Samenstelling
Balcoga
(als citraat)
Bijlage 2
Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 20 mg
Granpidam
(als citraat)
Bijlage 2
Accord Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 20 mg
Mysildecard
(als citraat)
Bijlage 2
Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 20 mg
Revatio injectie (als citraat) XGVS Upjohn EESV
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,8 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 12,5 ml
Revatio suspensie/tablet
(als citraat)
Bijlage 2
Upjohn EESV
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 112 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 20 mg
Sildenafil (als citraat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg, 50 mg, 100 mg
Sildenafil tablet 20 mg
(als citraat)
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 20 mg
Viagra (als citraat) XGVS Upjohn EESV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg, 50 mg, 100 mg
Vizarsin XGVS KRKA Belgium NV
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Vizarsin (als citraat) XGVS KRKA Belgium NV
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Spedra XGVS Menarini Benelux nv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg, 200 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij erectiele disfunctie met een overwegend lichamelijke oorzaak bestaat de behandeling uit leefstijladviezen, hulpmiddelen of een fosfodi-esterase-5-remmer (PDE-5-remmer). Baseer de keuze van een PDE-5-remmer op werkingsduur, comorbiditeit, bijwerkingen en de prijs. Bij een overwegend psychische oorzaak kan de huisarts zelf adviezen geven of verwijzen naar een seksuoloog. In de tweedelijnszorg kan eventueel alprostadil (intra-urethraal) of een combinatie van fentolamine en papaverine (intracaverneus) worden toegepast door een ervaren behandelaar.
Pulmonale hypertensie (PH) is een zeldzame, complexe aandoening die vraagt om een specialistische, multidisciplinaire behandeling. Verschillende oorzaken kunnen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van PH. Het doel van de behandeling is verbetering van de kwaliteit van leven, remming van de ziekteprogressie en het voorkómen van een longtransplantatie. Endotheline-antagonisten, fosfodi-esterase-5-remmers, prostacycline-analogen, en de guanylaatcyclasestimulator riociguat worden vooral ingezet bij pulmonale arteriële hypertensie (PAH; klinische classificatie PH groep 1), en (offlabel) bij chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH, groep 4). Bij de keuze van het geneesmiddel spelen naast de ernst van de ziekte ook individuele patiëntgerichte factoren een rol. Combineren van middelen is meestal zinvol.
Aan de vergoeding van sildenafil (bij pulmonale arteriële hypertensie) zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bij erectiele disfunctie met een overwegend lichamelijke oorzaak bestaat de behandeling uit leefstijladviezen, hulpmiddelen of een fosfodi-esterase-5-remmer (PDE-5-remmer). Baseer de keuze van een PDE-5-remmer op werkingsduur, comorbiditeit, bijwerkingen en de prijs. Bij een overwegend psychische oorzaak kan de huisarts zelf adviezen geven of verwijzen naar een seksuoloog. In de tweedelijnszorg kan eventueel alprostadil (intra-urethraal) of een combinatie van fentolamine en papaverine (intracaverneus) worden toegepast door een ervaren behandelaar.
Indicaties
Viagra, sildenafil tablet (alle sterkten uitgezonderd 20 mg)
- Behandeling van erectiestoornis. Voor de werkzaamheid is seksuele prikkeling noodzakelijk.
Balcoga, Granpidam, Mysildecard, Revatio, sildenafil tablet 20 mg
- Volwassenen: Pulmonale arteriële hypertensie (PAH) WHO-klasse II en III. Werkzaamheid is aangetoond bij primaire pulmonale hypertensie en pulmonale hypertensie geassocieerd met bindweefselziekte. De injectievloeistof is bestemd om de behandeling voort te zetten van volwassen patiënten met pulmonale arteriële hypertensie, die momenteel orale sildenafil krijgen voorgeschreven en die tijdelijk niet in staat zijn om orale geneesmiddelen in te nemen, maar die verder klinisch en hemodynamisch stabiel zijn.
- Kinderen 1–16 jaar: Pulmonale arteriële hypertensie. Werkzaamheid voor verbetering van de inspanningstolerantie of pulmonale hemodynamiek is aangetoond bij primaire pulmonale hypertensie en pulmonale hypertensie geassocieerd met congenitale hartziekte.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van erectiestoornis bij volwassen mannen. Voor de werkzaamheid is seksuele prikkeling noodzakelijk.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De behandeling van pulmonale arteriële hypertensie dient alleen geïnitieerd en gecontroleerd te worden door een arts met ervaring voor dergelijke behandelingen. Bij klinische achteruitgang, alternatieve therapieën overwegen.
Erectiestoornis
Volwassenen (incl. ouderen)
Oraal: 50 mg circa 1 uur voorafgaand aan de seksuele activiteit, niet vaker dan 1×/dag. Op grond van de effectiviteit en tolerantie, dosering aanpassen van 25 tot max. 100 mg. Inname met voedsel vertraagt het intreden van de werking.
Combinatie met de CYP3A4-remmer ritonavir wordt ontraden; indien toch toegepast is de maximumdosis 25 mg/48 uur.
Bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min), gestoorde leverfunctie, comedicatie met CYP3A4-remmers (uitgezonderd ritonavir, zie hierboven) en comedicatie met alfablokkers: beginnen met 25 mg; zo nodig op grond van de effectiviteit en tolerantie, de dosering stapsgewijs aanpassen tot max. 100 mg.
Primaire pulmonale hypertensie en pulmonale hypertensie geassocieerd met bindweefselziekte, WHO-klasse II en III
Volwassenen (incl. ouderen)
Oraal: 20 mg 3×/dag, innemen met tussenpozen van 6–8 uur.
Bij combinatie met CYP3A4-remmers (uitgezonderd de sterkste CYP3A4-remmers, zie de rubriek Interacties) de dosering verminderen tot 20 mg 1–2×/dag.
Bij een verminderde nier- of leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) hoeft de begindosering niet te worden aangepast, maar als de behandeling niet goed wordt verdragen kan de dosering worden verminderd tot 20 mg 2×/dag. Gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd. Bij staken van de behandeling wordt een geleidelijke dosisafname aanbevolen.
I.v.: 10 mg 3×/dag als bolusinjectie. Voor elke dosis is een nieuwe flacon nodig.
Bij combinatie met CYP3A4-remmers (uitgezonderd de sterkste CYP3A4-remmers, zie de rubriek Interacties) de dosering verminderen tot 10 mg 1–2 ×/dag.
Bij een verminderde nier- of leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) hoeft de begindosering niet te worden aangepast, maar als de behandeling niet goed wordt verdragen kan de dosering worden verminderd tot 20 mg 2×/dag. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 10) is gecontra-indiceerd. Bij staken van de behandeling wordt een geleidelijke dosisafname aanbevolen.
Primaire pulmonale arteriële hypertensie en pulmonale hypertensie geassocieerd met congenitale hartziekte
Kinderen van 1–16 jaar
Oraal: 10 mg 3×/dag bij een lichaamsgewicht ≤ 20 kg en 20 mg 3×/dag bij een lichaamsgewicht >20 kg. De maximale dosering niet overschrijden. Bij staken van de behandeling wordt een geleidelijke dosisafname aanbevolen.
Zie het Kinderformularium van het NKFK voor meer informatie over het (offlabel) gebruik van sildenafil bij kinderen.
Vergeten dosis: bij pulmonale hypertensie een vergeten dosis zo snel mogelijk innemen en dan de normale dosering voortzetten. Geen dubbele dosis innemen om een vergeten dosis in te halen.
Toediening
- De orodispergeerbare tabletten kunnen gebruikt worden als een alternatief bij problemen met het doorslikken van de filmomhulde tabletten. Leg ze in de mond op de tong, waar het snel in speeksel oplost en makkelijk is door te slikken;
- De suspensie voor gebruik goed schudden (minstens 10 seconden). Doseer de suspensie met de bijbehorende doseerspuit.
Doseringen
Erectiestoornis
Volwassen mannen (incl. ouderen)
Oraal 100 mg ca. 15–30 min vóór de seksuele activiteit, naar behoefte. Op basis van de werkzaamheid en tolerantie de dosis aanpassen: 50–200 mg per keer, max. 1×/dag. Seksuele stimulatie is nodig voor een effect.
Bij een licht tot matig verminderde nierfunctie(creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is een aanpassing van de dosis niet nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie is avanafil gecontra-indiceerd.
Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) beginnen met 50 mg, aanpassen op basis van tolerantie. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie is gecontra-indiceerd.
Bij comedicatie met matig sterke CYP3A4-remmers (zie ook de rubriek Interacties): max. 100 mg met een interval van ten minste 48 uur.
Bij een stabiele behandeling met alfablokkers: beginnen met de laagste dosis van 50 mg.
Toediening: geadviseerd wordt in de 24 uur vóór inname van avanafil geen grapefruit-/pompelmoessap te nuttigen.
Bijwerkingen
Bij erectiestoornis
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): duizeligheid. Blozen, opvliegers. Misselijkheid, dyspepsie. Veranderingen in het gezichtsvermogen (wazig zien, afwijkingen in het kleurenzien). Verstopte neus.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties. Hartkloppingen, tachycardie, pijn op de borst. Hypo- of hypertensie. Slaperigheid, vermoeidheid, hypo-esthesie, warm hebben. Vertigo, tinnitus. Rinitis, bloedneus, sinuscongestie. Droge mond, gastro-oesofageale reflux, braken, buikpijn. Spierpijn, pijn in armen of benen. Hematurie. Traanaandoeningen (zoals droge ogen, lacrimale stoornis, tranenvloed), fotofobie, fotopsie, oculaire hyperemie, conjunctivitis.
Zelden (0,01-0,1%): syncope, TIA, CVA, myocardinfarct, atriumfibrilleren, ventriculaire aritmie, instabiele angina pectoris, plotselinge hartdood. (Herhaald optreden van) convulsies. Prikkelbaarheid. Hematospermie, penisbloeding, priapisme. Doofheid. Dichtgeknepen keel, droge neus, neusoedeem. Irritatie, oedeem of zwelling van het oog, niet-arteritisch anterieur ischemisch oogzenuwlijden ('non-arteritic anterior ischaemic optic neuropathy' (NAION)), retinale bloedvatocclusie, retinale bloeding, arteriosclerotische retinopathie, conjunctivale hyperemie, gezichtsvelddefecten, halovisie, mydriase, diplopie, myopie, asthenopie, glaucoom, glasvochttroebeling, ooglidoedeem, sclerale verkleuring. Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.
Bij pulmonale hypertensie
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, blozen. Dyspepsie, diarree. Pijn in armen of benen.
Vaak (1-10%): duizeligheid, tremor, paresthesie. Influenza, rinitis, sinusitis, bronchitis. Hoest, verstopte neus, bloedneus. Koorts. Spierpijn, rugpijn, migraine. Slapeloosheid, angst. Gastritis, gastro-oesofageale reflux, aambeien, opzwelling van de buik, droge mond. Nachtzweten. Wazig zien, visusinsufficiëntie, retinale bloeding, fotofobie, chromatopsie, cyanopsie, oogirritatie, oculaire hyperemie. Vochtretentie. Alopecia, erytheem, cellulitis. Anemie.
Soms (0,1–1%): verminderde gezichtsscherpte, diplopie, abnormaal gevoel in het oog. Hematurie, penisbloeding, hematospermie. Gynaecomastie.
Verder zijn gemeld: hypotensie. Plotselinge vermindering of verlies van gehoor. Priapisme, toename erecties. Niet-arteritisch anterieur ischemisch oogzenuwlijden ('non-arteritic anterior ischaemic optic neuropathy' (NAION)), retinale bloedvatocclusie, gezichtsvelddefecten.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn, (overmatig) blozen. Neusverstopping.
Soms (0,1-1%): duizeligheid (met name bij hypotensie), slaperigheid. Hartkloppingen, opvliegers. Dyspneu bij inspanning. Wazig zien. Sinusverstopping, sinushoofdpijn. Misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn. Spierstijfheid, rugpijn, vermoeidheid. Stijging van de leverenzymwaarden. Afwijkend ECG.
Zelden (0,01-0,1%): tachycardie, hypertensie, angina pectoris, hartruis. Loopneus, epistaxis, griep, nasofaryngitis, seizoensgebonden allergie, verstopping van de bovenste luchtwegen. Slapeloosheid, inadequaat affect, psychomotorische hyperactiviteit. Droge mond, gastritis, diarree. Pollakisurie, pijn in de flank. Jicht. Huiduitslag. Spierpijn, spierspasmen. Aandoeningen aan de penis, spontane erectie, genitale jeuk, premature ejaculatie. Asthenie. Pijn op de borst. Perifeer oedeem. Bloed in de urine, stijging van PSA, bilirubine of van de creatinineconcentratie. Hyperthermie. Gewichtstoename.
Bij PDE-5-remmers zijn gemeld: visusstoornissen waaronder centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR). Bij andere PDE-5-remmers dan avanafil zijn gemeld: hypotensie, visusstoornissen door niet-arterieel anterieur ischemisch oogzenuwlijden ('non-arteritic anterior ischaemic optic neuropathy' (NAION)), gehoorverlies, priapisme, hematurie, hematospermie en penisbloeding.
Interacties
Comedicatie met nitraten, stikstofmonoxidedonoren (incl. partydrugs, 'poppers') en stimulators van guanylaatcyclase (zoals riociguat) is gecontra-indiceerd vanwege potentiëring van het hypotensieve effect; in dit kader kan ook met nicorandil een ernstige reactie optreden.
Gelijktijdig gebruik met de sterkste CYP3A4-remmers (zoals ritonavir, ketoconazol, itraconazol) is bij de indicatie pulmonale hypertensie gecontra-indiceerd in verband met een exceptionele stijging van de sildenafilplasmaspiegel, die lang kan aanhouden; bij de indicatie erectiestoornis wordt combinatie met ritonavir ontraden.
Bij het combineren met andere CYP3A4-remmers dan hierboven vermeld, is een aanpassing van de dosering van sildenafil nodig; zie de rubriek Doseringen. Grapefruit-/pompelmoessap kan door remming van CYP3A4 een lichte stijging van de sildenafilspiegel veroorzaken; dosisaanpassing is niet nodig.
Bij pulmonale hypertensie is een substantiële verhoging van de blootstelling aan sildenafil waargenomen door combinatie met een ander CYP3A4 substraat en door de combinatie met zowel een CYP3A4 substraat als een β-blokker, met respectievelijk circa 40 en 65%. Deze interacties zijn meer uitgesproken bij gebruik van hogere doseringen sildenafil (bv. 80 mg 3×/dag).
Combinatie met sterke CYP3A4-inductoren zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, sint-janskruid en rifampicine kan door versnelling van de uitscheiding van sildenafil de werkzaamheid verminderen.
Comedicatie met bloeddrukverlagende middelen kan een additionele bloeddrukverlaging geven. Combinatie met een α1-blokker kan symptomatische hypotensie veroorzaken; sildenafil pas toepassen indien de patiënt hemodynamisch stabiel is ingesteld op de α1-blokker.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van sacubitril/valsartan vanwege meer kans op hypotensie.
Bosentan is een matige CYP3A4- en CYP2C9-inductor en kan daarmee de blootstelling aan sildenafil verlagen; sildenafil verhoogt de blootstelling aan bosentan.
Bij pulmonale hypertensie (m.n. ten gevolge van een bindweefselziekte) kan een vergroot risico van bloedingen ontstaan wanneer reeds vitamine K-antagonisten worden gebruikt.
Vanwege onvoldoende gegevens wordt het combineren met andere geneesmiddelen voor pulmonale arteriële hypertensie (bv. bosentan, iloprost) ontraden; met de combinatie sildenafil + epoprostenol is meer ervaring opgedaan.
Niet combineren met andere medicatie of methoden ter behandeling van erectiestoornis wegens ontbreken van gegevens.
Interacties
Comedicatie met nitraten, stikstofmonoxidedonoren (incl. partydrugs, 'poppers') en stimulators van guanylaatcyclase (zoals riociguat) is gecontra-indiceerd vanwege een potentiëring van het hypotensieve effect. In dit kader kan ook met nicorandil een ernstige reactie optreden.
Avanafil is een substraat van CYP3A4 en wordt vooral gemetaboliseerd door CYP3A4. Gelijktijdige toediening van krachtige CYP3A4-remmers (o.a. claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, ritonavir en voriconazol) is gecontra-indiceerd. Bij combinatie met matig sterke CYP3A4-remmers (o.a. aprepitant, atazanavir, crizotinib, diltiazem, erytromycine, fluconazol, fluvoxamine, fosamprenavir, imatinib, verapamil) wordt geadviseerd de dosering te verlagen (zie de rubriek Dosering). Niet gelijktijdig innemen met grapefruit-/pompelmoessap omdat dit de plasmaconcentratie van avanafil kan doen toenemen (door CYP3A4 remming).
Door gelijktijdig gebruik van alcohol vermeerdert de kans op hypotensie, duizeligheid of syncope.
Comedicatie met bloeddrukverlagende middelen kan een additionele bloeddrukverlaging geven. Combinatie met een α-1-blokker kan symptomatische hypotensie veroorzaken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid (wel een toxisch effect op de postnatale ontwikkeling).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Het gebruik van aspartaam-bevattende geneesmiddelen (Vizarsin, orodispergeerbare tablet) is gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen met fenylketonurie.
Overige: Vruchtbare vrouwen dienen adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing. Er zijn geen gegevens over het gebruik van avanafil tijdens borstvoeding.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornissen;
- hypotensie (< 90/50 mmHg);
- recent myocardinfarct of beroerte;
- visusverlies in één oog als gevolg van een niet-arterieel anterieur ischemisch oogzenuwlijden wel of niet gerelateerd aan eerdere blootstelling aan een PDE-5-remmer;
- erfelijke degeneratieve retinale stoornissen zoals retinitis pigmentosa.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- myocardinfarct, CVA of levensbedreigende aritmie in de afgelopen zes maanden;
- instabiele angina pectoris, angineuze klachten tijdens de geslachtsgemeenschap;
- hypotensie (< 90/50 mmHg ) of hypertensie (> 170/100 mmHg);
- hartfalen NYHA-klasse II–IV;
- ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min);
- ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15);
- visusverlies in één oog als gevolg van een niet-arterieel anterieur ischemisch oogzenuwlijden (NAION) dat wel of niet gerelateerd is aan eerdere blootstelling aan een PDE-5-remmer;
- erfelijke degeneratieve retinale aandoeningen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Algemeen
Wees voorzichtig bij anatomische deformatie van de penis (angulatie, fibrose, ziekte van Peyronie) en bij ziekten die predisponeren tot priapisme (sikkelcelanemie, multipel myeloom, leukemie). De patiënt instrueren om bij een langer dan 4 uur aanhoudende erectie onmiddellijk medische hulp in te roepen. Onbehandelde priapisme kan leiden tot beschadiging van penisweefsel en permanent potentieverlies.
Wees voorzichtig bij hogere gevoeligheid voor vaatverwijders (zoals bij vochtdepletie, autonome disfunctie, linker ventrikel uitstroom-obstructie, multipel systeem atrofie (MSA)).
Bij het optreden van plotselinge visusstoornissen de behandeling staken en onmiddellijk specialistisch oogonderzoek (laten) verrichten. Gebruik wordt niet aanbevolen bij patiënten met erfelijke degeneratieve afwijkingen van de retina.
Er is onvoldoende informatie over de veiligheid bij bloedingsstoornissen of bij een actief peptisch ulcus; wees voorzichtig omdat sildenafil in vitro de bloedplaatjesaggregatie vermindert.
Pulmonale hypertensie
Sildenafil niet toepassen bij patiënten met secundaire pulmonale hypertensie als gevolg van sikkelcelanemie, wegens meer kans op een vaso-occlusieve crisis.
Indien zich tijdens de behandeling een levensbedreigend pulmonaal oedeem ontwikkelt, de diagnose pulmonale hypertensie geassocieerd met pulmonale occlusieve aandoeningen overwegen.
De werkzaamheid is niet vastgesteld voor pulmonale hypertensie WHO-klasse IV; de baten/risico-verhouding is niet bekend voor WHO-klasse I.
Bij kinderen die een hogere dan de aanbevolen dosering gebruikten, werd een toename in het aantal sterfgevallen gezien. Sildenafil mag volgens de fabrikant niet worden gebruikt bij neonaten met aanhoudende pulmonale hypertensie van de pasgeborene, omdat de voordelen niet opwegen tegen de risico's. De veiligheid en werkzaamheid bij andere aandoeningen bij kinderen < 1 jaar zijn niet vastgesteld. Volgens het Kinderformularium van het NKFK is een directe relatie tussen de toename in het aantal sterfgevallen die is waargenomen in studieverband en het gebruik van sildenafil niet vastgesteld, en zijn de orale doseringen van het Kinderformularium bij pulmonale arteriële hypertensie de meest gebruikte, effectieve doseringen.
Hulpstoffen
- Natriumbenzoaat, in de poeder voor orale suspensie, kan geelzucht bij pasgeborenen < 4 weken verergeren;
- Aspartaam, in Vizarsin orodispergeerbare tabletten, kan schadelijk zijn voor mensen met PKU. Bij homozygote patiënten met fenylketonurie (PKU) bij gebruik van producten die aspartaam bevatten, de overeenkomende hoeveelheid fenylalanine doorberekenen in het voedingsvoorschrift.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet combineren met andere middelen of behandelmethoden voor een erectiestoornis.
Wees voorzichtig bij anatomische deformatie van de penis (angulatie, fibrose, ziekte van Peyronie) en bij ziekten die predisponeren tot priapisme (sikkelcelanemie, multipel myeloom, leukemie). Wees tevens voorzichtig bij linker ventrikel uitstroom-obstructie (bv. aortastenose en idiopathische hypertrofische subaortische stenose) en bij patiënten met een ernstig verstoorde autonome controle van de bloeddruk (zij kunnen bijzonder gevoelig zijn voor de werking van vasodilatatoren, waaronder avanafil).
De behandeling onmiddellijk staken bij het optreden van plotselinge visusstoornissen of een plotselinge vermindering of verlies van gehoor (eventueel gepaard met tinnitus en duizeligheid).
Instrueer de patiënt om een arts te raadplegen indien een erectie > 4 uur aanhoudt in verband met de kans op blijvend potentieverlies.
De werkzaamheid is niet vastgesteld bij een erectiestoornis door een ruggenmergletsel of andere neurologische stoornissen. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij ouderen > 70 jaar. Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met avanafil contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Sildenafil is een selectieve, krachtige remmer van het enzym cGMP-specifieke fosfodi-esterase type 5 (PDE-5). Dit enzym is verantwoordelijk voor de afbraak van cyclisch–guanosinemonofosfaat (cGMP). Sildenafil zorgt hiermee voor een verhoging van de cGMP-concentratie in het corpus cavernosum van de penis. In het corpus cavernosum ontstaat cGMP door vrijgekomen stikstofmonoxide (NO) tijdens seksuele stimulatie. cGMP veroorzaakt een verslapping van de gladde spieren in het corpus cavernosum, waardoor dit zich kan vullen met bloed. In het pulmonale vaatstelsel zorgt cGMP voor relaxatie van de gladde spiercellen van de longvaten met als gevolg vasodilatatie van het pulmonale vaatbed en in mindere mate van de systemische circulatie.
Werking: na 12–37 min (verkrijging erectie), ca. 4 weken (verbetering loopafstand bij pulmonale hypertensie).
Werkingsduur: 4–5 uur (verkrijging erectie).
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. Voedsel vertraagt de absorptie. |
F | 25–63% door een 'first pass'-effect via CYP3A4 en in mindere mate via CYP2C9, waarbij o.a. een wat minder actieve metaboliet ontstaat met eenzelfde selectiviteitsprofiel. |
T max | 30–120 min. |
V d | 1½ l/kg (sildenafil). |
Overig | Plasmaconcentratie: bij ouderen en bij patiënten met ernstig verminderde nierfunctie ca. 80–90% hoger (sildenafil en actieve metaboliet), bij matige levercirrose ca. 50% hoger (sildenafil). |
Eiwitbinding | 96% (sildenafil, metaboliet), bij ouderen minder. |
Metabolisering | zie onder biologische beschikbaarheid (F); verder tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten met de feces 80%, met de urine ca. 13%. |
T 1/2el | 3–5 uur (sildenafil), ca. 4 uur (actieve metaboliet). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve, reversibele remmer van het enzym cGMP-specifieke fosfodi-esterase type 5 (PDE-5) dat in het corpus cavernosum voorkomt en verantwoordelijk is voor de afbraak van cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP). cGMP ontstaat door vrijgekomen stikstofmonoxide (NO) tijdens seksuele stimulatie. Remming van PDE-5 verhoogt de hoeveelheid cGMP in het corpus cavernosum. Dit leidt tot relaxatie van glad spierweefsel en toename van de bloedtoevoer, waardoor erectie kan plaatsvinden. Avanafil heeft geen effect zonder seksuele stimulatie. Werking: na 20–40 min.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. Inname met voedsel kan de werking vertragen, maar niet in klinisch significante mate. |
T max | 30–45 min. |
Eiwitbinding | ca. 99% |
Metabolisering | in grote mate; wordt hoofdzakelijk gemetaboliseerd door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2C9 tot een weinig actieve en een inactieve metaboliet. |
Eliminatie | vnl. als metaboliet: wordt voor ca. 63% uitgescheiden in de feces en voor ca. 21% in de urine. |
T 1/2el | 6–17 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
sildenafil hoort bij de groep fosfodi-esterase-5-remmers.
Groepsinformatie
avanafil hoort bij de groep fosfodi-esterase-5-remmers.