Samenstelling
Cetura (als hemihydraat) ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Acelyn ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,05 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van het Turner-syndroom de geldende klinische richtlijn op vkgn.org.
Advies
Ethinylestradiol kan bij meisjes met constitutioneel lange gestalte (huidige voorspelde eindlengte meer dan 2,5 SD boven het gemiddelde van de Nederlandse groeicurve) worden toegepast om een afname van de gemiddelde uiteindelijke lengte te bewerkstelligen. Onduidelijkheid bestaat over het risico van trombose en de langetermijnbijwerkingen. De behandeling van constitutioneel lange meisjes dient uitsluitend te worden uitgevoerd door een (kinderarts-)endocrinoloog, ervaren in de uitvoering en beoordeling van eindlengtevoorspellingen.
Indicaties
- Puberteitsinductie bij meisjes (zoals bij het Turnersyndroom).
Indicaties
Constitutioneel lange gestalte bij meisjes (voorspelde eindlengte > 2,5 SD boven gemiddelde van de Nederlandse groeicurve).
Doseringen
Puberteitsinductie
Meisjes
Begindosering: 5 microg/kg lichaamsgewicht/dag in 1 dosis. De dosering elke 6–9 maanden verhogen tot een doorbraakbloeding optreedt. Opklimschema: 0,25 mg (½ tablet), 0,5 mg (1 tablet), 1 mg (2 tabletten), 1,5 mg (3 tabletten), 2 mg (4 tabletten). De maximale dosering is 2 mg/dag. Bij het bereiken van een dosering van 2 mg overgaan op een combinatiepil of anticonceptiepil.
Bij kinderen < 50 kg is de startdosering hoger dan 5 microg/kg/dag bij voorschrijven van een ½ tablet. De behandelend arts dient de gewenste startdosering bij deze kinderen te bepalen.
Na 2 jaar of bij het optreden van 'spotting' of doorbraakbloedingen cyclisch een progestageen toevoegen gedurende de eerste 12–14 dagen van de maand (bv. 5–10 mg dydrogesteron/dag of 5–10 mg medroxyprogesteron/dag).
Doseringen
De tablet kan worden verdeeld in gelijke doses.
Constitutioneel lange gestalte bij meisjes
Kinderen vanaf 9 jaar
Individueel opbouwen over een periode van enkele weken tot maanden: maximaal 0,2 mg per dag (= 4 tabletten) continu. Ter preventie van hyperplasie van het endometrium cyclisch een progestageen geven gedurende de eerste 12 tot 14 dagen van de maand (bv. 5–10 mg dydrogesteron of medroxyprogesteron per dag). Als ondergrens voor starten van de behandeling uitgaan van een kalenderleeftijd van 9–9,5 jaar, bij voorkeur vóór de menarche. Boven een skeletleeftijd van 13 jaar heeft starten van de behandeling geen effect meer. De behandeling continueren totdat de epifysairschijven volledig gesloten zijn, anders kan nagroei optreden.
De tabletten na de maaltijd innemen, in verband met maag-darmklachten. De tabletten met wat vloeistof zonder kauwen doorslikken.
Bijwerkingen
Er zijn nog onvoldoende gegevens over bijwerkingen bekend. In een kleine studie bij Turnersyndroom werd vaak (1-10%) gemeld: lymfoedeem en toename van frequentie en grootte van moedervlekken. Daarnaast zijn gemeld: misselijkheid, braken. Hoofdpijn, verergering van migraine, stemmingsveranderingen. Irritatie ogen bij dragen van contactlenzen. Erythema nodosum. Spierspasmen. Gevoelige en pijnlijke borsten, vergroting van de borsten, verkleuring van de tepels. Gewichtsveranderingen.
Bijwerkingen
Frequentie onbekend: misselijkheid, braken. Gevoelige of pijnlijke borsten, vergroting borsten, afscheiding uit de tepels, pigmentatie van de areola en tepels. Vaginale bloedingen, endometriumproliferatie, overvloedige productie van cervixslijm. Erythema nodosum, exantheem. Irritatie van de cornea bij het dragen van contactlenzen. Hoofdpijn, migraine, stemmingswisselingen. Vochtretentie, verandering van lichaamsgewicht, nachtelijke beenkrampen.
Bij hoge doseringen en langdurig gebruik kunnen psychische stoornissen optreden.
Verder zijn bij gebruik van vrouwelijke geslachtshormonen gemeld: veneuze en arteriële trombo–embolie. Hypertensie. Pancreatitis. Baarmoederhalskanker, levertumoren. Abnormale leverfunctiewaarden. Optreden of toename van uterusfibromyomen, fibrocysteuze mastopathie, endometriose, de ziekte van Crohn, geelzucht, chloasma.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen (m.n. CYP3A4 en UGT) zoals bosentan, carbamazepine, efavirenz, fenobarbital, fenytoïne, griseofulvine, nevirapine, rifabutine, rifampicine en sint-janskruid kan de werkzaamheid doen afnemen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, griseofulvine, sint-janskruid, anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine, oxcarbazepine, primidon, topiramaat) en antibacteriële/antivirale middelen (bv. rifampicine, rifabutine) kan de werkzaamheid doen afnemen; de enzyminductie is na 2–3 weken maximaal en kan na het stoppen 4 weken aanhouden. Het gebruik kan bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Uit epidemiologische studies geen aanwijzingen voor een teratogeen of foetotoxisch risico.
Advies: Niet toepassen tijdens zwangerschap.
Zwangerschap
Farmacologisch effect: Schadelijke effecten bij de foetus kunnen niet worden uitgesloten vanwege onvoldoende gegevens. Het per ongeluk gebruiken van ethinylestradiol heeft waarschijnlijk geen nadelige effecten op de zwangerschap of het ongeboren kind.
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Overige: Op lange termijn kan behandeling van constitutioneel lange meisjes met 0,2 mg ethinylestradiol per dag leiden tot meer kans op subfertiliteit en onvruchtbaarheid op volwassen leeftijd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: geen nadelige effecten op de zuigeling waargenomen.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja, weinig.
Farmacologisch effect: Oestrogenen kunnen invloed hebben op de productie en samenstelling van de moedermelk. Daarbij kan het gebruik van oestrogenen de kans op trombose (bij de moeder) in de eerste weken na de bevalling verder verhogen.
Advies: Gebruik ontraden tijdens de eerste 6 weken na de bevalling; daarna kan dit middel waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- verleden van veneuze trombo-embolie of actieve trombo-embolieën (diepveneuze trombose, longembolie);
- actieve of recent doorgemaakte arteriële trombo-embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct);
- acute leveraandoeningen (in de anamnese) zolang de leverfuncties niet zijn genormaliseerd;
- oestrogeenafhankelijke tumoren;
- mammacarcinoom in de anamnese;
- hyperplasie van het endometrium;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- acute porfyrie.
Contra-indicaties
- Manifeste of eerder doorgemaakte veneuze trombose al dan niet gepaard gaand met longembolie;
- Manifeste of eerder doorgemaakte occlusieve arteriële vaataandoening (zoals CVA, myocardinfarct) of prodromale aandoeningen (zoals angina pectoris, TIA);
- Aanwezigheid van risicofactoren voor het ontstaan van arteriële trombose zoals diabetes mellitus met vasculaire symptomen, ernstige hypertensie of ernstige dyslipoproteïnemie;
- Al dan niet erfelijke predispositie voor veneuze of arteriële trombose, zoals geactiveerd proteïne C-resistentie, proteïne C–, proteïne S– of antitrombinedeficiëntie, hyperhomocysteïnemie en aanwezigheid van anti-fosfolipide-antilichamen;
- (Verdenking op) mammacarcinoom, of een verleden hiervan, dan wel mammacarcinoom bij een eerstegraads familielid;
- (Vermoeden van) geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen;
- Bestaande of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoeningen zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
- Onverklaarde vaginale bloedingen;
- Hyperplasie van het endometrium;
- Excessieve lengtegroei secundair aan een onderliggende ziekte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór toediening een echo van de onderbuik maken om de grootte van de uterus te bepalen en de gonadale disfunctie bevestigen door bepaling van de FSH concentratie in het bloed. Bij een normale FSH-spiegel eventueel een echo van de onderbuik maken, om vast te stellen of er follikels (als voorspeller van de gonadale status) zichtbaar zijn.
Ter preventie van endometriumhyperplasie moet een progestageen aan de behandeling worden toegevoegd. Bij puberteitsinductie is dit na 2 jaar oestrogeentherapie of eerder in geval van het optreden van 'spotting' of doorbraakbloeding. Er wordt niet gelijktijdig gestart met cyclisch progestageen om de borst- en baarmoederontwikkeling normaal te laten verlopen.
Controleer bij diabetes mellitus met name in het begin van de behandeling extra, omdat oestrogenen de perifere insulineresistentie en glucosetolerantie kunnen beïnvloeden.
Er zijn nog onvoldoende gegevens over langetermijngevolgen bekend; het is onbekend of de toegenomen risico's van oestrogenen zoals die zijn gevonden bij gebruik van anticonceptiva (bv. veneuze of arteriële trombo-embolieën, mammacarcinoom) ook gelden voor de toepassing van oestrogenen bij Turnersyndroom.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik bij jonge meisjes: Bij de afweging om al dan niet te behandelen rekening houden met de toenemende kans op trombose, mogelijk effect op de vruchtbaarheid (zie het onderdeel Zwangerschap), de onbekende langetermijngevolgen op het ontstaan van (m.n. borst)tumoren en de onzekerheid ten aanzien van de uiteindelijk te bereiken reductie in de volwassen eindlengte. Voorafgaande aan de behandeling de skeletleeftijd bepalen en een volwassen eindlengteprognose berekenen. Tijdens de behandeling een periodieke controle uitvoeren (bv. tweemaal per jaar) van de epifysairschijven door middel van röntgenfoto's van de niet-dominante hand en pols. Na staken van het gebruik kan langdurige (> 6 maanden) amenorroe optreden. De anticonceptieve werking van deze behandeling is niet onderzocht; indien anticonceptie gewenst is, een niet-hormonaal anticonceptivum gebruiken.
Algemeen: Bij aanwezigheid van risicofactoren voor veneuze of arteriële aandoeningen, het gebruik afwegen. Bij verdenking op een erfelijke predispositie voor veneuze of arteriële trombo-embolieën de vrouw doorverwijzen voor verder onderzoek. De kans op veneuze trombo-embolische complicaties neemt toe bij hogere leeftijd, positieve familie-anamnese (veneuze trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), bij immobilisatie, operatie (m.n. van de benen), grote traumata, recente bevalling of miskraam in het tweede trimester, obesitas (BMI > 30 kg/m²) en mogelijk bij oppervlakkige flebitis en varicosis. De kans op arteriële complicaties neemt toe bij hogere leeftijd, roken (m.n. bij vrouwen > 35 j.), dyslipoproteïnemie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), hypertensie, migraine (met name met focale neurologische symptomen), positieve familie-anamnese (arteriële trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), valvulaire hartaandoening en atriumfibrilleren. In epidemiologisch onderzoek is toename van de kans op borstkanker gerapporteerd, alsmede van optreden van cervixcarcinoom bij langer durend gebruik. Deze toegenomen kans verdwijnt binnen 10 jaar na staken van de inname. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken. De toediening staken bij voor het eerst optreden of verergeren van migraineuze hoofdpijn, bij de eerste symptomen van tromboflebitis of trombo-embolie, bij stijging van de bloeddruk die onvoldoende op antihypertensieve therapie reageert, bij geelzucht (cholestase), hepatitis en gegeneraliseerde pruritus en bij een ernstige klinische depressie. Bij abnormale leverfunctiewaarden de toediening onderbreken totdat normalisatie optreedt. Bij reeds bestaande hypertriglyceridemie heeft oestrogeentherapie in zeldzame gevallen geleid tot een sterke stijging van de plasmatriglyceriden met pancreatitis tot gevolg. Erfelijk angio–oedeem kan verergeren door exogene oestrogenen. Bij diabetes mellitus met name in het begin van het gebruik zorgvuldig controleren, omdat de perifere insulineresistentie en glucosetolerantie kan worden beïnvloed. Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
Eigenschappen
Oestrogeen. Geeft aanzet tot de secundaire geslachtskenmerken en houdt deze in stand. Daarnaast hebben ze een gunstig effect op de botmassa.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. |
T max | binnen 8 uur. |
Eiwitbinding | ca. 98% (aan albumine en in mindere mate aan SHBG). |
Metabolisering | ondergaat een uitgebreid first-pass-effect; het wordt in de lever en andere organen omgezet in de minder actieve oestrogenen estron en estriol. De oestrogenen en metabolieten ondergaan een enterohepatische kringloop. |
Eliminatie | vnl. met de urine in biologisch inactieve vorm. |
T 1/2el | 13–20 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch oestrogeen, waarvan de werking vergelijkbaar is met die van estradiol. Onderdrukt de gonadotrofine spiegels zeer krachtig. In hogere doseringen veroorzaakt het groeiremming en het voortijdig sluiten van de epifysairschijven.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en bijna volledig; ruim 90% in 1 uur. |
T max | ca. 1 uur, waarbij grote interindividuele verschillen in plasmaconcentraties kunnen voorkomen. |
Metabolisering | vooral door hydroxylering en in mindere mate door modificatie van de ethinylgroep. Wordt grotendeels in de lever en darmwand geconjugeerd tot het sulfaat en het glucuronide. Deze inactieve metabolieten ondergaan een enterohepatische kringloop; via de gal worden ze uitgescheiden in de darm, gehydrolyseerd en gereabsorbeerd als ethinylestradiol. |
Eliminatie | via de urine en feces (in een verhouding van 1: 1,6). |
T 1/2el | 20–23 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
estradiol (bij puberteitsinductie) hoort bij de groep oestrogenen.
Groepsinformatie
ethinylestradiol hoort bij de groep oestrogenen.