Samenstelling
Saflutan Santen Oy
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,0015%)
- Sterkte
- 15 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,3 ml, 3 ml
Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bimatoprost Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,01%)
- Sterkte
- 0,1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,03%)
- Sterkte
- 0,3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,03%)
- Sterkte
- 0,3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3 ml
Conserveermiddel: geen.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,03%)
- Sterkte
- 0,3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- minim 0,4 ml
Conserveermiddel: geen.
Ganmono Rockmed Pharma
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,03%)
- Sterkte
- 0,3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3 ml
Conserveermiddel: geen.
Lumigan Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,01%)
- Sterkte
- 0,1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride (0,2 mg/ml).
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,03%)
- Sterkte
- 0,3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride (0,05 mg/ml).
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,03%)
- Sterkte
- 0,3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- minim 0,4 ml
Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandeling van glaucoom dient door een oogarts te gebeuren. Bij open-kamerhoekglaucoom bestaat behandeling uit lokale medicamenteuze therapie en/of laserbehandeling. Indien de oogboldruk onvoldoende verlaagd wordt door deze behandeling, kan operatieve interventie noodzakelijk zijn. Bij de medicamenteuze behandeling zijn oogdruppels met een prostaglandine-analoog eerste keus. Bij onvoldoende effect van, of intolerantie voor een prostaglandine-analoog, wordt eerst een β-blokker als monotherapie aanbevolen. Alternatieven voor bovenstaande monotherapie zijn monotherapie met een lokale koolzuuranhydraseremmer of α2-agonist. Wanneer monotherapie onvoldoende effect heeft, worden geneesmiddelen met verschillende aangrijpingspunten gecombineerd. Bij nauwe-kamerhoekglaucoom kiest men voor een laserbehandeling en/of een operatie, ondersteund door een medicamenteuze behandeling.
Advies
Behandeling van glaucoom dient door een oogarts te gebeuren. Bij open-kamerhoekglaucoom bestaat behandeling uit lokale medicamenteuze therapie en/of laserbehandeling. Indien de oogboldruk onvoldoende verlaagd wordt door deze behandeling, kan operatieve interventie noodzakelijk zijn. Bij de medicamenteuze behandeling zijn oogdruppels met een prostaglandine-analoog eerste keus. Bij onvoldoende effect van, of intolerantie voor een prostaglandine-analoog, wordt eerst een β-blokker als monotherapie aanbevolen. Alternatieven voor bovenstaande monotherapie zijn monotherapie met een lokale koolzuuranhydraseremmer of α2-agonist. Wanneer monotherapie onvoldoende effect heeft, worden geneesmiddelen met verschillende aangrijpingspunten gecombineerd. Bij nauwe-kamerhoekglaucoom kiest men voor een laserbehandeling en/of een operatie, ondersteund door een medicamenteuze behandeling.
Indicaties
Verlaging van de intra-oculaire druk, als monotherapie of als adjuvante therapie bij β-blokkers, bij:
- open-kamerhoekglaucoom;
- oculaire hypertensie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Verlaging van de intra-oculaire druk, als monotherapie of als aanvullende behandeling met β-blokkers bij volwassenen met:
- chronisch open-kamerhoekglaucoom;
- oculaire hypertensie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Open-kamerhoekglaucoom en oculaire hypertensie
Volwassenen (incl. ouderen)
1 druppel 's avonds in het aangedane oog. Een frequentere toediening kan het oogdrukverlagend effect verminderen. Druppels op de huid direct verwijderen.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste 5 minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
- Eén verpakking (0,3 ml) is voldoende om beide ogen te behandelen. Het restant van de oplossing niet verder gebruiken.
Doseringen
Open-kamerhoekglaucoom en oculaire hypertensie
Volwassenen
Oogdruppels 0,1 mg/ml en 0,3 mg/ml: 1 druppel 1×/dag, bij voorkeur 's avonds, in het aangedane oog. Frequentere toediening vermindert het oogdrukverlagend effect.
Bij nier- en leverfunctiestoornis: wees voorzichtig bij gebruik omdat bimatoprost hierbij niet onderzocht is. Bij een milde leveraandoening is geen nadelig effect gezien op de leverfunctie.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben;
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste 5 minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen;
- De minims zijn voor eenmalig gebruik.
Bijwerkingen
Lokaal
Vaak (1-10%): oogklachten (jeuk, irritatie, pijn, droogheid, oculair ongemak, wazig zien, fotofobie), oppervlakkige stippelkeratitis, hyperpigmentatie van de iris, oculaire hyperemie, verhoogde traanproductie, oogliderytheem, wimperveranderingen (verkleuring, toename van lengte, dikte en aantal haartjes).
Soms (0,1-1%): conjunctivale follikels, allergische conjunctivitis, conjunctivaal oedeem, conjunctivapigmentatie, voorste oogkamerroodheid, blefaropigmentatie, blefaritis, ooglidoedeem, hypertrichose van het ooglid.
Zeer zelden (< 0,01%): corneacalcificaties bij beschadigd cornea.
Verder zijn gemeld: iritis, uveïtis, verdiepte ooglidsulcus, (cystoïd) macula-oedeem
Systemisch
Vaak (1-10%): hoofdpijn.
Verder zijn gemeld: dyspneu, verergering van astma.
Bijwerkingen
Lokaal
Zeer vaak (> 10%): conjunctivale hyperemie. Prostaglandine-geassocieerde periorbitopathie (PAP): periorbitale lipodystrofische veranderingen, die kunnen leiden tot veranderingen van de oogleden (dieper worden sulcus, ptosis, terugtrekking), enoftalmie, involutie van dermatochalasie en zichtbaarheid van onderste sclera. De veranderingen zijn meestal mild, kunnen binnen een maand na start van de behandeling optreden en kunnen leiden tot verminderd gezichtsveld. PAP hangt ook samen met perioculaire hyperpigmentatie of verkleuring en hypertrichose. Alle veranderingen zijn gedeeltelijk of volledig reversibel gebleken na stopzetting van de behandeling.
Vaak (1-10%): hyperpigmentatie iris (incidentie na 12 maanden 1,5 % bij 0,3 mg/ml oogdruppels). Keratitis punctata, oogirritatie zoals oculair branden en gevoel van vreemd lichaam in het oog, cornea erosie, allergische conjunctivitis, blefaritis, achteruitgang van visuele scherpte, wazig zien, asthenopie, conjunctivaal oedeem, droge ogen, oogpijn, fotofobie, tranen, oogafscheiding, donker worden en groei van wimpers, erytheem en jeuk van het ooglid, hyperpigmentatie van peri-oculaire huid, hypertrichose.
Soms (0,1-1%): hyperpigmentatie iris (incidentie na 12 maanden 0,5 % bij 0,1 mg/ml oogdruppels). Korsten op het ooglid, ooglidoedeem, peri-orbitaal erytheem en droogheid, madarose, retinale bloeding, uveïtis, cystoïd macula-oedeem, iritis, blefarospasme, ooglidretractie.
Systemisch
Vaak (1-10%): hoofdpijn, hypertensie, abnormale leverfunctietest.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, duizeligheid, astenie.
Verder zijn gemeld: astma, astma-longaanval of COPD, dyspneu. Overgevoeligheidsreacties zoals allergisch eczeem.
Interacties
Paradoxale verhoging van intraoculaire druk kan optreden bij lokaal gebruik van twee prostaglandine-analoga. Het gebruik van twee of meer prostaglandinen wordt daarom ontraden.
Interacties
Paradoxale verhoging van intraoculaire druk kan optreden bij lokaal gebruik van twee prostaglandine-analoga. Het gebruik van twee of meer prostaglandinen wordt ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij systemische toediening schadelijk gebleken (vruchtverlies na implantatie, foetotoxiciteit).
Farmacologisch effect: Systemisch toegepaste prostaglandinen verhogen de tonus van de uterus en kunnen de uteroplacentaire doorbloeding verminderen. Bij gebruik van de oogdruppels is de systemische blootstelling gering, desondanks zijn de beschreven effecten niet uit te sluiten.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen nemen gedurende de therapie. Vrouwen die zwanger zijn of zwanger proberen te raken, mogen geen direct huidcontact hebben met de oogdruppels, omdat tafluprost via de huid geabsorbeerd kan worden. Indien toch huidcontact plaatsvindt, het blootgestelde gebied onmiddellijk grondig reinigen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn hoge systemische blootstellingsniveaus die toxisch waren voor het moederdier schadelijk gebleken (vruchtverlies).
Farmacologisch effect: Systemisch toegepaste prostaglandinen verhogen de tonus van de uterus en kunnen de uteroplacentaire doorbloeding verminderen. Bij gebruik van de oogdruppels is de systemische blootstelling gering, desondanks zijn de beschreven effecten niet uit te sluiten.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische blootstelling bij de moeder bij gebruik van de oogdruppels is het onwaarschijnlijk dat klinisch relevante blootstelling van de zuigeling optreedt.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische blootstelling bij de moeder bij gebruik van de oogdruppels is het onwaarschijnlijk dat klinisch relevante blootstelling van de zuigeling optreedt.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
De geconserveerde oogdruppels zijn gecontra-indiceerd bij patiënten die in het verleden de behandeling moesten staken vanwege een negatieve reactie op benzalkoniumchloride. Lumigan 0,1 mg/ml bevat een 4× zo hoge concentratie benzalkoniumchloride als Lumigan 0,3 mg/ml.
Waarschuwingen en voorzorgen
Oogveranderingen: patiënten vóór aanvang van de behandeling informeren over het mogelijk optreden van oogveranderingen: wimperveranderingen, periorbitale donkere huidverkleuringen (incl. van het ooglid) en versterkte irispigmentatie zijn waargenomen. Bij eventuele druppels op de huid: direct afvegen om het risico van huidverkleuring van het ooglid en mogelijke transdermale absorptie te verminderen. Op plekken waar de huid herhaaldelijk in contact komt met tafluprost kan haargroei optreden. Pigmentatieverandering treedt vooral op bij irissen van gemengde kleur. Wanneer één oog wordt behandeld kan dit leiden tot een (blijvend) verschil in het uiterlijk van beide ogen.
Wees voorzichtig bij patiënten met afakie, met pseudo-fakie, met een gescheurde achterlenscapsule of een gescheurde voorkamerlens en bij patiënten met risicofactoren voor cystoïd macula-oedeem of iritis/uveïtis.
Andere glaucoomvormen: Er is geen ervaring bij gesloten kamerhoek- en nauwe-kamerhoekglaucoom en bij neovasculair en aangeboren glaucoom. Er is relatief weinig ervaring bij open-kamerhoekglaucoom bij afakie patiënten, bij pigmentair of pseudo-exfoliatief glaucoom.
Wees voorzichtig bij ernstig astma, nierfunctie- of leverfunctiestoornissen aangezien hier geen ervaring mee is.
Bij kinderen zijn de werkzaamheid en veiligheid niet vastgesteld.
Hulpstoffen: Fosfaathoudende oogdruppels kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneacalcificaties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Oogveranderingen: informeer de patiënt vóór aanvang van de behandeling over de mogelijkheid van periorbitopathie bij prostaglandine-analogen (PAP) en versterkte irispigmentatie. Een aantal van deze veranderingen kan permanent zijn en leiden tot verminderd gezichtsveld en een verschillend uiterlijk van de ogen wanneer er maar één oog wordt behandeld. Hyperpigmentatie van de iris komt bij de bimatoprost 0,3 mg/ml oogdruppels driemaal vaker voor dan bij de 0,1 mg/ml oogdruppels. Zie voor meer informatie over PAP de rubriek Bijwerkingen.
Comorbiditeit: bij een verstoorde ademhalingsfunctie (astma, COPD), ongecontroleerd congestief hartfalen en een tweede- of derdegraads AV-blok voorzichtig zijn; bimatoprost oogdruppels zijn hiervoor niet onderzocht. Bij aanleg voor een lage hartslag of lage bloeddruk ook voorzichtig zijn, vanwege melding van enkele gevallen van hypotensie, bradycardie en daarnaast van dyspneu en astma.
Macula-oedeem, de cystoïde vorm, is gerapporteerd bij de behandeling met bimatoprost, wees daarom voorzichtig bij bekende risicofactoren hiervoor (afakie, pseudo-fakie met een gescheurd achterste lenskapsel).
Gevallen van reactivering van eerdere cornea-infiltraten of oculaire infecties zijn gemeld bij gebruik van bimatoprost 0,3 ml/ml. Wees voorzichtig bij een geschiedenis van significante oculaire virale infecties (bv. herpes simplex) of uveïtis en iritis, vanwege meer kans op (reactivering van) cornea-infiltraten of oculaire infecties.
Andere glaucoomvormen: bimatoprost oogdruppels zijn niet onderzocht bij inflammatoire oculaire aandoeningen, neovasculair inflammatoir gesloten-kamerhoekglaucoom, congenitaal glaucoom of nauwe-kamerhoekglaucoom. Er is relatief weinig ervaring bij open-kamerhoekglaucoom met pseudo-exfoliatief en pigmentair glaucoom en chronisch gesloten kamerhoek glaucoom met patente iridotomie.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen, een gestoorde nier- en/of matig tot ernstige leverfunctiestoornis zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen
- Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride, in sommige oogdruppels, bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik. Lumigan 0,1 mg/ml oogdruppels bevatten een relatief hoge concentratie benzalkoniumchloride. Benzalkoniumchloride kan tevens zachte contactlenzen doen verkleuren. Contactlenzen (zowel harde als zachte) voor het indruppelen uitnemen en na 15 minuten weer indoen. Verder kan benzalkoniumchloride irritatie veroorzaken, wat aanleiding kan geven tot minder goed verdragen van contactlenzen.
- Fosfaathoudende oogdruppels kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneacalcificaties.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met bimatoprost contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Gefluorideerd prostaglandine F2α-analogon, een selectieve prostanoïd-FP-receptoragonist die de intra-oculaire druk verlaagt, vnl. door bevordering van de uveosclerale afvoer van kamerwater. Tafluprost is een prodrug. De werkzame metaboliet tafluprostzuur wordt gevormd tijdens de passage door de cornea. Werking: intra-oculaire drukdaling na 2–4 uur, max. na ca.12 uur. Werkingsduur: ten minste 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | Goed, door de cornea. |
Overig | Tafluprostzuur: |
T max | ca. 10 min. |
Eiwitbinding | 99%. |
Overig | In het oog vindt men de hoogste concentraties in de cornea, sclera en iris. |
Metabolisering | Hydrolyse tot werkzame tafluprostzuur, verdere metabolisering via glucuronidering of β-oxidatie. |
Eliminatie | Met de feces (ca. 50%) en urine (ca. 30%). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bimatoprost is een synthetisch prostamide, qua structuur verwant aan prostaglandine F2α. Het verlaagt de intraoculaire druk door bevordering van de trabeculaire en uveosclerale uitstroom van kamerwater. Werking: intraoculaire drukdaling na 4 uur, max. na 8–12 uur. Werkingsduur: ten minste 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed, door de cornea en sclera. |
Overig | systemische blootstelling is zeer laag. |
V d | 0,67 l/kg. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | in de vorm van metabolieten vnl. via de nieren, tot ca. 67% met de urine, ca. 25% met de feces. |
T 1/2el | ca. 45 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tafluprost hoort bij de groep prostaglandine f-analoga.
Groepsinformatie
bimatoprost hoort bij de groep prostaglandine f-analoga.