Samenstelling
Acarizax
lyofilisaat
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
ALK-Abelló bv
- Toedieningsvorm
- Tablet voor sublinguaal gebruik
- Sterkte
- 12 SQ-HDM
Bevat per tablet: gestandaardiseerd allergeenextract van de huisstofmijten Dermatophagoides pteronyssinus en Dermatophagoides farinae.
Actair Stallergenes Greer Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet voor sublinguaal gebruik '100 & 300 IR'
- Verpakkingsvorm
- startverpakking
Bevat per verpakking: 3 tabletten 100 IR + 28 tabletten 300 IR.
- Toedieningsvorm
- Tablet voor sublinguaal gebruik
- Sterkte
- 100 IR, 300 IR
Bevat per tablet: gestandaardiseerd allergeenextract van de huisstofmijten Dermatophagoides pteronyssinus en Dermatophagoides farinae.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Grazax lyofilisaat ALK-Abelló bv
- Toedieningsvorm
- Tablet voor sublinguaal gebruik
- Sterkte
- 75.000 SQ-T
Bevat per tablet: gestandaardiseerd allergeenextract van pollen van timoteegras ( Phleum pratense).
Oralair Stallergenes Greer Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet voor sublinguaal gebruik '100 & 300 IR'
- Verpakkingsvorm
- startverpakking
Bevat per verpakking: 3 tabletten 100 IR + 28 tabletten 300 IR.
- Toedieningsvorm
- Tablet voor sublinguaal gebruik
- Sterkte
- 300 IR
Bevat gestandaardiseerd allergeenextract van 5 soorten graspollen: kropaar ( Dactylis glomerulata), gewoon reukgras ( Anthoxanthum odoratum), Engels raaigras ( Lolium perenne), veldbeemdgras ( Poa pratensis), timoteegras ( Phleum pratense). Hulpstof: mannitol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
De effectiviteit van allergeenextract met huisstofmijt is vastgesteld. De behandeling vermindert de symptomen, maar doet deze niet verdwijnen. De behandeling duurt 3–5 jaar; lokale bijwerkingen (jeuk, irritatie mondkeelholte) treden vaak op. In de praktijk is therapietrouw een belangrijk probleem. Vanwege de problemen met de therapietrouw en de grote verschillen in effectiviteit tussen individuele patiënten moet de behandeling met een immunotherapie regelmatig worden geëvalueerd.
Aan de vergoeding van allergeenextract huisstofmijt (sublinguaal) zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
- ZIN-rapport 2017 allergeenextract huisstofmijt Acarizax® allergische rhinitis door huisstofmijt
- ZIN-rapport 2022 allergeenextract huisstofmijt (sublinguaal) Actair® bij aanhoudend matige of ernstige door huisstofmijt geïnduceerde allergische rinitis of rhinoconjunctivitis bij volwassenen en adolescenten
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
De effectiviteit van allergeenextract met graspollen staat vast. De behandeling vermindert de symptomen, maar doet deze niet verdwijnen. De behandeling duurt 3–5 jaar; lokale bijwerkingen (jeuk, irritatie mondkeelholte) treden vaak op. In de praktijk is therapietrouw een belangrijk probleem.
Indicaties
- Acarizax: Aanhoudend matige tot ernstige huisstofmijt–geïnduceerde allergische rinitis bij patiënten van 12–65 jaar, ondanks het gebruik van symptoomverlichtende medicatie, met klinisch relevante klachten, bij wie de diagnose is gesteld door middel van een positieve huidpriktest en/of specifieke IgE-test op huisstofmijt.
- Actair: Matige tot ernstige door huisstofmijt geïnduceerde allergische rinitis of rinoconjunctivitis bij patiënten van 12–65 jaar, gediagnosticeerd op basis van de klinische voorgeschiedenis en een positieve sensitisatietest voor de huisstofmijt (huidpriktest en/of specifieke IgE).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van graspollen–geïnduceerde rinitis met of zonder conjunctivitis bij volwassenen en kinderen (≥ 5 jaar) met klinisch relevante klachten, bij wie de diagnose is gesteld door middel van een positieve huidpriktest en/of specifieke IgE-test op graspollen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De astma-status van de patiënt zorgvuldig evalueren voordat de behandeling wordt begonnen (zie ook de rubrieken Contra-indicaties en Waarschuwingen/voorzorgen).
De eerste tablet onder medisch toezicht in laten nemen; de patiënt hierbij 30 min. observeren.
Matige tot ernstige allergische rinitis geïnduceerd door huisstofmijt:
Volwassenen en kinderen van 12-65 jaar:
Acarizax: 12 SQ-HDM 1×/dag (=één lyofilisaat voor oraal gebruik per dag). Er zijn geen gegevens beschikbaar m.b.t. de werkzaamheid voor een behandelperiode langer dan 18 maanden. Indien in het eerste jaar van behandeling geen verbetering wordt gezien de behandeling staken.
Actair: start op dag 1: 1 tablet à 100 IR, op dag 2: 200 IR (2 tabletten gelijktijdig) en op dag 3: 1 tablet à 300 IR. Duur van de dosis escalatie periode eventueel verlengen. Onderhoudsbehandeling is 300 IR 1×/dag. Er zijn geen gegevens beschikbaar m.b.t. de werkzaamheid voor een behandelperiode langer dan 12 maanden. Overweeg bij geen verbetering in het eerste jaar de behandeling te staken.
Toediening: De tablet met droge vingers onder de tong plaatsen en daarna de eerste minuut niet slikken en de volgende vijf minuten niet eten en drinken.
Indien de behandeling langer dan 7 dagen wordt onderbroken, moet de patiënt eerst contact opnemen met de arts alvorens de behandeling te hervatten.
Doseringen
Grazax:
Volwassenen < 65 jaar en kinderen ≥ 5 j.:
De behandeling beginnen ten minste 4 maanden vóór het verwachte begin van het graspollenseizoen en 3 jaar continueren. Dosering: 75.000 SQ-T 1×/dag gedurende het hele seizoen. Eventueel kan bij beginnen 2–3 maanden vóór het seizoen ook effect worden bereikt. Behandeling niet voortzetten bij geen relevante verbetering van symptomen tijdens eerste graspollenseizoen. De tablet met droge vingers onder de tong plaatsen en daarna de eerste minuut niet slikken en de volgende vijf minuten niet eten en drinken. De eerste tablet dient onder medisch toezicht te worden ingenomen; de patiënt hierbij 30 min observeren.
Oralair:
Volwassenen < 50 j. en kinderen ≥ 5 j.:
De behandeling beginnen ten minste 4 maanden vóór het verwachte begin van het graspollenseizoen en voortzetten tot het einde van het pollenseizoen. Begin behandeling: dag 1: 100 IR; dag 2: 200 IR; dag 3 en verder (onderhoudsbehandeling): 300 IR. Behandeling niet voortzetten bij geen relevante verbetering van symptomen tijdens eerste graspollenseizoen. Bij kinderen ontbreken gegevens over gebruik langer dan één graspollenseizoen. De tablet onder de tong houden totdat deze volledig is opgelost (> 1 min) en dan doorslikken. De tablet overdag innemen, in een lege mond. De eerste tablet dient onder medisch toezicht te worden ingenomen; daarbij de patiënt 30 min observeren.
Indien de behandeling langer dan 7 dagen wordt onderbroken, deze hervatten onder medisch toezicht.
Bijwerkingen
Lokale allergische reacties treden op, vooral in de eerste paar dagen, meestal binnen 5 minuten na inname, en nemen af na enkele minuten tot uren. Deze reacties verdwijnen bij voortzetting van de behandeling (na 1–3 maanden).
Acarizax
Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis, keelirritatie, gezwollen lippen, oedeem en/of jeuk in de mond. Jeukende oren.
Vaak (1-10%): astma, dyspneu, dysfonie. Orofaryngeale pijn, faryngeaal oedeem. Rinitis, sinusitis, faryngitis, bronchitis. Jeukende ogen. Jeukende lippen, jeukende tong, oedeem van de tong, glossitis, glossodynie, pijn in de mond, mondzweren, onaangenaam gevoel in de mond, erytheem van het mondslijmvlies, stomatitis, dysfagie, orale paresthesie, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, dyspepsie, gastro-oesofageale refluxziekte. Onaangenaam gevoel op de borst, vermoeidheid. Jeuk op de huid, urticaria.
Soms (0,1-1%): anafylactische reactie. Hartkloppingen. Duizeligheid, paresthesie. Verstopte neus, rinorroe, niezen, onaangenaam gevoel in de neus, neusoedeem. Beklemd gevoel in de keel, faryngeaal erytheem, hypertrofie van de tonsillen. Laryngitis. Blaarvorming van het mondslijmvlies, droge mond, pijnlijke lippen, lipzweren, speekselkliervergroting, hypersecretie van speeksel, oesofageale irritatie. Onaangenaam gevoel van de oren. Erytheem op de huid. Allergische conjunctivitis. Malaise.
Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem. Laryngeaal/tracheaal oedeem. Neusobstructie.
Verder zijn gemeld: ernstige systemische allergische reacties (inclusief anafylaxie), ook bij doseringen na de eerste dosering, eosinofiele oesofagitis.
Actair
Zeer vaak (> 10%): jeukende oren. Keelirritatie.
Vaak (1-10%): dysgeusie. Jeukende ogen. Faryngeaal oedeem, dyspneu, hoest. Oedeem van de tong of lip, mondzweer, stomatitis, diarree, buikpijn, dyspepsie, dysfagie, nausea, orofaryngeale pijn of ongemak, orale paresthesie, jeukende tong, jeukende lip. Jeuk. Borstkaspijn.
Soms (0,1-1%): gastro-enteritis, nasofaryngitis, orale candidiasis. Orale-allergiesyndroom. Angst. Duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie. Conjunctivitis, oogoedeem, verhoogde traanproductie. Vertigo, oorpijn, oor paresthesie. Larynxoedeem, faryngeale aandoening, astma, bronchospasme, piepende ademhaling, keelbeklemming, dysfonie, epistaxis, strottenhoofdongemak, faryngeale paresthesie, rinitis (neusverstopping, nasale pruritus, rinorroe, niezen). Eosinofiele oesofagitis, gastritis, gehemelteoedeem, gastro-oesofageale refluxziekte, orofaryngeale blaren, oesofaguspijn, cheilitis droge mond, droge keel, glossitis, glossodynie, hypo-esthesie oraal, orale aandoening, speekselklieraandoening, braken. Angio-oedeem, dermatitis, huiduitslag, urticaria. Gezichtsoedeem, gelokaliseerd oedeem, borstkasongemak, brok in de keel gevoel, asthenie, malaise, dorst. Laboratoriumtest abnormaal (hematologisch, hepatisch, urinezuur).
Zelden (0,01-0,1%): bronchitis, periodontitis. Seizoensgebonden allergie. Prikkelbaarheid. Aandachtsstoornis, hypo-esthesie, slaperigheid, spraakstoornis, tremor. Oculaire hyperemie, blefaritis, blefarospasme, oogirritatie. Oorcongestie, tinnitus. Hyperventilatie, strottenhoofdirritatie, neusongemak, hypo-esthesie van farynx, bijholteverstopping. Oesofageaal oedeem, mondbloeding, prikkelbaredarmsyndroom, frequente ontlasting, slechte adem, oprisping, flatulentie, odynofagie. Erythema multiforme, blaar, erytheem, prurigo. Spierspasmen, skeletspierongemak. Sterke aandrang tot mictie. Borstpijn.
Bijwerkingen
Grazax
Zeer vaak (> 10%): jeukende oren. Irritatie van de keel. Jeuk in de mond, mondoedeem.
Vaak (1-10%): jeukende ogen, conjunctivitis, zwelling van het oog. Niezen, hoesten, droge keel, dyspneu, orofaryngeale pijn, keeloedeem, loopneus, beklemmend gevoel in de keel, jeukende neus. Gezwollen lippen, onaangenaam gevoel van de mond, orale paresthesie, stomatitis, dysfagie, buikpijn, diarree, verstoorde spijsvertering, misselijkheid, braken, erythema van het mondslijmvlies, mond ulceratie, pijn in de mond, jeukende lip. Jeuk, urticaria, huiduitslag. Vermoeidheid, onaangenaam gevoel op de borst.
Soms (0,1-1%): anafylactische reactie, systemische allergische reactie. Angio-oedeem, huiduitslag. Droge mond, blaar op de lip, cheilitis, odynofagie, vergrote speekselklier, speekselhypersecretie, tongafwijkingen, glossitis, gastritis, gastro-oesofageale reflux, maagklachten, lip-ulceratie, blaarvorming mondslijmvlies. Oculaire hyperemie, oogirritatie, tranende ogen. Onaangenaam gevoel van de oren, oorpijn. Gevoel van een vreemd lichaam. Faryngeale hypo-esthesie, hypertrofie van de keelamandelen, larynxoedeem, dysfonie, faryngeaal erytheem. Dysgeusie, paresthesie. Hartkloppingen.
Zelden (0,01–0,1%): zwelling van het oor. Bronchospasme. Eosinofiele oesofagitis.
Verder zijn gemeld: ernstige anafylactische reacties (incl. shock).
Bij kinderen, afwijkend aan volwassenen: vaak (1-10%) oogirritatie, oorpijn, faryngeaal erytheem en blaarvorming mondslijmvlies; soms (0,1-1%) zwelling van het oor.
Oralair
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Irritatie van de keel. Jeuk in de mond.
Vaak (1-10%): Nasofaryngitis, rinitis. Jeukende ogen, conjunctivitis, tranende ogen. Jeukende oren. Astma, allergische rhinitis (neusverstopping, niezen, rinorroe, ongemak aan de neus), hoest, orofaryngeale pijn, faryngeaal oedeem, verstopping van de sinussen, dyspneu, dysfonie, droge keel, orofaryngeale blaar, orofaryngeaal ongemak. Buikpijn, diarree, braken, oedeem in de mond, jeuk aan de tong, oedeem in de lippen, paresthesie aan de mond, dyspepsie, oedeem in de tong, hypo-esthesie in de mond, stomatitis, jeuk aan de lippen, onaangenaam gevoel in de mond, misselijkheid, glossodynie, droge mond, dysfagie. Urticaria, jeuk, atopische dermatitis. Onaangenaam gevoel op de borst.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, 'oraal allergie syndroom'. Koortslip. Roodheid van de ogen, oedeem in de ogen, droge ogen. Otitis, onaangenaam gevoel in het oor. Faryngeale hypo-esthesie, gevoel van beklemming van de keel, piepende ademhaling, laryngeaal oedeem. Lymfadenopathie. Pijn aan de mond, gingivitis, cheilitis, gastritis, glossitis, vergroting van de speekselklieren, gastro-oesofageale reflux, tongaandoening, speeksel hypersecretie, mond ulceratie, oesofageale pijn, oedeem in het gehemelte, mondaandoening, odynofagie, oprisping. Dysgeusie, slaperigheid, duizeligheid. Angio-oedeem, huiduitslag, acne. Gevoel van brok in de keel, asthenie, grieperige aandoening. Depressie. Ontvelling.
Zelden (0,01–0,1%): oedeem in het gelaat. Angst. Blozen. Toename van eosinofiele telling.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, astma-exacerbatie, systemische allergische reactie, eosinofiele oesofagitis.
Bij kinderen, afwijkend aan volwassenenen: zeer vaak (> 10%) hoest, nasofaryngitis, oedeem in de mond en vaak (1-10%) 'oraal allergie syndroom', cheilitis, glossitis, gevoel van brok in de keel, onaangenaam gevoel in het oor. Daarnaast worden bij kinderen tonsillitis, bronchitis (vaak), pijn op de borst (soms) gemeld.
Interacties
Gebruik van β-blokkers is gecontra-indiceerd, omdat het effect van adrenaline wordt verminderd (gebruikt bij de behandeling van een eventuele anafylactische shock). Behandeling niet beginnen tijdens therapie met immunosuppressiva.
Tricyclische antidepressiva, MAO-remmers en COMT-remmers kunnen de effecten van adrenaline (gebruikt bij de behandeling van een eventuele anafylactische shock) versterken.
Gelijktijdige behandeling met anti-allergische (zoals antihistaminica) of of anti-IgE geneesmiddelen (zoals omalizumab) kan de tolerantiegrens op de immunotherapie verhogen; bij staken van één van deze middelen kan een reductie van de allergeendosis nodig zijn.
Klinische ervaring met gelijktijdige vaccinaties ontbreekt.
Interacties
Gebruik van β-blokkers is gecontra–indiceerd, omdat het effect van adrenaline wordt verminderd (gebruikt bij de behandeling van een eventuele anafylactische shock). Behandeling niet beginnen tijdens therapie met immunosuppressiva.
Tricyclische antidepressiva (zoals amitriptyline) en MAO-remmers kunnen de effecten van adrenaline (gebruikt bij de behandeling van een eventuele anafylactische shock) versterken.
Antihistaminica, bronchospasmolytica, cromonen en corticosteroïden kunnen de gevoeligheid voor allergenen beïnvloeden; bij staken van één van deze middelen kan een reductie van de allergeendosis nodig zijn.
Klinische ervaring met gelijktijdige vaccinaties ontbreekt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Start niet met een behandeling met allergeenextract immunotherapie tijdens de zwangerschap, in verband met het risico op een anafylactische shock. Als de behandeling al voor de zwangerschap is gestart is, kan deze waarschijnlijk veilig tijdens de zwangerschap worden voortgezet. Houd dezelfde dosering aan.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Start niet met een behandeling met allergeenextract immunotherapie tijdens de zwangerschap, in verband met het risico op een anafylactische shock. Als de behandeling al voor de zwangerschap is gestart is, kan deze waarschijnlijk veilig tijdens de zwangerschap worden voortgezet. Houd dezelfde dosering aan.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: wordt volgens de fabrikant niet verwacht. Er zijn geen gegevens bekend over het gebruik tijdens de borstvoeding.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding afwegen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. De systemische blootstelling aan de actieve stof is echter verwaarloosbaar.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding afwegen.
Contra-indicaties
- actieve of onvoldoende onder controle gebrachte aandoeningen die het immuunsysteem beïnvloeden (bv. maligniteiten, auto-immuunziekten of immunodeficiëntie);
- ontstekingen in de mondholte met ernstige klachten zoals lichen planus, ulceraties of mycosis;
- een FEV1 < 70% van de voorspelde waarde bij aanvang van de behandeling, ondanks adequate behandeling hiervoor (zie ook de rubriek Interacties);
- ernstige verergering van astma in de laatste drie maanden;
- ten tijde van een acute luchtweginfectie bij astma-patiënten (dan de behandeling uitstellen tot de infectie over is).
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- kwaadaardige of systemische aandoeningen die het immuunsysteem beïnvloeden (bv. maligniteiten, auto-immuunziekten, immuuncomplexreacties of immunodeficiëntie);
- ontstekingen in de mondholte met ernstige klachten zoals lichen planus, ulceraties of mycosis;
- ernstig of ongecontroleerd astma (FEV1< 70% van voorspelde waarde bij volwassenen, FEV1 < 80% van voorspelde waarde bij kinderen) ondanks adequate behandeling.
Zie ook de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Behandeling met huisstofmijtextract dient alleen te worden ingesteld door artsen met voldoende ervaring in de behandeling van allergische ziekten.
Ernstige systemische allergische reacties: staak behandeling bij klachten die duiden op ernstige laryngofaryngeale of systemische allergische reacties (bv. angio-oedeem, slik- of ademhalingsproblemen, stemveranderingen, hypotensie en/of geassocieerde symptomen). Zorg voor medisch toezicht tijdens inname van de eerste dosis. Patiënten dienen geïnformeerd te worden over bijbehorende signalen en symptomen en onmiddellijk medische hulp te zoeken. Ernstige allergische reacties (zoals anafylactische reacties, incl. het optreden van anafylactische shock) kunnen zich nog voor doen volgende op de tweede of latere toedieningen en kunnen worden behandeld met intramusculair (of evt. subcutaan) toegediend adrenaline.
Astma is een risicofactor voor ernstige allergische reacties. Patiënten met een hartziekte kunnen een groter risico hebben in geval van systemische allergische reacties; de klinische ervaring met dit middel bij deze patiëntengroep en bij patiënten met auto-immuunziekten in remissie is beperkt. Wees ook voorzichtig, indien eerder een systemische allergische reactie is opgetreden bij behandeling met een subcutane immunotherapie voor huisstofmijtallergie; de middelen om een ernstige systemische reactie te behandelen moeten voor handen zijn.
Bij ernstige lokale reacties toediening van anti–allergische medicatie (bv. antihistaminica) overwegen.
Bij ernstige of persisterende gastro-oesofageale symptomen zoals dysfagie of dyspepsie contact opnemen met de arts vanwege kans op het ontstaan van eosinofiele oesofagitis.
Bij mondproblemen zoals een ernstige ontsteking, wond of na een operatie aan de mond (bv. extractie van tanden en/of kiezen) of na verlies van tanden, de behandeling onderbreken om de mond te laten genezen.
Werkzaamheid en veiligheid: er is geen klinische ervaring bij kinderen jonger dan 12 jaar en bij patiënten > 65 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Behandeling met graspollenextract dient alleen te worden ingesteld door artsen met voldoende ervaring in de behandeling van allergische ziekten, ook bij kinderen.
Overweeg bij lokale reacties het gebruik van anti–allergische medicatie (bv. antihistaminica). De behandeling staken bij klachten die duiden op ernstige laryngofaryngeale of systemische reacties (bv. angio-oedeem, slik- of ademhalingsproblemen, stemveranderingen, hypotensie en/of geassocieerde symptomen). Informeer patiënt over bijbehorende signalen en symptomen en om onmiddellijk medische hulp te zoeken. Ernstige allergische reacties (zoals anafylactische reacties, incl. het optreden van anafylactische shock) kunnen zich nog voor doen volgende op de tweede of latere toedieningen en kunnen worden behandeld met subcutaan of intramusculair toegediend adrenaline. Beoordeel of de patiënt adrenaline kan verdragen (zie rubriek Interacties). Patiënten met een hartziekte kunnen een verhoogd risico hebben, maar klinische ervaring is beperkt.
Astma is een risicofactor voor ernstige systemische allergische reactie; laat patiënt contact opnemen wanneer astma verergert. Bij acute luchtweginfectie, start van de behandeling uitstellen.
Overweeg bij ernstige of persisterende gastro-oesofageale symptomen zoals dysfagie of dyspepsie de behandeling te staken, vanwege kans op het ontstaan van eosinofiele oesofagitis.
Bij heelkundige ingrepen in de mond, waaronder extractie van tanden en/of kiezen, en bij kinderen tijdens het wisselen van het melkgebit de behandeling gedurende zeven dagen onderbreken voor een goede genezing van de mondholte.
Bij kinderen met astma bij infectie van de bovenste luchtwegen de behandeling onderbreken totdat de infectie is genezen.
Klinische ervaring bij kinderen < 5 jaar, volwassenen > 65 j. (Grazax) en > 50 j. (Oralair) ontbreekt.
Overdosering
Voor meer informatie over een vergiftiging met oraal of sublinguaal ingenomen allergeenextract huisstofmijt: neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
het risico van bijwerkingen, waaronder ernstige symptomen zoals angio-oedeem en ademhalingsproblemen, is vergroot. De patiënt moet zich ook meteen melden bij moeite met slikken, verandering van de stem en een vol gevoel in de keel.
Therapie
symptomatisch, denk aan eventuele toepassing van intramusculair of subcutaan adrenaline.
Voor meer informatie over een vergiftiging met allergeenextract van grassen neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Het allergeenextract huisstofmijtextract bestaat voornamelijk uit eiwitten. Het werkingsmechanisme van allergeenextracten is niet volledig bekend. Behandeling met huisstofmijtextract wekt een systemische competitieve antilichaamreactie op tegen huisstofmijt en brengt een verhoging van de concentratie van specifiek IgG4 teweeg. Klinisch effect treedt naar verwachting 8–16 weken na aanvang van de behandeling op. Internationale behandelrichtlijnen geven aan dat met allergie immunotherapie een gunstig effect op het natuurlijke beloop van de aandoening kan worden bereikt na een behandelperiode van 3 jaar.
Kinetische gegevens
Resorptie | vermoedelijk via het mondslijmvlies door dendritische cellen, in het bijzonder Langerhans-cellen. |
Metabolisering | allergeen dat niet via het mondslijmvlies wordt geabsorbeerd wordt naar verwachting gehydrolyseerd tot aminozuren en kleine polypeptiden in het lumen van het maag-darmkanaal. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
De in graspollenextract aanwezige allergenen zijn een mengsel van eiwitten en glycoproteïnen. Het werkingsmechanisme van allergeenextracten is niet volledig bekend. Behandeling met graspollenextract wekt een systemische competitieve antilichaamreactie op tegen graspollen en brengt een verhoging van de concentratie van specifiek IgG teweeg die minstens 3 jaar aanhoudt. De klinische betekenis van deze bevindingen staat niet vast. IR (reactiviteitsindex) geeft de activiteit van een allergeenextract weer; de IR van deze fabrikant is niet vergelijkbaar met reactiviteitsindices van andere allergeenfabrikanten.
Groepsinformatie
allergeenextract huisstofmijt (sublinguaal) hoort bij de groep allergeenextracten.
- allergeenextract boompollen (parenteraal) (V01AA05) Vergelijk
- allergeenextract boompollen (sublinguaal) (V01AA05) Vergelijk
- allergeenextract graspollen (parenteraal) (V01AA02) Vergelijk
- allergeenextract graspollen (sublinguaal) (V01AA02) Vergelijk
- allergeenextract huisstofmijt (parenteraal) (V01AA03) Vergelijk
- allergeenextract insectengif (parenteraal) (V01AA07) Vergelijk
- allergeenextract kattenepitheel (parenteraal) (V01AA11) Vergelijk
Groepsinformatie
allergeenextract graspollen (sublinguaal) hoort bij de groep allergeenextracten.
- allergeenextract boompollen (parenteraal) (V01AA05) Vergelijk
- allergeenextract boompollen (sublinguaal) (V01AA05) Vergelijk
- allergeenextract graspollen (parenteraal) (V01AA02) Vergelijk
- allergeenextract huisstofmijt (parenteraal) (V01AA03) Vergelijk
- allergeenextract huisstofmijt (sublinguaal) (V01AA03) Vergelijk
- allergeenextract insectengif (parenteraal) (V01AA07) Vergelijk
- allergeenextract kattenepitheel (parenteraal) (V01AA11) Vergelijk