Samenstelling
Ducressa XGVS Santen Oy
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml
Bevat per ml: dexamethason (als natriumfosfaat) 1 mg en levofloxacine (als hemihydraat) 5 mg. Conserveermiddel: benzalkoniumchloride. Bevat tevens fosfaatbuffer.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dexamethason/Chlooramfenicol/Polymyxine B oogdruppels FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Bevat per ml: dexamethason (di-Na-fosfaat) 0,66 mg, chlooramfenicol 2,5 mg, polymyxine B (als sulfaat) 10.000 IE (= 1 mg). Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Profylaxe na cataractoperatie: Geef preventief NSAID- én corticosteroïdoogdruppels na een cataractoperatie ter preventie van cystoïd macula oedeem (CMO) en ontsteking. Dien aan het einde van een cataractoperatie intracameraal cefuroxim toe ter preventie van postoperatieve endoftalmitis. Zie voor meer informatie de modules Ontstekingsprofylaxe bij cataract en Infectieprofylaxe bij cataract van de NOG-Richtlijn Cataract (2021) op richtlijnendatabase.nl. Een aanbeveling tot het gebruik van antibioticumoogdruppels, los of in combinatie met een corticosteroïd, is niet (meer) opgenomen in de richtlijn. De meerwaarde van gebruik van dexamethason/levofloxacine oogdruppels na een cataractoperatie is niet aangetoond; zie het ZIN-rapport (uit 2023) hieronder.
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling. Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Er is voor dit geneesmiddel geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Preventie en behandeling van ontstekingen en preventie van ooginfecties samenhangend met een cataractoperatie.
Indicaties
- Bacteriële ooginfecties.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Preventie en behandeling van ontstekingen en preventie van ooginfecties na een cataractoperatie
Volwassenen (incl. ouderen)
Oculair: 1 druppel elke 6 uur in de conjunctivaalzak gedurende 7 dagen. Controleer de patiënt na 1 week en beoordeel of continuering met corticosteroïdoogdruppels als monotherapie noodzakelijk is. Stel de duur van de behandeling met corticosteroïdoogdruppels vast op basis van risicofactoren van de patiënt, het resultaat van de operatie, de ernst van het klinische beeld en de bevindingen met een spleetlampmicroscoop. Meestal duurt een vervolgbehandeling met corticosteroïdoogdruppels als monotherapie korter dan 2 weken.
Vergeten dosis: hervat de behandeling met de volgende dosis volgens schema.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 min dicht tijdens en direct na toediening van de oogdruppels; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste 15 minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
- Dit combinatiepreparaat niet subconjunctivaal toedienen en ook niet rechtstreeks in de voorste oogkamer toedienen.
Doseringen
Bacteriële ooginfecties
Volwassenen
1–2 oogdruppels elke 2–4 uur in de conjunctivaalzak van het aangedane oog. Behandelen gedurende enkele dagen tot 2 dagen na het verdwijnen van de infectieverschijnselen, max. 2 weken. Indien na 3 dagen gebruik geen verbetering optreedt de behandeling staken.
Vergeten dosis: deze alsnog toedienen, tenzij het bijna tijd is voor de volgende dosis. Houd een interval van minimaal 2 uur tussen twee opeenvolgende doses in acht.
Toediening
- Verwijder eventuele schilfers en korsten van de oogleden met een watje met kraanwater.
- De flacon op lichaamstemperatuur brengen in de handen, vóór het toedienen.
- Druk de traanbuis minstens 1 minuut dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gelijktijdig gebruik van andere oogdruppels een interval van ten minste 5 minuten in acht nemen; de oogdruppels die de meeste irritatie geven als laatste toedienen. Bij gelijktijdig gebruik van een oogzalf of ooggel deze als laatste toedienen.
Bijwerkingen
Lokaal
Soms (0,1-1%): verhoogde intra-oculaire druk (> 6 mmHg), oculaire hypertensie. Irritatie van het oog. Jeuk.
Systemisch
Soms (0,1-1%): hoofdpijn, dysgeusie.
Verder kunnen nog bijwerkingen optreden die zijn gemeld bij de oogdruppels van de afzonderlijke stoffen:
- Na oculaire toediening van levofloxacine:
- Vaak (1-10%): brandend gevoel in het oog, verminderd gezichtsvermogen en slijmerige, draderige afscheiding.
- Soms (0,1-1%): rinitis. Aan elkaar plakkende oogleden, chemose, papillaire reactie van conjunctiva, ooglidoedeem, jeuk of pijn aan het oog, conjunctivale hyperemie, conjunctivale follikels, droge ogen, erytheem van het ooglid, fotofobie.
- Zelden (0,1–0,01%): extra-oculaire allergische reactie, waaronder huiduitslag.
- Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie. Laryngeaal oedeem.
- Na oculaire toediening van dexamethason: zie de geneesmiddeltekst van dexamethason (bij oogaandoening).
Bijwerkingen
Lokaal
Zeer vaak (> 10%): irriterend of branderig gevoel in het oog direct na toediening. Bittere smaak in de mond.
Soms (0,1–1%): overgevoeligheidsreacties met jeuk, roodheid, huiduitslag, sensibilisatie. Schimmelinfectie; de symptomen hiervan kunnen onder invloed van het corticosteroïd worden gemaskeerd. Bij langer gebruik (> 10 dagen) kunnen optreden: verhoogde oogdruk, cataract, kwetsbare dunne huid rondom de ogen.
Systemisch
Gemeld zijn: overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, urticaria, vesiculeus of maculopapuleus exantheem, angio-oedeem en sensibilisatie na oculaire toepassing van chlooramfenicol.
Zeer zelden (< 0,01%): bloedbeeldafwijkingen (aplastische anemie, leukocytopenie, trombocytopenie, agranulocytose, pancytopenie) na langdurige oculaire toepassing van chlooramfenicol (> 10 dagen).
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Aangezien de maximale concentratie van levofloxacine en dexamethason in het plasma na oculaire toediening minstens 1000× lager is dan bij standaard orale doses, zijn interacties met systemisch toegediende geneesmiddelen waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Gelijktijdig gebruik van oogdruppels met NSAID's vermeerdert de kans op genezingsproblemen van de cornea.
Gelijktijdig gebruik met CYP3A4-remmers (waaronder ritonavir en cobicistat) kan het metabolisme van systemisch geabsorbeerd dexamethason remmen met toegenomen kans op systemische effecten en bijniersuppressie/syndroom van Cushing, vooral na intensieve of langdurige onafgebroken behandeling. Controleer op systemische effecten als het gelijktijdig gebruik onvermijdelijk is.
Interacties
Gelijktijdige gebruik met CYP3A4-remmers (waaronder ritonavir en cobicistat) kan het metabolisme van systemisch geabsorbeerd dexamethason remmen met toegenomen kans op systemische effecten en bijniersuppressie/syndroom van Cushing, vooral na intensieve of langdurige onafgebroken behandeling. Indien gelijktijdig gebruik onvermijdelijk is controleren op systemische effecten.
Chlooramfenicol kan, ook bij lokale toepassing, de werking van potentieel hematotoxische stoffen op het hemopoëtische systeem versterken.
Zwangerschap
Dexamethason passeert de placenta vrijwel volledig.
Teratogenese: Dexamethason: bij de mens zijn er geen aanwijzingen voor teratogene effecten van systemisch toegediende corticosteroïden, zoals waargenomen in dierstudies (schisis bij hoge systemische doses). De beperkte hoeveelheid gegevens over het systemische gebruik van fluorchinolonen tijdens het 1e trimester laten geen kanstoename zien van ernstige misvormingen of van andere nadelige effecten op de zwangerschap. Bij dieren kunnen fluorchinolonen kraakbeen- en gewrichtsafwijkingen veroorzaken. Dergelijke effecten, die vanaf het 2
e trimester kunnen optreden, zijn bij de mens niet gemeld. Volgens Lareb is de absolute systemische blootstelling aan chinolonen (en dexamethason) in oogdruppels zo laag, dat het gebruik waarschijnlijk veilig is.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden. De fabrikant geeft het advies om deze combinatie alleen op strikte indicatie toe te passen, met name tijdens het 1e trimester, tenzij dit gebruik strikt noodzakelijk is.
Zwangerschap
Chlooramfenicol en dexamethason passeren de placenta.
Teratogenese: Dexamethason: bij de mens zijn er geen aanwijzingen voor teratogene effecten van corticosteroïden, zoals waargenomen in dierstudies (schisis bij hoge systemische dosis). Chlooramfenicol: redelijke ervaring met lokaal gebruik van chlooramfenicol in het eerste trimester laat geen toename van aangeboren afwijkingen zien. Polymyxine: bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Systemisch gebruik van chlooramfenicol tijdens de laatste weken van de zwangerschap kan het 'grey baby'-syndroom veroorzaken, met als symptomen: een asgrijze huidskleur/cyanose, gezwollen buik, hypothermie, lethargie, cardiovasculaire collaps en ademhalingsdepressie. De systemische absolute blootstelling aan chlooramfenicol na gebruik van de oogdruppels is minimaal en waarschijnlijk klinisch niet relevant.
Advies: Kan tijdens het 1e en 2e trimester worden gebruikt. Veiligheidshalve wordt vanwege de chlooramfenicol het gebruik tijdens het 3etrimester ontraden. Door de traanbuis korte tijd (1–3 min) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische absorptie beperkt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Dexamethason, levofloxacine: ja.
Farmacologisch effect: Bij jonge dieren is gezien dat fluorchinolonen beschadigingen van het kraakbeen kunnen geven. Bij systemisch gebruik van fluorchinolonen bij kinderen zijn geen nadelige effecten op de kraakbeenvorming gezien. Door de lage systemische blootstelling van levofloxacine en dexamethason na oculaire toediening bij de moeder, zijn er waarschijnlijk geen ongewenste effecten te verwachten bij de zuigeling. Een nadelig effect bij de zuigeling kan echter niet geheel worden uitgesloten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Chlooramfenicol: ja. Dexamethason, polymyxine B: onbekend.
Farmacologisch effect: Bij systemisch gebruik van chlooramfenicol door de moeder zijn meerdere nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, zoals braken, weigeren van de borst en in slaap vallen tijdens de voeding. Bij gebruik in de kindergeneeskunde zijn beenmergdepressie en het 'grey baby'-syndroom gezien. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze effecten optreden na blootstelling via de moedermelk bij gebruik van de oogdruppels door de moeder.
Advies: Desondanks het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- herpes simplex keratitis, varicella en andere virale aandoeningen van cornea en conjunctiva;
- mycobacteriële infectie van het oog als gevolg van, maar niet beperkt tot, zuurvaste staven zoals M. tuberculosis, M. leprae of M. avium;
- schimmelinfecties van het oog;
- onbehandelde purulente ooginfectie;
- overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen en/of corticosteroïden.
Contra-indicaties
- acute ooginfecties veroorzaakt door een virus (o.a. keratitis dendritica, vaccinia, varicella) of schimmel;
- acute purulente infecties van de conjunctiva veroorzaakt door resistente micro-organismen (tuberculose van het oog);
- verwondingen of beschadigingen aan het oog;
- acute porfyrie (verhoogd risico op uitlokken van een aanval door chlooramfenicol);
- overgevoeligheid voor corticosteroïden of polymyxinen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ooginfectie: Langdurig gebruik van antibiotica kan leiden tot (bacteriële) resistentieontwikkeling, met overgroei van niet-gevoelige bacteriën tot gevolg. Ook overgroei van schimmels kan een gevolg zijn van deze behandeling. Staak deze dan ook in geval zich een infectie voordoet en stel een adequate therapie in. Onderzoek wanneer nodig met een spleetlamp en fluoresceïnekleuring. Langdurig gebruik van oculaire corticosteroïden kan ook leiden tot een secundaire ooginfectie als gevolg van een verminderde lokale immuunrespons of vertraagde genezing. Daarnaast kunnen corticosteroïden een ooginfectie maskeren of verergeren.
Controleer regelmatig de intra-oculaire druk (IOD), vooral bij een pre-existent verhoogde IOD of glaucoom, een voorgeschiedenis van door corticosteroïden geïnduceerde verhoogde IOD, diabetespatiënten en bij ouderen. Langdurige behandeling met corticosteroïdoogdruppels kan leiden tot verhoogde IOD met mogelijke ontwikkeling van glaucoom bij deze groepen patiënten. Diabetespatiënten lopen ook meer kans om subcapsulair cataract te ontwikkelen na langdurig gebruik van oculaire corticosteroïden.
Bij verandering in het gezichtsvermogen zoals wazig zicht of andere visuele stoornissen, is nauwgezette controle aangewezen. Beoordeel mogelijke oorzaken die hiermee verband kunnen houden zoals complicaties van de staaroperatie, de ontwikkeling van glaucoom of een zeldzame aandoening zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR).
Het syndroom van Cushing en/of bijniersuppressie kan voorkomen na intensieve of langdurige onafgebroken behandeling met lokale corticosteroïden bij patiënten met een predispositie, inclusief patiënten behandeld met CYP3A4- remmers (waaronder ritonavir en cobicistat). In deze gevallen de behandeling geleidelijk staken.
Tendinitis: Laat de patiënt zich melden bij de eerste tekenen van tendinitis en staak dan het gebruik. Bij behandeling met systemische fluorchinolonen kan tendinitis en peesruptuur optreden, met name bij ouderen en comedicatie met corticosteroïden.
Oculaire corticosteroïden kunnen bij aandoeningen die gepaard gaan met een verdunning van cornea en sclera, perforaties veroorzaken en tevens leiden tot vertraagde wondgenezing.
Vermijd het dragen van contactlenzen na een cataractoperatie en tijdens deze behandeling.
Wees voorzichtig bij een nier- of leverinsufficiëntie; het gebruik is hierbij niet onderzocht.
Bij kinderen (< 18 j.) zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld, het gebruik bij hen wordt afgeraden, ook omdat er geen gegevens beschikbaar zijn.
Hulpstoffen
- Benzalkoniumchloride kan bij droge ogen of een beschadigde cornea bij langdurig gebruik leiden tot keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie.
- Fosfaathoudende oogdruppels kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneacalcificaties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Laat de patiënt contact opnemen indien na drie dagen geen verbetering optreedt, of de klachten verergeren.
Glaucoom: Langdurige behandeling met corticosteroïd-oogdruppels kan leiden tot verhoogde intra-oculaire druk met mogelijke ontwikkeling van glaucoom en cataract. Een stijging van de intra-oculaire druk treedt in het algemeen binnen twee weken na aanvang van de behandeling op. Adequate controle is aangewezen. Laat patiënten met glaucoom direct contact opnemen bij de volgende klachten: wazig zien, minder zien, een rood of opgezwollen oog, hevige pijn aan het oog of aan het gezicht of misselijkheid en braken.
Ooginfectie: Overgroei door niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in geval zich een superinfectie voordoet adequate therapie instellen. Indien schimmelinfecties optreden de behandeling met corticosteroïden staken. Schimmelinfecties of virale infecties van de cornea treden vooral op tijdens langdurig gebruik van corticosteroïden, als gevolg van een verminderde lokale immuunrespons. Daarnaast kunnen corticosteroïden een ooginfectie maskeren of verergeren. Wees bedacht op een schimmelinfectie bij persisterende ulceratie van de cornea.
Bloeddyscrasieën: Gebruik van chlooramfenicol beperken tot maximaal twee weken, vanwege de, ook na lokale toediening in het oog, beschreven bloeddyscrasieën (aplastische anemie, agranulocytose, trombocytopenie en pancytopenie); het optreden hiervan is echter vrij zeldzaam en alleen beschreven na zeer langdurig gebruik (> 40 dagen).
Bij patiënten met G6PD-deficiëntie kan langdurig oculair gebruik van chlooramfenicol cataract veroorzaken.
Myasthenia gravis kan verergeren (dubbelzien en hangen van het bovenste ooglid).
Draag geen contactlenzen tijdens de behandeling.
Eigenschappen
Dexamethason is een sterkwerkend (gluco)corticosteroïd, dat goed doordringt in het oogweefsel. Corticosteroïden hebben een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende aandoeningen, echter zonder de eraan ten grondslag liggende aandoening te genezen.
Levofloxacine is een gefluorideerde chinolonverbinding. Het is de actieve stereo-isomeer (L-isomeer) van het racemisch mengsel ofloxacine. Fluorchinolonen hebben een bactericide werking en beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase en topo-isomerase IV.
Het werkingsspectrum van levofloxacine tegen oculaire pathogenen omvat:
- Aeroob Gram-positief: o.a. Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), Streptococcus pyogenes, Streptococcus pneumoniae en streptokokken uit de viridans-groep.
- Aeroob Gram-negatief: o.a. Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Pseudomonas aeruginosa (niet-klinische isolaten).
- Overig: o.a. Chlamydia trachomatis.
Er kan kruisresistentie tussen levofloxacine en andere fluorchinolonen optreden.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed in het oculaire weefsel zoals hoornvlies en bindvlies en ook in het oogkamervocht (dexamethason, levofloxacine). De gemeten plasmaconcentratie van dexamethasonnatriumfosfaat in klinisch onderzoek was laag. |
Overig | na absorptie in het oculaire weefsel wordt dexamethasonnatriumfosfaat snel gemetaboliseerd in dexamethason, de werkzame metaboliet. |
Eliminatie | zowel dexamethason als levofloxacine via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Dexamethason is een sterkwerkend corticosteroïd met een goed doordringend vermogen in het oog. Corticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antipruritische en vasoconstrictieve werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende aandoeningen, zonder de onderliggende aandoening te genezen.
Chlooramfenicol is een bacteriostatisch breed-spectrum antimicrobieel middel.
Polymyxine B is een bactericide antibioticum werkzaam tegen uitsluitend Gram-negatieve micro-organismen (m.n. tegen Pseudomonas aeruginosa).
Groepsinformatie
dexamethason/levofloxacine hoort bij de groep corticosteroïden met antimicrobiële middelen, oculair.
- dexamethason/chlooramfenicol/polymyxine B (bij oogaandoening) (S01CA01) Vergelijk
- dexamethason/framycetine/gramicidine (bij oogaandoening) (S01CA01) Vergelijk
- dexamethason/gentamicine (S01CA01) Vergelijk
- dexamethason/tobramycine (S01CA01) Vergelijk
- hydrocortison/oxytetracycline/polymyxine B (bij oogaandoening) (S01CA03) Vergelijk
Groepsinformatie
dexamethason/chlooramfenicol/polymyxine B (bij oogaandoening) hoort bij de groep corticosteroïden met antimicrobiële middelen, oculair.