Samenstelling
Relistor (bromide) Bausch Health Ireland
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,6 ml (= 12 mg)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Constella Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 290 microg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Overweeg naloxegol (voorkeur vanwege orale toediening) of methylnaltrexon bij onvoldoende effect van reguliere laxantia bij opioïdgeinduceerde obstipatie in de palliatieve fase.
Kortdurende behandeling met methylnaltrexon is geïndiceerd bij behandeling van fecale impactie door opioidgebruik, ondanks behandeling met laxantia.
Advies
De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Overweeg linaclotide bij ernstige obstipatie in de palliatieve fase, ondanks behandeling met een osmotisch laxans en een contactlaxans.
Indicaties
- Behandeling van opioïd-geïnduceerde obstipatie bij volwassenen, wanneer respons op een gebruikelijke behandeling met laxantia onvoldoende is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Symptomatische behandeling van volwassenen met een matig tot ernstig prikkelbaredarmsyndroom met obstipatie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Niet injecteren op plaatsen waar de huid kwetsbaar, rood, beschadigd of hard is (plaatsen met littekens of striae vermijden). De toedieningsplek variëren (bovenarmen, bovenbenen, buik).
Opioïdgeïnduceerde obstipatie (buiten de palliatieve zorg)
Volwassenen
S.c.: 12 mg (0,6 ml), minstens 4×/w; max. 1×/dag. Staak de behandeling met de gebruikelijke laxantia bij patiënten buiten de palliatieve zorg.
Opioïdgeïnduceerde obstipatie (binnen de palliatieve zorg)
Volwassenen
S.c.: lichaamsgewicht 38–61 kg: 8 mg (0,4 ml), 62–114 kg: 12 mg (0,6 ml) elke 2 dagen, of eventueel met langere tussenpozen. Alleen indien er geen defecatie op de dosis van de dag ervoor heeft plaatsgevonden kan een toedieningsinterval van 24 uur worden aangehouden. Bij een lichaamsgewicht < 38 kg of > 114 kg is de enkelvoudige dosis 0,15 mg/kg; het injectievolume (ml) bedraagt dan lichaamsgewicht (kg) × 0,0075. Methylnaltrexon wordt toegevoegd aan de bestaande behandeling met laxantia bij patiënten binnen de palliatieve zorg.
Bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min): de dosis aanpassen: bij een lichaamsgewicht van 62–114 kg: 8 mg (0,4 ml) en bij een lichaamsgewicht < 38 kg of > 114 kg 0,075 mg/kg (de helft van de normale dosering) met dezelfde toedieningsfrequentie als bij patiënten zonder verminderde nierfunctie. Gebruik bij terminale nierinsufficiëntie met dialyse wordt ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Bij lichte tot matige leverinsufficiëntie is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik bij ernstige leverinsufficiëntie wordt ontraden.
Doseringen
Prikkelbaredarmsyndroom met obstipatie
Volwassenen
290 microg 1×/dag. Herbeoordeel de behandeling na 4 weken. De werkzaamheid en effectiviteit van linaclotide bij prikkelbaredarmsyndroom zijn voor een periode van maximaal 6 maanden onderzocht.
Verminderde nier- of leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.
Toediening: De capsule minstens 30 minuten vóór de maaltijd innemen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): buikpijn, misselijkheid, flatulentie, diarree.
Vaak (1-10%): reactie op de injectieplaats zoals branderigheid, steken, pijn, roodheid, oedeem. Braken. Duizeligheid. Lichte opioïdonthoudingsverschijnselen (koude rillingen, hyperhidrose, tremor, hartkloppingen, opvliegers, pilo-erectie, loopneus).
Verder is gemeld: maag-darmperforatie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree, vooral bij ouderen (> 65 j.) en bij patiënten met hypertensie of diabetes.
Vaak (1-10%): buikpijn, opgezette buik, winderigheid, virale gastro-enteritis. Duizeligheid.
Soms (0,1-1%): toegenomen fecale aandrang, fecale incontinentie, lage gastro-intestinale bloeding (waaronder bloeding van hemorroïden en rectale bloeding), misselijkheid, braken. Verminderde eetlust. Orthostatische hypotensie, hypokaliëmie, dehydratie. Urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): daling van bicarbonaatbloedspiegel, gastro-intestinale perforatie.
Verder is gemeld: huiduitslag.
Interacties
Methylnaltrexon remt of induceert de CYP-enzymen niet.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdige behandeling met protonpompremmers, laxeermiddelen of NSAID's vanwege meer kans op diarree. Bij ernstige of langdurige diarree kan de absorptie van andere geneesmiddelen afnemen en de werkzaamheid van levothyroxine of orale anticonceptiva afnemen. Het gebruik van een extra anticonceptiemethode is aanbevolen bij ernstige en langdurige diarree.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij zeer hoge doseringen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Het gebruik van een extra anticonceptiemethode is aanbevolen bij ernstige en langdurige diarree.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Waarschijnlijk niet.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- mechanische gastro-intestinale obstructie of meer kans op recidiverende obstructie en bij acute buikchirurgie vanwege het risico van maag-darmperforatie.
Contra-indicaties
- bekende of vermoede mechanische gastro-intestinale obstructie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toepassen bij obstipatie door andere oorzaken dan door opioïdgebruik.
Bij ernstige of aanhoudende diarree, de behandeling met methylnaltrexon staken.
Gebruik wordt niet aanbevolen bij ernstige leverinsufficiëntie of terminale nierinsufficiëntie met dialyse en voorzichtigheid is geboden bij colostomie, peritoneale katheter, actieve diverticulaire aandoening, laesies van het maag-darmkanaal of fecale impactie.
Bij ernstige, aanhoudende of toenemende buikpijn de behandeling staken vanwege meldingen van maag-darmperforatie bij gebruik van methylnaltrexon. Wees extra voorzichtig bij aandoeningen die geassocieerd zijn met gelokaliseerde of diffuse vermindering van de structurele wand van het maag-darmkanaal (bv. ziekte van Crohn, maagulcus, Ogilvie-syndroom, divertikelaandoeningen, infiltratieve maag-darmtumoren of peritoneale metastasen).
Bij vermoeden van opioïde-abstinentiesyndroom (o.a. hyperhidrose, koude rillingen, braken, buikpijn, hartkloppingen, blozen) de behandeling staken.
Gebruik langer dan 4 maanden is niet onderzocht bij patiënten in de palliatieve zorg.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen en adolescenten (< 18 j.).
Waarschuwingen en voorzorgen
Diarree: Overweeg de behandeling tijdelijk te staken bij langdurige (> 1 week) of ernstige diarree. Wees extra voorzichtig bij patiënten met een toegenomen kans op een verstoring van de water- en elektrolytenhuishouding, zoals ouderen en patiënten met hart- en vaataandoeningen, hypertensie of diabetes; overweeg een elektrolytencontrole.
Perforatie: Intestinale perforatie is gemeld bij patiënten met aandoeningen die kunnen samengaan met lokale of diffuse zwakte van de darmwand. Adviseer de patiënt direct contact op te nemen bij ernstige, langdurige of verergende buikpijn. Staak de behandeling bij deze symptomen.
Onderzoeksgegevens: Linaclotide mag niet gebruikt worden bij kinderen < 18 jaar, vanwege onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid; door overexpressie van de GC-C-receptor zijn kinderen < 2 jaar gevoeliger voor de effecten van linaclotide.
Overdosering
Symptomen
orthostatische hypotensie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met methylnaltrexon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met linaclotide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Opioïdreceptorantagonist met selectieve werking op de μ-receptor via een reversibele, competitieve binding. Het heeft tevens een geringere affiniteit voor de κ-receptor. Als quaternair amine heeft methylnaltrexon voornamelijk een perifere werking. Hierdoor verbetert het de verstoorde darmmotiliteit door opioïdgebruik zonder beïnvloeding van de centraal analgetische werking.
Werking: binnen 30–60 min. Werkingsduur: ca. 4 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
F | 82%. |
T max | ca. 0,5 uur. |
V d | 1,1 l/kg. |
Metabolisering | gering. |
Eliminatie | vnl. onveranderd via zowel de urine als de feces. |
T 1/2el | ca. 8 uur, langer bij ernstige nierinsufficiëntie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch peptide. Guanylaatcyclase-C-receptoragonist (GC-C-receptoragonist) met visceraal analgetische en secretoire werking. Linaclotide en de actieve metaboliet binden aan de GC-C-receptor, op het luminale oppervlak van het darmepitheel. De activering van GC-C leidt tot verhoogde concentraties van intra- en extracellulair cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP). Extracellulair cGMP vermindert de pijnvezelactiviteit. Intracellulair cGMP veroorzaakt afscheiding van chloride en bicarbonaat in het intestinale lumen, wat tot een toename van intestinaal vocht en een versnelde transit leidt.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal bij therapeutische dosis. |
Metabolisering | lokaal tot actieve primaire metaboliet destyrosine. Proteolyse in het maag-darmstelsel tot kleinere peptiden en aminozuren. |
Eliminatie | 3-5% met de feces, voornamelijk als actieve metaboliet. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
methylnaltrexon hoort bij de groep laxantia, overige.
Groepsinformatie
linaclotide hoort bij de groep laxantia, overige.