Samenstelling
Concerta (hydrochloride) Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg
Equasym (hydrochloride) Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte ('XL')
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg
Kinecteen (hydrochloride) Medice bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg
Medikinet (hydrochloride) Aanvullende monitoring Medice bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 20 mg
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte ('CR')
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg, 60 mg
Methylfenidaat (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg
Ritalin (hydrochloride) InfectoPharm Arzneimittel und Consilium GmgH
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dexamfetamine (sulfaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Dexamfetamine FNA
(sulfaat)
Bijlage 2
Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 2,5 mg
Dexamfetamine FNA (sulfaat) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 5 mg
Tentin
(sulfaat)
Bijlage 2
Medice bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van ADHD bij kinderen bestaat uit niet-medicamenteuze maatregelen zoals voorlichting, opvoedingsadviezen en, indien gewenst, opvoedingsondersteuning. Bij duidelijke beperkingen in het functioneren is daarnaast gedragstherapeutische behandeling aangewezen. Als niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende verbetering oplevert kan ter ondersteuning medicatie worden overwogen. Methylfenidaat is dan eerste keus. Bij onvoldoende effect of hinderlijke bijwerkingen komt atomoxetine of dexamfetamine in aanmerking.
Zie voor informatie over de behandeling van ADHD bij volwassenen de NVvP-richtlijn via richtlijnendatabase.nl.
Bij narcolepsie waarbij slaperigheid overdag op de voorgrond staat wordt modafinil geadviseerd. Wanneer kataplexie op de voorgrond staat is natriumoxybaat de eerste keuze. Pitolisant is zowel werkzaam op de slaperigheid overdag als op de kataplexie. Natriumoxybaat heeft een ander werkingsmechanisme dan pitolisant en modafinil en heeft daardoor ook een positieve invloed op de nachtelijke slaap. De keuze voor de best passende therapie voor de individuele patiënt, is aan de arts.
Methylfenidaat is tweede keus voor de indicatie narcolepsie waarbij slaperigheid overdag op de voorgrond staat.
Advies
De behandeling van ADHD bij kinderen bestaat uit niet-medicamenteuze maatregelen zoals voorlichting, opvoedingsadviezen en, indien gewenst, opvoedingsondersteuning. Bij duidelijke beperkingen in het functioneren is daarnaast gedragstherapeutische behandeling aangewezen. Als niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende verbetering oplevert kan ter ondersteuning medicatie worden overwogen. Methylfenidaat is dan eerste keus. Bij onvoldoende effect of hinderlijke bijwerkingen komt atomoxetine of dexamfetamine in aanmerking.
Zie voor informatie over de behandeling van ADHD bij volwassenen de NVvP-richtlijn.
Aan de vergoeding van dexamfetamine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
Kinderen > 6 jaar en adolescenten: ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit), als onderdeel van een uitgebreid behandelprogramma (met inbegrip van psychologische, opvoedkundige en sociale maatregelen), indien orthopedagogie alleen onvoldoende blijkt te zijn. Beoordeel voor behandeling eerst grondig de ernst en chroniciteit van de klachten in relatie tot de leeftijd van het kind.
Tablet met gereguleerde afgifte en Medikinet CR: Volwassenen: ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit), als onderdeel van een uitgebreid behandelprogramma, indien orthopedagogie alleen, onvoldoende blijkt te zijn. De diagnose dient middels een gestructureerd patiënteninterview vastgesteld te worden met daarbij de constatering van een matige tot ernstige functionele stoornis in ten minste twee settings (zoals het sociale, academische of beroepsfunctioneren), waarbij aanwezigheid in de kindertijd (retrospectief) vereist is. De behandeling mag niet begonnen worden als verificatie van ADHD in de kindertijd door derden onzeker is.
Verder alleen voor gewone tablet: narcolepsie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Onderdeel van een uitgebreid behandelprogramma (met inbegrip van psychologische, opvoedkundige en sociale maatregelen) voor ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) bij kinderen en adolescenten van 6–17 jaar, indien de respons op eerdere behandeling met methylfenidaat klinisch ontoereikend bleek.
- Stel de diagnose overeenkomstig de criteria van de DSM-5 of de beschrijvingen in ICD-10 en baseer deze op een volledige, multidisciplinaire beoordeling van de patiënt. De behandeling met dexamfetamine is niet geïndiceerd voor alle kinderen met ADHD; neem de beslissing om dexamfetamine te gebruiken op basis van een grondige beoordeling van de ernst en de chroniciteit van de symptomen van het kind, in relatie met de leeftijd van het kind en de kans op misbruik, onjuist gebruik of fraude.
- Behandel onder toezicht van een gespecialiseerde arts in gedragsstoornissen bij kinderen of adolescenten.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Preparaten met gereguleerde afgifte zijn niet onderling uitwisselbaar vanwege verschillen in kinetiek (zie ook de rubriek Eigenschappen).
Checklists (PDF-bestanden) voor voorafgaande en periodieke controles bij ADHD voor artsen zijn beschikbaar via methylphenidate-guide.eu. Deze checklists zijn opgesteld door een aantal fabrikanten van methylfenidaat.
Narcolepsie
Volwassenen
Gewone tablet: 10 mg 2–3×/dag.
ADHD
Kinderen > 6 jaar en adolescenten
Gewone tablet: aanbevolen startdosering: 5 mg 2×/dag, bv. bij ontbijt en lunch (ca. 0,25 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Vervolgens de dosering met intervallen van een week verhogen met 5–10 mg tot een voldoende effectieve dosering die tevens wordt verdragen (tot ca. 2 mg/kg/dag); max. 60 mg/dag. De toedieningstijden kan men proberen samen te laten vallen met de perioden van meeste concentratie- en gedragsproblemen. Gebruikelijke onderhoudsdosering in Nederland: in een week wordt de dosering geleidelijk opgevoerd tot 0,6 mg/kg /dag, verdeeld over twee doses. Om inslaapstoornissen te voorkomen de laatste dosis niet binnen 4 uur voor bedtijd innemen; als het effect 's avonds te snel verdwijnt en gedragsstoornissen optreden, kan men toch een kleine avonddosering proberen.
Tablet met gereguleerde afgifte: bij op methylfenidaat ingestelde patiënten wordt de volgende dosisconversie aanbevolen: 5 mg methylfenidaat 3×/dag naar 18 mg methylfenidaat met gereguleerde afgifte 1×/dag 's ochtends en 10 mg 3×/dag naar 36 mg 1×/dag 's ochtends en 15 mg 3×/dag naar 54 mg 1×/dag 's ochtends. Bij niet eerder met methylfenidaat behandelde patiënten kunnen lage doses van kortwerkend methylfenidaat voldoende zijn; indien wordt gestart met methylfenidaat met gereguleerde afgifte is de aanbevolen dosering: 18 mg 1×/dag 's ochtends, eenmaal per week de dosis in stappen van 18 mg aanpassen, max. 54 mg 1×/dag 's ochtends.
Capsule met gereguleerde afgifte: bij niet eerder met methylfenidaat behandelde patiënten heeft dosistitratie met 1–2×/dag met de gewone tablet de voorkeur. Wanneer 2×/dag doseren niet praktisch of haalbaar is, kan worden gekozen voor een capsule mga. De startdosering is dan 10 mg 1×/dag. Max. 60 mg 1×/dag 's ochtends. Bij patiënten die op de gewone tablet zijn ingesteld, vindt overzetting op een equivalente dagdosering plaats.
Equasym XL wordt voor 30% direct afgegeven en voor 70% vertraagd: hierdoor zou een dosering midden op de dag, als het kind op school zit, niet nodig zijn; bv. Equasym XL 20 vervangt de ontbijt- en lunchdosering van een gewone tablet van 10 mg. Als bij Equasym XL aan het eind van de middag of in de avond een aanvullende dosis van de gewone tablet nodig is, heeft overzetten op conventionele behandeling met eenzelfde dosis methylfenidaat in gewone tablet verdeeld over twee giften de voorkeur, indien daarmee wel voldoende controle over de symptomen worden verkregen.
Medikinet CR of methylfenidaat (mga) zo nodig bij afname van het effect in de namiddag of avond een kleine dosis van een gewone tablet innemen. De voor- en nadelen van de kleine extra dosis afwegen tegen problemen met slapen. Breek de behandeling met Medikinet CR of methylfenidaat (mga) af indien zo'n additionele late kleine dosis nodig is, tenzij dit eveneens nodig was bij een doseringsregime met conventionele behandeling met directe afgifte van dezelfde ontbijt-/lunchdoseringen. Houd het doseringsregime aan met de laagste totale dagdosis met bevredigende symptoomcontrole.
Volwassenen
Tablet met gereguleerde afgifte: bij op methylfenidaat ingestelde patiënten wordt de volgende dosisconversie aanbevolen: 5 mg methylfenidaat 3×/dag naar 18 mg methylfenidaat met gereguleerde afgifte 1×/dag 's ochtends en 10 mg 3×/dag naar 36 mg 1×/dag 's ochtends, 15 mg 3×/dag naar 54 mg 1×/dag 's ochtends en 20 mg 3×/dag naar 72 mg 1×/dag 's ochtends. Bij niet eerder met methylfenidaat behandelde patiënten kunnen lage doses van kortwerkend methylfenidaat voldoende zijn; indien wordt gestart met methylfenidaat met gereguleerde afgifte is de aanbevolen dosering: 18 mg 's 1×/dag 's ochtends, zo nodig eenmaal per week de dosis in stappen van 18 mg aanpassen (eerste keer eventueel van 18 naar 27 mg), max. 72 mg 1×/dag 's ochtends.
Medikinet CR: bij voortzetting van de behandeling uit de kindertijd: aanvankelijk dezelfde dagelijkse dosis handhaven. Regelmatig beoordelen of dosisaanpassing nodig is. Bij eerste gebruik: zorgvuldig titreren. Start bv. met 5 mg 2×/dag ('s ochtends en 12 uur 's middags), zo nodig verhogen in wekelijkse stappen van 10 mg/dag. De totale dagelijkse dosering moet in twee verdeelde doses gegeven worden; in de ochtend en om 12 uur 's middags. De dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 1 mg/kg lichaamsgewicht tot max. 80 mg/dag.
Bij langdurige behandeling (> 12 maanden) het gebruik regelmatig (≥ 1×/jaar) evalueren door middel van proefperioden zonder medicatie. De behandeling mag niet voor onbepaalde tijd zijn; deze wordt meestal tijdens of na de puberteit gestaakt.
De behandeling staken als binnen een maand geen verbetering van de klachten optreedt na adequate aanpassing van de dosis.
Toediening
- De tablet met gereguleerde afgifte niet kauwen maar in zijn geheel innemen met vloeistof, met of zonder voedsel.
- De Equasym XL- en Medikinet CR- of methylfenidaat (mga)-capsules in het geheel met wat vloeistof innemen, of openen en de inhoud verdelen over een eetlepel zacht voedsel (zoals appelmoes of yoghurt) en daarna wat vloeistof drinken; de capsules of de inhoud niet kauwen of pletten. Moment van inname:
- de Equasym XL- of methylfenidaat (mga)-capsule 's ochtends voor het ontbijt;
- de Medikinet CR-capsule tijdens of na het ontbijt (én middageten bij volwassenen) en met voedsel, Medikinet CR- en methylfenidaat (mga)-capsule bij kinderen niet te laat in de ochtend innemen omdat dit slaapstoornissen kan veroorzaken.
Doseringen
ADHD
Kinderen van 6–17 jaar
Begindosering: 5 mg 1–2×/dag, bv. bij of direct na ontbijt en lunch, elke dag op dezelfde tijd ten opzichte van de maaltijden. Indien nodig in wekelijkse stappen verhogen met 5 mg/dag tot het schema waarbij het beste effect wordt bereikt om school- en sociale gedragsproblemen te bestrijden. Individueel kan gekozen worden voor kleinere wekelijkse stappen, van bv. 2,5 mg/dag. Max. dosering is gewoonlijk 20 mg/dag; in zeldzame gevallen kan 40 mg/dag nodig zijn voor optimale titratie.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens bij kinderen vanaf 3 jaar: begindosering: 0,15 mg/kg/dag in 2 doses, vervolgens wekelijks verhogen met 2,5–5 mg/dag op geleide van klinisch beeld tot onderhoudsdosering van 0,15–0,5 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 doses, max. 1 mg/kg/dag maar niet hoger dan 40 mg/dag.
Herevalueren: Bij langdurige behandeling (> 12 mnd.) regelmatig (≥ 1×/jaar; bij voorkeur in de schoolvakantie) het nut van de behandeling evalueren door middel van proefperioden zonder medicatie. De behandeling mag niet voor onbepaalde tijd zijn; deze wordt meestal tijdens of na de puberteit gestaakt.
Verminderde nier- of leverfunctie: Bij nier- of leverfunctiestoornis extra voorzichtig titreren omdat ervaring ontbreekt.
Toediening: Dexamfetamine niet te lang na de lunch geven om slaapproblemen te voorkomen. De tabletten heel innemen, met wat vloeistof. De meeste tabletten hebben een breukstreep en kunnen in geval van slikproblemen worden gedeeld.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): slapeloosheid, nervositeit, hoofdpijn, hartkloppingen, verminderde eetlust, misselijkheid, droge mond.
Vaak (1-10%): nasofaryngitis, faryngolaryngeale pijn, bovensteluchtweginfectie, sinusitis, dyspneu, anorexia, gewichtsverlies, ernstige vertraging van gewichtstoename en lengtegroei bij langdurig gebruik bij kinderen, slaapstoornis, agressie, agitatie, prikkelbaarheid, rusteloosheid, angst, paniekaanval, stress, depressie, verminderd libido (alleen bij volwassenen gemeld), erectiestoornis, emotionele labiliteit, abnormaal gedrag, tics, tremor, stemmingswisselingen, (draai)duizeligheid, dyskinesie, bruxisme, paresthesie, psychomotorische hyperactiviteit, slaperigheid, veranderingen (meestal stijging) in bloeddruk en hartfrequentie, aritmie, tachycardie, hypertensie, maag-darmklachten (zoals buikpijn, dyspepsie, braken, diarree (deze klachten treden vooral in het begin op en kunnen worden verlicht door gelijktijdige inname met voedsel)), hoesten, keelpijn, kiespijn, verminderde visuele accommodatie, alopecia, huiduitslag, jeuk, urticaria, artralgie, koude extremiteiten, hyperhidrose, koorts, vermoeidheid, asthenie, dorst, verhoogd ALAT.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties als angio-oedeem, anafylactische reacties en andere huidafwijkingen, psychotische stoornissen, suïcidale gedachten, hallucinaties, hypervigilantie, toename van bestaande tics en het syndroom van Gilles de la Tourette, acathisie, sufheid, lethargie, tremor, wazig zien, droge ogen, pijn op de borst, opvliegers, obstipatie, gastro-enteritis, stijging van leverenzymwaarden, spierpijn, spiertrekkingen, spierspanning, hematurie, hartruis.
Zelden (0,01-0,1%): manie, libidostoornis, desoriëntatie, angina pectoris, visusstoornis, diplopie, gynaecomastie, menstruatiestoornis.
Zeer zelden (< 0,01%): anemie, leukopenie, trombocytopenie, trombocytopenische purpura, suïcidaal gedrag, apathie, repetitief gedrag, abnormale gedachten, overconcentratie, convulsies (incl. grand-mal-convulsies), choreoathetotische bewegingen, neuroleptisch maligne syndroom, hartstilstand, myocardinfarct, cerebrale arteriitis en/of occlusie, Raynaudfenomeen, acuut leverfalen, hepatische coma, exfoliatieve dermatitis, erythema multiforme, erythema fixatum, spierkrampen, plotselinge cardiale dood, verhoogde alkalische fosfatase, verhoogde bilirubinewaarde.
Verder zijn gemeld: priapisme, pancytopenie, gevallen van misbruik en verslaving (vaker bij vormen met directe afgifte), logorroe, spanning, cerebrovasculaire stoornissen (vasculitis, CVA), afasie, migraine, dysfemie. wanen, verwardheid, polyfrasie, mydriase, oculaire hypertensie, trismus, bradycardie, extrasystolen, hartklachten, plotseling overlijden, bloeduitstorting, droge huid, blozen, kokhalzen, borstklachten, incontinentie, griepachtig beeld, tinnitus, epistaxis, hyperpyrexie, stijging TSH.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust, verminderde gewichtstoename en gewichtsafname bij langdurig gebruik. Slapeloosheid, nervositeit.
Vaak (1-10%): aritmie, hartkloppingen, tachycardie. Buikpijn en/of krampen, misselijkheid, braken, droge mond. Veranderingen in bloeddruk (meestal stijging met 2-4 mmHg) en hartfrequentie (meestal stijging met 3-6 slagen/min). Artralgie. Vertigo, dyskinesie, hoofdpijn, hyperactiviteit. Abnormaal gedrag, agressie, opwinding, anorexia, angst, depressie, prikkelbaarheid.
Zelden (0,01-0,1%): angina pectoris. Verminderde visuele accommodatie, visusstoornis, wazig zien, mydriase. Vermoeidheid. Groeiachterstand bij langdurig gebruik. Uitslag, urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): anemie, leukopenie, trombocytopenie, trombocytopenische purpura. Hartstilstand. Gilles-de-la-Tourettesyndroom. Abnormale leverfunctie, stijging van leverenzymwaarden, hepatisch coma. Spierkrampen. Convulsies, choreoathetotische bewegingen, intracraniële bloeding. Neuroleptisch maligne syndroom. Hallucinaties, psychose, tics, verergering van bestaande tics, suïcide(gedrag), cerebrale vasculitis en/of occlusie. Exfoliatieve dermatitis, erythema multiforme, vaste geneesmiddeleneruptie.
Verder zijn gemeld: cardiomyopathie, myocardinfarct, verlenging QTc-interval. Ischemische colitis, diarree. Pijn op de borst, hyperpyrexie, plotselinge dood. Overgevoeligheidsreacties als angio-oedeem, anafylactische reacties. Acidose. Rabdomyolyse. Ataxie, duizeligheid, dysgeusie, concentratieproblemen, hyperreflexie, beroerte, tremor. Emotionele labiliteit, verwardheid, afhankelijkheid, dysforie, euforie, gestoorde cognitieve testprestatie, veranderd libido, nachtelijke angst, obsessief-compulsief gedrag, paniekaanvallen, paranoia, delirium, rusteloosheid. Nierbeschadiging. Impotentie. Zweten, alopecia. Cardiovasculaire collaps, fenomeen van Raynaud. Toxische hypermetabolische status (gekenmerkt door: tijdelijke hyperactiviteit, hyperpyrexie, acidose en overlijden door cardiovasculaire collaps).
Interacties
Toediening met, of kort na het gebruik van MAO-remmers is gecontra-indiceerd en kan leiden tot een hypertensieve crisis. Deze reactie kan tot 14 dagen na de laatste gift van een irreversibele MAO-remmer en 24 uur na de laatste gift van een reversibele MAO-remmer optreden.
Alcohol kan de centrale bijwerkingen verergeren en wordt afgeraden. Bij bijzonder hoge alcoholconcentratie kan het kinetische profiel van tabletten met gereguleerde afgifte veranderen in de richting van meer directe afgifte.
Bij gelijktijdig gebruik met serotonerge middelen kan het serotoninesyndroom ontstaan. Staak methylfenidaat zo snel mogelijk bij het vermoeden op een serotoninesyndroom (tachycardie, bloeddrukschommelingen, hyperthermie, agitatie, hallucinaties, coma, hyperreflexie, incoördinatie, rigiditeit, misselijkheid, braken, diarree.)
Bepaalde geneesmiddelen (zoals acetazolamide, thiazide-diuretica en natriumwaterstofcarbonaat) kunnen, evenals een vegetarische voeding, de urine alkalisch maken en zo de uitscheiding vertragen.
Wees terughoudend bij gelijktijdig gebruik van halothaan en verwante anesthetica wegens plotselinge bloeddrukverhoging en de kans op aritmieën.
De werking van antihypertensiva, guanidinederivaten en methyldopa kan worden verminderd.
Sympathicomimetica en vermoedelijk ook tricyclische antidepressiva kunnen het bloeddrukverhogend effect van amfetaminen potentiëren.
Antipsychotica kunnen de meeste centraal stimulerende effecten tegengaan.
De stofwisseling van vitamine K-antagonisten, anti-epileptica (fenobarbital, fenytoïne, primidon), fenylbutazon en tricyclische antidepressiva kan worden geremd; dosisverlaging kan nodig zijn.
Medikinet CR niet gelijktijdig met antacida, H2-receptorblokkerende middelen of protonpompremmers toedienen omdat dit de afgifte van methylfenidaat versnelt.
Ernstige bijwerkingen, waaronder plotseling overlijden, zijn gemeld bij gelijktijdig gebruik met clonidine.
Interacties
Toediening met, of binnen 14 dagen na het gebruik van irreversibele MAO-remmers is gecontra-indiceerd en kan leiden tot een hypertensieve crisis.
Het is onbekend of dexamfetamine CYP-enzymen remt of induceert, of voor het metabolisme afhankelijk is van CYP-enzymen. Wees voorzichtig bij combinatie met CYP-stoffen met een smalle therapeutische index en met sterke remmers of induceerders van CYP-enzymen.
Middelen die de gastro-intestinale tractus aanzuren (ascorbinezuur, vruchtensappen etc.) verlagen de absorptie van amfetaminen.
Alcohol kan de centrale bijwerkingen verergeren en wordt afgeraden.
Urineverzurende middelen verhogen de uitscheiding via de urine.
Bepaalde geneesmiddelen (zoals acetazolamide, thiazide-diuretica en natriumwaterstofcarbonaat) kunnen, evenals een vegetarische voeding, de urine alkalisch maken en zo de uitscheiding aanzienlijk vertragen.
Clonidine kan de werkingsduur verlengen. Dexamfetamine kan het antihypertensieve effect van clonidine verminderen.
Gelijktijdig gebruik van β-blokkers kan leiden tot ernstige hypertonie.
Disulfiram kan het metabolisme en de uitscheiding vertragen.
Dexamfetamine kan het sederende effect van antihistaminica tegenwerken, de (respiratoir) depressieve effecten van opiaten tegengaan, de analgetische werking van morfine versterken en de werking van methyldopa verminderen.
Wees terughoudend bij gelijktijdig gebruik van halothaan en verwante anesthetica wegens plotselinge bloeddrukverhoging en de kans op aritmieën; bij geplande operatie op operatiedag geen dexamfetamine geven.
Amfetaminen kunnen leiden tot een significante toename van de plasma-corticosteroïdenspiegel; deze toename is ’s avonds het grootst. Amfetaminen kunnen van invloed zijn op de bepaling van steroïden via de urine.
Sympathicomimetica en vermoedelijk ook tricyclische antidepressiva kunnen het bloeddrukverhogend effect van amfetaminen potentiëren.
Antipsychotica (fenothiazinen, haloperidol) kunnen de meeste centraal stimulerende effecten tegengaan.
Adrenerge blokkers (propranolol) en lithium kunnen de effecten aanscherpen.
Metabolisering van vitamine K-antagonisten, anti-epileptica (fenobarbital, fenytoïne, primidon), fenylbutazon, SSRI's en tricyclische antidepressiva kan worden geremd; dosisverlaging kan nodig zijn.
De absorptie van anti-epileptica (fenobarbital, fenytoïne, primidon) kan vertraagd zijn.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, weinig gegevens voor het 2e en 3e trimester. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij hoge doseringen.
Farmacologisch effect: Eén onderzoek laat een licht verhoogd risico op hartafwijkingen in het 1e trimester zien, waarvan onduidelijk is of deze afwijkingen echt veroorzaakt worden door methylfenidaat. Neonatale cardiorespiratoire toxiciteit, met name foetale tachycardie en ademnood zijn gemeld. Het gebruik tot aan de bevalling kan leiden tot onthoudingsverschijnselen bij de zuigeling. Bij recreatief gebruik van grotere hoeveelheden amfetamine wordt meer vroeggeboorte en een lager geboortegewicht gezien.
Advies: Kan in het 1e trimester waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Gebruik ontraden in het 2e en 3e trimester.
Overige: Bij gebruik in het 1e trimester kan het raadzaam zijn het hart te controleren met een echo.
Vruchtbaarheid: Tot nu toe lijkt methylfenidaat geen negatieve invloed te hebben op de kwaliteit van het sperma.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, relatief zeer weinig gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij hoge doseringen.
Farmacologisch effect: Neonatale cardiorespiratoire toxiciteit, met name foetale tachycardie en ademnood zijn gemeld. Kinderen van moeders die afhankelijk zijn van amfetamine hadden meer kans op premature geboorte, een verlaagd geboortegewicht en kunnen onthoudingsverschijnselen ontwikkelen.
Advies: Gebruik in het 1e trimester is waarschijnlijk veilig. Gebruik in het 2e en 3e ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw die van plan is zwanger te worden, moet gebruik van dexamfetamine staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Er zijn geen nadelige effecten bij de zuigeling gezien na gebruik als geneesmiddel door de moeder. Omdat er weinig onderzoek beschikbaar is, is het moeilijk in te schatten of deze middelen gecombineerd kunnen worden met de borstvoeding.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Overige: Controleer bij gebruik de zuigeling op rusteloosheid, slapeloosheid, verminderde eetlust en een verminderde groei.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Cardiovasculaire aandoeningen, zoals ernstige hypertensie, hartfalen, arteriële occlusieve ziekte, potentieel levensbedreigende aritmieën, angina pectoris, hemodynamische significante congenitale hartziekte, cardiomyopathie, myocardinfarct en kanalopathie.
Cerebrovasculaire aandoeningen, cerebraal aneurysma, vasculaire afwijkingen zoals vasculitis en beroerte.
(Voorgeschiedenis van) anorexia, psychotische symptomen, ernstige depressie, suïcidale neigingen, manie, ernstige stemmingsstoornis, schizofrenie of psychopathische/borderline persoonlijkheidsstoornis. (Voorgeschiedenis van) ernstige type 1 bipolaire stoornis die niet goed onder controle is.
Tevens: hyperthyroïdie of thyrotoxicose, glaucoom, feochromocytoom.
Voor Medikinet CR: an-aciditeit van de maag met pH > 5,5.
Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor sympathicomimetische aminen;
- glaucoom;
- cerebrovasculaire aandoeningen (aneurysma, vasculaire afwijkingen zoals vasculitis en beroerte);
- Gilles-de-la-Tourettesyndroom of soortgelijke dystonieën;
- symptomatische cardiovasculaire aandoeningen, structurele cardiale afwijkingen en/of matige of ernstige hypertensie, hartfalen, arteriële occlusieve ziekte, angina pectoris, hemodynamische significante congenitale hartziekte, cardiomyopathie, potentieel levensbedreigende aritmieën, myocardinfarct en kanalopathie. Gevorderde arteriosclerose;
- hyperthyroïdie, thyrotoxicose;
- feochromocytoom;
- acute porfyrie;
- ernstige depressie, suïcidale neigingen, manie, ernstige bipolaire-I-stoornis (die niet goed gereguleerd is);
- psychotische symptomen, schizofrenie;
- psychopathische of borderline persoonlijkheidsstoornis;
- anorexia;
- voorgeschiedenis van drugs- of alcoholmisbruik.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
De behandeling moet plaatsvinden onder toezicht van een arts met als aandachtsgebied gedragsstoornissen bij kinderen, adolescenten of volwassenen.
Na gebruik langer dan 1 jaar de behandeling jaarlijks onderbreken (bij kinderen bij voorkeur tijdens schoolvakanties) om na te gaan of voorzetting van de behandeling nog nodig is. Behandeling wordt gewoonlijk tijdens of na de puberteit gestaakt.
Controles
Vóór aanvang van de behandeling is aangewezen: registratie van lengte (bij kinderen) en gewicht op de groeikaart en een beoordeling van de cardiovasculaire status (inclusief meten van bloeddruk en hartfrequentie en uitvragen van familie-anamnese op plotseling cardiaal/onverklaard overlijden, ventriculaire aritmie en psychische stoornissen). Bij volwassenen voorafgaand aan de behandeling zo nodig een cardioloog consulteren.
Tijdens de behandeling de eetlust en groei bij kinderen (lengte en gewicht) of het gewicht bij volwassenen, de psychische gesteldheid (bv. controle op tics, agressief gedrag, suïcidaal gedrag, angst, agitatie, depressie, psychose, manie, wanen, ontwenningsverschijnselen, dwangstoornis) bloeddruk en de hartfrequentie minimaal eens per 6 maanden controleren en na elke dosisaanpassing.
Verder is controle aangewezen wegens het risico van misbruik en gebruik voor ontspanning.
Staken of onderbreken
Staak de behandeling of verlaag de dosering als de symptomen juist paradoxaal verergeren.
Staak de behandeling bij herhaaldelijk meten van tachycardie, aritmie of verhoogde systolische bloeddruk (> 95e percentiel).
Staak de behandeling bij ontwikkeling van symptomen van hartziekte, zoals palpitaties, pijn op de borst na inspanning, onverklaarde syncope, dyspneu; directe cardiale evaluatie is aangewezen. Niet gebruiken bij cardiovasculaire aandoeningen, tenzij hierover cardiaal advies van de kinderarts of cardioloog is verkregen.
Staak de behandeling bij tekenen van cerebrale vasculitis, zoals ernstige hoofdpijn, doof gevoel, zwakte, paralyse, coördinatiestoornis, geheugenstoornis, stoornis van zicht, spraak of taal.
Onderbreek de behandeling bij vermoeden van groeivertraging.
Staak de behandeling bij ontstaan of verergeren van epileptische insulten.
Methylfenidaat kan bij psychotische patiënten de gedrags- en denkstoornissen verergeren. Bij optreden van ongewenste gedragsverandering aanpassing van de behandeling overwegen: dosisverandering of onderbreking van de behandeling.
Staken kan aangewezen zijn bij ontstaan of verergeren van een psychische stoornis en suïcidale neigingen.
Staken kan aangewezen zijn bij leukopenie, anemie en andere hematologische veranderingen (bv. die een indicatie zijn voor ernstige nier- of leveraandoeningen)
Na staken is zorgvuldig toezicht nodig, omdat de behandeling een depressie of chronische hyperactiviteit kan maskeren.
Methylfenidaat mag op de dag van een (geplande) operatie niet worden gebruikt, omdat een plotselinge stijging van bloeddruk en hartslag op kan treden.
Overige waarschuwingen
Volwassenen hebben meer kans op het krijgen van cardiovasculaire afwijkingen dan kinderen, bijvoorbeeld ernstige structurele hartafwijkingen, cardiomyopathie, hartritmestoornis, coronaire hartziekte of andere ernstige hartafwijkingen. Plotseling overlijden, beroerte en myocardinfarct zijn gemeld bij volwassenen die stimulantia gebruiken in de gebruikelijke dosering voor ADHD.
Wees extra voorzichtig bij patiënten met een toegenomen kans op een bipolaire stoornis; zie ook de rubriek Contra-indicaties.
Chronisch misbruik kan leiden tot gewenning en afhankelijkheid met een verschillende mate van abnormaal gedrag.
Dit middel kan acuut glaucoom veroorzaken doordat mydriase de oogdruk verhoogt.
Wees voorzichtig bij comorbiditeit zoals EEG-afwijkingen of epilepsie, geneesmiddelen- of alcoholafhankelijkheid, of risicofactoren daarvoor, en bij onderliggende medische aandoeningen waarbij een stijging van bloeddruk of hartfrequentie gevaar op kan leveren.
Methylfenidaat kan een laboratoriumtest op amfetaminen een fout-positieve uitslag geven, met name bij een immunoassay-screeningstest. Een atleet moet zich bewust zijn van een mogelijk positieve reactie van een anti-dopingtest.
Concerta en Kinecteen: het niet-resorbeerbare omhulsel van deze tabletten kan in de feces teruggevonden worden, daarom niet gebruiken bij een ernstige vernauwing van het maag-darmstelsel, bij dysfagie of bij ernstige slikproblemen.
Onderzoeksgegevens
- Gebruik bij kinderen < 6 jaar en bij ouderen (> 65 jaar) is niet aanbevolen, omdat bij deze leeftijdsgroep de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld.
- Er is geen ervaring opgedaan bij patiënten met nier- of leverinsufficiëntie. De gevolgen voor veiligheid en werkzaamheid op de lange termijn zijn onvolledig bekend.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
De behandeling moet plaatsvinden onder toezicht van een gespecialiseerde arts op het gebied van gedragsstoornissen bij kinderen en/of adolescenten.
Cardiovasculaire effecten: Vóór aanvang van de behandeling is aangewezen: een beoordeling van de cardiovasculaire status, inclusief bloeddruk en hartfrequentie, plotseling cardiaal/onverklaard overlijden of ventriculaire aritmie in de familiegeschiedenis; psychische stoornissen of symptomen (in de geschiedenis); registratie van lengte en gewicht op een groeikaart. Niet gebruiken bij cardiovasculaire aandoeningen, tenzij hierover cardiaal advies van de kinderarts is verkregen. Bij optreden van symptomen tijdens behandeling die wijzen op een cardiale ziekte direct specialistisch cardiologisch laten evalueren. Wees voorzichtig bij onderliggende medische aandoeningen waarbij een stijging van bloeddruk of hartfrequentie gevaar op kan leveren.
Periodieke controle: Tijdens behandeling de groei (lengte, gewicht, eetlust), de psychische gesteldheid (ontwikkeling of verergering van pre-existente psychiatrische stoornissen) en de cardiovasculaire status (bloeddruk, pols) minimaal eens per zes maanden controleren en na elke dosisaanpassing. Bij vermoeden van groeivertraging de behandeling onderbreken.
Beëindiging: Staak direct de behandeling bij tekenen van cerebrale vasculitis (ernstige hoofdpijn, gevoelloosheid, zwakte, paralyse, gestoorde coördinatie, gezichtsvermogen, spraak, taal of geheugen). Staken kan verder aangewezen zijn bij ontstaan of verergering van psychische stoornissen, suïcidale neigingen, toename van epileptische aanvallen, leukopenie, trombocytopenie, anemie, aanwijzingen voor nier- of leverfunctiestoornissen. Bij optreden van ongewenste gedragsverandering overwegen de dosis te veranderen of de behandeling te onderbreken.
Psychiatrische effecten: Wees bedacht op onder meer de volgende psychiatrische stoornissen: tics, agressief gedrag, agitatie, angst-depressie, psychose, manie, waanbeelden, prikkelbaarheid, gebrek aan spontaniteit, zich terugtrekken en overmatige perseveratie. Dexamfetamine kan bij psychotische patiënten de gedrags- en denkstoornissen verergeren. Wees bedacht op kans op fraude, onjuist gebruik en misbruik en gebruik van dexamfetamine voor ontspanning. Chronisch misbruik kan leiden tot gewenning en afhankelijkheid met een verschillende mate van abnormaal gedrag. Wees voorzichtig bij emotioneel instabiele patiënten, bij een voorgeschiedenis van of risicofactoren voor geneesmiddelen- of alcoholafhankelijkheid.
Onthoudingsverschijnselen: Staken of verlagen van amfetaminegebruik kan onthoudingsymptomen (dysfore stemming, vermoeidheid, levendige en onprettige dromen, slapeloosheid of overmatig slapen, meer eetlust, psychomotorische achteruitgang of agitatie, anhedonie en verlangen naar het geneesmiddel) veroorzaken. Na staken is zorgvuldig toezicht nodig.
Oculaire effecten: Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Maag-darmklachten: Symptomen als buikpijn, kramp, misselijkheid en braken treden vooral op in het begin van de behandeling en kunnen worden verlicht door het geneesmiddel in te nemen tijdens de maaltijd.
Onderzoeksgegevens: De gevolgen voor veiligheid en werkzaamheid op de lange termijn zijn onvolledig bekend. Niet gebruiken bij kinderen jonger dan 6 jaar, bij volwassenen en bij ouderen, omdat bij deze leeftijdsgroep de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld.
Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Overprikkeling van het CZS en overmatig sterke sympathicomimetische effecten. Ernstige overdosering: hyperpyrexie, circulatoire collaps, convulsies en coma; intoxicaties met letale afloop zijn beschreven.
Therapie
Zie voor behandeling de monografie op toxicologie.org/amfetaminen en vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Methylfenidaat heeft een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. Het is een indirect werkend sympathicomimeticum en lijkt in farmacologische eigenschappen op de amfetaminen. Het werkingsmechanisme is niet helemaal bekend. Verondersteld wordt dat methylfenidaat de heropname van noradrenaline en dopamine in het presynaptische neuron blokkeert en daardoor de afgifte van de neurotransmitters in de extraneuronale ruimte vergroot. Het mechanisme van mentale en gedragsgebonden effecten is nog niet volledig opgehelderd; er is ook geen overtuigend bewijs waaruit een verband blijkt tussen deze neuronale effecten en de toestand van het centrale zenuwstelsel. Het preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang. Werkingsduur: gewone tablet 3–5 uur; Concerta en Kinecteen 12 uur; Medikinet CR en Equasym XL 8 uur.
Kinetische gegevens
Overig | Medikinet CR bestaat uit 50% directe afgifte en 50% gereguleerde afgifte; in Equasym is deze verhouding 30% resp. 70%; in Concerta wordt 22% direct afgegeven en verlaat 78% de tablet verlengd als uit een osmotische pomp. |
F | voor gewone tablet, Medikinet CR en Equasym XL: 30% (11–51%) door 'first pass'-effect. |
T max | gewone tablet gem. 1–2 uur; Concerta, Kinecteen en methylfenidaat (mga)-tablet 6–8 uur (initiële piek 1–2 uur), Equasym XL 4½ uur (initiële piek 1–2 uur), Medikinet CR en methylfenidaat (mga)-capsule 3 uur (initiële piek 1-2 uur). Gelijktijdige inname van voedsel met een hoog vetgehalte verhoogt de maximale plasmaconcentratie van de Equasym XL met 30% en vertraagt de Tmax van Equasym XL met 1 uur, die van Medikinet CR en methylfenidaat (mga)-capsule met 1½ uur. |
V d | 13,1 l/kg. |
Metabolisering | snel en extensief tot inactieve metaboliet. |
Eliminatie | vnl. met de urine als metaboliet. |
T 1/2el | ca. 2 uur; Bij Concerta, Kinecteen en methylfenidaat (mga)-tablet verlengd tot ca. 3,5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Rechtsdraaiende isomeer van het racemisch mengsel amfetamine. Stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. Het is een indirect werkend sympathicomimeticum en lijkt in farmacologische eigenschappen op methylfenidaat. Het preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang. De werking houdt 4–8 uur aan.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
V d | 6 l/kg. |
T max | 1,5 uur. |
Metabolisering | in de lever, door hydroxylering en conjugatie met glucuronzuur tot meer hydrofiele componenten die gemakkelijker worden geëlimineerd. Kleinere hoeveelheden amfetamine worden geconverteerd naar norefedrine door oxidatie. Hydroxylering produceert een actief metaboliet (O-hydroxynorefedrine) dat werkt als een namaak-neurotransmitter en verantwoordelijk kan zijn voor bepaalde effecten van het geneesmiddel, met name bij chronische gebruikers. |
Eliminatie | afhankelijk van de pH van de urine. Bij lage pH: 80% in onveranderde vorm uitgescheiden. Bij hoge pH : 2–3% als vrij amfetamine. |
T 1/2el | 10,2 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
methylfenidaat hoort bij de groep amfetaminen.
Groepsinformatie
dexamfetamine hoort bij de groep amfetaminen.