geen dosisaanpassing vereist.
Verminderde leverfunctie: De eliminatie van mefloquine kan vertraagd zijn, wat leidt tot een verhoogde plasmaconcentratie en meer kans op bijwerkingen. Toepassing bij een ernstige leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Verminderde nierfunctie: Met voorzichtigheid toepassen vanwege relatief weinig gegevens over toepassing hierbij.
Toediening
- De tabletten hebben een bittere smaak; met voldoende vloeistof en bij voorkeur heel innemen, bij voorkeur na de maaltijd.
- De tablet kan verdeeld worden in gelijke doses.
- Zo nodig, bijvoorbeeld bij kleine kinderen, de tabletten breken en suspenderen in een beetje vloeistof.
Bijwerkingen
Chloroquine wordt meestal goed verdragen. Vooral bij hoge doseringen en bij langdurig gebruik bedacht zijn op bijwerkingen, ook bij de behandeling en profylaxe van malaria. Gemeld zijn (frequentie veelal onbekend):
- Cardiaal: tijdens langdurige behandeling met hoge doseringen cardiomyopathie en mogelijk optreden van zeldzame hartritmestoornissen, AV-blok, verlengde QT-tijd, T-top afwijkingen op het ECG.
- Psychische stoornissen zoals:
- zeer vaak: slapeloosheid;
- vaak: depressie:
- zelden: angst, agitatie, verwardheid, hallucinaties, delier;
- frequentie onbekend: suïcidaal gedrag, psychose, agressie, wanen, paranoia, manie, aandachtstekort, andere slaapstoornissen.
- Hoofdpijn. Convulsies, polyneuritis en (neuro)myopathie. Spierzwakte.
- Hypoglykemie. Afwijkingen in het bloedbeeld (leukopenie, agranulocytose, neutropenie, trombocytopenie, pancytopenie, aplastische anemie).
- Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree.
- Leverfunctiestoornissen, hepatitis.
- Oogafwijkingen:
- reversibele keratopathie (bij < 50% gepaard gaand met klachten) met als symptomen: schemeren voor de ogen, waarneming van een kleurloze kring rondom lichtbronnen, fotofobie, accommodatiestoornissen.
- irreversibele retinopathie met als mogelijke symptomen: vermindering van het kleuren zien, scotomen, lichtflitsen, moeilijkheden met lezen. Bij optreden van retinopathie de behandeling staken.
- Gehoor: tinnitus, verminderd gehoor, doofheid.
- Allergie/huid: anafylactoïde reacties, inclusief angio-oedeem. Huiduitslag, jeuk, urticaria, haaruitval, lichen planusachtige huidreacties, pigmentveranderingen van de huid en slijmvliezen, verergering van de symptomen van psoriasis. Incidenteel toxische epidermale necrolyse, erythema multiforme en Stevens-Johnsonsyndroom.
Bijwerkingen
Bij profylactische doses komen bijwerkingen minder frequent voor dan bij curatieve doses.
Zeer vaak (> 10%): slapeloosheid, abnormale dromen.
Vaak (1-10%): angst, depressie. (Draai)duizeligheid, hoofdpijn. Visusstoornissen (zie ook onder 'verder zijn gemeld'). Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Jeuk.
Verder zijn gemeld:
- Cardiaal: cardiovasculaire aandoeningen zoals hypo– of hypertensie, opvliegers, tachycardie, bradycardie, ritmestoornissen.
- Pulmonaal: dyspneu, pneumonie, pneumonitis (mogelijk van allergische oorsprong).
- Neuropsychiatrisch: slaperigheid, evenwichtsverlies, loopstoornis, syncope, perifere neuropathie, paresthesie, tremor, ataxie, convulsie, geheugenstoornissen (soms > 3 mnd. aanhoudend), encefalopathie, paralyse van de craniale zenuw. Verminderde eetlust, concentratiestoornis, rusteloosheid, agitatie, paniekaanvallen, stemmingwisselingen, suïcidale gedachten, (poging tot) zelfmoord, agressie, verwardheid, hallucinaties, psychose, paranoia, schizofrenie-achtige stoornis, bipolaire stoornis.
- Oorsuizen, gehoorbeperking, gedeeltelijke doofheid (soms langdurig), hyperacusis.
- Wazig zien, cataract, netvliesaandoeningen, optische neuropathie (die vertraagd kan optreden tijdens of na de behandeling).
- Gastro-intestinaal: dyspepsie, pancreatitis. (Asymptomatische tijdelijke) verhoging van ASAT, ALAT en γ-GT, hepatitis, geelzucht, leverfalen.
- Algemeen: oedeem, pijn op de borst, vermoeidheid, malaise, asthenie, koorts, rillingen.
- Spierzwakte, spierspasmen, spierpijn, gewrichtspijn.
- Aplastische anemie, leukopenie, agranulocytose, trombocytopenie, leukocytose.
- Hyperhidrose, alopecia, overgevoeligheid variërend van milde huiduitslag tot anafylactische reactie, erytheem, urticaria, erythema multiforme, Stevens–Johnsonsyndroom (SJS).
Interacties
Voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van QT-interval verlengende middelen. Voorbeelden zijn:
- antiaritmica: amiodaron, disopyramide, flecaïnide, ibutilide, kinidine, procaïnamide, sotalol;
- fluorchinolonen (bv. levofloxacine, moxifloxacine);
- macroliden (bv. azitromycine, claritromycine, erytromycine);
- sommige HIV-middelen (bv. atazanavir, lopinavir/ritonavir);
- imidazool- en triazoolantimycotica (bv. fluconazol, posaconazol, voriconazol);
- pentamidine;
- (es)citalopram, methadon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica (bv. haloperidol, pimozide, sertindol, sulpiride);
- droperidol, ondansetron.
Van ciclosporine en digoxine kunnen de plasmaconcentraties toenemen.
Gelijktijdig gebruik van CYP-remmers (zoals cimetidine, claritromycine, erytromycine, fluconazol, itraconazol, ketoconazol, diltiazem, verapamil, ritonavir) kan de plasmaconcentratie van chloroquine verhogen.
Aanpassing van een antidiabetische therapie kan nodig zijn, omdat chloroquine (ernstige) hypoglykemie kan veroorzaken.
Geactiveerde kool, magnesiumbevattende antacida en kaolien kunnen de absorptie van chloroquine verminderen; aangeraden wordt een interval van 4 uur aan te houden.
Vermijd gelijktijdig gebruik met fenylbutazon in verband met een verhoogd risico op dermatitis.
Met het rabiësvaccin kan de antilichaamsrespons afnemen. Bij gelijktijdig gebruik van chloroquine wordt intracutane toediening van het rabiësvaccin ontraden. De respons na intramusculaire toediening wordt over het algemeen als voldoende beschouwd.
Interacties
Gelijktijdige toediening met verwante stoffen (bv. kinine, kinidine, chloroquine) kan elektrocardiografische(ECG) afwijkingen veroorzaken en meer kans geven op convulsies; mefloquine pas 12 uur na het staken van kinine toedienen. Wees ook voorzichtig met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de prikkelgeleiding van het hart beïnvloeden zoals andere bekende QT-verlengers, β-blokkers, calciumantagonisten, H1-receptorblokkerende middelen, tricyclische antidepressiva en fenothiazinen (bv. promethazine).
Interacties met orale bloedglucoseverlagende middelen en vitamine K antagonisten kunnen niet worden uitgesloten: controle (bij profylaxe vóór vertrek) van relevante parameters (bv. INR) is aan te bevelen.
Bij gelijktijdig gebruik met systemisch ketoconazol (een sterke CYP3A4-remmer) stijgt de plasmaconcentratie van mefloquine en neemt de halfwaardetijd van mefloquine toe; bij gebruik van ketoconazol tijdens en gedurende 15 weken na de behandeling met mefloquine is er een kans op een verlenging van de QTc-interval. Voorzichtig bij gebruik van andere matig sterke tot sterke remmers van CYP3A4. Mogelijk veranderen sterke CYP3A4–remmers of -inductoren de plasmaconcentratie van mefloquine.
Mefloquine verlaagt de plasmaspiegels van anti-epileptica (bv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en valproïnezuur); een dosisaanpassing van deze middelen kan nodig zijn. Bij combinatie van mefloquine met andere geneesmiddelen die de convulsiedrempel verlagen (bv. tricyclische antidepressiva, serotonineheropnameremmers (SSRI's), bupropion, antipsychotica, tramadol, chloroquine en sommige antibiotica) is er meer kans op convulsies.
Mefloquine is een substraat en een remmer van het transporteiwit P-glycoproteïne (Pgp); theoretisch kunnen ook interacties optreden via dit mechanisme; sterke remmers van Pgp (o.a. ketoconazol, itraconazol, kinidine, verapamil, ciclosporine, claritromycine) zouden de plasmaspiegel van mefloquine kunnen verhogen en mefloquine zou als Pgp–remmer de plasmaspiegel van bv. digoxine (Pgp–substraat) kunnen verhogen.
Wanneer mefloquine gelijktijdig met een oraal toegediend levend tyfusvaccin wordt ingenomen, kan vermindering van de immuniteit, die door dergelijke vaccins wordt bewerkstelligd, niet worden uitgesloten. Dit type vaccinatie dient daarom ten minste 3 dagen voor de eerste inname van mefloquine te zijn voltooid.
Zwangerschap
Chloroquine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij het gebruik als profylaxe en therapie van malaria zijn geen schadelijke effecten gezien. Bij hogere dosering en langdurig gebruik zijn enkele gevallen van cochleovestibulaire en retina–afwijkingen gemeld.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tot aan de bevalling kan hyperbilirubinemie optreden bij de neonaat, vooral in geval van G6PD-deficiëntie.
Advies: Kan worden gebruikt voor de profylaxe en therapie van malaria; het dagelijks gebruik als antirheumaticum ontraden.
Zwangerschap
Mefloquine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, relatief weinig gegevens over blootstelling in het 1e trimester. Ruime klinische ervaring met profylactisch gebruik van mefloquine heeft geen aanwijzingen voor teratogene effecten opgeleverd. Echter kanstoename op een miskraam of intra-uteriene vruchtdood is niet uitgesloten. De klinische ervaring met gebruik van een hogere dosering (behandeling van malaria), met name in het 1e trimester, is nog beperkt. Bij dieren zijn er bij hoge dosering aanwijzingen voor schadelijkheid. Een malaria–infectie zelf kan zorgen voor een aanzienlijke morbiditeit voor moeder en kind en kan leiden tot spontane abortus en intra–uteriene vruchtdood. Dit is de reden zwangere vrouwen af te raden om naar gebieden waar malaria voorkomt te reizen.
Advies: Tijdens het 1e trimester van de zwangerschap alleen curatief toepassen als het verwachte voordeel het potentiële risico voor de foetus rechtvaardigt en bij resistentie voor andere, veiligere middelen. Gezien de schadelijkheid van een malaria-infectie tijdens de zwangerschap weegt de WHO af dat mefloquine als profylaxe kan worden gebruikt, wanneer er in malariagebied resistentie bestaat van de malariaparasiet voor de middelen van voorkeur. Dit geldt ook voor toepassing in het 1e trimester.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient, vanwege relatief weinig gegevens over blootstelling in het 1e trimester, bij voorkeur toch effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen, gedurende de behandeling en tot 3 maanden erna.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe hoeveelheden.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: De uitgescheiden hoeveelheid in de borstvoeding is onvoldoende om (voor malaria) een profylactisch effect bij het kind te behalen. Effecten op de groei, oren of ogen bij kinderen die alleen via de moedermelk zijn blootgesteld aan chloroquine, zijn (nog) niet beschreven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in relatief geringe mate; concentratie in de moedermelk is ca. 15% ten opzichte van de plasmaconcentratie van de moeder. Maar gezien de extreem lange eliminatiehalfwaardetijd (2-4 weken) is bij de zuigeling cumulatie van mefloquine bij langdurig gebruik niet uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Myasthenia gravis;
- Retinopathie (behalve bij de behandeling van malaria);
- Overgevoeligheid voor 4-aminochinolinederivaten.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis;
- voorgeschiedenis van 'zwartwaterkoorts' (een complicatie van P. falciparum-malaria met heftige intravasculaire hemolyse, leidend tot hemoglobinurie);
- gebruik van halofantrine, gelijktijdig of binnen 15 weken na een dosis mefloquine, vanwege het risico op een potentieel fatale afloop na verlenging van het QTc-interval;
- overgevoeligheid voor kinine of kinidine.
Voor profylactisch gebruik ook
- (een voorgeschiedenis van) depressie, algemene angststoornis, psychose, zelfmoordpogingen, suïcidale gedachten en gedrag waarbij men zichzelf in gevaar brengt, ,schizofrenie of andere psychiatrische aandoeningen;
- (een voorgeschiedenis van) convulsies (ongeacht de herkomst).
Waarschuwingen en voorzorgen
Algemeen
Let op! Wees voorzichtig bij:
- aangeboren of gedocumenteerd verworven verlengde QT-tijd en/of bekende risicofactoren voor verlenging van het QT-interval, gezien kanstoename op ventriculaire ritmestoornissen, soms met fatale afloop, zoals:
- hartaandoeningen, zoals hartfalen of na een myocardinfarct;
- proaritmische aandoeningen, bv. bradycardie < 50 slagen/min;
- een voorgeschiedenis van ventriculaire ritmestoornissen;
- niet-gereguleerde hypokaliëmie en/of hypomagnesiëmie;
- gelijktijdige toediening van QT-tijd verlengende geneesmiddelen, zie ook rubriek Interacties.
- verminderde lever- of nierfunctie;
- ernstige gastro-intestinale -, hematologische - of neurologische aandoeningen (waaronder epilepsie, omdat convulsies zijn gemeld);
- psoriasis, vanwege mogelijke verslechtering van de laesies;
- porfyrie, vanwege mogelijk optreden van een acute episode;
- G6PD-deficiëntie;
- overgevoeligheid voor kinine.
Het QTc-interval kan verlengd worden door een toenemende concentratie van chloroquine. Bij het optreden van tekenen van hartritmestoornissen de behandeling staken en een ECG maken.
Gevallen van cardiomyopathie leidend tot hartfalen zijn gemeld, soms met fatale afloop. Bij het tijdens de behandeling voordoen van tekenen en symptomen van cardiomyopathie de behandeling met chloroquine staken.
Controleer het bloedbeeld bij langdurige behandeling regelmatig. Bij het optreden van bloedbeeldafwijkingen de behandeling met chloroquine staken.
Adviseer de patiënt om bij psychiatrische symptomen (zie rubriek Bijwerkingen) onmiddellijk weer contact op te nemen. Ook bij mensen die geen psychiatrische voorgeschiedenis hebben, kan dit gebeuren.
Chloroquine kan ernstige hypoglykemie veroorzaken, zowel bij patiënten met als zonder diabetes mellitus; wees alert op symptomen hiervan en heroverweeg de behandeling bij optreden van hypoglykemie.
Oogheelkundig onderzoek wordt aangeraden vóór en tijdens de behandeling, bv. iedere 3 tot 6 maanden. Voor screening op retinopathie bij de indicatie reumatoïde artritis, zie de link in de rubriek Advies naar het NVR-standpunt. Bij de eerste tekenen van retinopathie de behandeling met chloroquine onmiddellijk staken. Waarschuw de patiënt ook dat kortdurende stoornissen in het gezichtsvermogen kunnen optreden.
Vooral jonge kinderen zijn gevoelig voor 4-aminochinolinederivaten en betrekkelijk geringe doses kunnen zeer ernstige intoxicaties met zich meebrengen, zoals fataal verlopende ademhalings- en circulatie-insufficiëntie, zie ook rubriek Overdosering. Chloroquine niet gebruiken bij kinderen met een lichaamsgewicht < 10 kg.
Bij malaria
- Chloroquine voorkomt niet de recidieven van malaria tertiana veroorzaakt door Plasmodium vivax en Plasmodium ovale.
- Kruisresistentie met proguanil en pyrimethamine is opgetreden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisresistentie met kinine komt voor.
Wees voorzichtig bij duizeligheid, evenwichtsstoornissen of andere neurologische aandoeningen. De kans op convulsies neemt toe bij patiënten met epilepsie; bij dergelijke patiënten mefloquine alleen curatief toepassen en indien er een dwingende medische reden is. Bij optreden van tintelingen, branderig gevoel, pijn, gevoelsverlies en/of spierzwakte de behandeling staken om irreversibele neurologische aandoeningen te voorkómen. Bij optreden van nachtmerries, acute angst, rusteloosheid, depressie en verwardheid tijdens de profylaxe het gebruik van mefloquine onmiddellijk staken om ernstiger symptomen te voorkómen. De psychiatrische bijwerkingen kunnen overigens ook pas optreden ná staken van mefloquine. De neurologische en psychiatrische bijwerkingen kunnen een aantal maanden of langer aanhouden.
Andere bijwerkingen kunnen vanwege de lange halfwaardetijd voortduren tot enkele weken na de laatste dosis.
Het optreden van hartkloppingen of -ritmestoornissen kan een voorbode zijn van ernstige cardiale bijwerkingen.
Controleer op (allergene) pneumonitis bij het optreden van dyspneu, droge hoest of koorts.
Bij optreden van visuele stoornissen een oogarts raadplegen en de behandeling zonodig staken.
Houd rekening met het optreden van hypoglykemie bij patiënten met aangeboren hyperinsulinemische hypoglykemie.
Mefloquine is in de klinische onderzoeken niet langer dan voor een periode van een jaar toegediend; bij langer gebruik periodieke controle uitvoeren zoals leverfunctietesten en oogheelkundige onderzoeken.
Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij een verminderde nierfunctie.
Overdosering
Chloroquine wordt snel geabsorbeerd en is zeer toxisch bij overdosering. Doseringen van meer dan 5 g zijn gewoonlijk fataal. Bij kinderen van 1–3 jaar zijn fatale intoxicaties beschreven na inname van 0,45–1,25 g chloroquine (als base). Snelle absorptieverminderende therapie is van belang. Opname op een intensivecare-afdeling is geïndiceerd bij een matig-ernstige of ernstige intoxicatie.
Symptomen
Aanvankelijk kunnen maag-darmstoornissen, slaperigheid, visusstoornissen (zelfs plotseling verlies van het gezichtsvermogen) en hoofdpijn optreden. De belangrijkste symptomen zijn echter convulsies, coma, verbreding QRS–interval, verlengde QT-tijd en aritmieën (bradyaritmieën, nodaal ritme en ventriculaire ritmestoornissen zoals 'torsade de pointes' en ventrikelfibrilleren), AV-blok, ventriculaire tachycardie, hypotensie, hartstilstand en respiratoire insufficiëntie met ademstilstand. Ook ernstige hypokaliëmie kan optreden.
Therapie
Snelle absorptieverminderende therapie (maagspoelen, geactiveerde kool, osmotisch laxans). Hypotensie bestrijden met i.v. adrenaline. Bij ernstige intoxicatie, volgens de fabrikant: diazepam i.v. 2 mg/kg lichaamsgewicht in 30 min, daarna 1–2 mg/kg lichaamsgewicht/dag gedurende 2–4 dagen. Diazepam kan de cardiotoxiciteit verminderen. De effectiviteit van diazepam bij een intoxicatie met chloroquine staat echter ter discussie.
Zie voor meer informatie over de symptomen en behandeling de stofmonografie chloroquine via de website van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Van oorsprong een malariamiddel, chemisch een derivaat van 4-aminochinoline. Chloroquine heeft bij malaria een bloedschizonticide werking, waardoor de aseksuele erytrocytaire vormen van Plasmodium worden gedood. Het werkingsmechanisme bij malaria is niet bekend. Mogelijk berust het op de vorming van een eiwitcomplex dat toxisch is voor de celmembranen van de malariaparasiet (via binding aan ferriprotoporfyrine, dat vrijkomt uit hemoglobine van geïnfecteerde erytrocyten). Een andere mogelijkheid is, dat door cumulatie van chloroquine in de vacuolen van de parasieten, de pH lokaal stijgt, waardoor het vermogen van de parasiet om het hemoglobine van erytrocyten af te breken vermindert.
Afhankelijk van de geografische ligging van gebieden waar malaria voorkomt, komt er wel of geen resistentie van Plasmodium voor chloroquine voor;
- Resistentie van Plasmodium falciparum komt beperkt voor in sommige delen van ZO-Azië (Filippijnen en delen van Indonesië), maar is frequent en wijdverbreid in het Amazonegebied in Zuid-Amerika, grote delen van ZO-Azië en Afrika ten zuiden van de Sahara.
- Resistentie van Plasmodium vivax is ook beschreven, dit komt voor in een aantal gebieden in ZO-Azië (o.a. in Indonesië, Myanmar, het Maleisische deel van Borneo) en in Vanuatu en mogelijk ook in Zuid-Amerika.
- Raadpleeg zo nodig relevante richtlijnen op dit gebied, voor de meest actuele gegevens over de prevalentie van chloroquine-resistente Plasmodium spp.
Chloroquine is ook werkzaam tegen de extra-intestinale vorm van Entamoeba histolytica (het betreft een weefselamoebicide werking).
Chloroquine heeft ook anti-inflammatoire eigenschappen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en ca. 80% van de orale dosis wordt geabsorbeerd. |
T max | 2–6 uur. |
V d | ca. 200 l/kg, bijna volledige verdeling over het lichaam. De concentraties in organen zijn 300–500× hoger dan in het plasma. |
Metabolisering | in de lever tot het actieve desethylchloroquine. |
Eliminatie | 50–60% met de urine, langzaam, waarvan het merendeel onveranderd (ca. 70%) en een deel als metaboliet (ca. 23%). Hemodialyse en hemoperfusie verwijderen chloroquine niet in significante mate. |
T 1/2el | ca. 2 weken. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Malariamiddel. Mefloquine doodt de aseksuele (intra-)erytrocytaire vormen van de malariaparasieten Plasmodium falciparum, P. vivax, P. malariae en P. ovale. Het is effectief gebleken tegen malariaparasieten die resistent waren tegen andere malariamiddelen. Mefloquineresistente stammen van P. falciparum zijn waargenomen, vooral in bepaalde gebieden van Zuidoost-Azië (o.a. Cambodja, Laos, Myanmar, Thailand).
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam; voedsel verhoogt de snelheid en mate van absorptie en vergroot de biologische beschikbaarheid met ca. 40%. |
T max | ca. 17 uur (6–24 uur). |
V d | 13–40 l/kg (gem. 20 l/kg). |
Overig | uitgebreide weefselverdeling met accumulatie in erytrocyten met parasieten. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | voornamelijk in de lever via het cytochroom P450 systeem, zeer waarschijnlijk voornamelijk door de isovorm CYP3A4, tot 2 metabolieten. De carboxylzuur metaboliet is niet werkzaam tegen Plasmodium falciparum. |
Eliminatie | vnl. via de gal en feces, een klein deel (ca. 9%) onveranderd met de urine en als metabolieten (ca. 4%). Mefloquine en diens metaboliet worden nauwelijks geëlimineerd door hemodialyse. |
T 1/2el | 2–4 weken (gemiddeld ca. 3 weken). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
chloroquine hoort bij de groep malariamiddelen.
Groepsinformatie
mefloquine hoort bij de groep malariamiddelen.