Samenstelling
Paricalcitol XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Hidroferol XGVS Goodlife Pharma Nederland
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 0,266 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Advies
Geef voor de behandeling van een vitamine D-deficiëntie bij ouderen > 70 jaar met een calcidiolspiegel < 50 nmol/liter, colecalciferol (vitamine D3). Geef een oplaaddosering bij < 35 nmol/l. Voeg bij een ernstige nierinsufficiëntie (eGFR < 15 ml/min) alfacalcidol toe. Zie voor de preventie van een vitamine D-deficiëntie de vitamine D-suppletieadviezen van de Gezondheidsraad via het vitamine D stroomdiagram op voedingscentrum.nl.
Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met vitamine D3 en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie zijn zoledroninezuur of denosumab alternatieven, en ibandroninezuur of raloxifeen wanneer hiermee niet wordt uitgekomen. Kies voor teriparatide bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie voor bovengenoemde middelen, bij het optreden van een derde fractuur tijdens de behandeling, of als initiële therapie bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose en een hoog risico op botbreuken.
Dit geneesmiddel wordt aanbevolen indien er meer tijd tussen de doseringen nodig is.
Bij patiënten die hun streefwaarde voor calcidiolspiegel niet halen ondanks behandeling met colecalciferol, kan calcifediol worden overwogen.
Indicaties
- Preventie en behandeling van secundaire hyperparathyroïdie bij volwassen patiënten met chronische nierinsufficiëntie (stadium 5) die hemo- of peritoneaaldialyse ondergaan.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van vitamine D-deficiëntie (25(OH)D spiegels < 25 nmol/L) bij volwassenen;
- Preventie van vitamine D-deficiëntie bij volwassenen met bekende risico's zoals malabsorptiesyndroom, mineraal- en botaandoening bij chronische nierziekte (CKD-MBD);
- Als adjuvans voor de specifieke behandeling van osteoporose, of als adjuvans voor de specifieke behandeling van osteoporose/osteopenie geïnduceerd door behandeling met corticosteroïden.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Secundaire hyperparathyroïdie bij dialysepatiënten
Volwassenen
Intraveneus: Toedienen tijdens de dialyse (niet vaker dan elke twee dagen). Begindosis (in microg) = uitgangswaarde iPTH-spiegel in pg/ml (of pmol/l) gedeeld door 80 (of 8). Maximum begindosis in klinisch onderzoek was 40 microg.
Titratiedosis: dosisaanpassing elke 2–4 weken. Aanbevolen doseringsrichtlijn: indien de iPTH-spiegel t.o.v. de uitgangswaarde gelijk blijft of toeneemt óf afneemt met < 30%: de dosering met 2–4 microg verhogen; indien de spiegel afneemt met ≥ 30%, ≤ 60%: geen dosisaanpassing; indien de spiegel afneemt met > 60% óf iPTH-spiegel < 15,9 pmol/l (150 pg/ml): dosering met 2–4 microg verlagen. Bij hypercalciëmie of verhoogd Ca × P de dosering van op calcium gebaseerde fosfaatbinders, indien in gebruik, verlagen of stoppen. Bij hypercalciëmie of indien Ca × P langdurig > 5,2 mmol²/l² (65 mg²/dl²), de dosering paricalcitol verlagen of stoppen totdat normalisatie van deze parameters is opgetreden. Vervolgens de behandeling met een lagere dosis hervatten.
Aanvaard streefbereik voor iPTH-spiegels bij dialysepatiënten: < 1½–3× de niet-uremische bovengrens van normaal (15,9–31,8 pmol/l [150–300 pg/ml]). Terwijl de iPTH het beoogde bereik nadert, kunnen kleine, individuele dosesaanpassingen nodig zijn om een stabiele iPTH te verkrijgen.
Ouderen: beperkte ervaring bij ouderen ≥ 65 jaar laat geen verschillen in werkzaamheid en veiligheid zien t.o.v. niet-ouderen.
Verminderde leverfunctie: bij lichte tot matige leverinsufficiëntie zijn de ongebonden concentraties paricalcitol vergelijkbaar bij gezonde proefpersonen; in dergelijke gevallen van leverinsufficiëntie is geen dosisaanpassing nodig. Er is geen ervaring bij patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Toediening: De injectievloeistof toedienen via een hemodialysetoegang als i.v.-bolus.
Doseringen
Houd bij het vaststellen van de dosering rekening met inname van vitamine D via de voeding en blootstelling aan de zon, aangezien deze kunnen variëren per persoon.
Over het algemeen worden de dosis, frequentie en behandelduur bepaald overeenkomstig de 25-OH-vitamine D3 spiegel, type en aandoening van de patiënt en andere comorbiditeiten, zoals obesitas, malabsorptiesyndroom, behandeling met corticosteroïden.
.
Vitamine D-deficiëntie en osteoporose
Volwassenen
266 microg 1× per maand. Hogere doseringen tot maximaal 266 microg 1× per week kunnen noodzakelijk zijn nadat de omvang van het tekort is vastgesteld. Controleer na 3-4 maanden gebruik de 25-OH-vitamine D 3 spiegel. Zodra de plasmaspiegels van 25(OH)D zijn gestabiliseerd binnen het gewenste bereik, de behandeling staken of de doseerfrequentie verlagen.
Toediening: innemen met water, melk of sap.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Smaakstoornis. Jeuk. Hypoparathyroïdie, hypercalciëmie, hyperfosfatemie.
Soms (0,1-1%): hypo- of hypertensie, aritmie, atriumflutter, hartstilstand. Overgevoeligheid. Infectie, sepsis. Keelontsteking, griep. Neusbloeding, hoesten, dyspneu, astma, pneumonie, longoedeem. Coma, CVA, voorbijgaand ischemisch infarct, syncope, myoclonus, hypo-esthesie, paresthesie, duizeligheid, ataxie. Verwardheid, delirium, depersonalisatie, agitatie, slapeloosheid, nervositeit. Glaucoom, conjunctivitis. Ooraandoening. Droge mond, dysfagie, misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, obstipatie, gastritis, colitis, diarree, rectale bloeding. Urticaria, vesiculobulleuze dermatitis, alopecia, hirsutisme, hyperhidrose. Lymfadenopathie. Gewrichtspijn, gewrichtsstijfheid, rugpijn, spiertrekkingen, spierpijn. (Perifeer) oedeem, pijn op de injectieplaats, pijn op de borst, koorts, krachteloosheid, malaise, dorst. Borstkanker. Impotentie. Vaginale infectie. Gewichtsafname, verminderde eetlust. Anemie, leukopenie. Verlengde bloedingstijd, abnormale leverenzymwaarden. Hyperparathyroïdie, hyperkaliëmie, hypocalciëmie.
Verder zijn gemeld: larynxoedeem, angio-oedeem. Maag-darmbloeding.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen zijn het gevolg van overmatige inname of langdurige behandeling, met name wanneer hypercalciëmie optreedt.
Soms (0,1-1%): verhoging van bloed-ureum-stikstof-waarde (BUN), albuminurie, hypercholesterolemie, hypercalciëmie.
Als gevolg van hypercalciëmie: bot- en spierpijn (vroege stadia van hypercalciëmie). Calcificatie van weke delen. Nefrocalcinose, verslechtering van de nierfunctie (met polyurie, polydipsie, nachtelijke mictie en proteïnurie). Hartritmestoornissen. Zwakte, vermoeidheid, zich suf voelen. Hoofdpijn. Prikkelbaarheid. Misselijkheid, braken, anorexie, droge mond, obstipatie, smaakstoornissen met een metaalsmaak, buikkrampen. Verhoogde leverenzymen (ALAT, ASAT). Latere symptomen van hypercalciëmie zijn o.a.: rinorroe, jeuk, hyperthermie, verminderd libido, pancreatitis.
Zelden (0,01-0,1%): fotofobie en conjunctivitis met corneacalcificaties (bij zeer hoge doses).
Interacties
Niet combineren met fosfaat of vitamine D-gerelateerde geneesmiddelen, vanwege toenemende kans op hypercalciëmie en verhoging van het (Ca × P)-product. Hoge doses calciumbevattende preparaten of thiazide-diuretica vermeerderen de kans op hypercalciëmie eveneens.
Bij gelijktijdig gebruik van magnesiumbevattende preparaten (bv. antacida) kan hypermagnesiëmie optreden.
Bij gelijktijdig gebruik van aluminiumbevattende preparaten (bv. antacida, fosfaatbinders) kan de concentratie van aluminium stijgen.
Bij combinatie met de sterke CYP3A4-remmer ketoconazol treedt bijna een verdubbeling op van de gemiddelde halfwaardetijd van paricalcitol; controleer het serumcalcium en -fosfaat extra.
Een eventuele hypercalciëmie kan predisponeren voor een digoxinevergiftiging.
Interacties
Vermijd gelijktijdig gebruik met andere vitamine D-analoga en houd rekening met voeding waaraan vitamine D is toegevoegd.
Vermijd ongecontroleerde inname van extra calciumbevattende geneesmiddelen en calciumsupplementen.
Controleer bij gelijktijdige behandeling met fenytoïne, fenobarbital, primidon en/of andere CYP3A4-inductoren de plasmawaarden van 25(OH)D, aangezien de werking van calcifediol kan verminderen door verlaging van de plasmaconcentratie.
Calcifediol kan hypercalciëmie veroorzaken, dat in combinatie met digoxine kan leiden tot hartritmestoornissen.
Colestyramine, colesevelam en orlistat kunnen de opname van calcifediol verminderen. Houd bij gelijktijdig gebruik een tussenpoos aan van ten minste 2 uur bij inname.
Gelijktijdig gebruik van thiazide-diuretica bij patiënten met hypoparathyroïdie vermeerdert de kans op hypercalciëmie, hetgeen tijdelijk kan zijn of tijdelijk staken van calcifediol vereist.
Omdat calcifediol ook het fosfaattransport in darmen, nieren en botten beïnvloedt, de dosering van fosfaatbindende stoffen afstemmen op de fosfaatconcentratie in het serum. Gelijktijdig gebruik van de fosfaatbinder magnesiumcarbonaat kan leiden tot hypermagnesiëmie.
Corticosteroïden kunnen het effect van vitamine D-analoga antagoneren.
Sorbitol, in de capsule, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren verhoogt het in hoge doseringen de peri- en postnatale sterfte.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: De fabrikant raadt paricalcitol injecties af bij vruchtbare vrouwen die geen anticonceptie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij dieren is in zeer hoge doseringen reproductietoxiciteit aangetoond, bij de mens onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect:Volgens de fabrikant kan een hoge dosering vitamine D leiden tot hypercalciëmie bij zwangere vrouwen, hetgeen kan leiden tot supravalvulaire aortastenose, retinopathie en mentale achterstand bij zuigelingen en pasgeborenen.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Inname van hoge doses kan leiden tot hoge calcitriolwaarden in de moedermelk en daardoor tot hypercalciëmie bij de zuigeling.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- vitamine D-toxiciteit;
- hypercalciëmie.
Contra-indicaties
- Hypercalciëmie (serumcalcium > 10,5 mg/dl) of hypercalciurie;
- Calciumlithiase;
- Hypervitaminose D.
Waarschuwingen en voorzorgen
Oversuppressie van parathyroïdhormoon kan resulteren in een verhoogde calciumconcentratie wat kan leiden tot metabole botziekte. Chronische hypercalciëmie kan ook in verband worden gebracht met gegeneraliseerde vasculaire verkalking en andere weke delen verkalking. Indien de dosering is vastgesteld, het serumcalcium en –fosfaat elke maand meten, de intacte PTH (iPTH) in het serum elke drie maanden. Bij dosisaanpassingen kan het nodig zijn vaker laboratoriumonderzoek uit te voeren.
In pre-dialysepatiënten kan paricalcitol het serumcreatinine verhogen (en daardoor de geschatte GFR verminderen) zonder de echte glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) te veranderen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 j.) zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen:
- Wees voorzichtig met ethanol (in de injectievloeistof) bij alcoholisme, leverziekte, epilepsie, zwangerschap en lactatie. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben. Wees bij risicogroepen voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die ethanol of propyleenglycol bevatten.
- Propyleenglycol (in de injectievloeistof) bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken bij extra controle op achteruitgang.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voor een optimale werkzaamheid van vitamine D is voldoende calciuminname noodzakelijk.
Controleer regelmatig de serumspiegels van 25-hydroxyvitamine D3, calcium, fosfaat, alkalische fosfatase en de hoeveelheid calcium en fosfaat in de urine per etmaal. Een daling van serumwaarden van alkalische fosfatase is doorgaans een voorbode voor het ontwikkelen van hypercalciëmie. Ook bij stabilisatie van de betreffende parameters en een onderhoudsbehandeling met calcifediol zijn periodieke controles aangewezen, met name van 25-hydroxyvitamine D3 en calcium.
Wees voorzichtig bij een nierfunctiestoornis; controleer regelmatig de calcium- en fosfaatserumspiegels. Bij een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) kan vitamine D in de vorm van calcifediol in de nieren niet meer voldoende worden omgezet naar de actieve vorm van vitamine D3 (calcitriol).
Wees zeer voorzichtig bij hartfalen; constante controle van de calciumwaarde in serum is vereist. Dit geldt in het bijzonder bij patiënten die digoxine gebruiken, omdat hypercalciëmie kan optreden en zich hartritmestoornissen kunnen voordoen. Aan het begin van de behandeling wordt aanbevolen om bepalingen tweemaal per week uit te voeren
Bij hypoparathyroïdie kan de activiteit van calcifediol afnemen door onvoldoende activatie van het enzym 1α-hydroxylase door parathyroïdhormoon.
Wees voorzichtig bij nierstenen (in de voorgeschiedenis) aangezien door vitamine D de absorptie van calcium toeneemt en niersteenvorming kan verergeren; controleer de calciumspiegel.
Bij patiënten met langdurige immobilisatie kan het noodzakelijk zijn de dosis te verlagen om hypercalciëmie te voorkomen.
Wees voorzichtig bij sarcoïdose, tuberculose of andere granulomateuze aandoeningen in verband met verhoogde gevoeligheid voor vitamine D; monitor het calciumgehalte in serum en urine.
Calcifediol is niet geschikt voor kinderen, omdat de veiligheid en effectiviteit nog niet zijn vastgesteld.
Calcifediol kan interferentie vertonen met de Zlatkis-Zak-methode, hetgeen leidt tot valse stijgingen van de cholesterolwaarden in serum.
Hulpstof: Calcifediolcapsules bevatten zonnegeel (E 110) wat allergische reacties kan veroorzaken (m.n. bij voor acetylsalicylzuur allergische personen).
Overdosering
Symptomen
Hypercalciëmie, hypercalciurie, hyperfosfatemie, oversuppressie van parathyroïdhormoon.
Therapie
Bij significante hypercalciëmie onmiddellijke dosisverlaging of staken, calciumarm dieet, staken van calciumsupplementen, aandacht voor en behandeling van afwijkingen in vocht- en elektrolytbalans, ECG-afwijkingen (cruciaal bij digoxine-gebruik). Hemodialyse of peritonale dialyse tegen een calciumvrij dialysaat.
Neem voor informatie over een vergiftiging met paricalcitol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Toediening bij hogere doses of gedurende lange perioden kan leiden tot: hypercalciëmie, hypercalciurie, hyperfosfatemie, nierfalen en hartfalen. Tevens zijn verhoogde waarden voor albumine, bloed-ureum-stikstof (BUN), cholesterol en bloedtransaminasen kenmerkend. Extreme hypercalciëmie (serumcalcium > 12 mg/dl) kan leiden tot syncope, metabole acidose en coma.
Zie voor informatie over symptomen en behandeling de stofmonografie vitamine D3 op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Synthetisch vitamine D-analoog van calcitriol met modificaties aan de zijketen (D2) en de A-(19-nor-)ring die selectieve vitamine D-receptor (VDR)-activatie mogelijk maakt. Het verhoogt selectief de VDR-expressie in de bijschildklier zonder de VDR-expressie in de darmen te verhogen en is minder actief op botresorptie. Het verhoogt ook de calcium-sensing receptor (CaSR) in de bijschildklier. Door remming van de proliferatie van de bijschildklier reduceert het de parathyroïdhormoon (PTH)-concentratie, met minimaal effect op de calcium- en fosfaatconcentratie. Daarnaast acteert het direct op botcellen, waardoor de botdichtheid behouden blijft en mineralisatie-oppervlakten verbeteren.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,5 l/kg. |
Eiwitbinding | > 99,9%. |
Metabolisering | hepatisch en extrahepatisch: o.a. via mitochondriaal CYP24, alsook CYP3A4 en UGT1A4. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten; ca. 70–74% via de gal met de feces, 16–18% met de urine. Paricalcitol wordt nauwelijks verwijderd door dialyse. |
T 1/2el | ca. 5–7 uur bij gezonde personen, ca. 15 uur bij hemodialysepatiënten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Calcifediol is de 25-hydroxymetaboliet van vitamine D3 (colecalciferol) en wordt o.a. in de nieren omgezet naar calcitriol (1,25-dihydroxyvitamine D3), de actieve vorm van vitamine D. Omzetting tot 1,25-dihydroxyvitamine D wordt gereguleerd door het parathyroïdhormoon (PTH) en door de calcium- en fosfaatconcentratie in serum. Calcitriol speelt een rol bij de skeletopbouw en -instandhouding, onder andere door handhaving van de calcium/fosfaatspiegel. Het bevordert de fosfaat- en calciumabsorptie uit het maag- darmkanaal en de terugresorptie van calcium door de nieren. Het bevordert de normale botvorming en –mineralisatie door verhoging van de calcium- en fosfaatwaarden en door stimulatie van osteoblasten. Tevens onderdrukt calcitriol de afscheiding van parathyroïdhormoon door de bijschildklieren.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 75-80% (indien vetabsorptie normaal) via chylomicronen, vnl. in middelste gedeelten dunne darm. |
T max | ca. 4 uur. |
Metabolisering | Calcifediol ondergaat in nierweefsel o.i.v. 1α-hydroxylase hydroxylering tot calcitriol (1,25-dihydroxycolecalciferol), de actieve vorm van vitamine D3. |
Eliminatie | vnl. via gal. |
T 1/2el | 18-21 dagen. |
Lipofiliteit | Calcifediol wordt gedurende lange periode opgeslagen in vetweefsel en spieren. De opslag in vetweefsel is echter veel minder significant dan bij colecalciferol, waarschijnlijk doordat het minder vetoplosbaar is. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
paricalcitol hoort bij de groep vitamine d en analoga.
Groepsinformatie
calcifediol hoort bij de groep vitamine d en analoga.