Samenstelling
Estradiol (als hemihydraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2 mg
Estrofem (als hemihydraat) Novo Nordisk bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2 mg
Progynova (valeraat) Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 1 mg, 2 mg
Zumenon (als hemihydraat) Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Acelyn ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,05 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Er is geen plaats meer voor oestrogenen bij de preventie van postmenopauzale osteoporose vanwege de ernstige langetermijnbijwerkingen. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling, zie Osteoporose.
Offlabel: Zie voor meer informatie over de hormonale behandeling van transvrouwen de Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg - Somatisch via richtlijnendatabase.nl en de 'Clinical Practice Guideline Endocrine Treatment of Gender-Dysphoric/ Gender-Incongruent Persons' via endocrine.org.
Advies
Ethinylestradiol kan bij meisjes met constitutioneel lange gestalte (huidige voorspelde eindlengte meer dan 2,5 SD boven het gemiddelde van de Nederlandse groeicurve) worden toegepast om een afname van de gemiddelde uiteindelijke lengte te bewerkstelligen. Onduidelijkheid bestaat over het risico van trombose en de langetermijnbijwerkingen. De behandeling van constitutioneel lange meisjes dient uitsluitend te worden uitgevoerd door een (kinderarts-)endocrinoloog, ervaren in de uitvoering en beoordeling van eindlengtevoorspellingen.
Indicaties
- Hormoonsuppletietherapie (HST) bij symptomen van oestrogeendeficiëntie bij postmenopauzale vrouwen (Estrofem en Zumenon: > 6 mnd. in de menopauze).
- Preventie van postmenopauzale osteoporose, bij veel kans op fracturen, terwijl andere middelen ter preventie van osteoporose zijn gecontra-indiceerd of niet worden verdragen;
- Offlabel: hormoontherapie bij genderincongruentie (transvrouw).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Constitutioneel lange gestalte bij meisjes (voorspelde eindlengte > 2,5 SD boven gemiddelde van de Nederlandse groeicurve).
Doseringen
Let op: Bij vrouwen met een intacte uterus of een voorgeschiedenis van endometriose, de oestrogeenbehandeling combineren met een progestageen gedurende 12–14 dagen per inneemcyclus van 28 dagen.
Symptomen van oestrogeendeficiëntie
Volwassenen
1–2 mg 1×/dag. Bij onvoldoende respons na 3 maanden dosering verhogen. Bij symptomen van overdosering, zoals gevoelige borsten, dosering verlagen.
Preventie postmenopauzale osteoporose
Volwassenen
Begindosering 1 mg 1×/dag, zo nodig aanpassen naar 2 mg 1×/dag.
Offlabel: Genderincongruentie
Volwassenen
Volgens de Endocrine Society 'Clinical Practice Guideline Endocrine Treatment of Gender-Dysphoric/ Gender-Incongruent Persons' (2017): 2-6 mg/dag. Toepassen onder controle van de serumconcentratie van testosteron en estradiol. Zie tabel 15 van de richtlijn voor monitoring tijdens behandeling.
Wanneer beginnen: Bij geen voorafgaande hormoonsuppletietherapie (HST) of bij overschakeling van een continu gecombineerde HST, de behandeling beginnen op een willekeurige dag. Bij overstappen van een sequentiële HST de behandeling beginnen op de dag direct na afronding van de voorafgaande cyclus.
Een vergeten tablet alsnog binnen 12 uur innemen. Indien meer dan 12 uur zijn verstreken, de tablet overslaan. Na vergeten van een tablet is er meer kans op een doorbraakbloeding of 'spotting'.
Toediening: de tablet bij voorkeur op een vast tijdstip innemen, zonder kauwen met wat water.
Doseringen
De tablet kan worden verdeeld in gelijke doses.
Constitutioneel lange gestalte bij meisjes
Kinderen vanaf 9 jaar
Individueel opbouwen over een periode van enkele weken tot maanden: maximaal 0,2 mg per dag (= 4 tabletten) continu. Ter preventie van hyperplasie van het endometrium cyclisch een progestageen geven gedurende de eerste 12 tot 14 dagen van de maand (bv. 5–10 mg dydrogesteron of medroxyprogesteron per dag). Als ondergrens voor starten van de behandeling uitgaan van een kalenderleeftijd van 9–9,5 jaar, bij voorkeur vóór de menarche. Boven een skeletleeftijd van 13 jaar heeft starten van de behandeling geen effect meer. De behandeling continueren totdat de epifysairschijven volledig gesloten zijn, anders kan nagroei optreden.
De tabletten na de maaltijd innemen, in verband met maag-darmklachten. De tabletten met wat vloeistof zonder kauwen doorslikken.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): pijnlijke borsten, onregelmatig vaginaal bloedverlies incl. 'spotting', bekkenpijn. (Perifeer) oedeem. Misselijkheid, buikpijn, flatulentie. Hoofdpijn, migraine. Depressie. Asthenie. Beenkrampen. Gewichtsverandering. Huiduitslag, jeuk.
Soms (0,1-1%): borstvergroting, dysmenorroe, menorragie, veranderde vaginale afscheiding, pre–menstrueel syndroom. Vergroting van myomen. Vaginale candidiasis. Dyspepsie, braken. Duizeligheid. Nervositeit, libidoverandering. Visusstoornis. Galblaasaandoening, cholelithiase. Palpitaties. Veneuze trombo–embolie, hypertensie, perifeer vaatlijden, varicose. Overgevoeligheidsreacties, erythema nodosum, urticaria. Klachten van een cystitis. Rugpijn.
Zelden (0,01-0,1%): hirsutisme, acne. Gestoorde leverfunctie, soms met geelzucht. Vermoeidheid. Angst. Steiler worden van cornea, contactlens–intolerantie. Spierkrampen.
Zeer zelden (< 0,01%): hemolytische anemie. Chorea. Beroerte, myocardinfarct. Angio-oedeem, erythema multiforme, erythema nodosum, purpura, chloasma of melasma. Verergering van porfyrie.
Verder zijn gemeld: diarree. Alopecia. Slapeloosheid. Fibrocystische borstziekte.
Bijwerkingen
Frequentie onbekend: misselijkheid, braken. Gevoelige of pijnlijke borsten, vergroting borsten, afscheiding uit de tepels, pigmentatie van de areola en tepels. Vaginale bloedingen, endometriumproliferatie, overvloedige productie van cervixslijm. Erythema nodosum, exantheem. Irritatie van de cornea bij het dragen van contactlenzen. Hoofdpijn, migraine, stemmingswisselingen. Vochtretentie, verandering van lichaamsgewicht, nachtelijke beenkrampen.
Bij hoge doseringen en langdurig gebruik kunnen psychische stoornissen optreden.
Verder zijn bij gebruik van vrouwelijke geslachtshormonen gemeld: veneuze en arteriële trombo–embolie. Hypertensie. Pancreatitis. Baarmoederhalskanker, levertumoren. Abnormale leverfunctiewaarden. Optreden of toename van uterusfibromyomen, fibrocysteuze mastopathie, endometriose, de ziekte van Crohn, geelzucht, chloasma.
Interacties
De werkzaamheid van oestrogenen (en progestagenen) kan afnemen tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende middelen, zoals anti-epileptica (bv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne), antibacteriële/antivirale middelen (bv. efavirenz, griseofulvine, nevirapine, rifabutine, rifampicine) en sint-janskruid. Ritonavir heeft een inducerend effect bij combinatie met steroïdhormonen.
Bij gelijktijdig gebruik van HST en lamotrigine neemt naar verwachting de plasmaspiegel van lamotrigine af, wat kan leiden tot een verminderde controle van epilepsie. Deze interactie is onderzocht bij gelijktijdig gebruik van oestrogeenbevattende hormonale anticonceptiva en lamotrigine.
Oestrogenen verhogen hormoonbindende globulineconcentraties, waaronder corticoïdbindend globuline, geslachtshormoonbindend globuline en thyroxinebindend globuline.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, griseofulvine, sint-janskruid, anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine, oxcarbazepine, primidon, topiramaat) en antibacteriële/antivirale middelen (bv. rifampicine, rifabutine) kan de werkzaamheid doen afnemen; de enzyminductie is na 2–3 weken maximaal en kan na het stoppen 4 weken aanhouden. Het gebruik kan bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Accidentele foetale blootstelling aan combinaties van oestrogenen en progestagenen heeft niet geleid tot schadelijke effecten.
Advies: Bij optreden van zwangerschap de behandeling direct staken.
Zwangerschap
Farmacologisch effect: Schadelijke effecten bij de foetus kunnen niet worden uitgesloten vanwege onvoldoende gegevens. Het per ongeluk gebruiken van ethinylestradiol heeft waarschijnlijk geen nadelige effecten op de zwangerschap of het ongeboren kind.
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Overige: Op lange termijn kan behandeling van constitutioneel lange meisjes met 0,2 mg ethinylestradiol per dag leiden tot meer kans op subfertiliteit en onvruchtbaarheid op volwassen leeftijd.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja, weinig.
Farmacologisch effect: Oestrogenen kunnen invloed hebben op de productie en samenstelling van de moedermelk. Daarbij kan het gebruik van oestrogenen de kans op trombose (bij de moeder) in de eerste weken na de bevalling verder verhogen.
Advies: Gebruik ontraden tijdens de eerste 6 weken na de bevalling; daarna kan dit middel waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- actuele of doorgemaakte veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombose, longembolie);
- actuele of recent doorgemaakte arteriële trombo-embolische aandoening (angina pectoris, hartinfarct);
- aanwezigheid van een trombofiele aandoening (bv. proteïne C-, proteïne S- of antitrombine-deficiëntie);
- acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
- oestrogeenafhankelijke tumor (zoals endometriumcarcinoom);
- mammacarcinoom in de anamnese;
- onbehandelde hyperplasie van het endometrium;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- acute porfyrie.
Contra-indicaties
- Manifeste of eerder doorgemaakte veneuze trombose al dan niet gepaard gaand met longembolie;
- Manifeste of eerder doorgemaakte occlusieve arteriële vaataandoening (zoals CVA, myocardinfarct) of prodromale aandoeningen (zoals angina pectoris, TIA);
- Aanwezigheid van risicofactoren voor het ontstaan van arteriële trombose zoals diabetes mellitus met vasculaire symptomen, ernstige hypertensie of ernstige dyslipoproteïnemie;
- Al dan niet erfelijke predispositie voor veneuze of arteriële trombose, zoals geactiveerd proteïne C-resistentie, proteïne C–, proteïne S– of antitrombinedeficiëntie, hyperhomocysteïnemie en aanwezigheid van anti-fosfolipide-antilichamen;
- (Verdenking op) mammacarcinoom, of een verleden hiervan, dan wel mammacarcinoom bij een eerstegraads familielid;
- (Vermoeden van) geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen;
- Bestaande of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoeningen zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
- Onverklaarde vaginale bloedingen;
- Hyperplasie van het endometrium;
- Excessieve lengtegroei secundair aan een onderliggende ziekte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controle: Beoordeel voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen (i.v.m. terugkeren of verergeren) in de voorgeschiedenis:
- uterusmyomen of endometriose,
- endometriumhyperplasie,
- risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen (zie hierna),
- risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
- hypertensie,
- leveraandoening,
- cholelithiase,
- diabetes mellitus,
- migraine of ernstige hoofdpijn,
- systemische lupus erythematodes,
- epilepsie,
- astma,
- otosclerose.
Wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie, omdat oestrogenen vochtretentie kunnen veroorzaken. Wees voorzichtig bij bestaande hypertriglyceridemie wegens meer kans op pancreatitis. Bij erfelijk of verworven angio-oedeem kunnen exogene oestrogenen mogelijk aanvallen van angio-oedeem induceren. Bij predispositie voor chloasma direct zonlicht vermijden.
Staak de behandeling direct in de volgende gevallen:
- tekenen van trombose;
- significante stijging van de bloeddruk;
- geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
- voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn.
De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), systemische lupus erythematodes, carcinoom en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, eventueel de suppletie vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken.
De kans op mammacarcinoom neemt geleidelijk toe bij gebruik van oestrogeensuppletie, vooral in combinatie met een progestageen (in studies werd dit na 1–4 jaar van gebruik statistisch waarneembaar). Deze toegenomen kans neemt geleidelijk af na staken van de hormoonsuppletie. Indien langer dan 5 jaar gebruikt, kan het extra risico nog 10 jaar of langer aanhouden. De radiologische detectie van mammacarcinoom kan worden bemoeilijkt door toename van de dichtheid van weefsel op mammografische beelden, vooral door gecombineerd oestrogeen-progestageen gebruik.
Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom geleidelijk iets toe.
Bij vrouwen met een intacte uterus is er meer kans op endometriumhyperplasie en -carcinoom, wanneer gedurende een langere periode alleen oestrogenen worden gebruikt. Additionele toediening van een progestageen beschermt tegen dit vergrote risico. Als doorbraakbloedingen of 'spotting' optreden na geruime tijd van therapie of aanhouden na het stoppen van de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.
De kans op een ischemisch CVA neemt vooral toe bij een hogere leeftijd.
Er zijn enige aanwijzingen voor een toegenomen kans op dementie bij vrouwen die zijn gestart met hormoonsuppletietherapie boven een leeftijd van 65 jaar, maar de ervaring bij vrouwen > 65 jaar is beperkt.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik bij jonge meisjes: Bij de afweging om al dan niet te behandelen rekening houden met de toenemende kans op trombose, mogelijk effect op de vruchtbaarheid (zie het onderdeel Zwangerschap), de onbekende langetermijngevolgen op het ontstaan van (m.n. borst)tumoren en de onzekerheid ten aanzien van de uiteindelijk te bereiken reductie in de volwassen eindlengte. Voorafgaande aan de behandeling de skeletleeftijd bepalen en een volwassen eindlengteprognose berekenen. Tijdens de behandeling een periodieke controle uitvoeren (bv. tweemaal per jaar) van de epifysairschijven door middel van röntgenfoto's van de niet-dominante hand en pols. Na staken van het gebruik kan langdurige (> 6 maanden) amenorroe optreden. De anticonceptieve werking van deze behandeling is niet onderzocht; indien anticonceptie gewenst is, een niet-hormonaal anticonceptivum gebruiken.
Algemeen: Bij aanwezigheid van risicofactoren voor veneuze of arteriële aandoeningen, het gebruik afwegen. Bij verdenking op een erfelijke predispositie voor veneuze of arteriële trombo-embolieën de vrouw doorverwijzen voor verder onderzoek. De kans op veneuze trombo-embolische complicaties neemt toe bij hogere leeftijd, positieve familie-anamnese (veneuze trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), bij immobilisatie, operatie (m.n. van de benen), grote traumata, recente bevalling of miskraam in het tweede trimester, obesitas (BMI > 30 kg/m²) en mogelijk bij oppervlakkige flebitis en varicosis. De kans op arteriële complicaties neemt toe bij hogere leeftijd, roken (m.n. bij vrouwen > 35 j.), dyslipoproteïnemie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), hypertensie, migraine (met name met focale neurologische symptomen), positieve familie-anamnese (arteriële trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), valvulaire hartaandoening en atriumfibrilleren. In epidemiologisch onderzoek is toename van de kans op borstkanker gerapporteerd, alsmede van optreden van cervixcarcinoom bij langer durend gebruik. Deze toegenomen kans verdwijnt binnen 10 jaar na staken van de inname. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken. De toediening staken bij voor het eerst optreden of verergeren van migraineuze hoofdpijn, bij de eerste symptomen van tromboflebitis of trombo-embolie, bij stijging van de bloeddruk die onvoldoende op antihypertensieve therapie reageert, bij geelzucht (cholestase), hepatitis en gegeneraliseerde pruritus en bij een ernstige klinische depressie. Bij abnormale leverfunctiewaarden de toediening onderbreken totdat normalisatie optreedt. Bij reeds bestaande hypertriglyceridemie heeft oestrogeentherapie in zeldzame gevallen geleid tot een sterke stijging van de plasmatriglyceriden met pancreatitis tot gevolg. Erfelijk angio–oedeem kan verergeren door exogene oestrogenen. Bij diabetes mellitus met name in het begin van het gebruik zorgvuldig controleren, omdat de perifere insulineresistentie en glucosetolerantie kan worden beïnvloed. Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
Eigenschappen
Meest actieve, natuurlijk oestrogeen. Het substitueert voor het verlies aan eigen oestrogeenproductie bij postmenopauzale vrouwen, waardoor menopauzale klachten worden verlicht. Oestrogenen gaan verlies van botmassa door menopauze of ovariëctomie, tegen.
Kinetische gegevens
F | oraal ca. 3–6% (estradiolvaleraat). |
T max | ca. 4–8 uur. |
V d | ca. 1,2 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 98% (aan SHBG en albumine). |
Metabolisering | ondergaat een uitgebreid 'first pass'-effect; het wordt in de lever en andere organen omgezet in minder actieve of inactieve metabolieten, waaronder estron, catecholoestrogenen en verschillende oestrogeensulfaten en -glucuroniden. Een deel van de metabolieten ondergaat een enterohepatische kringloop. |
Eliminatie | met de urine (ca. 90%, als metaboliet), met de feces (ca. 10%). |
T 1/2el | 10–16 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch oestrogeen, waarvan de werking vergelijkbaar is met die van estradiol. Onderdrukt de gonadotrofine spiegels zeer krachtig. In hogere doseringen veroorzaakt het groeiremming en het voortijdig sluiten van de epifysairschijven.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en bijna volledig; ruim 90% in 1 uur. |
T max | ca. 1 uur, waarbij grote interindividuele verschillen in plasmaconcentraties kunnen voorkomen. |
Metabolisering | vooral door hydroxylering en in mindere mate door modificatie van de ethinylgroep. Wordt grotendeels in de lever en darmwand geconjugeerd tot het sulfaat en het glucuronide. Deze inactieve metabolieten ondergaan een enterohepatische kringloop; via de gal worden ze uitgescheiden in de darm, gehydrolyseerd en gereabsorbeerd als ethinylestradiol. |
Eliminatie | via de urine en feces (in een verhouding van 1: 1,6). |
T 1/2el | 20–23 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
estradiol (oraal) hoort bij de groep oestrogenen.
Groepsinformatie
ethinylestradiol hoort bij de groep oestrogenen.