Samenstelling
Emylif XGVS Zambon Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Film, oridispergeerbaar
- Sterkte
- 50 mg
Glentek Glenmark Pharmaceuticals Europe Ltd
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg
Rilutek Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg
Riluzol Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Natriumoxybaat (natriumzout) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 500 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- fles 180 ml
Xyrem (natriumzout) UCB Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 500 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- fles 180 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Amyotrofische laterale sclerose (ALS) is een progressieve en fatale neurodegeneratieve ziekte. Voorlichting en ondersteuning zijn essentieel in de begeleiding van patiënten met ALS. Medicamenteus is riluzol het enige medicijn op de markt met een bewezen gunstig effect op het beloop van ALS. Riluzol verlengt de levensduur met 2–3 maanden en heeft een positief effect op de bulbaire (orofaryngeale) functie en die van de extremiteiten, maar geen effect op de spierkracht. Het is aangetoond dat riluzol werkzaam is in het beginstadium van de ziekte. Werkzaamheid in het late stadium is niet aangetoond. Naast behandeling met riluzol is bij ALS symptoombestrijding van groot belang.
Advies
Bij narcolepsie waarbij slaperigheid overdag op de voorgrond staat worden pitolisant, modafinil en solriamfetol geadviseerd. Deze geneesmiddelen hebben verschillende werkingsmechanismen. Wanneer kataplexie op de voorgrond staat is natriumoxybaat de eerste keuze. Pitolisant is zowel werkzaam op de slaperigheid overdag als op de kataplexie en kan dus ook worden voorgeschreven bij kataplexie. Natriumoxybaat heeft ook een positieve invloed op de nachtelijke slaap. De keuze voor de best passende therapie voor de individuele patiënt, is aan de arts.
Indicaties
- Amyotrofische laterale sclerose (ALS) bij volwassenen (ter verlenging van de levensduur of van de tijd tot mechanische beademing).
Voor riluzol is niet aangetoond dat het tijdens de late stadia van ALS werkzaam is. Er zijn geen aanwijzingen voor een therapeutisch effect op motoriek, longfunctie, spierkracht of motorische symptomen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Narcolepsie met kataplexie bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 7 jaar.
Doseringen
Controleer vóór begin van de behandeling de leverfunctie (ALAT, ASAT, γ-GT).
ALS
Volwassenen (incl. ouderen)
50 mg elke 12 uur.
Bij nierfunctiestoornis: geen dosisaanpassing nodig.
Bij leverfunctiestoornis: bij transaminase-uitgangswaarden in serum > 3× ULN is gebruik gecontra-indiceerd; in andere gevallen is voorzichtigheid geboden en is controle van leverenzymen nodig.
Toediening
- de tablet heel doorslikken met water of fijngemalen met ruim water innemen;
- voor de orodispergeerbare film:
- zorg voor schone en droge handen, zodat de film niet aan de vingers blijft kleven;
- haal de film uit het foliesachet;
- plaats de film op de tong, deze zal dan aan de tong kleven en oplossen;
- de film niet vouwen, niet innemen met vloeistoffen, niet kauwen of uitspugen;
- tijdens oplossen mag de patiënt niet praten;
- na toediening de handen wassen.
Doseringen
Voorschrijven dient voorbehouden te zijn aan gespecialiseerde artsen met een specifieke deskundigheid in slaap-waakstoornissen.
Narcolepsie met kataplexie
Volwassenen
Begindosering: 4,5 g/nacht verdeeld over twee gelijke doses; de eerste dosis vlak voor het slapen en de tweede dosis 2,5–4 uur later, indien nodig hiervoor een wekker zetten.
Indien nodig op geleide van de werkzaamheid en het kunnen verdragen in stappen van 1,5 g per dag de dagdosering naar boven of beneden bijstellen tot maximaal 9 g/nacht (verdeeld over twee gelijke doses). Tussen de verhogingen in dient een periode van minstens één tot twee weken te zitten. De effecten van staken van de behandeling zijn niet systematisch in studies onderzocht. Nadat de behandeling langer dan 14 dagen is gestaakt, opnieuw met de laagste dosis beginnen.
Bij gelijktijdig gebruik van valproïnezuur: dosis natriumoxybaat met 20% verlagen; begindosis: 3,6 g/dag verdeeld over twee gelijke giften; dosis aanpassen op geleide van de werkzaamheid en het kunnen verdragen.
Bij leverfunctiestoornis: begindosis halveren en de respons op dosisverhoging nauwkeurig volgen.
Kinderen ≥ 7 jaar
Bij een gewicht van 15–20 kg; begindosering: ≤ 1 g/nacht verdeeld over twee gelijke doses; de eerste dosis bij het slapen gaan en de tweede dosis 2,5–4 uur later. Vervolgens op geleide van effect en het kunnen verdragen, in wekelijkse of tweewekelijkse stappen van ≤ 0,5 g titreren tot max. 0,2 g/kg/dag. Bij gelijktijdig gebruik van valproïnezuur: dosis natriumoxybaat met 20% verlagen.
Bij een gewicht van 20–30 kg ; begindosering: ≤ 2 g/nacht verdeeld over twee gelijke doses; de eerste dosis bij het slapen gaan en de tweede dosis 2,5–4 uur later. Vervolgens op geleide van effect en het kunnen verdragen, in wekelijkse of tweewekelijkse stappen van ≤ 1 g titreren tot max. 0,2 g/kg/dag. Bij gelijktijdig gebruik van valproïnezuur: dosis natriumoxybaat met 20% verlagen.
Bij een gewicht van 30–45 kg; begindosering: ≤ 3 g/nacht verdeeld over twee gelijke doses; de eerste dosis vlak bij het slapen gaan en de tweede dosis 2,5–4 uur later. Vervolgens op geleide van effect en het kunnen verdragen, in wekelijkse of tweewekelijkse stappen van ≤ 1 g titreren tot max. 0,2 g/kg/dag. Bij gelijktijdig gebruik van valproïnezuur: dosis natriumoxybaat met 20% verlagen.
Bij een gewicht ≥ 45 kg; begindosering: ≤ 4,5 g/nacht verdeeld over twee gelijke doses; de eerste dosis bij het slapen gaan en de tweede dosis 2,5–4 uur later. Vervolgens op geleide van effect en het kunnen verdragen, in wekelijkse of tweewekelijkse stappen van ≤ 1,5 titreren tot max. 9 g/dag. Bij gelijktijdig gebruik van valproïnezuur: dosis natriumoxybaat met 20% verlagen.
indien kinderen meer dan 8 uur per nacht slapen kan de eerste dosis na het slapengaan worden gegeven terwijl het kind in bed ligt en de tweede dosis 2,5–4 uur later.
Toediening: Beide doses natriumoxybaat op hetzelfde tijdstip voor het naar bed gaan bereiden. Elke dosis moet verdund worden met 60 ml water. Minstens 2-3 uur vóór inname niet eten, omdat voedsel de biologische beschikbaarheid aanzienlijk vermindert. Zorg dat er elke dag evenveel tijd tussen de maaltijd en de eerste inname zit. Doses binnen 24 uur na bereiding innemen of anders weggooien.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): asthenie, misselijkheid, abnormale leverfunctietesten (meestal binnen de eerste 3 mnd. van behandeling: frequenter bij Aziatische patiënten). Bij de orodispergeerbare film ook: orale hypo-esthesie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, orale paresthesie, slaperigheid, tachycardie, diarree, buikpijn, braken, pijn.
Soms (0,1-10%): anemie, anafylactische reacties, angio-oedeem, interstitiële longziekte, pancreatitis.
Verder zijn gemeld: Ernstige neutropenie, hepatitis en rash.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid (meer bij vrouwen dan bij mannen).
Vaak (1-10%): anorexia, abnormale dromen, verwardheid, desoriëntatie, nachtmerries, slaapwandelen, depressie, slaapstoornis, kataplexie, angst, slaapverlamming, slaperigheid, tremor, evenwichtsstoornis, aandachtstoornis, paresthesie, sedatie, dysgeusie, vertigo, wazig zien, hypertensie, dyspneu, snurken, verstopte neus, braken, buikpijn, diarree, hyperhidrose, huiduitslag, spierkrampen, artralgie, rugpijn, enuresis nocturna, incontinentie, asthenie, vermoeidheid, dronken gevoel, perifeer oedeem, nasofaryngitis, sinusitis, vallen.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, zelfmoordpoging, psychose, abnormale gedachten, hallucinatie, agitatie, myoklonie, amnesie, rustelozebenen-syndroom, hartkloppingen, uitslag, fecesincontinentie.
Verder zijn gemeld: zelfmoordgedachten, moordgedachte, agressie, euforische gemoedstoestand, slaapgerelateerde eetstoornis, paniekaanval, manische en bipolaire stoornis, waanstoornis, bruxisme, prikkelbaarheid, verhoogd libido, seborroe, urticaria, angio-oedeem, droge mond, tinnitus, slaapapneu, ademhalingsdepressie, dehydratie, pollakisurie, toegenomen eetlust, convulsies, bewustzijnsverlies, dyskinesie.
Bij staken kan kataplexie met een hogere frequentie terugkomen en zijn (zelden) gemeld: onthoudingsverschijnselen als slapeloosheid, hoofdpijn, angst, duizeligheid, slaapstoornis, hallucinatie en psychose.
Bij kinderen: Zeer vaak (> 10%): bedplassen, misselijkheid. Vaak (1-10%): braken, gewichtsverlies, verminderde eetlust, hoofdpijn, duizeligheid, zelfmoordgedachten, acute psychose. Afwijkend gedrag, agressie en stemmingverandering is soms reden het gebruik te stoppen.
Interacties
Remmers van CYP1A2 (tricyclische antidepressiva, fluvoxamine, theofylline, chinolonen, diazepam, diclofenac en coffeïne) verminderen mogelijk de eliminatiesnelheid van riluzol. Inductoren van CYP1A2 (rifampicine en omeprazol) versnellen mogelijk de eliminatie van riluzol.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met opiaten of barbituraten is gecontra-indiceerd.
Niet gebruiken in combinatie met hypnotica (benzodiazepinen) of andere centraal dempende stoffen vanwege meer kans op ademhalingsdepressie en centrale depressie. Alcohol kan de eliminatiehalfwaardetijd verlengen en het centraal-depressieve effect versterken.
Gelijktijdig gebruik van valproïnezuur verhoogt de systemische blootstelling aan natriumoxybaat met circa 25%; bij gelijktijdig gebruik van andere GHB-dehydrogenaseremmers (fenytoïne, ethosuximide) de respons en of het te verdragen is, controleren en indien nodig de dosis aanpassen.
Gelijktijdig gebruik met tricyclische antidepressiva geeft meer kans op bijwerkingen.
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van topiramaat; verhoogde GHB-plasmaconcentraties en coma zijn gemeld.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, ontbreekt klinische ervaring.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, weinig gegevens na blootstelling in het eerste trimester geven aanwijzingen voor een mogelijk toegenomen risico van spontane abortus. In dierstudies is embryonale letaliteit gezien.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: mogelijk verandering in het slaappatroon van het kind
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Gestoorde leverfunctie; transaminase-uitgangswaarden in serum van meer dan 3× ULN, verhoogd bilirubinegehalte.
- Zie voor (meer) contra-indicaties de rubriek Zwangerschap/Lactatie.
Contra-indicaties
- ernstige depressie;
- succinaat semi-aldehyde dehydrogenase (SSADH-)deficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een afwijkende leverfunctie in de anamnese of bij licht verhoogde transaminasewaarden in serum. Bepaal de transaminasen (incl. ALAT) in serum vóór en tijdens de therapie: maandelijks gedurende de eerste drie maanden van behandeling, daarna iedere drie maanden gedurende de rest van het eerste jaar en vervolgens periodiek. Controleer frequenter bij verhoging van de waarden. Staak de therapie indien de ALAT-waarden stijgen tot 5× ULN en dien riluzol niet op een later tijdstip opnieuw aan deze patiënten toe.
Neutropenie: Bij optreden van koorts direct de witte bloedcellen controleren. In geval van neutropenie de behandeling onmiddellijk staken.
Bij optreden van ademhalingssymptomen (droge hoest, dyspneu) radiografie van de borstkast uitvoeren; bij aanwijzingen voor interstitiële longziekte de behandeling onmiddellijk staken.
Onderzoeksgegevens: Toepassing bij kinderen en mensen met gestoorde nierfunctie is niet onderzocht.
Sigarettenrook en nuttigen van op houtskool geroosterd voedsel versnellen de eliminatie van riluzol.
Bij de orodispergeerbare film:
- wees voorzichtig met inname van voedsel als orale hypo-esthesie optreedt; hypesthie kan binnen 1 min optreden en 40 min aanhouden;
- wees voorzichtig bij patiënten met ernstige sialorroe of dysfagie.
Fructose in de orodispergeerbare film kan de tanden beschadigen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Misbruik: Voorafgaand aan en tijdens behandeling controleren op risico van verkeerd gebruik en misbruik vanwege het misbruikpotentieel van natriumoxybaat.
Neuropsychiatrische effecten: Bij optreden van neuropsychiatrische symptomen (zoals verwarring, psychose, hallucinaties en agitatie), bij slaapwandelen en bij optreden van urine- of fecesincontinentie is evaluatie aangewezen. Het optreden van depressie en denkstoornissen, zoals gedachten over het plegen van geweld of het toebrengen van letsel aan anderen vereist onmiddellijke evaluatie. Controleer bij een voorgeschiedenis van affectieve stoornissen (depressie, angst-, bipolaire stoornis) extra op depressieve symptomen of suïcidale gedachten.
Porfyrie: Natriumoxybaat is niet veilig bij porfyrie.
Morbiditeit: Wees voorzichtig bij ademhalingsstoornissen (vanwege het risico op ademhalingsdepressie), depressie of suïcidepoging in de anamnese.
Ademhalingsdepressie en slaapapneu: Controleer tijdens de behandeling op klachten van ademhalingsdepressie. Wees voorzichtig bij slaapapneu en onderliggende ademhalingsdepressie; 50% van de patiënten met narcolepsie heeft slaapapneu. Patiënten met een BMI > 40 kg/m² extra controleren vanwege meer kans op slaapapneu.
Natriuminname: Wees voorzichtig met natrium in de drank bij een natriumarm deet; de drank bevat 91,1 mg natrium per ml oplossing. Bij hartfalen, hypertensie en nierfunctiestoornis: overweeg een dieetadvies om de natriuminname te verminderen.
Kinderen
- Controleer bij elke dosisverhoging tijdens de titratie of natriumoxybaat wordt verdragen; instrueer ouders/verzorgers tijdens de eerste 2 uur na de eerste inname te controleren op afwijkingen in de ademhaling. Indien een afwijking in de ademhaling wordt geconstateerd moet men medische hulp inroepen en de tweede dosis niet toedienen. Bij twijfel of ouders/verzorgers in staat zijn tot zorgvuldige bewaking, medisch toezicht regelen of natriumoxybaat niet voorschrijven.
- Controleer het gewicht regelmatig, met name tijdens dosistitratie.
- Controleer voor en tijdens de behandeling op suïcidale of depressieve toestand.
- Wijs erop dat alcohol de centrale remming en ademhalingsdepressie kan versterken, in verband met het risico op alcoholgebruik bij adolescenten.
- Verstrek voorlichtingsmateriaal, over controle op groei- en leervermogen en het melden van alle gedragsveranderingen naast de bijwerkingen door ouders.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen < 7 jaar en die minder wegen dan 15 kg niet vastgesteld. Bij ouderen is de ervaring zeer beperkt en is observatie op tekenen van gestoorde motorische en/of cognitieve functie aangewezen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM. Bij kinderen kan de wachttijd langer zijn dan 6 uur als de verhouding tussen dagdosis en lichaamsgewicht groter is dan 0,1 g/kg/dag.
Overdosering
Symptomen
In geïsoleerde gevallen acute toxische encefalopathie met stupor, coma en methemoglobinemie.
Neem voor informatie over een vergiftiging met riluzol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Verlaagd bewustzijn met snelle fluctuaties tussen verwardheid en agitatie met ataxie en coma. Hogere doses leiden tot diepere coma, tonisch-klonische aanvallen, levensbedreigende ademhalingsdepressie en bewusteloosheid met bradycardie en hypothermie en spierhypotonie.
Therapie
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Riluzol vertraagt het progressieve proces bij amyotrofische laterale sclerose (ALS) vermoedelijk door remming van de neurotransmitter glutamaat in het centrale zenuwstelsel.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel; 17% minder na vetrijke maaltijd. |
T max | 60–90 min. |
Eiwitbinding | 97%. |
Metabolisering | in de lever o.a. via CYP1A2 tot de inactieve metaboliet N-hydroxy-riluzol en inactieve metabolieten. |
Eliminatie | vnl. met de urine. |
T 1/2el | 9–15 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lichaamseigen neurotransmitter met bij narcolepsie een anti-kataplexische werking. Het bindt aan de GABAB- en hydroxyboterzuurreceptoren. Het effect wordt toegeschreven aan een bevordering van de diepe slaap en versterking van de nachtslaap. Natriumoxybaat (= γ-hydroxyboterzuur, GHB) valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang. De werking is maximaal na 30–60 min.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en bijna volledig; vertraagd en verminderd door een vetrijke maaltijd. |
F | ca. 88%. |
T max | 0,5–2 uur. |
V d | 0,2–0,4 l/kg lichaamsgewicht. |
Metabolisering | in de lever wordt het door GHB-dehydrogenase gemetaboliseerd tot succinaat. Verder wordt het via β-oxidatie gemetaboliseerd. |
Eliminatie | < 5% onveranderd met de urine. |
T 1/2el | 0,5–1 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
riluzol hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.
Groepsinformatie
natriumoxybaat hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.