Samenstelling
Renagel (hydrochloride) Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 800 mg
Renvela (carbonaat) Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Sterkte
- 0,8 g
- Verpakkingsvorm
- in sachet met doseerlepel
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Sterkte
- 2,4 g
- Verpakkingsvorm
- in sachet
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 800 mg
Sevelameer (carbonaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Sterkte
- 2,4 g
- Verpakkingsvorm
- in sachet
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 800 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Fosrenol (tetrahydraat) Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 500 mg, 750 mg, 1000 mg
Komt overeen met resp. lanthaan 500 mg, 750 mg, 1000 mg.
- Toedieningsvorm
- Poeder
- Sterkte
- 750 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
Komt overeen met lanthaan 750 mg.
- Toedieningsvorm
- Poeder
- Sterkte
- 1000 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
Komt overeen met lanthaan 1000 mg.
Lanthaan (als carbonaat-octahydraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 500 mg, 750 mg, 1000 mg
Komt overeen met resp. lanthaan 500 mg, 750 mg, 1000 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Zie voor aanbevelingen in de behandeling van hyperfosfatemie bij een chronische nieraandoening bv. de NFN-Richtlijn Mineraal- en botstoornis bij chronische nierschade, 2020.
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Voor de behandeling van hyperfosfatemie bij (pre-)dialysepatiënten zijn aluminiumhydroxide, calciumhoudende fosfaatbinders, lanthaancarbonaat en sevelameer beschikbaar. Een calciumhoudende fosfaatbinder heeft de voorkeur bij een laag serumcalcium, en een niet-calciumhoudende fosfaatbinder bij hoognormaal serumcalcium, frequente episoden van hypercalciëmie, persisterend laag serum-PTH, of bij reeds aanwezige cardiovasculaire calcificaties en/of adynamische botziekte. Vanwege de toxiciteit bij chronisch gebruik is aluminiumhydroxide laatste keus. Voor lanthaancarbonaat bij de toepassing bij volwassenen met een chronische nieraandoening zonder dialyse is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Hyperfosfatemie bij volwassenen die hemodialyse of peritoneale dialyse ondergaan.
- Sevelameercarbonaat ook:
- ter beheersing van hyperfosfatemie bij volwassenen met een chronische nieraandoening met een serumfosfaatgehalte van ≥ 1,78 mmol/l bij patiënten die geen dialyse ondergaan;
- suspensie: ter controle hyperfosfatemie bij kinderen ≥ 6 jaar én met een lichaamsoppervlak ≥ 0,75 m² met een chronische nieraandoening.
Behandeling met sevelameer dient te gebeuren in het kader van een meervoudige therapeutische aanpak, waartoe zou kunnen behoren: calciumsupplementen, 1,25-dihydroxy-vitamine D3 of een analogon om de ontwikkeling van renale botziekten te voorkomen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hyperfosfatemie bij volwassenen met chronisch nierfalen ondersteund door hemodialyse of continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD);
- Volwassenen met een chronische nieraandoening zonder dialyse, met een serumfosfaatspiegel ≥ 1,78 mmol/liter, en bij wie een fosfaatarm dieet niet volstaat.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Sevelameercarbonaat en sevelameerhydrochloride zijn niet bij alle patiënten onderling uitwisselbaar.
De dosering individueel bepalen; bij volwassenen op basis van het serumfosfaatgehalte, bij kinderen op het lichaamsoppervlak.
Controleer het serumfosfaatgehalte tijdens de behandeling elke 2–4 weken tot dit stabiel is; daarna regelmatig controleren.
Bij overschakelen van een andere fosfaatbinder dient sevelameer op basis van gelijkwaardige dosis te worden gegeven onder controle van het serumfosfaatgehalte.
Hyperfosfatemie
Volwassenen (incl. ouderen)
Voor zowel sevelameercarbonaat als sevelameerhydrochloride is de begindosering bij een serumfosfaatgehalte van 1,78–2,42 mmol/l: 2,4 g/dag verdeeld over drie maaltijden; > 2,42 mmol/l: 4,8 g/dag. Daarna iedere 2–4 weken titreren met stappen van 0,8 g per keer 3×/dag tot een aanvaarbare serumfosfaatspiegel is bereikt. Vervolgens serumfosfaatspiegel regelmatig controleren. De gemiddelde onderhoudsdosering sevelameercarbonaat is ca. 6 g per dag, sevelameer hydrochloride ca. 7 g per dag.
Kinderen ≥ 6 jaar én met een lichaamsoppervlak ≥ 0,75 m²
Sevelameercarbonaat suspensie: De begindosering is gebaseerd op het lichaamsoppervlak; bij een lichaamsoppervlak 0,75 m²–1,2 m²: 2,4 g/dag; bij een lichaamsoppervlak ≥ 1,2 m²: 4,8 g/dag. Sevelameer verdeeld over 3 doses met een maaltijd of snack innemen. Daarna iedere 2–4 weken titreren met stappen van 0,4 g (bij lichaamsoppervlak 0,75 m²–1,2 m²) óf 0,8 g per keer (bij lichaamsoppervlak ≥ 1,2 m²) 3×/dag tot een aanvaarbare serumfosfaatspiegel is bereikt. Vervolgens serumfosfaatspiegel regelmatig controleren.
Toediening
- Innemen tijdens de maaltijd.
- De tabletten in zijn geheel innemen, zonder kauwen, breken of fijnmalen.
- Het poeder uit het sachet in 30 ml (0,8 g) resp. 60 ml (2,4 g) water mengen en roeren, de resulterende suspensie binnen 30 min na bereiding en bij de maaltijd opdrinken. Als alternatief kan het gemengd worden met voedsel of een andere drank (bv. 100 gram of 120 ml) en binnen 30 minuten worden geconsumeerd. Het poeder mag echter niet worden verwarmd of aan warm voedsel of hete vloeistof worden toegevoegd.
- Als een dosis van 0,4 g moet worden toegepast, dient het sachet van 0,8 g poeder met bijgeleverde doseerlepel te worden gebruikt om de correcte dosis af te meten.
Doseringen
Hyperfosfatemie
Volwassenen incl. ouderen (> 65 jaar)
De dosering wordt individueel bepaald op basis van het serumfosfaatgehalte. Dit dient tijdens de instelling van de behandeling elke 2–3 weken te worden herhaald tot de fosfaatspiegel stabiel is; daarna regelmatig controleren.
De benodigde dosering kan variëren van 750 mg tot maximaal 3750 mg per dag. Acceptabele fosfaatspiegels worden doorgaans bereikt bij een onderhoudsdosering van 1500–3000 mg per dag, verdeeld over de maaltijden.
Verminderde leverfunctie: op basis van het werkingsmechanisme en omdat lanthaancarbonaat niet in de lever gemetaboliseerd wordt is de verwachting dat een dosisaanpassing niet nodig is.
Toediening
- Innemen tijdens, of onmiddellijk na de maaltijd;
- De kauwtabletten goed kauwen alvorens ze door te slikken; mogen worden fijngestampt;
- Het poeder mengen met een beetje zacht voedsel (bv. appelmoes) en dan binnen 15 minuten innemen. Niet toedienen in vloeistof.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): misselijkheid, braken. Pijn in de (boven)buik, obstipatie.
Vaak (1-10%): dyspepsie, flatulentie, diarree.
Soms (0,1-1%): acidose, (bij sevelameerhydrochloride) verhoogde chloridespiegels in serum.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheid.
Verder zijn gemeld: darmobstructie, diverticulitis, (sub)ileus en ernstige inflammatoire aandoeningen van verschillende delen van het maag-darmkanaal waaronder bloedingen, ulceratie, perforatie, colitis, colonmassa en necrose, gerelateerd aan de aanwezigheid van sevelameer-kristalafzettingen in de darm; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Jeuk, huiduitslag.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Buikpijn, diarree, misselijkheid, braken. (Maag-darmstoornissen komen vaker voor bij het poeder dan bij de tablet).
Vaak (1-10%): dyspepsie, obstipatie, flatulentie. Hypocalciëmie.
Soms (0,1-1%): droge mond, smaakstoornissen, stomatitis, laryngitis, oesofagitis, gastro-enteritis, oprisping, indigestie, subileus, ileus, darmobstructie, prikkelbaredarmsyndroom, andere maag-darmaandoening, tandaandoening. Anorexie, meer eetlust. Duizeligheid, vertigo. Vermoeidheid, zwakte, malaise, borstkaspijn, perifeer oedeem, dorst. Artralgie, myalgie, osteoporose. Allergische huidreacties zoals jeuk, (erythemateuze) huiduitslag, urticaria. Alopecia. Transpiratie. Hyperglykemie. Gewichtsverlies. Eosinofilie. Hyperparathyroïdie. Hypercalciëmie. Hyper- of hypofosfatemie. Verhoogde aluminiumspiegel. Stijging van levertransaminasewaarden, γ–GT en alkalisch fosfatase.
Zeer zelden (< 0,01%): QT-veranderingen van voorbijgaande aard. Darmperforatie.
Verder is gemeld: ophoping van lanthaan in het darmslijmvlies (vooral na langdurig gebruik), zie verder de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Opmerking: de bijwerkingen op het maag-darmstelsel nemen over het algemeen af bij inname met voedsel en bij voortgezet gebruik.
Interacties
Sevelameer vermindert de biologische beschikbaarheid van ciprofloxacine met circa 50%; omdat ciprofloxacine eveneens met de maaltijd moet worden ingenomen kunnen sevelameer en ciprofloxacine niet samen worden gebruikt.
Incidenteel is hypothyroïdie voorgekomen bij gelijktijdig gebruik van sevelameer en levothyroxine; aanbevolen wordt regelmatig de TSH-spiegel te bepalen.
De spiegels van ciclosporine, mycofenolaatmofetil, mycofenolzuur en tacrolimus kunnen lager worden.
Anti-aritmica of anti-epileptica één uur vóór of drie uur na sevelameer inndiemen, omdat vermindering van de absorptie van deze middelen niet is uitgesloten. Overweeg monitoring, bv. door bloedonderzoek (plasmaconcentratie anti-aritmicum of anti-epilepticum).
Er zijn zeer zeldzame gevallen van verhoogd fosfaatgehalte gemeld bij patiënten die gelijktijdig protonpompremmers gebruikten; controleer daarom bij hen nauwgezet het serumfosfaatgehalte en pas de dosering van sevelameer zo nodig aan.
Interacties
Lanthaancarbonaat verhoogt de zuurgraad in het maag-darmkanaal en kan daarmee de absorptie van sommige geneesmiddelen beïnvloeden, zoals van ketoconazol; tussen de innamen twee uur aanhouden.
De biologische beschikbaarheid van ciprofloxacine neemt af (met ca. 50%), dit antibioticum 2 uur vóór óf 4 uur na lanthaan innemen.
Fosfaatbinders verminderen de absorptie van levothyroxine; een tussentijd van 2 uur tussen de innamen aanhouden en de TSH-spiegel controleren.
Theoretisch is binding van het lanthaanion aan tetracyclinen mogelijk; tussen de innamen van deze geneesmiddelen en lanthaan ook ten minste twee uur aanhouden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij hoge doses, waarschijnlijk secundair aan depletie van vitaminen (foliumzuur, vitamine D).
Farmacologisch effect: Nadelige effecten zouden kunnen optreden, bijvoorbeeld als gevolg van malabsorptie van vitaminen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Mogelijk is het nodig vetoplosbare vitaminen (A, D, E, K) en foliumzuur aan te vullen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Lanthaancarbonaat wordt na binding aan fosfaat bijna niet geabsorbeerd. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij hoge dosering (vertraging van de seksuele rijping en van de opening van de ogen, lager gewicht).
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar omdat sevelameer niet wordt geabsorbeerd, onwaarschijnlijk.
Farmacologisch effect: Nadelige effecten voor de zuigeling worden niet verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Gezien de zeer geringe absorptie van lanthaancarbonaat bij de moeder is overgang in de moedermelk onwaarschijnlijk; nadelige effecten voor de zuigeling zijn niet te verwachten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- darmobstructie;
- hypofosfatemie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees wegens onvoldoende gegevens voorzichtig bij slikklachten, onbehandelde of ernstige gastroparese, retentie van de maaginhoud, grote maag-darmoperatie in de voorgeschiedenis, actieve inflammatoire darmziekten, verstoring van de darmmotiliteit en bij een onregelmatige stoelgang. Controleer patiënten met de hiervoor genoemde aandoeningen nauwgezet wanneer de behandeling bij hen wordt gestart. Bij het optreden van obstipatie regelmatig de darmfunctie controleren. Gevallen van ernstige inflammatoire aandoeningen van verschillende delen van het maag-darmkanaal (o.a. colitis) zijn gemeld in de literatuur, inclusief ernstige complicaties zoals bloeding, ulceratie, perforatie, necrose; gerelateerd aan de aanwezigheid van sevelameer-kristallen. Een causaal verband is echter niet aangetoond. Desondanks bij het optreden van ernstige obstipatie en bij andere ernstige maag-darmklachten de behandeling heroverwegen.
Patiënten met een chronische nieraandoening hebben de neiging om metabole acidose te ontwikkelen; sevelameer kan de serumbicarbonaatspiegel beïnvloeden, controle van de bicarbonaatspiegels wordt aanbevolen.
Door binding van galzuren kunnen lage spiegels van de vetoplosbare vitaminen (A, D, E en K) ontstaan. Overweeg bij patiënten die geen vitaminesupplementen gebruiken, regelmatig deze vitaminespiegels te controleren en zo nodig aan te vullen. Controleer ook de foliumzuurspiegel regelmatig bij patiënten die niet aanvullend foliumzuur gebruiken.
Aangezien sevelameer geen calcium bevat, het serumcalciumgehalte regelmatig controleren en zo nodig aanvullen.
Bij gebruik van sevelameerhydrochloride kan een grotere terugresorptie van chloride optreden, waardoor het serumchloride kan toenemen.
Sevelameer is niet onderzocht bij leverfunctiestoornissen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer tijdens de behandeling de calcium- en fosfaatspiegel regelmatig (bv. om de 2-3 weken).
Houd bij een verminderde galstroom rekening met een eventuele accumulatie van lanthaan door een vertraagde klaring; test regelmatig de leverfunctie.
Ophoping van lanthaan in het darmslijmvlies is endoscopisch aangetoond als witte laesies met verschillende grootten en vormen. Ook werden er in gastroduodenaal slijmvlies pathologische kenmerken met lanthaanneerslag geïdentificeerd, zoals ontsteking, glanduleuze atrofie, foveolaire hyperplasie, intestinale metaplasie en neoplasie.
Wees alert op symptomen van obstipatie en abdominale pijn/distensie; gevallen van gastro-intestinale perforatie of obstructie en (sub)ileus zijn gemeld, waarvoor soms ziekenhuisopname of ook een operatieve ingreep noodzakelijk is geweest. Instrueer de patiënt de tabletten volledig fijn te kauwen, ernstige gastro-intestinale complicaties zijn gemeld wanneer tabletten niet of onvolledig werden fijngekauwd. Alleen op strikte indicatie gebruiken bij patiënten met aanleg voor darmobstructie (bv. divertikelaandoening, peritonitis, voorgeschiedenis van een gastro-intestinale ingreep, maligniteit of ulcera en hypomotiliteitstoornissen zoals obstipatie en diabetische gastroparese) of comedicatie die deze effecten versterkt vanwege kans op obstipatie door lanthaancarbonaat. Stop de behandeling als ernstige obstipatie of abdominale pijn/distensie ontstaat tijdens de behandeling.
Röntgenfoto's van de buik kunnen een radio-opaak aanzien hebben dat typerend is voor een contrastmiddel.
Er zijn geen onderzoeksgegevens over het gebruik bij een acute maagzweer, colitis ulcerosa, de ziekte van Crohn en bij darmobstructie. In klinisch onderzoek zijn gegevens over gebruik langer dan twee jaar beperkt. Bij gebruik tot max. zes jaar lijkt de baten-risicoverhouding hetzelfde te blijven. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 jaar).
Hulpstoffen: glucose, in de Fosrenol kauwtabletten, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen.
Overdosering
Symptomen
vergelijkbaar met de gemelde bijwerkingen; voornamelijk obstipatie en andere gastro-intestinale bijwerkingen.
Voor meer informatie over symptomen en de behandeling van een vergiftiging met sevelameer, neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
milde tot matig-ernstige hoofdpijn en misselijkheid zijn opgetreden bij doseringen tot ca. 4700 mg/dag.
Voor meer informatie over een vergiftiging met lanthaancarbonaat neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Sevelameer is een niet-calciumhoudende fosfaatbinder, vrij van metaal en calcium. Sevelameer is een gecross-linkte polymeer, die niet vanuit het maag-darmkanaal wordt geresorbeerd. In de darm worden de aminen in het molecuul gedeeltelijk geprotoneerd, waardoor binding met fosfaatmoleculen optreedt. Dit resulteert in een verminderde absorptie van fosfaat.
Kinetische gegevens
Resorptie | niet. |
Eliminatie | met de feces, gebonden aan fosfaationen en galzuren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fosfaatbinder. In de maag komen de lanthaanionen (La3+) vrij , die een hoge affiniteit hebben voor fosfaationen uit het ingenomen voedsel. De vorming van onoplosbaar lanthaanfosfaat in het lumen van de maag en van het bovenste gedeelte van de dunne darm vermindert de absorptie van fosfaat vanuit het maag-darmkanaal. Lanthaancarbonaat is vrij van aluminium en calcium.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal. |
F | < 0,002%. |
Eiwitbinding | > 99,7%. |
Overig | Bij absorptie vindt distributie plaats naar vooral de weefsels van het maag-darmkanaal, mesenterische lymfeklieren, de lever en het bot. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | met de feces; eventueel geresorbeerd lanthaan via de gal en de gastro-intestinale wand. |
T 1/2el | 36 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
sevelameer hoort bij de groep fosfaatbinders.
Groepsinformatie
lanthaancarbonaat hoort bij de groep fosfaatbinders.