Samenstelling
Xerava XGVS PAION Deutschland GmbH
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 100 mg
Bevat wanneer de aanwijzingen van de fabrikant worden gevolgd, na reconstitutie 10 mg/ml eravacycline, en na verdere verdunning 0,3 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Tetracycline (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit specifieke geneesmiddel zijn geen adviezen vastgesteld. Zie de SWAB-advies pagina's Intra-abdominale infecties voor advies bij een aantal van deze infecties.
Voor de plaatsbepaling van nieuwe en oude antibiotica voor de Nederlandse situatie, kan ook geraadpleegd worden: Alternatieven voor carbapenems bij de behandeling van ESBL-producerende Enterobacterales en opties bij carbapenemresistentie op swab.nl. Dit plaatsbepalingsdocument bespreekt onder andere alternatieven voor carbapenems als empirische en gerichte therapie bij (vermoeden van) een infectie met bacteriën met resistentie tegen derdegeneratie-cefalosporinen. Het document is geen richtlijn, maar biedt de voorschrijver handvatten bij het gebruik van de besproken antibiotica.
Advies
In het algemeen: Bij de behandeling van algemene infecties gaat bij de tetracyclinen de voorkeur uit naar doxycycline op grond van bijwerkingen, interacties en farmacokinetische parameters.
Acute faryngotonsillitis, otitis media acuta en urineweginfecties: tetracycline komt pas bij behandeling van deze infecties (bv. ook een acute prostatitis) in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk om uit te voeren na gebleken onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie hiervoor de links in deze alinea).
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0–1, PSI-klasse I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI-klasse III–IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen; bij overgevoeligheid hiervoor is een intraveneuze toediening van een fluorchinolon (moxifloxacine of levofloxacine) óf een tweede- of derdegeneratie cefalosporine aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse V) die op een normale afdeling wordt behandeld, is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v.-combinatietherapie van antibiotica aangewezen (ciprofloxacine met ofwel cefotaxim of ceftriaxon of cefuroxim).
De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticummonotherapie met isotretinoïne; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.
Van de orale antibiotica heeft doxycycline de voorkeur boven tetracycline vanwege de eenmaaldaagse toediening en gebruik tijdens de maaltijd.
In de tweedelijnszorg is bij milde tot matig ernstige acne een lokaal combinatiepreparaat eerste keus: kies uit adapaleen/benzoylperoxide, tretinoïne/clindamycine of benzoylperoxide/clindamycine. Geef bij (matig) ernstig acne een combinatie van oraal doxycycline met adapaleen/benzoylperoxide of met azelaïnezuur. Overweeg bij therapieresistente (matig-)ernstige acne monotherapie met isotretinoïne. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Acne vulgaris op richtlijnendatabase.nl.
Bacteriële huidinfecties: probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden of clindamycine zijn alternatieven wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur. Bij de behandeling van algemene huidinfecties gaat bij de tetracyclinen de voorkeur uit naar doxycycline op grond van bijwerkingen, interacties en farmacokinetische parameters.
Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans behandelen met doxycycline. Amoxicilline of azitromycine zijn een alternatief indien doxycycline gecontra-indiceerd is.
De medicamenteuze behandeling van soa’s is afhankelijk van het type verwekker en het resistentiepatroon. Geef voorlichting over veilig vrijen en partnerwaarschuwing.
Bij gonorroe is ceftriaxon eerste keus. Bij contra-indicaties komen op basis van een kweekuitslag met resistentiebepaling ciprofloxacine, amoxicilline (offlabel) of als derde keuze azitromycine (offlabel) in aanmerking. Azitromycine kan ook ‘blind’ gegeven worden, als het niet mogelijk is een kweekuitslag met resistentiebepaling af te wachten.
Behandel syfilis met benzathinebenzylpenicilline (i.m.) of benzylpenicilline (i.v.), afhankelijk van het stadium. Bij een penicilline-allergie is doxycycline een alternatief. Overweeg na eerdere, (mogelijk) IgE-gemedieerde, ernstige overgevoeligheidsreacties, bij behandeling van neurosyfilis of behandeling van syfilis tijdens de zwangerschap penicilline-desensibilisatie gevolgd door benzylpenicilline of, na ernstige (waarschijnlijk) niet-IgE-gemedieerde of na eerdere niet-ernstige overgevoeligheidsreacties, ceftriaxon (i.v.).
Tetracycline behoort niet tot de voorkeursmiddelen bij de behandeling van gonorroe. Het kan gegeven worden als vooraf een gevoeligheidstest wordt uitgevoerd, vanwege de hoge mate van resistentie van gonokokken tegen tetracycline.
Indicaties
- Behandeling van gecompliceerde intra-abdominale infecties bij volwassenen.
Indicaties
Infecties door micro-organismen die gevoelig zijn voor tetracycline, zoals infecties van:
- de luchtwegen (met inbegrip van KNO-infecties);
- het urogenitale stelsel (met inbegrip van ongecompliceerde gonorroe);
- huid en weke delen (ook met inbegrip van acne);
- het maag-darmkanaal;
- het oog (m.n. trachoom).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. infusie: 1 mg/kg lichaamsgewicht om de 12 uur. Bij gelijktijdig gebruik van krachtige CYP3A4-inductoren wordt 1,5 mg/kg om de 12 uur aanbevolen. Het infuus gedurende ca. 1 uur toedienen. Behandelduur: 4–14 dagen.
Verminderde nierfunctie of hemodialyse: Geen dosisaanpassing nodig, en toediening kan onafhankelijk van het tijdstip van hemodialyse plaatsvinden.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie en verdunning volgens de aanwijzingen van de fabrikant, alleen toedienen via i.v. infusie, in ca. 1 uur.
Doseringen
Nadat de karakteristieke symptomen of de koorts zijn verdwenen, de therapie in het algemeen nog gedurende 1–3 dagen voortzetten.
Een infectie door Streptococcus haemolyticus (groep A), waarvan de gevoeligheid is bepaald, dient gedurende ten minste 10 dagen te worden behandeld.
Algemene richtlijn
Volwassenen
250 mg 4×/dag; maximaal 2 g per dag.
Kinderen ≥ 8 jaar
20–40 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 4 doses.
Ongecompliceerde gonorroe
Volwassenen
500 mg 4×/dag gedurende 5 dagen.
Ongecompliceerde non-gonokokkenurethritis
Volwassenen
500 mg 4×/dag gedurende 7 dagen.
Acne vulgaris
Volgens de NHG-Standaard Acne (2017): 2×/dag 250–500 mg. Behandelduur: minimaal 6 weken, en om resistentie te voorkomen max. 3 maanden. Evalueer na 6 weken. Staak de behandeling zonder afbouwen, als er geen verbetering meer optreedt.
Bij lichte tot matig gestoorde lever- of nierfunctie: de totale dosis verlagen door reductie van elke dosis en/of door de tijdsduur tussen de doses te verlengen.
Toediening
- In verband met de kans op slokdarm- en/of maagirritatie de tabletten 1 uur vóór of 2 uur na de maaltijd heel innemen in zittende of staande houding met een ruime hoeveelheid water. Na de inname niet meteen gaan liggen.
- Bij het optreden van maag-darmklachten, innemen mét voedsel, echter niet met melkproducten in verband met een klinisch belangrijke afname van de absorptie van tetracycline.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken. Verlenging van de protrombinetijd (PT) en aPTT, toename van de INR. Hypofibrinogenemie. (Trombo)flebitis, (andere) reacties op de infusieplaats (erytheem, pijn, hypo-esthesie).
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties (incidenteel fataal). Hoofdpijn, duizeligheid. Diarree, pancreatitis. Huiduitslag, hyperhidrose. Hyperbilirubinemie. Verhoogde waarden van ALAT en/of ASAT.
Bij andere tetracyclinen zijn gemeld: o.a. fotosensibilisatie, pseudotumor cerebri en een anti-anabole werking, die kan leiden tot uremie, acidose en hypofosfatemie. Mogelijk kunnen deze bijwerkingen ook optreden bij eravacycline.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): exfoliatieve dermatitis.
Verder zijn gemeld: maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree, anorexie, zwarte tong, stomatitis, glossitis, dysfagie, enterocolitis met inbegrip van stafylokokken-enteritis, pseudomembraneuze colitis, en inflammatoire laesies en jeuk in de anogenitale streek. Leverbeschadiging (soms met pancreatitis). Bomberende fontanel (kinderen), benigne intracraniële hypertensie (volwassenen). Pericarditis. Maculopapuleuze en erythemateuze uitslag, urticaria, angio-oedeem, anafylactische reacties, anafylactoïde purpura, fotodermatitis, verergering lupus erythematodes disseminatus, 'fixed drug eruption' (huidafwijking die ontstaat door overgevoeligheid, wordt gekenmerkt door een scherp afgegrensd, verheven gebied met roodheid en soms blaarvorming). Hemolytische anemie, trombocytopenie, neutropenie, eosinofilie en vermindering protrombine-activiteit. Stijging ureumgehalte van het bloed, verergering van uremie (bij verminderde nierfunctie). Negatieve beïnvloeding van botten en tanden bij kinderen, broze botten. Bij langdurig gebruik vitamine B-deficiëntie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van rifampicine (krachtige CYP3A4/5 inductor) geeft een verlaging van de blootstelling aan eravacycline van ca. 32% en een verhoging van de klaring ervan met ca. 54%. Bij gelijktijdige toediening van rifampicine of andere krachtige CYP3A-inductoren, zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital en sint-janskruid de dosis eravacycline met ca. 50% verhogen, zie rubriek Doseringen. Het effect van inductoren is tijdsafhankelijk en het kan na aanvang van de inductor 2 weken duren totdat het maximale effect is bereikt. Omgekeerd kan het na staken van de behandeling ten minste 2 weken duren voordat de CYP3A-inductie afneemt.
Gelijktijdige toediening van itraconazol (krachtige CYP3A-remmer) geeft o.a. een verhoging van de blootstelling (AUC0-24) aan eravacycline van 23%. Deze is waarschijnlijk niet klinisch relevant, maar patiënten die krachtige CYP3A-remmers (bv. ritonavir, itraconazol, claritromycine) krijgen mét een combinatie van factoren die de blootstelling aan eravacycline kunnen doen toenemen, zoals ernstige leverfunctiestoornis en/of obesitas, moeten op bijwerkingen worden gecontroleerd.
Eravacycline is in vitro substraat voor de transporters P-glycoproteïne (Pgp), OATP1B1 en -1B3. Een interactie met remmers van deze transporters (bv. ciclosporine, atazanavir, lopinavir) kan niet worden uitgesloten.
Eravacycline en metabolieten zijn in vitro geen remmers of inductoren van CYP-enzymen of transporteiwitten, interacties met geneesmiddelen die substraat voor deze enzymen of transporters zijn, zijn daarom onwaarschijnlijk.
Interacties
Vermijd toediening vlak vóór, tijdens of na een kuur met (orale) retinoïden, omdat hierbij meer kans is op een verhoogde intracraniële druk.
De werking van bactericide antibiotica wordt in vitro geantagoneerd door tetracylinen. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis, en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie; vermijd in deze gevallen de combinatie.
Voorzichtig met comedicatie die potentieel hepatotoxisch is.
Orale calcium-, magnesium-, bismut-, aluminium-, ijzer- en zinkbevattende preparaten verminderen de absorptie van tetracycline, geactiveerde kool en ionenwisselaars verminderen eveneens de absorptie; tetracycline ten minste 2 uur vóór of 4 uur na deze preparaten innemen.
De werking van vitamine K-antagonisten kan worden versterkt; controleer de protrombinetijd/INR bij gelijktijdig gebruik.
Bij gelijktijdig gebruik van methoxyfluraan en verwante anesthetica neemt de kans op nefrotoxische reacties toe.
Zwangerschap
Eravacycline passeert de placenta bij dieren, en wordt aangetroffen in foetaal plasma.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (bij supratherapeutische blootstelling, verminderde gewichtstoename en voedselconsumptie bij het moederdier, verminderd lichaamsgewicht en vertraagde verbening van het skelet bij de jongen, abortus).
Farmacologisch effect: Zoals voor de tetracycline-klasse antibiotica bekend is, kan eravacycline mogelijk permanente schade aan de tanden veroorzaken (irreversibele tandverkleuring, hypoplasie van het tandglazuur) en de botontwikkeling vertragen in foetussen vanaf week 16 van de zwangerschap. Dit komt door accumulatie in weefsels met een hoge calciumturnover en vorming van calciumchelaatcomplexen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, als de toestand van de vrouw behandeling met eravacycline noodzakelijk maakt.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Vruchtbaarheid: Geen gegevens over het effect op de vruchtbaarheid bij de mens. Uit dieronderzoek bleken gevolgen voor de paring en verminderde mannelijke vruchtbaarheid. Bij vrouwelijke dieren geen bijwerkingen op de paring of vruchtbaarheid.
Zwangerschap
Tetracycline passeert de placenta. Concentraties in navelstrengbloed en vruchtwater zijn 50–70% ten opzichte van de plasmaconcentratie van de moeder.
Teratogenese: Bij de mens zijn er onvoldoende gegevens over het gebruik van tetracycline tot week 16 van de zwangerschap. Met gebruik van tetracycline in het 1e trimester is een redelijke mate van ervaring opgedaan, ca. 1000 gevolgde zwangerschappen, hierbij werd geen eenduidig verhoogd risico op aangeboren afwijkingen gezien. Dit aantal is echter te laag voor een goede risico-inschatting. Uit waarnemingen bij de mens is gebleken dat tetracycline vooral vanaf week 16 schadelijk is voor de foetus omdat de osteogenese wordt vertraagd, waardoor beenderen brozer worden en de tandontwikkeling (van het melkgebit) ongunstig wordt beïnvloed (irreversibele tandverkleuring, emailhypoplasie). De vertraagde osteogenese is reversibel en wordt voornamelijk bij prematuren gezien.
Farmacologisch effect: Er is meer kans op een hepatotoxisch effect bij de moeder bij hoge doseringen, vooral bij gebruik tijdens de tweede helft van de zwangerschap.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Vóór behandeling van een vruchtbare vrouw zwangerschap uitsluiten.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren (eravacycline en metabolieten).
Farmacologisch effect: Mogelijk is er risico op tandverkleuring en vertraging van verbeningsprocessen bij de met moedermelk gevoede zuigeling, zoals is aangetoond bij langdurig gebruik van andere tetracyclinen waarmee significante absorptie optreedt.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. In de moedermelk worden tetracyclinen voor een deel geïnactiveerd door het aanwezige calcium.
Farmacologisch effect: Ongunstige invloed op de bot- en tandontwikkeling bij de zuigeling is mogelijk, dit is waargenomen bij directe toepassing van tetracyclinen bij kinderen. Het wordt onwaarschijnlijk geacht dat de minimale hoeveelheden tetracyclinen in de borstvoeding bij een korte kuur het gebit en de botten van de zuigeling aantasten.
Advies: Kan kortdurend (< 3 weken) waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Vermijd langdurig gebruik (zoals bij de indicatie acne).
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor tetracyclinen.
Contra-indicaties
- Ernstig verminderde lever- en/of nierfunctie;
- Overgevoeligheid voor tetracyclinen;
- Toepassing bij kinderen jonger dan 8 jaar.
Voor meer contra-indicaties zie de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, waaronder schimmels, kan optreden bij langdurig gebruik. Als tijdens gebruik een superinfectie optreedt, kan onderbreking van dit middel noodzakelijk zijn. Overweeg dan een ander antimicrobieel middel. Bij optreden van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vastgesteld geval het gebruik staken en een specifieke behandeling gericht tegen Clostridioides difficile overwegen. Geneesmiddelen die de peristaltiek remmen, mogen in deze situatie niet worden gegeven.
Bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10-15) kan de blootstelling aan eravacycline verhoogd zijn. Controleer op bijwerkingen, met name bij obese patiënten en/of als ook behandeld wordt met krachtige CYP3A-remmers (zie rubriek Interacties), omdat hierbij de blootstelling aan eravacycline verder kan toenemen.
Coagulopathie kan optreden, zowel de protrombinetijd (PT) als de aPTT kan toenemen. Daarnaast is hypofibrinogenemie gemeld. Controleer daarom vóór aanvang en regelmatig tijdens de behandeling de bloedstollingsparameters, zoals de PT, het fibrinogeen en andere geschikte antistollingstesten.
Pancreatitis, in sommige gevallen ernstig, is gemeld bij eravacycline en andere tetracyclinen. Bij verdenking hierop het gebruik van eravacycline staken.
Reacties op infusieplaats: in geval van ernstige reacties het gebruik van eravacycline staken tot nieuwe intraveneuze toegang is verkregen. Andere maatregelen om het optreden en de ernst van reacties op de infusieplaats te verminderen bestaan uit het verlagen van de infusiesnelheid en/of de concentratie van eravacycline.
Onderzoeksgegevens en ervaring
- Er zijn geen klinische gegevens van patiënten > 137 kg, de mogelijke invloed van ernstige obesitas op de blootstelling aan eravacycline is niet onderzocht.
- Immuungecompromitteerden waren uitgesloten van de klinische onderzoeken, en de meerderheid van de patiënten (80%) had APACHE-II scores van < 10 op baseline, 5,4% had bacteriëmie op baseline, 34% had een gecompliceerde appendicitis.
- De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld; er zijn geen gegevens beschikbaar. Eravacycline mag niet toegepast worden bij kinderen < 8 jaar wegens irreversibele tandverkleuring (geel-grijs-bruin).
Waarschuwingen en voorzorgen
Tussen tetracyclinen onderling bestaat kruisovergevoeligheid en kruisresistentie. Resistentie kan zich snel ontwikkelen. Houd rekening met superinfecties door resistente micro-organismen (o.a. Candida spp., stafylokokken). In geval van superinfectie de toediening staken. Bij optreden van ernstige diarree met koorts tijdens de behandeling, de diagnose pseudomembraneuze colitis of stafylokokken-enteritis overwegen.
Afzetting in groeiend tandweefsel veroorzaakt permanente verkleuring van gebitselementen en botweefsel wordt brozer.
Bij langdurige behandeling wordt aangeraden nier-, lever- en hematologische parameters te controleren.
- Tetracyclinen kunnen, vanwege een anti-anabole werking, een verhoging van het ureumgehalte in bloed veroorzaken. Bij nierfunctiestoornissen kunnen hogere concentraties van tetracycline leiden tot uremie, hyperfosfatemie en acidose.
- In geval van een nier- of leverafwijking kunnen zelfs normale doses leiden tot systemische accumulatie van het middel en mogelijk leververgiftiging. Als lichte tot matige lever- of nierfunctiestoornissen bestaan, de behandeling nauw controleren en de dosering eventueel aanpassen.
- Bij eerste tekenen van hepatitis of SLE de behandeling onmiddellijk staken.
Langdurig gebruik kan leiden tot een vitamine B-deficiëntie door eradicatie van vitamine B-producerende bacteriën in de darm.
Fotodermatitis kan optreden bij blootstelling aan direct zonlicht of UV-stralen tijdens het gebruik, zich uitend als abnormaal hevige zonnebrandreactie; bij de eerste tekenen van huiderytheem het gebruik staken.
Benigne intracraniële hypertensie (bij volwassenen) en een bomberende fontanel (bij jonge kinderen) zijn meestal reversibel na staken van de behandeling; aanhoudende symptomen zoals hoofdpijn en/of visusstoornissen zijn echter mogelijk.
Tetracyclinen kunnen aspecifieke glucosebepalingen in de urine verstoren, ook kunnen fout-positieve catecholamineconcentraties in de urine optreden.
Overdosering
Symptomen
Bij gezonde vrijwilligers die tot 3 mg/kg eravacycline kregen, werd een hogere incidentie van misselijkheid en braken waargenomen.
Neem voor meer informatie over een overdosering van eravacycline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Eravacycline is een nieuw ontwikkeld tetracycline. Het remt de synthese van bacteriële eiwitten door te binden aan de 30S ribosomale sub-eenheid. Dit voorkomt de incorporatie van aminozuurresiduen in langer wordende peptideketens. De C-7- en C-9-substituties in eravacycline zijn niet aanwezig in van nature voorkomende of semisynthetische tetracyclinen. Dit substitutiepatroon zorgt voor behoud van in vitro potentie tegen Gram-positieve en Gram-negatieve stammen die tetracyclinespecifieke resistentiemechanismen vertonen (d.w.z. efflux gemedieerd door tet(A), tet(B) en tet(K), en ribosomale bescherming zoals gecodeerd door tet(M) en tet(Q)). Eravacycline is geen substraat voor de MepA-pomp in Staphylococcus aureus, die in verband is gebracht met resistentie tegen tigecycline. Eravacycline wordt ook niet beïnvloed door aminoglycoside-inactiverende of -modificerende enzymen. Eravacycline is inzetbaar tegen ESBL- en AmpC-producerende bacteriën.
Doorgaans gevoelig (in vivo) voor eravacycline zijn:
- Gram-positief: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium, Staphylococcus aureus en Streptococcus viridans species.
- Gram-negatief: Escherichia coli en Klebsiella pneumoniae.
Op basis van in vitro gegevens zijn ook gevoelig: andere Enterobacterales (ook carbapenem-resistente stammen; CRE) en Acinetobacter baumanii (ook carbapenem-resistente stammen; CRAB).
Niet gevoelig is: Pseudomonas aeruginosa (op basis van in vitro gegevens).
Resistentie tegen eravacycline is waargenomen in Enterococcus, met mutaties in rpsJ. Er is frequent kruisresistentie tegen tigecycline. Er is geen ('targed based') kruisresistentie tussen eravacycline en andere antibioticaklassen zoals fluorchinolonen, penicillinen, cefalosporinen of carbapenems.
De oppervlakte onder de plasmaconcentratie/tijd-curve (AUC), gedeeld door de MIC voor eravacycline, is de beste voorspeller voor de in-vitro werkzaamheid gebleken op basis van humane blootstellingen bij steady-state in een chemostaat, wat in diermodellen voor infectie werd bevestigd.
Kinetische gegevens
V d | ca. 4,6 l/kg. |
Eiwitbinding | concentratie-afhankelijk; 79-90%. |
Metabolisering | voornamelijk door CYP3A4- en FMO-gemedieerde oxidatie, en door epimerisatie tot inactieve metabolieten. Secundaire metabolieten worden gevormd door glucuronidering, oxidatie en hydrolyse. Eravacycline is verder substraat voor de transporteiwitten Pgp, OATP1B1 en -1B3. |
Eliminatie | met de urine ca. 35%, met de feces ca. 48% (zowel door biliaire als directe intestinale uitscheiding). |
T 1/2el | ca. 9 uur op dag 1, ca. 39 uur op dag 10 van de therapie. |
Overig | De klaring en het verdelingsvolume zijn afhankelijk van het lichaamsgewicht. Het verschil in blootstelling bij patiënten met een gewicht tot 137 kg rechtvaardigt geen dosisaanpassing. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bacteriostatisch antibioticum behorend tot de tetracyclinen. Tetracycline bindt reversibel aan het 30S- en 50S-gedeelte van de ribosomen in de bacteriële cel, waardoor remming optreedt van de ribosomale eiwitsynthese. Afhankelijk van de bereikte concentratie en de bacteriesoort kan er ook een bactericide effect optreden. Het werkingsspectrum is breed. Resistentie is plasmide-gemedieerd. In de regel is er sprake van kruisresistentie binnen de groep tetracyclinen.
Gewoonlijk gevoelig zijn:
- Gram-positief: Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes), α- en β-hemolytische streptokokken, Streptococcus pneumoniae, Staphylococcus aureus en Staphylococcus epidermidis.
- Gram-negatief: Brucella spp., Haemophilus influenzae en Neisseria gonorrhoeae.
- Overig: Chlamydia spp., Mycoplasma spp. inclusief Ureaplasma urealyticum; Rickettsia spp.
Matig gevoelig zijn:
- Gram-positief: Bacillus anthracis en Listeria monocytogenes.
- Gram-negatief: Bacteroides spp., Enterobacter spp., Escherichia coli, Klebsiella spp., Salmonella spp. en Shigella spp.
Resistent zijn:
- Gram-positief: enterokokken.
- Gram-negatief: Proteus spp., Providencia spp., Pseudomonas spp. en Serratia spp. (incl. S. marcescens).
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal 75–80%, sterk lager na inname van voedsel of melk. |
F | ca. 80% (nuchtere maag). |
T max | 2–4 uur. |
Overig | Tetracycline bereikt een hogere concentratie in de meeste organen en lichaamsvloeistoffen dan in het plasma, vooral in de gal. Stapeling in tandbeen en bot. De penetratie in de liquor is vrij gering, maar neemt toe bij ontstoken hersenvliezen (15–30% van de plasmaconcentratie). De diffusie in vetweefsel is gering. Tetracycline ondergaat een enterohepatische kringloop. |
Metabolisering | in geringe mate. |
Eliminatie | vnl. onveranderd, met de urine (50–80%) en de feces (20–50%). Uitscheiding via de nieren gebeurt door middel van glomerulaire filtratie. Hemodialyse en peritoneale dialyse elimineren tetracycline niet in significante mate. |
T 1/2el | 6–12 uur, bij gestoorde nierfunctie 60–120 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
eravacycline hoort bij de groep tetracyclinen.
Groepsinformatie
tetracycline (systemisch) hoort bij de groep tetracyclinen.
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acne vulgaris
- acute faryngotonsillitis
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- otitis media acuta
- seksueel overdraagbare aandoeningen
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)