Samenstelling
Evenity Aanvullende monitoring UCB Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 90 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1,17 ml
Eén voorgevulde pen bevat 105 mg romosozumab.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Natpar XGVS Aanvullende monitoring Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 25 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- patroon + solvens 1 ml
Elk patroon bevat 14 doses.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 50 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- patroon + solvens 1 ml
Elk patroon bevat 14 doses.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 75 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- patroon + solvens 1 ml
Elk patroon bevat 14 doses.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 100 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- patroon + solvens 1 ml
Elk patroon bevat 14 doses.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met colecalciferol (vitamine D3) en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Na een recente heupfractuur heeft een behandeling met zoledroninezuur de voorkeur. Bij het bestaan van een contra-indicatie, intolerantie of een slechte therapietrouw zijn alendroninezuur in drankvorm, zoledroninezuur, of denosumab alternatieven. Overweeg bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose direct te starten met teriparatide of romosozumab.
Overweeg romosozumab als eerstekeusmiddel bij postmenopauzale vrouwen zonder voorgeschiedenis van een beroerte of hartinfarct met ernstige osteoporose en een hoog risico op botbreuken. Voor de criteria zie de multidisciplinaire richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie (2022). Romosozumab heeft een maximale behandelduur van 12 maanden, waarna het advies is om de behandeling voort te zetten met een botafbraakremmend middel (bisfosfonaat).
Advies
Let op: de productie van Natpar zal eind 2024 volledig stoppen, in verband met leveringsproblemen die niet kunnen worden opgelost. Zie voor meer informatie de website van Takeda. Wereldwijd mogen geen nieuwe patiënten starten met dit geneesmiddel.
Zie voor meer informatie over de behandeling van hypoparathyroïdie de richtlijn Hypoparathyroïdie van de European Society of Endocrinology (2015).
De EMA heeft de marktregistratie van dit geneesmiddel voorwaardelijk goedgekeurd om het versneld beschikbaar te maken; aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht.
Indicaties
- Ernstige osteoporose bij postmenopauzale vrouwen met een hoog risico op botbreuken.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Als aanvullende behandeling bij volwassenen met chronische hypoparathyroïdie wiens toestand onvoldoende onder controle kan worden gebracht met standaardtherapie alleen.
Doseringen
Geef suppletie van calcium en vitamine D vóór en tijdens behandeling.
Ernstige postmenopauzale osteoporose
Volwassenen (incl. ouderen)
S.c. 210 mg (= 2 injecties van 105 mg) 1×/maand gedurende 12 maanden. Daarna overgaan op een behandeling met een botafbraak-remmend middel (bisfosfonaat), om het met romosozumab behaalde effect na 12 maanden te verlengen.
Bij een verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig.
Een gemiste dosis toedienen zodra dit mogelijk is. De volgende dosis ten minste één maand na de laatste dosis geven.
Toediening: subcutane injectie in buik, dij of bovenarm. De tweede injectie direct na de eerste toedienen. Als voor de tweede injectie hetzelfde injectiegebied wordt gebruikt, dan een andere injectieplaats gebruiken.
Doseringen
Controleer vóór en tijdens de behandeling of de reserves 25-OH-vitamine D voldoende zijn en of het serummagnesium binnen het referentiebereik ligt.
Doel van de behandeling is het bereiken van een (voor albumine gecorrigeerde) serumcalciumspiegel vóór toediening van 2,0–2,25 mmol/l en een serumcalciumspiegel 8–12 uur ná toediening van < 2,55 mmol/l.
Hypoparathyroïdie
Volwassenen
Start van behandeling: op geleide van de serumcalciumspiegel vóór toediening: begindosis s.c. 50 microg 1×/dag, bij een serumcalciumspiegel > 2,25 mmol/l een begindosis van 25 microg overwegen. Verlaag de dosis van actief vitamine D met 50% als de serumcalciumspiegel > 1,87 mmol/l is. Handhaaf de dosis van calciumsupplementen.
Meet vervolgens de serumcalciumspiegel (vóór toediening) binnen 2 tot 5 dagen; als deze < 1,87 mmol/l of > 2,55 mmol/l is, de meting de volgende dag herhalen. Pas de dosis PTH, vitamine D en/of calcium aan op basis van deze calciumspiegel en de klinische beoordeling (symptomen van hypocalciëmie of hypercalciëmie); zie tabel 1. Herhaal dit totdat de serumcalciumspiegel zich binnen het bereik van 2,0–2,25 mmol/l bevindt, vitamine D is gestaakt en de calciumsuppletie volstaat.
Na de startperiode: Monitor de serumcalciumspiegel ( vóór en na toediening) tijdens de stapsgewijze aanpassing van de dosis PTH. De dosis kan ongeveer om de 2 tot 4 weken worden verhoogd met stappen van 25 microg, tot max. 100 microg/dag. Een verlaging van de dosis naar minimaal 25 microg/dag kan op elk ogenblik gebeuren. Als de serumcalciumspiegel 8–12 uur ná toediening > ULN is, in eerste instantie de dosis van vitamine D en calcium verlagen. Als de serumcalciumspiegel 8–12 uur ná toediening > ULN blijft en alle vitamine D en calcium is gestaakt, óf bij symptomen van hypercalciëmie: verlaag de dosering PTH ongeacht het dosisniveau.
Serumcalciumspiegel vóór toediening |
Eerst aanpassen: PTH |
In tweede instantie: vitamine D |
In derde instantie: calcium |
---|---|---|---|
> ULN (2,55 mmol/l) |
overweeg dosisverlaging of stoppen en herbeoordeel op basis van serumcalcium |
verlaag dosis of stop |
verlaag dosis |
> 2,25 mmol/l en < ULN (2,55 mmol/l) |
overweeg dosisverlaging |
verlaag dosis of stop |
geen wijziging of verlaag dosis als vitamine D al gestopt werd vóór deze stap |
≤ 2,25 mmol/l en > 2 mmol/l |
geen wijziging |
geen wijziging |
geen wijziging |
< 2 mmol/l |
overweeg dosisverhoging na ten minste 2–4 weken op een stabiele dosis |
verhoog dosis |
verhoog dosis |
Verminderde nierfunctie: bij lichte tot matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–80 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Bij ernstige nierfunctiestoornis zijn geen gegevens beschikbaar.
Verminderde leverfunctie: bij lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9) is geen dosisaanpassing nodig. Bij ernstige leverfunctiestoornis zijn geen gegevens beschikbaar.
Vergeten van een dosis: dien PTH zo snel mogelijk toe en geef afhankelijk van de symptomen van hypocalciëmie aanvullend calcium en/of vitamine D.
Toedienen 1×/dag als s.c.-injectie in de dij (wissel elke dag van dij). Zelftoediening door de patiënt na instructie is mogelijk.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis. Gewrichtspijn.
Vaak (1-10%): sinusitis. Overgevoeligheid, huiduitslag, dermatitis. Hoofdpijn. Nekpijn, spierspasmen. Reactie op de injectieplaats (zoals pijn, erytheem).
Soms (0,1-1%): urticaria. Hypocalciëmie. Beroerte, myocardinfarct. Cataract.
Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem, erythema multiforme.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): hyper- of hypocalciëmie. Hoofdpijn, hypo-esthesie, paresthesie. Misselijkheid, braken, diarree. Gewrichtspijn, spierspasmen.
Vaak (1-10%): hypomagnesiëmie, tetanie. Angst, slapeloosheid, slaperigheid. Hartkloppingen, hypertensie. Hoesten. Pijn in de bovenbuik. Spiertrekkingen, (skelet)spierpijn, nekpijn, pijn in extremiteit. Hypercalciurie, pollakisurie. Reacties op de injectieplaats, asthenie, pijn op de borst, vermoeidheid, dorst. Daling 25-hydroxycolecalciferolspiegel, ontwikkeling van antistoffen tegen PTH (hiervan is geen klinisch effect gezien).
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (dyspneu, angio-oedeem, urticaria, huiduitslag). Symptomatische hypocalciëmie, waaronder gevallen die tot epileptische aanvallen leidden. Het risico op ernstige hypocalciëmie is het hoogst wanneer de toediening van PTH is overgeslagen of (abrupt) gestopt, maar kan op elk moment optreden.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Er worden geen farmacokinetische geneesmiddelinteracties verwacht.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van bisfosfonaten kan het calciumsparende effect afnemen, wat de normalisering van de serumcalciumconcentratie kan verstoren; de combinatie wordt ontraden.
Een eventuele hypercalciëmie kan predisponeren voor een digoxinevergiftiging. Bij gelijktijdig gebruik van digoxine de serumcalcium- en digoxinespiegel controleren, en letten op verschijnselen van digoxinevergiftiging.
Bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de serumcalciumspiegel beïnvloeden (bv. lithium, thiaziden) de serumcalciumspiegel extra controleren.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Risico voor de zwangere vrouw of de ontwikkelende foetus kan niet worden uitgesloten.
Advies: Weeg risico's van de behandeling af ten opzichte van het voordeel voor de vrouw.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- hypocalciëmie;
- voorgeschiedenis van myocardinfarct of beroerte.
Contra-indicaties
- (voorafgaande) radiotherapie van het skelet;
- skeletmaligniteit of botmetastasen;
- onverklaarde verhoging van botspecifieke alkalische fosfatase;
- pseudohypoparathyroïdie;
- bij begin van de behandeling meer kans op osteosarcoom, zoals bij de botziekte van Paget of erfelijke aandoeningen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Romosozumab verhoogt de kans op ernstige cardiovasculaire voorvallen; daarom niet gebruiken bij een voorgeschiedenis van een beroerte of myocardinfarct. Beoordeel bij patiënten zonder voorgeschiedenis van een beroerte of myocardinfarct of het nut van de behandeling opweegt tegen het cardiovasculair risico, op basis van risicofactoren (bv. vastgestelde cardiovasculaire aandoening, hypertensie, hyperlipidemie, diabetes mellitus, roken, ernstige nierfunctiestoornis, leeftijd). Staak de behandeling als een beroerte of myocardinfarct optreedt.
Corrigeer vooraf een bestaande hypocalciëmie. Geef suppletie van calcium en vitamine D tijdens de behandeling. Controleer op hypocalciëmie tijdens de behandeling; bij mogelijke symptomen hiervan de serumcalciumconcentratie bepalen.
Bij ernstig verminderde nierfunctie (eGFR 15-29 ml/min/1,73 m²) of dialyse is er meer kans op het ontstaan van hypocalciëmie; controleer het calciumgehalte. De veiligheidsgegevens zijn beperkt.
Overgevoeligheidsreacties, waaronder angio-oedeem, erythema multiforme en urticaria, zijn gemeld. Bij optreden van een dergelijke reactie het gebruik staken.
Osteonecrose van de kaak (ONK) is zelden gemeld bij gebruik van romosozumab. Overweeg de volgende risicofactoren ter beoordeling van de kans op ONK bij een patiënt:
- potentie van het middel, cumulatieve dosis van botafbraak-remmende medicatie;
- kanker, comorbiditeiten (bv. anemie, stollingsstoornis, infectie), roken;
- gelijktijdige behandeling: corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers, radiotherapie van hoofd en hals;
- voorgeschiedenis van tandheelkundige ziekte, slechte mondhygiëne, parodontitis, slecht passend kunstgebit, invasieve tandheelkundige ingrepen (bv. tandextractie).
Tijdens behandeling zijn goede mondhygiëne en routinematige tandheelkundige controle van belang. Laat de patiënt direct contact opnemen indien problemen met mond of gebit optreden, zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, niet-genezende zweren of pusafscheiding. Bij vermoeden van ONK verwijzen naar een tandarts of mondchirurg met ervaring in ONK. Overweeg staken van de behandeling tot de aandoening verdwijnt en bijdragende risicofactoren zo veel mogelijk zijn verminderd.
Atypische femurfracturen bij een laagenergetisch trauma of die zich spontaan kunnen voordoen, zijn zelden gemeld. Bij optreden van pijn in de dij, lies of heup de patiënt onderzoeken op een onvolledige femurfractuur. Bij optreden van een proximale femurfractuur ook de contralaterale femur onderzoeken. Overweeg onderbreken van de behandeling.
Gebruik bij verminderde leverfunctie is niet onderzocht, maar de kinetiek van romosozumab wordt naar verwachting niet beïnvloed.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controles: controleer de (voor albumine gecorrigeerde) serumcalciumspiegel vóór toediening, en in sommige gevallen na toediening. Controleer vóór en tijdens de behandeling of de reserves 25-OH-vitamine D voldoende zijn en of het serummagnesium binnen het referentiebereik ligt.
Hypercalciëmie komt vaak voor wanneer de doses orale calcium, actief vitamine D en PTH worden aangepast. Overweeg bij ernstige hypercalciëmie (> 3,0 mmol/l of > ULN, met symptomen) hydratie toe te passen en PTH, calcium en vitamine D tijdelijk stop te zetten tot normalisering van de serumcalciumspiegel. Bij hervatting lagere doses van deze middelen overwegen.
Hypocalciëmie is een vaak voorkomende klinische manifestatie van hypoparathyroïdie. Het risico op ernstige hypocalciëmie is het hoogst wanneer de toediening van PTH is overgeslagen of (abrupt) gestopt, maar kan op elk moment optreden. Controleer de serumcalciumspiegel bij staken of onderbreken van de behandeling, en verhoog zo nodig de dosering van calcium en/of vitamine D.
Tachyfylaxie: Het calciumverhogend effect van PTH kan bij sommige patiënten na verloop van tijd verminderen (tachyfylaxie). Als de serumconcentratie van 25-OH-vitamine D laag is, kan voldoende suppletie de serumcalciumrespons op PTH herstellen.
Wees voorzichtig bij jongvolwassenen met open epifysen, aangezien zij meer kans op osteosarcoom kunnen hebben.
Wees voorzichtig bij actieve of recente urolithiase vanwege het risico van exacerbatie van deze aandoening.
Staak de behandeling bij optreden van een ernstige overgevoeligheidsreactie. Controleer op hypocalciëmie na staken van de behandeling.
Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij ernstige nier- of leverfunctiestoornis, wegens ontbreken van gegevens. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij ouderen > 65 jaar.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met romosozumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
hypercalciëmie, met als mogelijke symptomen hartkloppingen, ECG-veranderingen, hypotensie, misselijkheid, braken, duizeligheid en hoofdpijn. Ernstige hypercalciëmie kan levensbedreigend zijn.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met parathyroïdhormoon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Romosozumab is een recombinant gehumaniseerd monoklonaal antilichaam (IgG2) dat sclerostine bindt en remt. Remming van sclerostine leidt tot de activering van cellen die het bot omringen, verhoging van de productie van botmatrix door osteoblasten, en de werving van botvoorlopercellen, met als gevolg toegenomen botvorming. Bovendien leidt remming van sclerostine tot veranderingen in de expressie van osteoclastmediatoren, waardoor de botafbraak afneemt. Samen resulteert dit dubbele effect van toenemende botvorming en afnemende botafbraak in een snelle toename van trabeculaire en corticale botmassa, en verbeteringen in botstructuur en -sterkte.
Kinetische gegevens
F | 81%. |
T max | ca. 5 dagen (2 tot 7 dagen). |
Metabolisering | naar verwachting door peptidasen tot kleine peptiden en aminozuren. |
T 1/2el | ca. 12,8 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Recombinant humaan parathyroïdhormoon (rhPTH(1–84)), identiek aan de uit 84 aminozuren bestaande sequentie van endogeen parathyroïdhormoon dat wordt afgescheiden door de bijschildklieren. Oefent zijn werking uit via PTH-receptoren op het celoppervlak die aanwezig zijn in bot-, nier- en zenuwweefsel. PTH is een belangrijke regulator van de serumcalcium- en serumfosfaatspiegel; het beïnvloedt de calcium- en fosfaatexcretie via de nieren en de mobilisatie van calcium uit botweefsel.
De serumcalciumconcentratie stijgt op dosisgerelateerde wijze en bereikt een maximum na 10–12 uur; de respons in serumcalciumconcentratie houdt meer dan 24 uur aan.
Kinetische gegevens
F | ca. 53% |
T max | binnen 5–30 min. |
V d | ca. 0,08 l/kg. |
Metabolisering | vnl. in de lever, splitsing door cathepsinen. |
Eliminatie | met de urine via glomerulaire filtratie (parathyroïdhormoon en C-terminale fragmenten). |
T 1/2el | ca. 3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
romosozumab hoort bij de groep calciumregulerende middelen, overige.
Groepsinformatie
parathyroïdhormoon hoort bij de groep calciumregulerende middelen, overige.