Samenstelling
Kaliumwaterstoftartraat Suspensie FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Suspensie
- Sterkte
- 188 mg/ml
Bevat per ml: 188 mg kaliumwaterstoftartraat overeenkomend met 39 mg = 1 mmol kalium.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Kaliumchloride XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 74,6 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml, 20 ml
74,6 mg kaliumchloride komt overeen met 39 mg = 1 mmol kalium.
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 149 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
149 mg kaliumchloride komt overeen met 2 mmol kalium.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor het beleid en de behandeling van een hypokaliëmie Het Acute Boekje.
Advies
Zie Hypokaliëmie op hetacuteboekje.nl voor het beleid.
Indicaties
- Hypokaliëmie, die gepaard gaat met metabole acidose en hyperchloremie.
Indicaties
- Preventie en behandeling van kaliumdeficiëntie en/of hypokaliëmie.
- Kaliumsuppletie als onderdeel van de parenterale voeding.
Doseringen
Hypokaliëmie
Volwassenen:
Bij een plasmakaliumconcentratie ≥ 3,0 mmol/l: 20–80 mmol kalium (= 20–80 ml) per dag, bij een plasmakaliumconcentratie tussen 2,5–3,0 mmol/l: 80–160 mmol kalium (= 80–160 ml) per dag. De dagdosis verdelen over meerdere doses, max. 40 mmol kalium (= 40 ml)/keer.
- Bij het vergeten van een dosis:
- Bij dosering 2× per dag: bij een vergeten dosis < 4 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het gebruikelijke schema. Indien de tijd tot de volgende dosis > 4 uur is, dan de vergeten dosis alsnog innemen.
- Bij dosering 3× per dag: bij een vergeten dosis < 2 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het gebruikelijke schema. Indien de tijd tot de volgende dosis > 2 uur is, dan de vergeten dosis alsnog innemen.
Toediening
- Fles omschudden voor gebruik;
- Voor het afmeten van de juiste hoeveelheid een maatbekertje, maatlepel of doseerspuitje gebruiken;
- Innemen tijdens of direct na de maaltijd;
- Na gebruik de mond spoelen met water, ter preventie van tandbederf.
Doseringen
Het concentraat voor infusievloeistof vóór gebruik verdunnen tot de gebruikelijke concentratie van 20 mmol/l; doorgaans maximaal 40 mmol/l.
De verdunde en goed gehomogeniseerde oplossing langzaam i.v. toedienen op geleide van de serumkaliumconcentratie en bij een ernstige kaliumdeficiëntie onder controle van het ECG .
Preventie van hypokaliëmie
Volwassenen (incl. ouderen)
i.v. als infusie: max. 50 mmol per dag.
Behandeling van hypokaliëmie
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. als infusie: algemeen: individueel op geleide van de serumkaliumconcentratie en bij een ernstige kaliumdeficiëntie onder controle van een ECG, maximaal 2–3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag. De maximale concentratie van de infusievloeistof is doorgaans 40 mmol/l. Nader gespecificeerd per mate van kaliumdeficiëntie: de maximale infusiesnelheid bij een matige kaliumdeficiëntie (kaliumconcentratie > 2,5 mmol/l) is 0,15 mmol/kg lichaamsgewicht/uur, max. 10 mmol/uur; bij een ernstige kaliumdeficiëntie (kaliumconcentratie < 2,5 mmol/l) 0,3 mmol/kg lichaamsgewicht/uur, max. 20 mmol/l . Bij een zeer ernstige kaliumdeficiëntie (kaliumconcentratie < 2,0 mmol/l) is de maximale infusiesnelheid 40 mmol/uur onder continue ECG–monitoring; maximale concentratie van de infusievloeistof is 80 mmol/l.
Kinderen
I.v. als infusie: individueel op geleide van de serumkaliumconcentratie en bij een ernstige kaliumdeficiëntie onder controle van een ECG, maximaal 2–3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag. De concentratie van de infusievloeistof is 20–40 mmol/l; de maximale infusiesnelheid is 1 mmol/kg lichaamsgewicht/uur, max. 20 mmol/uur.
Kinderen > 1 maand
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: doseren op geleide plasmakaliumconcentratie, maximaal 2–3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag. Let op voor aritmieën bij te snelle infusie: maximale concentratie perifere lijn 0,08 mmol/ml, d.w.z. max. 40 mmol toevoegen aan 500 ml.
Als onderdeel van parenterale voeding
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. als infusie: 1–1,5 mmol/kg lichaamsgewicht/dag; maximale infusiesnelheid 0,15 mmol kalium/kg lichaamsgewicht/uur, max. 10 mmol/uur.
Kinderen < 1 maand
I.v. als infusie: aanbevolen maximale dagelijkse dosis kalium: 1e postnatale week: 0–2 mmol/kg lichaamsgewicht/dag. 1e levensmaand voorafgaand aan stabiele groei: voldragen pasgeborenen en prematuren > 1500 g: 1–3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag; prematuren < 1500 g: 1–2 mmol/kg lichaamsgewicht/dag. 1e levensmaand met stabiele groei: voldragen pasgeborenen; 1,5–3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag; prematuren: 2–5 mmol/kg lichaamsgewicht/dag.
Kinderen > 1 maand
I.v. als infusie: max. 3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag.
Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig gestoorde nierfunctie is een lagere dosering aangewezen. Bij een ernstige nierfunctiestoornis is het gebruik gecontra-indiceerd.
Toediening
- Het concentraat eerst verdunnen met infusievloeistof (NaCl 0,9% of glucose 5%) tot de benodigde concentratie, doorgaans max. 40 mmol/l.
- Intraveneus toedienen in een grote perifere of centrale vene om het risico op sclerose te verminderen. Om plaatselijke hyperkaliëmie te voorkomen dient bij infusie via een centrale ader de katheter zich niet in het atrium of ventrikel te bevinden.
- In principe dienen infusiepompen gebruikt te worden voor de infusie van kalium.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen, zoals misselijkheid, braken, maagpijn, diarree en flatulentie.
Soms (0,1-1%): ulcera in slokdarm, maag of darmen.
Bijwerkingen
Infectie en/of pijn op de injectieplaats, flebitis, lokale trombose, extravasatie, hypervolemie, koorts.
Risico van hyperkaliëmie (vooral bij nier- of bijnierschorsinsufficiëntie) met als mogelijke symptomen o.a. paresthesieën van de extremiteiten, spierzwakte, verlamming, lusteloosheid, verwardheid, hypotensie, hartritmestoornissen, hartblok en hartstilstand.
Interacties
Vermijd bij voorkeur combinatie met de volgende middelen vanwege een verhoogde kans op hyperkaliëmie: kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, ARB's (angiotensine-II-antagonisten), renine-remmers en tolvaptan. Dit effect wordt versterkt door gelijktijdig gebruik van trimethoprim. Dit kaliumverhogende effect van RAS-remmers wordt mogelijk versterkt door het gebruik van NSAID's. Bij combinatie de kaliumconcentratie controleren.
Tacrolimus en ciclosporine kunnen de serumkaliumspiegel verhogen; bij combinatie de kaliumconcentratie controleren.
Bij de combinatie met drospirenon kan het kaliumverhogende effect van kaliumsuppletie worden versterkt; bij combinatie de kaliumconcentratie controleren.
Interacties
In verband met een toegenomen kans op hyperkaliëmie gelijktijdig gebruik van kalium en kaliumsparende diuretica vermijden.
Hyperkaliëmie kan tevens optreden in combinatie met geneesmiddelen die de kaliumconcentratie verhogen en geneesmiddelen die kalium bevatten, zoals ACE-remmers, ARB's (angiotensine-II-antagonisten), NSAID's, ciclosporine, tacrolimus, mannitol (i.v.), heparine en oncolytica.
Een te lage serumkaliumconcentratie kan bij patiënten die digoxine gebruiken leiden tot cardiotoxiciteit; extra controle van de serumkaliumconcentratie is noodzakelijk bij staken van de kaliumtoediening.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Op grond van bekende fysiologische effecten van kalium, zijn van een normalisatie van een afwijkende serum-kaliumconcentratie geen nadelige effecten op de foetus te verwachten. Daarentegen kunnen hypokaliëmie of hyperkaliëmie wel schadelijke effecten hebben, o.a. op de hartfunctie van zowel de zwangere vrouw als de ongeborene.
Advies: Kan worden gebruikt indien de elektrolytspiegels van de moeder binnen de fysiologische grenzen blijven.
Zwangerschap
Farmacologisch effect: Hyperkaliëmie en hypokaliëmie leiden o.a. tot een verminderde hartfunctie bij moeder en foetus.
Advies: Kan worden gebruikt indien de elektrolytspiegels van de moeder binnen de fysiologische grenzen blijven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Van een normalisatie van de kaliumconcentratie in het bloed is geen nadelig effect te verwachten op de kaliumspiegel in de moedermelk
Advies: Kan worden gebruikt indien de elektrolytspiegels van de moeder binnen de binnen fysiologische grenzen blijven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Kan worden gebruikt indien de elektrolytspiegels van de moeder binnen de binnen fysiologische grenzen blijven.
Contra-indicaties
- ernstige nierinsufficiëntie met oligurie, anurie of uremie;
- onbehandelde bijnierschorsinsufficiëntie;
- acute dehydratie;
- hyperkaliëmie.
Contra-indicaties
- ernstige nierinsufficiëntie (met oligurie, anurie);
- ziekte van Addison;
- hyperchloremie;
- hyperkaliëmie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bepaal de serumkaliumspiegel frequent bij een verminderde nierfunctie, bij ouderen > 65 jaar en bij langdurig gebruik.
Staak de toediening bij tekenen van ulceratie of perforatie van het maag-darmkanaal, zoals hevig braken, buikpijn, diarree of maag-darmbloeding.
Hulpstoffen: saccharose kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Wees voorzichtig met de suspensie bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer regelmatig de klinische status, plasma elektrolyten, bloedglucoseconcentratie, creatinine- en ureumconcentratie en het zuur-base-evenwicht, vooral bij patiënten met gestoorde hart- en/of nierfunctie. Herhaalde metingen van plasmakaliumconcentratie zijn nodig om te bepalen of verdere infusies nodig zijn en om de ontwikkeling van hyperkaliëmie te vermijden. Tijdens de toediening zorgen voor een goede urineproductie en vochtbalans.
Wees zeer voorzichtig bij cardiale problemen (hartfalen, aritmieën, myocardinfarct) en bij een vergroot risico van hyperkaliëmie zoals bij licht tot matig gestoorde nierfunctie, acute dehydratie, uitgebreide weefselbeschadiging (bv. ernstige brandwonden, uitgebreide hemolyse, een crush-syndroom).
Overdosering
Symptomen
Symptomen van hyperkaliëmie, zoals paresthesieën van de extremiteiten, algehele zwakte, lusteloosheid, verwardheid, spier- of ademhalingsverlamming, hypotensie, hartritmestoornissen, hartblok en uiteindelijk hartstilstand.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met kaliumchloride/hyperkaliëmie, zie de monografie Kaliumzouten op toxicologie.org.
Overdosering
Symptomen
Symptomen van hyperkaliëmie, zoals paresthesieën van de extremiteiten, algehele zwakte, lusteloosheid, verwardheid, spier- of ademhalingsverlamming, hypotensie, hartritmestoornissen, hartblok en uiteindelijk hartstilstand.
Therapie
Cardiotoxiciteit behandelen met langzame i.v.-toediening van calciumgluconaat (parenteraal) onder controle van ECG (cave: niet bij patiënten die digoxine gebruiken). De behandeling vervolgen met glucose–infuus in combinatie met insuline; tevens de eliminatie van kalium bevorderen door kationenuitwisseling, hemodialyse of peritoneale dialyse.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met kaliumchloride/hyperkaliëmie zie de monografie Kaliumzouten op toxicologie.org.
Eigenschappen
Kalium speelt een essentiële rol bij het zuur-basenevenwicht, de isotonie en de elektrodynamische eigenschappen van de cel. Het is noodzakelijk bij veel enzymatische reacties en bij tal van fysiologische processen, zoals spiercontractie, overdracht van zenuwimpulsen, eiwitsynthese en koolhydraatmetabolisme.
Kinetische gegevens
Eliminatie | voornamelijk met de urine, kleine hoeveelheden met zweet en met de feces. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Kalium is essentieel voor het zuur-base evenwicht, de isotonie en de elektrodynamische eigenschappen van de cel. Kalium is noodzakelijk bij veel enzymatische reacties en bij tal van fysiologische processen, zoals spiercontractie, overdracht van zenuwimpulsen, eiwitsynthese en koolhydraatmetabolisme.
Kinetische gegevens
Eliminatie | vnl. met de urine, waar kalium in de distale tubulus actief tegen natrium- en waterstofionen wordt uitgewisseld. Kleine hoeveelheden kalium worden uitgescheiden via feces en zweet. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
kaliumwaterstoftartraat hoort bij de groep kaliumzouten.
Groepsinformatie
kaliumchloride (parenteraal) hoort bij de groep kaliumzouten.