Samenstelling
Enspryng XGVS Aanvullende monitoring Roche Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 120 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wwsp 1ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Tremfya XGVS Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1 ml, wegwerpspuit 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor satralizumab is geen advies vastgesteld.
Advies
Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast.
Guselkumab is een optie als inductie- of onderhoudsbehandeling voor patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis, indien foto(chemo)therapie en conventionele systemische behandelingen ontoereikend of gecontra-indiceerd zijn, of niet worden verdragen. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Voor de medicamenteuze behandeling van arthritis psoriatica staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
- Neuromyelitis optica-spectrumstoornissen (NMOSD) bij volwassen en kinderen ≥ 12 jaar, die seropositief zijn voor anti-aquaporine-4-IgG (AQP4-IgG), als monotherapie of in combinatie met immunosuppressiva (orale corticosteroïden, azathioprine of mycofenolaatmofetil).
Indicaties
- Matige tot ernstige plaque psoriasis bij volwassenen die in aanmerking komen voor systemische therapie.
- Arthritis psoriatica in combinatie met methotrexaat of als monotherapie bij volwassenen met ontoereikende respons op of intolerantie voor een 'disease modifying antirheumatic drug' (DMARD).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Neuromyelitis optica-spectrumstoornis
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar en ≥ 40 kg lichaamsgewicht.
s.c. oplaaddosis 120 mg 1× elke 2 weken in week 0, 2 en 4, gevolgd door onderhoudsdosering 120 mg 1× elke 4 weken.
Uitgestelde of gemiste dosis: Wanneer een injectie wordt gemist, door een andere reden dan verhoogde leverenzymwaarden, moet die zo snel mogelijk worden toegediend:
Tijd sinds de laatst toegediende dosis
- gemiste oplaaddosis of minder dan 8 weken gedurende de onderhoudsperiode:
- gemiste of uitgestelde tweede oplaaddosis: zo snel mogelijk toedienen; dien de derde (laatste) oplaaddosis 2 weken later toe.
- gemiste of uitgestelde derde oplaaddosis: zo snel mogelijk toedienen; dien de eerste onderhoudsdosis 4 weken later toe.
- gemiste of uitgestelde onderhoudsdosis: dosis zo snel mogelijk toedienen; daarna doseringsschema opnieuw instellen op elke 4 weken.
- 8 weken tot minder dan 12 weken: de aanbevolen dosering toedienen in week 0 (het tijdstip van de eerste toediening na de gemiste dosis), vervolgens 2 weken later en daarna 1× elke 4 weken.
- 12 weken of langer: de aanbevolen dosering toedienen 1× elke 2 weken in week 0 (het tijdstip van de eerste toediening na de gemiste dosis), 2 en 4, en daarna 1× elke 4 weken.
Dosisaanpassing bij leverenzymafwijkingen: bij stijging ASAT of ALAT > 5× de bovengrens van normaal (ULN) met verhoging van bilirubine, de behandeling staken en niet opnieuw opstarten. Onderbreek de behandeling bij stijging ALAT of ASAT > 5× ULN zonder verhoging van bilirubine. Hervat de behandeling bij herstel van ASAT of ALAT met s.c. 120 mg 1×/ 4 wk; bij 12 weken of langer sinds de laatste dosis, herstarten met s.c. 120 mg 1×/2wk in week 0, 2 en 4 en daarna 1×/4 wk. Controleer bij hervatten nauwlettend de leverparameters; staak de behandeling bij welke verhoging dan ook van ALAT/ASAT en/of bilirubine, opnieuw opstarten wordt niet aanbevolen.
Bij neutrofielenaantal < 1×109/l behandeling onderbreken tot het > 1×109/l is.
Bij trombocytenaantal <75×109/l behandeling onderbreken tot het trombocytenaantal ≥ 75×109/l is.
Bij verminderde nierfunctie: op basis van de farmacokinetische populatieanalyse is geen dosisaanpassing nodig bij een verminderde nierfunctie.
Toediening
- Injecteren in de buik of het dijbeen;
- Totale inhoud (1 ml) toedienen;
- Wissel injectieplaatsen af en injecteer niet in moedervlekken, littekens of gebieden waar de huid gevoelig, rood, hard of beschadigd is.
Doseringen
Plaque psoriasis
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 100 mg 1× in week 0 en 4, gevolgd door een onderhoudsdosis 1× per 8 weken. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden.
Arthritis psoriatica
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 100 mg 1× in week 0 en 4, gevolgd door een onderhoudsdosis 1× per 8 weken. Bij een hoog risico op gewrichtsschade eventueel 100 mg 1×/4 weken. Overweeg de behandeling te staken indien na 24 weken geen respons is opgetreden.
Verminderde nier- of leverfunctie: er kunnen vanwege gebrek aan onderzoeksgegevens geen doseringsaanbevelingen worden gedaan.
Toediening
- Indien mogelijk bij het toedienen van de s.c.-injectie, huid met psoriasisplekken vermijden;
- De pen en wegwerpspuit vanuit de koelkast eerst 30 min op kamertemperatuur laten komen alvorens te injecteren. De injectievloeistof voor gebruik niet schudden.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hyperlipidemie. Hoofdpijn. Artralgie. Injectiegerelateerde reacties (vooral roodheid, erytheem, jeuk, huiduitslag en pijn). Aantal leukocyten verlaagd.
Vaak (1-10%): hypofibrinogenemie. Slapeloosheid. Migraine. Bradycardie. Hypertensie. Allergische rinitis. Gastritis. Huiduitslag, jeuk. Musculoskeletale stijfheid. Perifeer oedeem. Aantal neutrofielen verlaagd, aantal trombocyten verlaagd, transaminasen verhoogd, bilirubine in bloed verhoogd, gewichtstoename (>15%).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovenste luchtweginfectie.
Vaak (1-10%): Diarree. Reacties op de injectieplaats. Hoofdpijn. Artralgie. Verhoogde transaminasewaarden.
Soms (0,1-1%): , anafylaxie, overgevoeligheid, urticaria, huiduitslag. Herpes simplex infecties, Tinea–infectie, gastro–enteritis. Neutropenie.
Interacties
Wees voorzichtig bij starten of stoppen van de behandeling bij gelijktijdig gebruik van substraten van CYP3A4, 1A2, 2C9 of 2C19, met name die met een nauwe therapeutische index (waaronder carbamazepine, fenytoïne en theofylline); de dosis eventueel aanpassen. Het effect kan na stoppen van satralizumab nog enkele weken aanhouden; de eliminatiehalfwaardetijd is verlengd.
Tijdens therapie met satralizumab geen levende vaccins toedienen. De klinische veiligheid is niet vastgesteld.
Interacties
Tijdens behandeling géén levende vaccins geven. Vaccinaties verrichten voorafgaand aan de behandeling met guselkumab. Voor een vaccinatie met levende virussen of bacteriën de behandeling met guselkumab na de laatste dosis ten minste 12 weken onderbreken en deze op zijn vroegst 2 weken na de vaccinatie hervatten. Er zijn geen gegevens over de respons op geïnactiveerde of levende vaccins.
Combinatie met andere immunomodulatoren of fototherapie is niet onderzocht.
Er zijn geen aanwijzingen dat interacties tussen guselkumab en diverse CYP-enzymen (CYP3A4, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, en CYP1A2) waarschijnlijk zijn.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren tot dusver geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn er geen directe of indirecte schadelijke effecten gezien voor de zwangerschap, ontwikkeling van embryo/foetus, de bevalling of postnatale ontwikkeling.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 3 maanden na staken van de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, in zeer geringe hoeveelheden bij dieren. Het is bekend dat immunoglobulinen in de moedermelk worden uitgescheiden. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is bekend dat immunoglobulinen in de moedermelk worden uitgescheiden. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- actieve infecties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Infecties: Stel de behandeling uit bij een actieve infectie tot deze onder controle is. Behandeling onderbreken bij ontwikkelen van een ernstige of opportunistische infectie en passende behandeling starten. Instrueer de patiënt om bij symptomen van een infectie direct contact op te nemen met de arts.
Leverenzymen: Lichte en matige verhogingen van levertransaminasen zijn waargenomen, meestal lager dan 5× ULN. Controleer ALAT- en ASAT-waarden elke vier weken tijdens de eerste drie maanden van de behandeling, vervolgens een jaar lang elke drie maanden en daarna wanneer dit klinisch geïndiceerd is. Staak de behandeling bij patiënten met een ALAT of ASAT > 5× ULN. Voor dosisaanpassingen zie rubriek Dosering.
Neutrofielenaantal: Dalingen van neutrofielenaantallen zijn waargenomen na de behandeling. Controleer het neutrofielenaantal 4 tot 8 weken na aanvang van de behandeling en daarna wanneer dit klinisch geïndiceerd is. Voor advies over dosisonderbreking, zie rubriek Dosering.
Onderzoek: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 40 kg lichaamsgewicht zijn niet vastgesteld wegens het ontbreken van gegevens. De veiligheid en werkzaamheid van satralizumab zijn niet onderzocht bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Behandel eerst klinisch relevante actieve infecties; niet starten met guselkumab voordat de infectie is verdwenen of adequaat is behandeld. Bij het optreden van een klinisch relevante of ernstige infectie tijdens de behandeling, de patiënt nauwlettend volgen óf guselkumab stoppen totdat infectie is verdwenen.
Vóór aanvang van de behandeling screenen op tuberculose; latente of actieve tuberculose eerst behandelen voordat behandeling met guselkumab wordt begonnen. Controleer tijdens de behandeling op klachten en symptomen van actieve tuberculose.
Ernstige overgevoeligheidsreacties, inclusief anafylaxie, kunnen optreden, soms enkele dagen na behandeling. Staak dan de behandeling.
Levertransaminase: Bij arthritis psoriatica zijn verhoogde leverenzymwaarden gemeld, vaker bij het schema van een dosering 1×/4 weken (q4w). Controleer leverenzymen bij start en daarna bij behandeling met schema q4w. Bij toename ALAT of ASAT en vermoeden van geneesmiddel-geïnduceerde leverschade, behandeling tijdelijk onderbreken tot uitsluiting van deze diagnose.
Immunogeniciteit:Tijdens de behandeling kunnen zich antilichamen tegen guselkumab ontwikkelen. Bij psoriasis is geen verband met een lagere werkzaamheid of ontwikkeling van injectieplaatsreacties. Bij arthritis psoriatica zijn er onvoldoende gegevens om conclusies te trekken.
Onderzoeksgegevens: er zijn relatief weinig gegevens bij ouderen ≥ 65 jaar en zeer beperkt bij ≥75 jaar. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij verminderde nier- of leverfunctie.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met satralizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met guselkumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Satralizumab is een interleukine-antagonist. Het is een gehumaniseerd recombinant monoklonaal antilichaam (mAb) tegen immunoglobuline G2 (IgG2), dat bindt aan de IL-6-receptor (IL-6R) en hierdoor verdere IL-6-signalering voorkomt. IL-6-concentraties zijn verhoogd in het cerebrospinale vocht en serum van patiënten met NMO of NMOSD tijdens perioden van ziekteactiviteit. IL-6-functies zijn betrokken bij de pathogenese van NMOSD, waaronder B-celactivatie, B-celdifferentiatie naar plasmablasten en de productie van pathologische auto-antilichamen, bijvoorbeeld tegen AQP4, een waterkanaaleiwit dat voornamelijk tot expressie komt in het centraal zenuwstelsel, Th17-celactivatie en differentiatie, regulatoire T-celremming en verandering van de permeabiliteit van de bloed-hersenbarrière.
Kinetische gegevens
F | s.c. 85,4% |
V d | centraal 0.049 l/kg en perifeer 0.03 l/kg |
Metabolisering | via intracellulair katabolisme |
T 1/2el | ca. 30 dagen |
Overig | Steady state voor de Cmin, Cmax en AUC wordt na de oplaadperiode (8 weken) bereikt. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Humaan immunoglobuline-G1-lambda (IgG1λ)-monoklonaal antilichaam tegen interleukine (IL)-23, geproduceerd in ovariumcellen van de Chinese hamster. Remt biologische activiteit van IL-23 door selectieve blokkade van IL-23 receptor. IL-23 heeft invloed op de differentiatie, vermeerdering en overleving van T-celsubsets (bv. Th17-cellen en Tc17-cellen) en van subsets van aangeboren immuuncellen. Deze subsets zijn bronnen van effectorcytokinen, waaronder IL-17A, IL-17F en IL-22, belangrijk voor inflammatoire ziekten. Bij de mens normaliseert selectieve blokkade van IL-23 de vorming van deze cytokinen.
Kinetische gegevens
F | ca. 49%. |
T max | ca. 5½ dag (eenmalig subcutaan). |
V d | 0,1–0,14 l/kg. |
Overig | na subcutane injectie in week 0 en 4 en daarna 1× per 8 weken wordt in week 20 steady-state serumconcentratie bereikt. |
Metabolisering | op dezelfde manier als endogeen immunoglobuline via intracellulair katabolisme tot kleine peptiden en aminozuren. |
T 1/2el | ca. 15–18 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
satralizumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk
Groepsinformatie
guselkumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk