Samenstelling
Inhibin (hydrobromide) XGVS Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Dragee
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Agilus (Na-zout) Norgine bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 120 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat na reconstitutie met 20 ml water voor intraveneuze injectie: 5,3 mg/ml.
Dantrium injectie (Na-zout) Norgine bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 20 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon 70 ml
Reconstitueer met 60 ml water voor intraveneuze injectie.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de plaatsbepaling van hydrokinine in de behandeling van nachtelijke spierkrampen, zie Nachtelijke beenkrampen van de NHG-standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen.
Advies
Voor de behandeling van maligne hyperthermie staat op anesthesiologie.nl een protocol, voor de toediening kan eveneens de pagina dantroleen toedienen op vergiftigingen.info worden geraadpleegd.
Indicaties
- Nachtelijke spierkrampen, indien medicamenteuze therapie noodzakelijk is.
Indicaties
- Behandeling van maligne hyperthermie, in combinatie met adequate ondersteunende maatregelen.
Doseringen
Nachtelijke spierkrampen
Volwassenen
200 mg bij de avondmaaltijd, gevolgd door 100 mg voor het slapen gaan, gedurende 14 dagen. Indien de krampen terugkomen, kan opnieuw hydrokinine worden gegeven. De dosis niet verhogen, omdat het niet aannemelijk is dat dit de werkzaamheid vergroot; ook is de kans op optreden van cinchonisme groter (zie rubriek Bijwerkingen).
Bij een mogelijk beperkte metabole capaciteit, zoals bij ouderen, jongeren (< 18 jaar), patiënten met lever- of nierfunctiestoornissen, zijn er geen gegevens beschikbaar of een dosisaanpassing nodig is.
Toediening: de omhulde tablet innemen zonder kauwen, met een ruime hoeveelheid vloeistof.
Doseringen
Maligne hyperthermie
Volwassenen en kinderen
Agilus: Intraveneus: Snelle injectie van 2,5 mg/kg lichaamsgewicht. Voor voorbeelden van het aantal te bereiden injectieflacons, zie tabel 1 van de officiële productinformatie CBG/EMA, te vinden via ‘Zie ook’). Zolang hyperthermie, tachycardie, hypoventilatie en hyperaciditeit (pH- en pCO 2-controle vereist) aanhouden of indien een recidief optreedt, de i.v.-bolusinjectie herhalen om de 10 minuten. Vanaf 120 kg lichaamsgewicht max. 300 mg/dosis (= 2,5 flacons). Onderzoek de diagnose opnieuw bij overschrijden van de maximale cumulatieve dosering van 10 mg/kg lichaamsgewicht.
Dantrium: Intraveneus: Snelle injectie van minimaal 2,5 mg/kg lichaamsgewicht (~8–10 flacons bij volwassenen). Zolang hyperthermie, tachycardie, hypoventilatie en hyperaciditeit (pH- en pCO 2-controle vereist) aanhouden, de i.v.-bolusinjectie herhalen tot max. 10 mg/kg lichaamsgewicht per 24 uur. In individuele gevallen kan het nodig zijn de maximale dosering te overschrijden, tot max. 40 mg/kg lichaamsgewicht (veilig gebruik van deze dosering is beschreven).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken, bittere smaak of droge mond.
Vaak (1-10%): onrust. Tinnitus. Dyspepsie, diarree. Huiduitslag. Cinchonisme (in hogere doseringen): oorsuizen, duizeligheid, gehoorstoornissen, hoofdpijn, visusstoornissen (zelfs blindheid).
Zeer zelden (< 0,01%): fotosensibilisatie.
Verder zijn gemeld: hartgeleidingsstoornissen, ventriculaire tachycardie. Allergisch astma. Hemolytische anemie, agranulocytose, trombocytopenie.
Bijwerkingen
Gemeld zijn: overgevoeligheidsreacties (waaronder anafylaxie). Hyperkaliëmie. Hartfalen, bradycardie, tachycardie. Duizeligheid, asthenie, slaperigheid, convulsies, insult, spraakstoornis, hoofdpijn. Tromboflebitis. Pulmonaal oedeem, pleurale effusie, ademhalingsdepressie, respiratoir falen. Abdominale pijn/krampen, misselijkheid, braken, dysfagie. diarree, gastro-intestinale bloeding. Geelzucht, hepatitis, leverfunctiestoornis waaronder fataal leverfalen, idiosyncratische of hypertensieve leveraandoeningen. Urticaria, erytheem, hyperhidrose. Spierzwakte, spierpijn. Kristalurie. Baarmoederhypotonie. Vermoeidheid. Afgenomen gezichtsvermogen. Reacties op de injectieplaats.
Interacties
Comedicatie met andere kinine-derivaten is gecontra-indiceerd. Interacties met hydrokinine zijn niet onderzocht in klinische studies; gezien de grote overeenkomst in chemische structuur is het mogelijk dat interacties die gelden voor kinine, ook gelden voor hydrokinine.
Kinine en mogelijk ook hydrokinine kunnen de concentratie van carbamazepine en fenobarbital verhogen; bij combinatie de patiënt zorgvuldig controleren.
Kinine kan de werking van anticoagulantia en spierrelaxantia (zoals pancuronium en succinylchloride) versterken en de toxiciteit van digoxine verhogen.
Kinine en diverse kinine-derivaten inhiberen in vitro de activiteit van CYP2D6, mogelijk kunnen geneesmiddelen die in belangrijke mate door dit enzym worden gemetaboliseerd in effect en in bijwerkingen toenemen.
Interacties
Dantroleen niet combineren met calciumantagonisten zoals verapamil en diltiazem; gelijktijdig gebruik geeft waarschijnlijk meer risico op hartfalen.
Het effect van niet-depolariserende spierrelaxantia (bv. rocuronium) kan versterkt worden bij/na toediening van dantroleen.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens. Uit waarnemingen bij de mens zijn aanwijzingen verkregen dat het verwante kinine schadelijk kan zijn voor de vrucht; bij gebruik van zeer hoge doseringen is schade aan de oog- en gehoorzenuw gemeld. Ook kunnen hoge doseringen uteruscontracties induceren. De dosering van het structureel verwante hydrokinine bij spierkrampen is echter veel lager. Over het gebruik van kinine in lage doseringen is een relatief beperkte hoeveelheid gegevens, deze gegevens wijzen niet op een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen.
Advies: Gebruik is volgens de fabrikant gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Dantroleen passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: De veiligheid tijdens de zwangerschap is niet vastgesteld. Post partum uterusatonie en (bij keizersnede) floppy-infant-syndroom zijn gemeld na toediening van dantroleen intraveneus.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Het verwante cinchona-alkaloïd kinine gaat over in de moedermelk.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van kinine is er een kans op hemolyse bij G6PD-deficiënte zuigelingen. Een nadelig effect van hydrokinine bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden vanwege onvoldoende gegevens. NB. het gebruik van hydrokinine tijdens lactatie is volgens de fabrikant gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. In een gepubliceerde studie is een relatieve kinddosis van ca. 8% gemeten. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Volgens de fabrikant: Het geven van borstvoeding ontraden tot 60 uur na toediening van de laatste dosis.
Contra-indicaties
- tinnitus;
- neuritis optica;
- myasthenia gravis;
- G6PD-deficiëntie;
- overgevoeligheid voor cinchona-alkaloïden.
Zie voor meer contra-indicaties ook de rubrieken Interacties, Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
Voor de intraveneuze toepassing bij maligne hyperthermie zijn geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig bij ouderen, bij atriumfibrilleren of een AV-blok, of een lever- of nierfunctiestoornis. Wees ook voorzichtig bij aandoeningen die predisponeren voor QT-verlenging.
Naast zonlicht kan ook kunstmatig UV-straling (zonnebank) klachten van overgevoeligheid veroorzaken.
Bij jongeren < 18 jaar voorzichtig zijn vanwege gebrek aan ervaring; er zijn geen gegevens beschikbaar of een dosisaanpassing nodig is. Niet toepassen bij kinderen onder 12 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij de behandeling van maligne hyperthermie blijven de bekende aanvullende maatregelen ook noodzakelijk. Naast toediening van dantroleen en het staken van alle anesthetica, zijn aanvullende maatregelen zoals het corrigeren van de ventilatie (CO2) en acidose, (fysisch) koelen en toediening van vocht en/of elektrolyten nodig.
Wees voorzichtig bij hyperkaliëmie of als symptomen van hyperkaliëmie optreden (spierverlamming, aritmieën, bradycardie, ECG-veranderingen), aangezien in dierproeven een verhoging van het serumkalium is aangetoond ten gevolge van dantroleen (in combinatie met verapamil).
De kans op hepatotoxiciteit (mogelijk fataal) kan toenemen met toenemende dosis en duur van de behandeling.
Bij het opzuigen van de gereconstitueerde oplossing altijd het meegeleverde filter gebruiken, omdat er na reconstitutie van het product onopgeloste kristallen/deeltjes kunnen verschijnen. Hierdoor ontstaat risico op exacerbatie van reacties op de plaats van injectie/weefselnecrose ten gevolge van de kristallen.
Dien alleen intraveneus toe. Vermijd intra-arteriële toediening, vanwege het risico op vasculaire occlusie. Vermijd extravasculaire injectie/infusie, aangezien dit door de hoge pH-waarde van de oplossing (pH 9,5) kan leiden tot weefselnecrose.
Morsen op de huid voorkomen omdat de oplossing alkalisch is. Indien dit wel gebeurt, de huid reinigen met veel water.
Hulpstoffen
- mannitol: elke injectieflacon Dantrium IV bevat 3 g mannitol. Houd hiermee rekening als mannitol wordt gebruikt om niercomplicaties gerelateerd aan maligne hyperthermie te voorkomen en te behandelen;
- hydroxypropylbetadex: elke injectieflacon Agilus bevat 3,53 mg hydroxypropylbetadex, een cyclodextrine, wat overeenkomt met 156,2 mg/ml in de gereconstitueerde oplossing. Hydroxypropylbetadex is in verband gebracht met ototoxiciteit. Dit is waargenomen bij blootstellingsniveaus die vergelijkbaar zijn met het hogere bereik van de aanbevolen Agilus-doses. Meestal was de gehoorbeschadiging van voorbijgaande aard en licht tot mild van ernst. Dit is in het bijzonder van belang bij patiënten met een verhoogd risico op gehoorverlies, bijvoorbeeld bij recidiverende oorinfecties. De potentiële risico's kunnen hoger zijn bij een verminderde nierfunctie.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
behalve cinchonisme (zie rubriek Bijwerkingen) ook hypotensie, (ventriculaire) tachycardie, geleidingsstoornissen, delirium, convulsies en coma.
Voor meer informatie over een vergiftiging met hydrokinine neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een overdosering van parenteraal toegediend dantroleen contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Hydrokinine, een cinchona-alkaloïd evenals kinine en kinidine, versterkt de spiercontractie als respons op een enkelvoudige maximale stimulus, maar het verlengt de refractaire periode van de spier waardoor de respons op tetanische stimulatie vermindert. Kinine verlaagt de prikkelbaarheid van de motorische eindplaat waardoor reacties op herhaalde zenuwstimulatie en acetylcholine geringer zijn. In hoeverre deze waarnemingen klinisch relevant zijn is onduidelijk.
Kinetische gegevens
F | 80–90%. |
T max | ca. 1,4 uur. |
V d | 1,2 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 91% |
Metabolisering | waarschijnlijk in de lever via hydroxylering. |
Eliminatie | met de urine als metaboliet, 20% onveranderd. Hemodialyse en hemoperfusie hebben naar verwachting weinig effect op de serumspiegel, gezien de hoge eiwitbinding. |
T 1/2el | sterk variabel, van 5–17 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Dantroleen is een perifeer werkend spierrelaxans met een directe werking op de ryanodine-receptor-1 (RyR1) op de skeletspier. Het grijpt in op de contractiele respons van de skeletspier voorbij de neuromusculaire synaps, in de spier zelf. Dit gebeurt waarschijnlijk door remming van de afgifte van calciumionen (Ca2+) vanuit het sarcoplasmatisch reticulum, dit geeft relaxatie van de spier en hiermee wordt warmteproductie voorkomen.
Bij maligne hyperthermie, geïnduceerd door anesthesie, treedt een plotselinge stijging van myoplasmatisch calcium op. Dit leidt tot hypermetabolisme (katabolisme), wat de oorzaak is van de hyperthermie, metabole acidose en de andere symptomen van maligne hyperthermie. Dantroleen kan acuut katabolisme in de spiercel voorkomen, door de afgifte van calcium uit het sarcoplasmatisch reticulum in het myoplasma, te remmen. Zo kunnen de fysiologische, metabole en biochemische veranderingen die met de crisis gepaard gaan, hersteld of verminderd worden. Dantroleen heeft alleen effect als het calcium nog niet volledig uit het sarcoplasmatisch reticulum is verwijderd. Zo snel mogelijk toedienen is daarom noodzakelijk, tenminste als de spierperfusie nog steeds voldoende stabiel is.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,7 l/kg na eenmalig i.v. doseren bij gezonde proefpersonen. |
Eiwitbinding | 95% (in vitro). |
Metabolisering | in de lever door CYP-enzymen, tot o.a. de metabolieten 5-hydroxydantroleen (vergelijkbaar farmacologisch actief ) en acetylamino-dantroleen (geen spierverslappende werking). |
Eliminatie | vnl. renaal en via de gal. Renale uitscheiding vindt plaats in een verhouding van 79% 5-hydroxydantroleen, 17% acetylaminodantroleen en 1–4% onveranderd dantroleen. |
T 1/2el | 9-12 uur. Bij kinderen ca. 10 uur uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
hydrokinine hoort bij de groep spierrelaxantia, direct werkend.
Groepsinformatie
dantroleen (parenteraal) hoort bij de groep spierrelaxantia, direct werkend.