Samenstelling
Minims Povidon Jodium (polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex) XGVS Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,4 ml (voor éénmalig gebruik)
Povidonjodium oogdruppels FNA (polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,3%)
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ofloxacine oogdruppels Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels 'unit dose'
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Conserveermiddel: geen.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Trafloxal Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels EDO
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Conserveermiddel: geen.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogzalf
- Sterkte
- 3 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 3 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Preoperatieve desinfectie met povidonjodiumoogdruppels tijdens cataractchirurgie en refractiechirurgie wordt, als onderdeel van infectieprofylaxe, aanbevolen in de richtlijnen van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Dit advies is afkomstig uit de module Povidonjood bij cataractoperatie van de NOG-Richtlijn Cataract (2021) op richtlijnendatabase.nl en is conform de Consensus refractiechirurgie (2018) op oogheelkunde.org. In de richtlijn Cataract staat het advies om voor de cataractoperatie de huid rondom het te opereren oog met povidonjodium 5–10% te 'poetsen' en een oogdruppel povidonjodium van 0,3-5% in de conjunctivaalzak te laten inwerken. Hierna moeten de ooglidranden en wimpers zorgvuldig worden afgedekt.
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa). Bij een herpes-simplexvirusconjunctivitis is aciclovir-oogzalf aangewezen. Verwijs, bij een conjunctivitis door het varicella-zostervirus, dezelfde dag naar de oogarts door en start direct met een oraal nucleoside-analogon.
Povidonjodiumoogdruppels hebben als voordeel dat resistentieontwikkeling niet optreedt, echter deze worden niet geadviseerd vanwege praktische nadelen (apotheekbereiding en zeer beperkte houdbaarheid).
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Oogpreparaten met fluorchinolonen (zoals ofloxacine) behoren tot de reserve-antibiotica die alleen op strikte indicatie en in de tweedelijnszorg gebruikt worden om resistentieproblematiek te voorkomen. Het gebruik ervan beperken tot de behandeling van ernstige ooginfecties zoals keratitis en Pseudomonas-infecties, onder controle van een oogarts. Alleen bij een traumatische cornea-erosie, na verwijdering van een corpus alienum uit de cornea en na verwijdering van een roestring bij contactlensdragers wordt in de eerstelijnszorg ter preventie van Pseudomonas-infecties eenmalig ofloxacine oogzalf voorgeschreven.
Offlabel als oordruppel : Bij een otitis media acuta komt een antibioticum oordruppel direct in aanmerking bij een acuut loopoor bij trommelvliesbuisjes, of als alternatief voor een oraal antibioticum bij een spontane trommelvliesperforatie als na een afwachtend beleid gedurende 1 week het loopoor nog niet is verdwenen. Eerste keus zijn oordruppels met hydrocortisonacetaat/bacitracine/colistine (offlabel), ofloxacine 0,3 % is tweede keus. Vanwege het gebruiksgemak (flacon voor meermalig gebruik) en de kosten gaat de voorkeur bij keus voor ofloxacine uit naar het gebruik van ofloxacine 3 mg/ml oogdruppels in het oor.
Indicaties
- 50 mg/ml: cutane peri-oculaire en conjunctivale desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie en/of intravitreale injectie ter ondersteuning van postoperatieve infectiebeheersing (d.w.z. profylaxe).
- 3 mg/ml (FNA):
- pre-operatieve desinfectie;
- conjunctivitis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Infecties van het voorste oogsegment, veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor ofloxacine.
- Pre- en postoperatieve profylaxe van infecties van de voorste oogkamer (alleen Trafloxal).
- Offlabel als OORdruppel: Otitis media acuta (OMA) met acuut loopoor bij trommelvliesbuisjes. Zie voor de dosering ofloxacine (bij oorinfectie).
- Offlabel als OORdruppel: Otitis media acuta (OMA) met acuut loopoor > 1 week via spontane trommelvliesperforatie. Zie voor de dosering ofloxacine (bij oorinfectie).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Pre–operatieve desinfectie van het oog
Volwassenen en kinderen
Oogdruppels 50 mg/ml: 2–3 druppels aanbrengen in de conjunctivaalzak; laat de patiënt na het druppelen de ogen sluiten en met de ogen ronddraaien zodat de oplossing zich kan verspreiden. Vervolgens 2 minuten laten inwerken en daarna grondig uitspoelen met ten minste 10 ml steriele NaCl-oplossing (0,9%) totdat de bruine kleur verdwenen is.
Conjunctivitis
Volwassenen en kinderen
Oogdruppels 3 mg/ml (FNA): 4–6×/dag 1 druppel. Behandelduur: afhankelijk van de respons, als richtlijn: meestal tot 14 dagen.
Vergeten dosis: deze alsnog toedienen, tenzij het bijna tijd is voor de volgende dosis. Sla dan de vergeten dosis over en hervat het normale schema. Geen dubbele dosis druppelen.
Toediening
- Bij conjunctivitis:
- Druk de traanbuis 1–3 min dicht tijdens en direct na toediening van de oogdruppels; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben;
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste 5 minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen;
- De 'Minims' zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Doseringen
(Profylaxe van) ooginfecties
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen > 1 jaar
Trafloxal oogdruppels: in het algemeen 1 druppel 4×/dag in de onderste conjunctivaalzak van het aangedane oog druppelen. De behandelduur bedraagt maximaal 14 dagen. Staak de behandeling indien er geen klinische verbetering optreedt binnen enkele dagen.
Trafloxal oogzalf: in het algemeen ca. 1 cm oogzalf 3×/dag, bij een Chlamydia–infectie echter 5×/dag, in de onderste conjunctivaalzak van het aangedane oog aanbrengen. De behandelduur bedraagt maximaal 14 dagen. Staak de behandeling indien er geen klinische verbetering optreedt binnen enkele dagen.
Ofloxacine oogdruppels: gedurende de eerste twee dagen 1 druppel elke 2–4 uur, daarna 1 druppel 4×/dag in de onderste conjunctivaalzak van het aangedane oog druppelen. De behandelduur bedraagt maximaal 14 dagen. Staak de behandeling indien er geen klinische verbetering optreedt binnen enkele dagen.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Kinderen ≥ 0 jaar: Oogdruppels: op dag 1–2, tijdens wakkere uren, elke 2 uur 1–2 druppels en op dag 3–5 elke 4 uur 1–2 druppels in de onderste conjunctivaalzak druppelen. Beide ogen behandelen. Oogzalf: als aanvulling op de behandeling met oogdruppels overdag: 1×/dag voor het slapen gaan aanbrengen. Er zijn geen studies verricht bij kinderen < 1 jaar.
Offlabel als oordruppel: OMA met acuut loopoor bij trommelvliesbuisjes:
Kinderen:
De NHG-Standaard Otitis media acuta bij kinderen (2014) adviseert vanwege gebruiksgemak (flacon voor meermalig gebruik) en kosten de ofloxacine oogdruppels 0,3% te gebruiken in het oor: kinderen >12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen. Kinderen 6 maanden–12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: kinderen ≥12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen. Kinderen < 12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen.
Offlabel als oordruppel: OMA met acuut loopoor > 1 week via trommelvliesperforatie:
Kinderen:
De NHG-Standaard Otitis media acuta bij kinderen (2014) adviseert vanwege gebruiksgemak (flacon voor meermalig gebruik) en kosten de ofloxacine oogdruppels 0,3% te gebruiken in het oor: kinderen >12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen. Kinderen 6 maanden–12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: kinderen ≥12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen. Kinderen < 12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen.
Toediening:
- Bij gebruik ooginfecties: Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben. Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen;
- Bij (offlabel) gebruik bij loopoor: Na indruppelen enkele minuten in dezelfde houding (liggend met hoofd schuin) blijven. Bij gebruik van meerdere soorten oordruppels deze toedienen met een interval van ten minste 15 minuten;
- De oogdruppels 'unit dose' en EDO bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Bijwerkingen
Lokaal
Zelden (0,01-1%): conjunctivale hyperemie, oppervlakkige keratitis punctata.
Zeer zelden (< 0,01%): hoornvliesverkalking bij een significant aangetast hoornvlies.
Verder zijn gemeld: oogirritatie, oppervlakkige epitheliopathie (punctata), keratoconjunctivitis sicca, blijvende gele verkleuring van het bindvlies, cytotoxiciteit op slijmvliezen en bindweefsel. Cutaan peri-oculair: contacteczeem (o.a. erytheem, blaren, jeuk), angio-oedeem, reversibele bruine verkleuring van de huid.
Systemisch
Verder is gemeld: hypothyroïdie bij pasgeborenen (bij regelmatig en langdurig gebruik). Overgevoeligheidsreacties (urticaria, angio–oedeem, anafylactische reactie).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): oogirritatie en ongemak in het oog.
Zeer zelden (< 0,01%): systemische overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem, dyspneu, anafylactische reactie/shock, orofaryngeale zwelling en gezwollen tong, urticaria.
Verder zijn gemeld: toxische epidermale necrolyse, Stevens–Johnsonsyndroom. Gezichtsoedeem. Lokale overgevoeligheid (incl. jeuk aan oog of oogleden). Conjunctivitis, keratitis, cornea-precipitaten, wazig zien, fotofobie, oogoedeem, periorbitaal oedeem, corpus-alienumgevoel in het oog, verhoogde traanproductie, droog oog, oogpijn, oculaire hyperemie. Duizeligheid. Misselijkheid.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met andere oogpreparaten met kwikbevattende conserveringsmiddelen is gecontra-indiceerd, vanwege mogelijke vorming van bijtende substanties.
Niet na of gelijktijdig gebruiken met andere oculaire desinfectantia.
Interacties
Wees, in verband met de kans op corneale perforatie, voorzichtig met de combinatie met oculaire corticosteroïden of NSAID's (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen).
Zwangerschap
Jodium passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik (bij conjunctivitis) kan vanaf de twaalfde zwangerschapsweek door opname van jodium foetale hypothyroïdie optreden met schildkliervergroting. Bij eenmalig gebruik (desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie) worden echter geen effecten op de foetus verwacht omdat de systemische blootstelling aan jodium dan verwaarloosbaar is.
Advies: Kan eenmalig of kortdurend waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Langdurig gebruik ontraden. Indien herhaalde toepassing verwacht wordt (oogdesinfectie bij herhaling van intravitreale injecties); weeg het gebruik af.
Zwangerschap
Ofloxacine passeert de placenta.
Teratogenese: De beperkte hoeveelheid gegevens over het systemische gebruik van fluorchinolonen tijdens het 1e trimester laten geen kanstoename zien van ernstige misvormingen of van andere nadelige effecten op de zwangerschap. Bij dieren kunnen fluorchinolonen kraakbeen- en gewrichtsafwijkingen veroorzaken. Dergelijke effecten, die vanaf het 2e trimester kunnen optreden, zijn bij de mens niet gemeld.
Farmacologisch effect: De systemische absolute blootstelling aan ofloxacine na gebruik van de oogdruppels is minimaal en waarschijnlijk klinisch niet relevant.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Door de traanbuis korte tijd (1–3 min) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische absorptie beperkt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, jodium gaat gemakkelijk vanuit het bloed over in de moedermelk (tot ca. 50%) en kan daar stapelen.
Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik (bij conjunctivitis) kan door opname van jodium foetale hypothyroïdie optreden met schildkliervergroting. Bij eenmalig gebruik (desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie) worden geen effecten op de zuigeling verwacht omdat de systemische blootstelling aan jodium dan verwaarloosbaar is.
Advies: Kan eenmalig of kortdurend waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Bij langdurig gebruik, het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden. Indien herhaalde toepassing verwacht wordt (oogdesinfectie bij herhaling van intravitreale injecties); weeg het gebruik af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Bij systemisch gebruik van fluorchinolonen bij jonge dieren zijn kraakbeenafwijkingen aangetoond. Mogelijke schade bij de zuigeling na systemisch gebruik van fluorchinolonen door de moeder is daarom niet uit te sluiten. Na oculaire toediening zal de hoeveelheid in de moedermelk echter minimaal zijn en is het onwaarschijnlijk dat dit tot effecten bij de zuigeling kan leiden.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor jodium.
Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Uitsluitend gebruiken voor desinfectie van het cutane peri-oculaire en conjunctivale oppervlak. Er is geen ervaring met oculaire instillatie, anders dan voor de desinfectie voor een ingreep.
Bij schildklierstoornissen en bij ouderen met een verhoogd risico hierop voorzichtig zijn; overweeg controle van de schildklier bij regelmatig en herhaald gebruik. Wees terughoudend met herhaalde toepassing bij zuigelingen en kleine kinderen, omdat zij meer kans hebben op het ontwikkelen van een schildklierstoornis.
Droge ogen syndroom: Herhaald gebruik kan op lange termijn resulteren in (verergering van) afwijkingen van de traanfilm. Controleer patiënten met keratoconjunctivitis sicca op verergering van droge ogen.
Draag geen contactlenzen tijdens behandeling van een ooginfectie.
Overgevoeligheid (anafylactoïde reacties) voor gejodeerde contrastmiddelen is geen contra-indicatie voor het gebruik van oogdruppels met povidonjodium.
Interferentie met schildkliertesten kan optreden bij meermalig gebruik.
Fosfaathoudende oogdruppels (Minims) kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneale calcificatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Corneale perforatie bij gebruik van lokale fluorchinolonen is gemeld bij reeds bestaand cornea-epitheeldefect of cornea ulceratie, vooral bij aanwezigheid van risicofactoren (gelijktijdige oculaire aandoeningen (bv. ernstige droge ogen), systemische inflammatoire ziekten, comedicatie met oculaire corticosteroïden of NSAID's, gevorderde leeftijd). Wees daarom voorzichtig met de toediening bij een cornea-epitheel defect of corneale ulceratie.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, inclusief schimmels, is mogelijk; in dat geval de toepassing staken.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 1 jaar.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik.
Eigenschappen
Povidonjodium is een antisepticum met een brede werking; het doodt bacteriën, virussen en schimmels. De effectiviteit is gerelateerd aan de hoeveelheid vrij jodium in de oplossing en de hoeveelheid vrij jodium die na applicatie uit het polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex wordt afgegeven. Jodium heeft een bactericide effect door de reactie met de NH-groepen van aminozuren en nucleotiden en door de oxidatie van de SH-groep van cysteïne. De virucide werking berust voornamelijk op de oxidatieve eigenschappen van het hypojodiumzuur. Bactericide effect < 5 min (in vitro).
Kinetische gegevens
Resorptie | In beperkte mate via het bindvlies. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gefluorideerde chinolonverbinding met bactericide werking. Fluorchinolonen beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.
Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelige stammen, MSSA), Haemophilus influenzae, enterobacteriaceae (Escherichia coli, Serratia marcescens, Enterobacter cloacae, Klebsiella pneumoniae, Klebsiella oxytoca, Proteus mirabilis), Acinetobacter baumannii, Acinetobacter iwoffi en Moraxella catarrhalis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (MRSA), coagulase-negatieve stafylokokken, Streptococcus pneumoniae, Enterococcus spp. en Pseudomonas aeruginosa.
Kinetische gegevens
Overig | Na 10 dagen lokale toediening zijn de maximale serumconcentraties 1000 keer lager dan die gemeld na standaarddoses oraal ofloxacine. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
povidonjodium (oculair) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (oculair) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (oculair) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (oculair) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (oculair) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (oculair) (S01AE01) Vergelijk
- tetracycline (oculair) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (oculair) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
ofloxacine (oculair) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (oculair) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (oculair) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (oculair) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (oculair) (S01AE07) Vergelijk
- povidonjodium (oculair) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (oculair) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (oculair) (S01AA12) Vergelijk