Samenstelling
Forsteo Eli Lilly Nederland
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 250 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 2,4 ml
Elke dosis van 80 microliter bevat teriparatide 20 microg.
Movymia Centrafarm bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 250 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- patroon 2,4 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 250 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- patroon 2,4 ml + pen
Elke dosis van 80 microliter bevat teriparatide 20 microg.
Sondelbay Aanvullende monitoring Accord Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 250 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 2,4 ml
Elke dosis van 80 microliter bevat teriparatide 20 microg.
Teriparatide Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 250 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 2,4 ml
Elke dosis van 80 microliter bevat teriparatide 20 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Parsabiv (als hydrochloride) XGVS Amgen bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml, flacon 1 ml, flacon 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met colecalciferol (vitamine D3) en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Na een recente heupfractuur heeft een behandeling met zoledroninezuur de voorkeur. Bij het bestaan van een contra-indicatie, intolerantie of een slechte therapietrouw zijn alendroninezuur in drankvorm, zoledroninezuur, of denosumab alternatieven. Overweeg bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose direct te starten met teriparatide of romosozumab.
Overweeg teriparatide bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie voor een bisfosfonaat of denosumab, bij het optreden van een derde fractuur tijdens de behandeling, of als initiële therapie bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose en een hoog risico op botbreuken. Voor de criteria om teriparatide als eerstekeusmiddel voor te schrijven aan postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose, zie de multidisciplinaire richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie (2022). Teriparatide heeft een maximale behandelduur van 24 maanden, waarna het advies is om de behandeling voort te zetten met een botafbraakremmend middel (bisfosfonaat).
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling van secundaire hyperparathyroïdie.
Indicaties
- Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen en bij mannen met meer kans op botbreuken;
- Behandeling van osteoporose veroorzaakt door glucocorticoïden, bij volwassen vrouwen en mannen met meer kans op fracturen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Secundaire hyperparathyroïdie bij volwassenen met chronische nierschade die hemodialyse ondergaan.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Osteoporose
Volwassenen (incl. ouderen)
20 microgram 1×/dag subcutaan injecteren in het dijbeen of de buik. De maximale totale behandelduur is 24 maanden. Gedurende het gehele leven is slechts eenmaal dit behandelschema van 24 maanden toegestaan.
Doseringen
Controleer de serumconcentratie parathyroïdhormoon (PTH) 4 weken na starten of dosisaanpassing, en in de onderhoudsfase ongeveer elke 1–3 maanden.
Controleer de serumcalciumconcentratie binnen 1 week na starten of dosisaanpassing, en in de onderhoudsfase ongeveer elke 4 weken.
Vóór toediening van de eerste dosis, vóór elke dosisverhoging en vóór hervatten van de behandeling moet de serumcalciumconcentratie gelijk aan of hoger zijn dan de ondergrens van het normale bereik.
Secundaire hyperparathyroïdie
Volwassenen
begindosering 5 mg 3×/week. Vervolgens individueel instellen tot een onderhoudsdosering van 2,5–15 mg 3×/week, om de gewenste streefwaarde van parathyroïdhormoon (PTH) te bereiken. Verhoog de dosering met stappen van 2,5 of 5 mg, niet vaker dan elke 4 weken, tot max. 15 mg 3×/week. Toediening aan het einde van de hemodialyse.
Dosisaanpassingen op basis van PTH-concentratie: Bij een PTH-concentratie < 100 pg/ml (10,6 pmol/l): verlaag de dosering of onderbreek de behandeling. Als de PTH-concentratie na dosisverlaging niet stijgt tot > 100 pg/ml: onderbreek de behandeling. Hervat de behandeling in een lagere dosering, zodra de PTH-concentratie weer stijgt tot > 150 pg/ml (15,9 pmol/l) én de predialyseconcentratie van gecorrigeerd calcium ≥ 8,3 mg/dl (2,08 mmol/l) is. Als hierbij de laatst toegediende dosis 2,5 mg was, mag de behandeling worden hervat in deze dosis als de PTH-concentratie > 300 pg/ml (31,8 pmol/l) en de meest recente predialyseconcentratie van gecorrigeerd calcium ≥ 8,3 mg/dl (2,08 mmol/l) is.
Dosisaanpassingen op basis van serumcalciumconcentratie: zie Aanbevelingen bij hypocalciëmie.
Bij overschakelen van cinacalcet: de behandeling minimaal 7 dagen na de laatste dosis cinacalcet starten, en pas als de gecorrigeerde calciumconcentratie gelijk aan of hoger is dan de ondergrens van het normale bereik.
Bij gemiste doses: als de behandeling > 2 weken is onderbroken, de behandeling hervatten met een dosis van 5 mg (of 2,5 mg als dat de laatst toegediende dosis was) en individueel instellen om de gewenste PTH-concentratie te bereiken.
Toediening: aan het einde van de hemodialyse, als injectie via de veneuze lijn tijdens de teruggave of intraveneus na de teruggave. Bij toediening tijdens de teruggave, ten minste 150 ml van het teruggavevolume ná de injectie toedienen. Als de teruggave al is voltooid, dan intraveneus toedienen, gevolgd door spoeling met ten minste 10 ml fysiologische zoutoplossing.
Aanbevelingen bij hypocalciëmie
Bij een gecorrigeerde calciumconcentratie < 8,3 mg/dl (2,08 mmol/l) en ≥ 7,5 mg/dl (1,88 mmol/l)
- indien klinisch geïndiceerd: start of verhoog calciumsupplementen, calciumbevattende fosfaatbinders, vitamine D-sterolen en/of verhoog de calciumconcentratie van het dialysaat;
- overweeg verlaging van de dosering etelcalcetide.
Bij een gecorrigeerde calciumconcentratie < 7,5 mg/dl (1,88 mmol/l) of symptomen van hypocalciëmie
- stop etelcalcetide tot de gecorrigeerde calciumconcentratie ≥ 8,3 mg/dl (2,08 mmol/l) is en eventuele symptomen van hypocalciëmie zijn verdwenen;
- indien klinisch geïndiceerd: start of verhoog calciumsupplementen, calciumbevattende fosfaatbinders, vitamine D-sterolen en/of verhoog de calciumconcentratie van het dialysaat;
- hervat etelcalcetide in een dosering die 5 mg lager is dan de laatst toegediende dosis. Als de laatst toegediende dosis 2,5 of 5 mg was dan moet worden hervat met 2,5 mg.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pijn in een extremiteit.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, (draai-)duizeligheid, flauwvallen, ischias. Misselijkheid, braken, hiatus hernia, gastro-oesofageale refluxziekte. Palpitaties, hypotensie. Dyspneu. Depressie. Toegenomen transpiratie. Spierkramp, asthenie. Vermoeidheid, pijn op de borst, reacties op de injectieplaats (pijn, zwelling, erytheem, lichte bloeding). Anemie, hypercholesterolemie, verhoging urinezuurspiegel.
Soms (0,1-1%): tachycardie. Hemorroïden. Emfyseem. Urinaire incontinentie, polyurie, plotselinge mictiedrang, nefrolithiase. Spierpijn, gewrichtspijn, ernstige rugkramp of -pijn binnen enkele minuten na een injectie. Gewichtstoename, hartgeruis, hypercalciëmie > 2,76 mmol/l, toename alkalisch fosfatasegehalte, hyperurikemie.
Zelden (0,01-0,1%): gestoorde nierfunctie, nierfalen. Allergische reacties zoals acute dyspneu, oro/faciaal oedeem, gegeneraliseerde urticaria, anafylaxie. Hypercalciëmie > 3,25 mmol/l. Voorbijgaande orthostatische hypotensie is een aantal keren waargenomen, gewoonlijk vier uur na toediening met een spontaan herstel na minuten tot enkele uren.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypocalciëmie. Misselijkheid, braken, diarree. Spierkrampen.
Vaak (1-10%): hyperkaliëmie, hypofosfatemie. Hoofdpijn, paresthesie. Verslechtering van hartfalen, QT-verlenging. Hypotensie. Spierpijn.
Soms (0,1-1%): convulsies.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (incl. anafylaxie).
Interacties
Een eventuele hypercalciëmie kan predisponeren voor een digoxinevergiftiging.
Interacties
Niet gelijktijdig gebruiken met cinacalcet, wegens kans op ernstige hypocalciëmie. Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die de serumcalciumconcentratie kunnen verlagen (zoals denosumab); controleer de serumcalciumconcentratie nauwgezet.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens het gebruik.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- reeds bestaande hypercalciëmie;
- metabole botziekten anders dan osteoporose, zoals botziekte van Paget en hyperparathyroïdie;
- voorafgaande radiotherapie van het skelet;
- maligniteit van het skelet of botmetastasen;
- onverklaarde verhoogde alkalische fosfatase;
- ernstige nierinsufficiëntie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Teriparatide mag niet worden gebruikt bij kinderen of jonge volwassenen met open epifysen.
Contra-indicaties
De behandeling mag niet worden gestart bij een gecorrigeerde serumcalciumconcentratie lager dan de ondergrens van het normale bereik.
Waarschuwingen en voorzorgen
De serumcalciumconcentratie bereikt een maximumwaarde 4–6 uur na toediening (zelden > 3,25 mmol/ l) en is na 16–24 uur weer tot de uitgangswaarde gedaald. Hierdoor kan bij patiënten met een normale calciumspiegel tijdelijk een verhoging worden waargenomen. Bloedmonsters daarom ten minste 16 uur na de laatste toediening afnemen. Patiënten moeten aanvullend calcium- en vitamine D-supplementen gebruiken als de inname met de voeding niet toereikend is.
Wees voorzichtig bij matige nierinsufficiëntie en bij actieve of recente urolithiase. Er zijn geen gegevens beschikbaar over toepassing bij leverfunctiestoornissen.
Proefdieronderzoek wijst op een verhoogde incidentie van osteosarcoom bij langdurige toediening van teriparatide. Na afloop van de behandeling eventueel doorgaan met een andere behandeling voor osteoporose.
Ervaring bij kinderen < 18 jaar ontbreekt; niet toepassen bij kinderen of jong volwassenen met open epifysen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Tijdens behandeling controleren op optreden van hypocalciëmie, met potentiële symptomen zoals paresthesieën, myalgie, kramp, tetanie en convulsies. Controleer de serumcalciumconcentratie nauwgezet bij: congenitaal lang QT-syndroom, voorgeschiedenis van QT-verlenging, familie-anamnese van lang QT-syndroom of acute hartdood, aandoeningen die predisponeren voor QT-verlenging en ventriculaire aritmie, convulsies in de anamnese en bij congestief hartfalen in de anamnese.
Bij chronische onderdrukking van de PTH-waarde (tot onder 100 pg/ml) kan zich adynamische botziekte ontwikkelen; bij dalen van de PTH-concentratie onder het aanbevolen streefbereik, de dosering etelcalcetide en/of vitamine D-sterolen verlagen of de therapie staken. De behandeling kan worden hervat met een lagere dosis (zie rubriek Dosering).
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met etelcalcetide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Teriparatide (rhPTH (1–34)) is het actieve fragment van endogeen humaan parathyroïdhormoon. Endogeen 84-aminozuur parathyroïdhormoon (PTH) is de primaire regulator van het calcium- en fosfaatmetabolisme in het bot en de nieren. PTH stimuleert de botvorming via directe effecten op de botvormende cellen (osteoblasten) met indirect verhoging van de absorptie van calcium in de darmen en verhoging van de tubulaire reabsorptie van calcium en de fosfaatuitscheiding door de nieren. Bij postmenopauzale vrouwen is er een significante afname aangetoond in de incidentie van wervel- en niet-wervelfracturen, maar niet van heupfracturen.
Kinetische gegevens
Resorptie | vanuit de injectieplaats: ca. 1 uur. |
V d | ca. 1,7 l/kg. |
Eliminatie | hepatisch en extra-hepatisch. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch peptide dat als calcimimeticum werkt. Activeert de calciumgevoelige receptor op de bijschildklier, waardoor het de afgifte van parathyroïdhormoon (PTH) verlaagt. De verlaging van de PTH-concentratie gaat gepaard met een gelijktijdige daling van de serumcalcium- en fosfaatconcentraties.
Kinetische gegevens
Overig | De farmacokinetische gegevens zijn bepaald bij patiënten met chronische nierschade die hemodialyse ondergaan. |
V d | ca. 11,4 l/kg. |
Eliminatie | met het dialysaat ca. 60%, met de urine en feces ca. 7%. |
T 1/2el | 3–5 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
teriparatide hoort bij de groep calciumregulerende middelen, overige.
Groepsinformatie
etelcalcetide hoort bij de groep calciumregulerende middelen, overige.