Samenstelling
Terra-Cortril + Polymyxine B oogzalf Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Oogzalf
- Verpakkingsvorm
- 3,5 g
Bevat per g: hydrocortison(acetaat) 10 mg, oxytetracycline (als hydrochloride) 5 mg, polymyxine B(sulfaat) 10.000 E. De zalfbasis bestaat uit vloeibare en witte paraffine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dexagenta-POS Ursapharm Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Bevat per ml: dexamethason (di-Na-fosfaat) 1 mg, gentamicine (als sulfaat) 3 mg. Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Dexamytrex Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Bevat per ml: dexamethason (di-Na-fosfaat) 1 mg, gentamicine (als sulfaat) 3 mg. Conserveermiddel: cetrimide.
- Toedieningsvorm
- Oogzalf
- Verpakkingsvorm
- 3 g
Bevat per g: dexamethason 0,3 mg, gentamicine (als sulfaat) 3 mg. Conserveermiddel: chloorbutanol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een stafylokokkenblefaritis anterior en bij blefaritis die ondanks goede ooglidhygiënische maatregelen (warmte, massage en poetsen ooglidrand) na vier weken niet verbetert, is fusidinezuur ooggel aangewezen, waarbij de ooglidhygiëne dient te worden gecontinueerd. Zie voor meer informatie de NHG-standaard Rood oog en oogtrauma (2017). Soms is een combinatie van antibiotica en corticosteroïden aangewezen, met name bij chronische blefaritis in combinatie met (kerato)conjunctivitis. Behandeling dient dan uitsluitend te geschieden door een oogarts (bron: oogartsen.nl).
Advies
Profylaxe na cataractoperatie: Geef preventief NSAID- én corticosteroïdoogdruppels na een cataractoperatie ter preventie van cystoïd macula oedeem (CMO) en ontsteking. Dien aan het einde van een cataractoperatie intracameraal cefuroxim toe ter preventie van postoperatieve endoftalmitis. Zie voor meer informatie de modules Ontstekingsprofylaxe bij cataract en Infectieprofylaxe bij cataract van de NOG-Richtlijn Cataract (2021) op richtlijnendatabase.nl. Een aanbeveling tot het gebruik van antibioticumoogdruppels, los of in combinatie met een corticosteroïd, is niet (meer) opgenomen in de richtlijn. Zie ook de conclusie uit het ZIN-rapport van 2023 over dexamethason/levofloxacine oogdruppels (Ducressa®): er is geen plaats (meer) voor oogdruppels met een combinatie van een corticosteroïd en een antibioticum na een cataractoperatie. De beroepsgroep, het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG), die betrokken was bij de vaststelling van de plaatsbepaling zoals vermeld in het ZIN-rapport ondersteunt deze conclusie.
Indicaties
- Blefaritis squamosa.
Indicaties
- Behandeling van ontstekingsverschijnselen en profylaxe van secundaire ooginfecties na operaties onder strikt oogheelkundig toezicht.
Doseringen
Blefaritis squamosa
2–3×/dag ca. 1 cm oogzalf aanbrengen op de binnenzijde van de onderste oogleden, max. 14 dagen gebruiken.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste toedienen, daarna meer viskeuze druppels en oogzalf als laatste aanbrengen.
Doseringen
Behandeling ontstekingsverschijnselen en profylaxe van ooginfecties na een oogoperatie
Volwassenen
Oogdruppels: 1 druppel 4–6×/dag in de conjunctivaalzak van het aangedane oog. De behandelduur bedraagt maximaal 14 dagen. Controleer tijdens de behandeling het effect.
Oogzalf: ca. 5 mm zalfstreng 2–3×/dag en 's avonds voor het slapen gaan op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen. Totale behandelduur max. 14 dagen. Controleer tijdens de behandeling het effect.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste 5 minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen.
Bijwerkingen
Oculair: tranen, een voorbijgaand prikkend of branderig gevoel, corpus-alienumgevoel, corneaperforatie, glaucoom, oogzenuwbeschadiging, posterior subcapsulair cataract, vertraagde wondgenezing, wazig zien. Secundaire bacteriële of schimmelinfecties.
Peri-oculair/cutaan: branderig gevoel, jeuk, irritatie, droogheid van de huid, folliculitis, hypertrichosis, acne-achtige huiduitslag, hypopigmentatie, periorale dermatitis, allergisch contacteczeem, maceratie van de huid, huidatrofie, striae en miliaria. Secundaire bacteriële of schimmelinfecties.
Bijwerkingen
Lokaal:
Soms (0,1–1%): kortdurend branderig gevoel direct na toediening.
Zelden (0,1–0,01%): perforatie van de cornea, superinfectie door niet–gevoelige micro–organismen.
Zeer zelden (< 0,01%): bij langdurig gebruik: verhoogde intra–oculaire druk (glaucoom), subcapsulair cataract.
Verder zijn gemeld: oogklachten (irritatie, pijn, tranenvloed, wazig zien, corpus–alienum–gevoel), conjunctivitis, keratitis (incl. zweren), corneacalcificatie, vertroebeling van de cornea, ptosis, mydriase, oculaire hyperemie, vertraagde wondgenezing bij gebruik na hoornvliesaandoeningen.
Systemisch:
Zelden (0,1–0,01%): allergische reacties, overgevoeligheid, Stevens–Johnsonsyndroom.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van parasympathicolytica en mydriatica, zoals atropine, vermeerdert de kans op een toename van de oogboldruk.
Gelijktijdig gebruik van oogdruppels met NSAID's vermeerdert de kans op genezingsproblemen van de cornea.
Gelijktijdige gebruik met CYP3A4-remmers (waaronder ritonavir en cobicistat) kan het metabolisme van systemisch geabsorbeerd dexamethason remmen met toegenomen kans op systemische effecten en bijniersuppressie/syndroom van Cushing, vooral na intensieve of langdurige onafgebroken behandeling. Indien gelijktijdig gebruik onvermijdelijk is controleren op systemische effecten.
Zwangerschap
Teratogenese: ydrocortison: bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij systemisch gebruik van hydrocortison. Polymyxine: bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Oxytetracycline: bij de mens, onvoldoende gegevens. Systemisch gebruik van tetracyclinen kan in de tweede helft van de zwangerschap permanente verkleuring van de tanden en een vertraagde osteosynthese veroorzaken. Bij oculair gebruik echter wordt de systemische belasting te laag geacht om nadelige effecten bij de foetus te kunnen veroorzaken.
Advies: Kan tijdens het 1e trimester worden gebruikt. Tijdens het 2e en 3e trimester (> 16 w.) waarschijnlijk veilig.
Zwangerschap
Dexamethason en gentamicine passeren de placenta; dexamethason vrijwel volledig.
Teratogenese: Dexamethason: bij de mens zijn er geen aanwijzingen voor teratogene effecten van corticosteroïden, zoals waargenomen in dierstudies (bij hoge systemische dosis). Gentamicine: onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Bij de mens zijn na systemische toediening van sommige aminoglycosiden enkele gevallen van neonatale schade aan het cochleovestibulaire apparaat en bij dierstudies tevens effecten op de nierfunctie gevonden. Gezien de lage systemische blootstelling (gentamicine, dexamethason) bij het gebruik van oogpreparaten worden echter geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate (hydrocortison, oxytetracycline bij systemisch gebruik). Onbekend (polymyxine B). Tetracyclinen kunnen bij directe toepassing aan kinderen het gebit en de botten aantasten. Het is echter onwaarschijnlijk dat de minimale hoeveelheid oxytetracycline in de borstvoeding bij een korte kuur en bij toepassing per oogzalf het gebit en de botten van de zuigeling kunnen aantasten. In het bloed van de zuigeling zijn tetracyclinen niet aangetoond na blootstelling via de borstvoeding.
Advies: Kan kortdurend (≤ 2 weken) waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Dexamethason: onbekend. Gentamicine: ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Aminoglycosiden worden door een zuigeling nauwelijks oraal geabsorbeerd, echter bij -prematuren (< 37 weken)- kán wel opname vanuit het maag-darmkanaal plaatsvinden. In theorie kan stapeling optreden, doordat aminoglycosiden bij jonge zuigelingen langzamer worden geëlimineerd. In de eerste weken van de lactatieperiode moet bij prematuren het systemisch gebruik van aminoglycosiden worden beperkt. De systemische belasting van aminoglycosiden en dexamethason bij gebruik van de oogpreparaten door de moeder is echter laag en de blootstelling via de melk waarschijnlijk verwaarloosbaar klein.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- epitheliale herpes simplex keratitis (keratitis dendritica) en andere virale aandoeningen van cornea en conjunctiva;
- blefaritis ulcerosa en andere acute purulente infecties van oog en oogleden;
- mycobacteriële en schimmelinfecties van het oog;
- ongecompliceerde verwijdering van een vreemd lichaam uit de cornea;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden, polymyxinen of tetracyclinen.
Contra-indicaties
- Acute ooginfecties veroorzaakt door een virus (o.a. keratitis dendritica, vaccinia, varicella) of schimmel;
- Mycobacteriële en luetische ooginfecties. Acute etterige ontstekingen van het voorste oogsegment;
- Gesloten en open-kamerhoekglaucoom;
- Overgevoeligheid voor aminoglycosiden of wolvet (oogzalf).
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij verandering in het gezichtsvermogen is nauwkeurige controle aangewezen. Langdurige behandeling kan leiden tot verhoogde intra-oculaire druk met mogelijke ontwikkeling van glaucoom en cataract. Een stijging van de intra-oculaire druk treedt in het algemeen binnen twee weken na aanvang van de behandeling op. Adequate controle is aangewezen, m.n. bij glaucoom of indien glaucoom in de familie voorkomt. Ook de zeldzame oogaandoening centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) is gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Corticosteroïden kunnen een ooginfectie maskeren of verergeren. Overgroei door niet-gevoelige micro-organismen, vooral Candida, stafylokokken en schimmels, is mogelijk; in geval zich een superinfectie voordoet adequate therapie instellen. Schimmelinfecties of virale infecties van de cornea treden vooral op tijdens langdurig gebruik van corticosteroïden. Wees bedacht op een schimmelinfectie bij persisterende ulceratie van de cornea. Indien schimmelinfecties optreden behandeling met corticosteroïden staken. Oculaire corticosteroïden kunnen bij aandoeningen die gepaard gaan met een verdunning van cornea en sclera, perforaties veroorzaken.
Géén contactlenzen dragen tijdens de behandeling.
Wees voorzichtig bij gebruik van occlusieve technieken, vanwege een verhoogde kans op systemische absorptie en corticosteroïd-gerelateerde bijwerkingen, met name bij kinderen en zuigelingen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid, sensibilisatievoor gentamicine en kruisresistentie met andere aminoglycosiden kunnen optreden; in dat geval de behandeling staken.
Controleer regelmatig de intra-oculaire druk (IOD), vooral bij pre-existent verhoogde IOD of glaucoom, een voorgeschiedenis van door corticosteroïden geïnduceerde verhoogde IOD, diabetespatiënten en bij ouderen. Langdurige behandeling met oculaire corticosteroïden kan leiden tot verhoogde IOD met mogelijke ontwikkeling van glaucoom bij deze groepen patiënten.
Bij verandering in het gezichtsvermogen zoals wazig zicht of andere visuele stoornissen, is nauwgezette controle aangewezen. Beoordeel mogelijke oorzaken die hiermee verband kunnen houden, zoals de ontwikkeling van glaucoom, (posterieur subcapsulair) cataract of een zeldzame aandoening zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR).
Ooginfectie: Overgroei door niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels is mogelijk. Langdurig gebruik van oculaire corticosteroïden kan ook leiden tot een secundaire ooginfectie als gevolg van een verminderde lokale immuunrespons. Daarnaast kunnen corticosteroïden een ooginfectie maskeren of verergeren. Staak de behandeling in geval zich een superinfectie voordoet en stel een adequate therapie in. Onderzoek wanneer nodig met een spleetlamp en fluoresceïnekleuring. Schimmelinfecties of virale infecties van de cornea treden vooral op tijdens langdurig gebruik van corticosteroïden. Wees bedacht op een schimmelinfectie bij persisterende ulceratie van de cornea.
Het syndroom van Cushing en/of bijniersuppressie kan voorkomen na intensieve of langdurige onafgebroken behandeling met lokale corticosteroïden bij patiënten met een predispositie, inclusief kinderen en patiënten behandeld met CYP3A4-remmers (waaronder ritonavir en cobicistat); in deze gevallen de behandeling geleidelijk staken.
Oculaire corticosteroïden kunnen bij aandoeningen die gepaard gaan met een verdunning van cornea en sclera, perforaties veroorzaken en tevens leiden tot vertraagde wondgenezing.
Draag geen contactlenzen tijdens behandeling.
Hulpstoffen
- Benzalkoniumchloride (in sommige oogdruppels) kan bij droge ogen of een beschadigde cornea bij langdurig gebruik leiden tot keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie.
- Fosfaathoudende oogdruppels (in alle oogdruppels) kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneacalcificaties.
Eigenschappen
Hydrocortison is een zwak werkend (klasse I) corticosteroïd met anti-inflammatoire, antipruritische en vasoconstrictieve werking.
Oxytetracycline is een bacteriostatisch breed-spectrum antibioticum behorend tot de tetracyclinen. Het veroorzaakt een antimicrobieel effect door inhibitie van de bacteriële eiwitsynthese. Het werkingsspectrum omvat onder meer Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen (waaronder Staphylococcus aureus, meticilline gevoelig; 'MSSA'). Kruisresistentie met andere tetracyclinen kan voorkomen.
Polymyxine B is een bactericide antibioticum werkzaam tegen Gram-negatieve micro-organismen (met name tegen Pseudomonas aeruginosa). Het brengt veranderingen in de bacteriële celmembraan teweeg, hierdoor lekken essentiële intracellulaire stoffen weg.
Kinetische gegevens
Resorptie | Polymyxine: nauwelijks via het oog. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Dexamethason is een sterkwerkend corticosteroïd, dat goed doordringt in het oogweefsel. Corticosteroïden hebben een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende aandoeningen, zonder de onderliggende aandoening te genezen. Gentamicine is een aminoglycoside met sterk bactericide werking. Het remt de eiwitsynthese in bacteriën door binding aan de 30S subunit van het ribosoom.
Doorgaans gevoelig voor gentamicine zijn: Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig), Enterobacter spp., Escherichia coli, Klebsiella spp., sommige species van Proteus (indol–positief) zoals Proteus vulgaris, Salmonella enterica en Serratia spp. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (excl. meticilline–gevoelig), Staphylococcus epidermidis, Citrobacter spp., Pseudomonas aeruginosa, sommige species van Proteus (indol–negatief) zoals Proteus mirabilis.
Resistent zijn: Enterococcus spp., Streptococcus spp., species van Bacteroides en Clostridium.
Kinetische gegevens
Resorptie | niet (gentamicine) of matig (dexamethason) bij intact cornea–epitheel. |
T max | maximale concentraties in de cornea en het kamerwater: binnen 1–2 uur (dexamethason). |
Overig | plasmaconcentratie: zeer laag (dexamethason). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
hydrocortison/oxytetracycline/polymyxine B (bij oogaandoening) hoort bij de groep corticosteroïden met antimicrobiële middelen, oculair.
Groepsinformatie
dexamethason/gentamicine hoort bij de groep corticosteroïden met antimicrobiële middelen, oculair.
- dexamethason/chlooramfenicol/polymyxine B (bij oogaandoening) (S01CA01) Vergelijk
- dexamethason/framycetine/gramicidine (bij oogaandoening) (S01CA01) Vergelijk
- dexamethason/levofloxacine (S01CA01) Vergelijk
- dexamethason/tobramycine (S01CA01) Vergelijk
- hydrocortison/oxytetracycline/polymyxine B (bij oogaandoening) (S01CA03) Vergelijk