Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Nulojix XGVS Bristol-Myers Squibb

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
250 mg

Bevat na reconstitutie per ml: belatacept 25 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor belatacept is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

  • Profylaxe van transplantaatafstoting bij volwassenen bij een niertransplantatie, in combinatie met corticosteroïden en een mycofenolzuur.

Doseringen

Het productieproces en het handelsproduct zijn gewijzigd. Hierdoor is een hogere onderhoudsdosering nodig. Deze is nu 6 mg/kg lichaamsgewicht (voor nieuwe gele verpakking) in plaats van 5 mg/kg lichaamsgewicht (voor oude witte verpakking). Het oude en nieuwe product zijn tijdelijk allebei op de markt. Per ongeluk verwisselen van de producten kan leiden tot medicatiefouten met als gevolg over- of onderdosering van belatacept.

Klap alles open Klap alles dicht

Profylaxe van afstoting van niertransplantaat

Volwassenen (incl. ouderen)

Bij start van transplantatie: 10 mg/kg lichaamsgewicht via intraveneuze infusie, op de dag van de transplantatie, voorafgaand aan implantatie, onmiddellijk voorafgaand aan of tijdens de operatie, maar vóór het voltooien van de vasculaire anastomosen van het transplantaat (dag 1); op dag 5, dag 14 en dag 28; aan het einde van week 8 en week 12 na transplantatie. Vanaf het einde van week 16 na transplantatie: 6 mg/kg om de 4 weken (± 3 dagen). Toedienen in combinatie met basiliximab, mycofenolaatmofetil en corticosteroïden.

Bij overstappen van een calcineurineremmer–gebaseerd regime ten minste 6 maanden na transplantatie: 6 mg/kg lichaamsgewicht via intraveneuze infusie elke 2 weken gedurende de eerste 8 weken, daarna 6 mg/kg lichaamsgewicht elke 4 weken. Na start van belatacept calcineurineremmer voortzetten, in afbouwende doses, voor ten minste 4 weken na de infusie van de initiële dosis belatacept. Controleer frequent op acute afstoting, volgens de lokale zorgstandaard, voor ten minste 6 maanden na omzetting op belatacept.

Nierfunctiestoonissen: een dosisaanpassing is niet nodig.

Toediening: verdunde oplossing toedienen met een relatief constante snelheid gedurende 30 minuten.

Bijwerkingen

Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum

Acuut ademhalingsnoodsyndroom Soms
Bloedneus Vaak
Bronchiëctasie Soms
Bronchopneumopathie Soms
Dysfonie Soms
Dyspneu Zeer vaak
Haemoptysis Soms
Hoesten Zeer vaak
Hypocapnie Vaak
Orofaryngeale blaarvorming Soms
Orofaryngeale pijn Vaak
Orthopnoea Vaak
Pijnlijke ademhaling Soms
Pleurale effusie Soms
Pneumonitis Soms
Pulmonaal oedeem Vaak
Pulmonaire hypertensie Soms
Slaap apneu syndroom Soms

Algemeen en toedieningsplaats

Borstkaspijn Vaak
Brandend gevoel op de toedieningsplaats Soms
Brandend gevoel op toedieningsplaats Soms
Fibrose op toedieningsplaats Soms
Irritatie op de toedieningsplaats Soms
Malaise Vaak
Oedeem perifeer Zeer vaak
Ontsteking op de toedieningsplaats Soms
Pyrexie Zeer vaak
Reactie op infuusplaats Soms
Ulcus op infuusplaats Soms
Vermoeidheid Vaak
Vertraagde wondgenezing Vaak
Zwelling aangezicht Soms

Bloed en lymfestelsel

Agranulocytose Soms
Anemie Zeer vaak
Hemolyse Soms
Hypercoagulatie Soms
Leukocytose Vaak
Leukopenie Zeer vaak
Lymfopenie Vaak
Monocytopenie Soms
Neutropenie Vaak
Polycytemie Vaak
Trombocytopenie Vaak
Zuivere erytrocytaire aplasie Soms

Bloedvaten

Angiopathie Vaak
Arteriële fibrose Vaak
Arteriële stenose Soms
Arteriële trombose Soms
Hematoom Vaak
Hypertensie Zeer vaak
Hypotensie Zeer vaak
Intermitterende claudicatio Soms
Lymfokèle Vaak
Overmatig blozen Soms
Shock Vaak
Tromboflebitis Soms
Veneuze trombose Soms

Congenitaal, familiaal en genetisch

Hydrokèle Vaak
Hypofosfatasemie Soms

Endocrien

Bijnierinsufficiëntie Soms
Cushingoïd Vaak

Hart

Acuut coronairsyndroom Soms
Angina pectoris Vaak
Aortaklepaandoening Soms
Atriale fibrillatie Vaak
Atrioventriculair blok tweedegraads Soms
Bradycardie Vaak
Hartfalen Vaak
Linkerventrikelhypertrofie Vaak
Supraventriculaire aritmie Soms
Tachycardie Vaak

Huid en onderhuid

Acne Vaak
Alopecia Vaak
Diabetische voet Soms
Haargroei abnormaal Soms
Huidexfoliatie Vaak
Hyperhidrose Vaak
Nachtzweten Vaak
Onychoclasis Soms
Peniele ulceratie Soms
Pruritus Vaak
Psoriasis Soms
Rash Vaak
Trichorrhexis Soms

Immuunsysteem

Anafylactische reactie ?
Chronische allograftnefropathie Vaak
Hypogammaglobulinemie Soms
Seizoensgebonden allergie Soms

Infecties

BK virusinfectie Vaak
Blastocystis-infectie Soms
Bovenste-luchtweginfectie Zeer vaak
Bronchitis Zeer vaak
Candida-infectie Vaak
Cellulitis Vaak
Conjunctivitis Soms
Cytomegaloviruscolitis Soms
Cytomegalovirusinfectie Zeer vaak
Encefalitis Soms
Endocarditis Soms
Epididymitis Soms
Gastro-enteritis Vaak
Giardiasis Soms
Griep Vaak
Herpes genitalis Soms
Herpes simplex Vaak
Herpes zoster Vaak
Herseninfectie door schimmels Soms
Lymfangitis Soms
Met polyomavirus geassocieerde nefropathie Soms
Onychomycose Vaak
Orale candidiasis Vaak
Osteomyelitis Soms
Pneumonie Vaak
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie Soms
Pyelonefritis Vaak
Retinitis Soms
Schimmelinfectie Vaak
Sepsis Vaak
Stafylokokken-infectie Soms
Strongyloidiasis Soms
Tuberculose Soms
Urineweginfectie Zeer vaak
Wondinfectie Vaak

Letsels, intoxicaties en complicaties

Breuk Soms
Incisie hernia Vaak
Kneuzing Soms
Peesruptuur Soms
Transplantaat disfunctie Zeer vaak
Transplantaattrombose ?

Lever en galwegen

Cholelithiase Soms
Cytolytische galblaas Vaak
Hepatische steatose Soms
Levercyste Soms

Maagdarmstelsel

Abdominale hernia Vaak
Braken Zeer vaak
Buikpijn Zeer vaak
Cheilitis Soms
Diarree Zeer vaak
Dikkedarmulcus Soms
Dunnedarmobstructie Soms
Dyspepsie Vaak
Gastroduodenaal ulcus Soms
Gingivale hypertrofie Soms
Maag-darminfectie Soms
Melaena Soms
Nausea Zeer vaak
Obstipatie Zeer vaak
Orale aften Vaak
Rectale hemorragie Soms
Speekselklierpijn Soms
Verkleurde feces Soms

Nieren en urinewegen

Dysurie Zeer vaak
Glucosurie Vaak
Hematurie Zeer vaak
Hydronefrose Vaak
Nachtelijke mictie Vaak
Nefritis Soms
Nierarterie stenose Vaak
Nierarterie trombose Soms
Nierfibrose Soms
Niersclerose Soms
Niertubulusatrofie Soms
Niervene trombose Vaak
Proteïnurie Zeer vaak
Tubulaire niernecrose Vaak
Urine-incontinentie Vaak
Urineretentie Vaak
Vesico-ureter reflux Vaak

Onderzoeken

Bloed creatinine verhoogd Zeer vaak
Bloed immunoglobuline G verlaagd Vaak
Bloed immunoglobuline M verlaagd Vaak
Bloed parathyroïdhormoon verhoogd Vaak
Bloed urinezuur verhoogd Soms
C-reactief proteïne verhoogd Vaak
CD4-lymfocytenpercentage verlaagd Soms
Gewicht verhoogd Vaak
Gewicht verlaagd Vaak
Leverfunctietest abnormaal Vaak
Pancreatische enzymen verhoogd Soms
Prostaatspecifiek antigeen verhoogd Soms
Troponine verhoogd Soms
Urine output verlaagd Soms

Oog

Cataract Vaak
Fotofobie Soms
Gezichtsvermogen wazig Vaak
Keratitis Soms
Oculaire hyperemie Vaak
Ooglidoedeem Soms

Oor en evenwichtsorgaan

Gehoorverlies Vaak
Oorpijn Soms
Tinnitus Soms
Vertigo Soms

Psyche

Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis Soms
Abnormale dromen Soms
Angst Zeer vaak
Depressie Vaak
Insomnia Zeer vaak
Stemmingswisselingen Soms
Verhoogd libido Soms

Skeletspieren en bindweefsel

Artralgie Zeer vaak
Botmetabolismestoornis Soms
Botpijn Vaak
Gewrichtsblokkering Vaak
Gewrichtszwelling Vaak
Myalgie Vaak
Osteitis Soms
Osteoartritis Vaak
Osteolyse Soms
Pijn in extremiteit Zeer vaak
Rugpijn Zeer vaak
Spierspasmen Vaak
Spierzwakte Vaak
Synoviitis Soms
Tussenwervelschijfaandoening Vaak

Stofwisseling en voeding

Acidose Vaak
Alkalose Soms
Dehydratie Vaak
Diabetes mellitus Vaak
Diabetische ketoacidose Soms
Dyslipidemie Zeer vaak
Elektrolytstoornis Soms
Hypercalciëmie Vaak
Hyperglykemie Zeer vaak
Hyperkaliëmie Zeer vaak
Hypocalciëmie Zeer vaak
Hypofosfatemie Zeer vaak
Hypoglykemie Soms
Hypokaliëmie Zeer vaak
Hypoproteïnemie Vaak
Verminderde eetlust Soms
Vitamine-D-deficiëntie Soms
Vochtretentie Vaak

Tumoren (inclusief cysten en poliepen)

Basaalcelcarcinoom Vaak
Baso-squameuscarcinoom van de huid Vaak
Borstkanker Soms
Cervixcarcinoom Soms
Epstein-Barrvirus-gerelateerd lymfoom Soms
Huidpapilloom Vaak
Kaposi-sarcoom Soms
Keelkanker Soms
Longkanker Soms
Lymfoom Soms
Multipel myeloom Soms
Overgangscelcarcinoom Soms
Prostaatkanker Soms
Rectaalkanker Soms
Sarcoom Soms

Voortplantingsstelsel en borst

Atrofische vulvovaginitis Soms
Borstgezwel Soms
Cervicale dysplasie Soms
Infertiliteit Soms
Priapisme Soms
Scrotaaloedeem Soms
Testiculaire pijn Soms
Vulvale ulceratie Soms

Zenuwstelsel

Branderig gevoel Soms
Cerebrovasculair accident Vaak
Cognitieve aandoening Soms
Demyelinisatie Soms
Diabetische neuropathie Soms
Duizeligheid Vaak
Encefalopathie Soms
Geheugen vermindering Soms
Gelaatsparalyse Soms
Guillain-Barré-syndroom Soms
Hemiparese Soms
Hersenoedeem Soms
Hoofdpijn Zeer vaak
Insult Soms
Intracraniale druk toegenomen Soms
Lethargie Vaak
Migraine Soms
Neuropathie perifeer Vaak
Paresthesie Vaak
Restless legs-syndroom Soms
Smaakstoornis Soms
Syncope Vaak
Tremor Vaak

Interacties

Vermijd de toediening van levende vaccins, immunosuppressiva kunnen de werkzaamheid van vaccinaties verminderen.

Corticosteroïd geleidelijk afbouwen, vooral bij patiënten met 4 tot 6 humane leucocytantigeen (HLA)-mismatches.

Bij overschakeling op een ander immunosuppressivum rekening houden met de lange halfwaardetijd van belatacept (8-10 dagen).

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (veranderingen in immuunfunctie) bij gebruik van zeer hoge doses.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot 8 weken na de behandeling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • patiënten die Epstein-Barrvirus-seronegatief zijn, of van wie de serostatus onbekend is.

Waarschuwingen en voorzorgen

Een EBV-seronegatieve status is een risicofactor voor posttransplantatie lymfoproliferatieve ziekte (PTLD); daarom voor het begin van de behandeling de EBV–serostatus vaststellen. Andere risicofactoren voor PTLD zijn cytomegalovirus (CMV)-infectie en T-celdepletietherapie. Bij nieuwe, of toename van, neurologische of cognitieve klachten of gedragsveranderingen PTLD overwegen.

Infecties: Immunosuppressiva kunnen de gevoeligheid voor infectie verhogen. Voorafgaand aan behandeling met belatacept de patiënt beoordelen op tuberculose en testen op een latente infectie. CMV-profylaxe wordt aanbevolen voor ten minste 3 maanden na transplantatie, profylaxe tegen pneumocystose voor ten minste 6 maanden na transplantatie.

Maligniteiten: Blootstelling aan UV-stralen beperken vanwege de toenemende kans op huidkanker.

Transplantaattrombose: bij ontvangers van extended-criteria-donoren (ECD) is in klinisch onderzoek een toegenomen incidentie waargenomen van transplantaattrombose. Postmarketing is het gemeld bij toediening van de initiële dosis thymocytenglobuline, gelijktijdig of rond dezelfde tijd als de eerste dosis belatacept, bij patiënten met andere predisponerende risicofactoren.

Omzetting van een calcineurineremmer-gebaseerd onderhoudsregime (ciclosporine of tacrolimus) naar een op belatacept gebaseerd regime kan aanvankelijk het risico op acute afstoting vergroten. Extra controle op acute afstoting wordt aanbevolen voor ten minste 6 maanden na de omzetting op belatacept, volgens de lokale zorgstandaard. Er zijn geen gegevens over omzetting bij patiënten met een hoger immunologisch risico; hierbij mag omzetting alleen worden overwogen wanneer de mogelijke voordelen opwegen tegen de risico's.

Als progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) wordt vastgesteld, de immunosuppressie verminderen of staken.

De veiligheid en werkzaamheid bij herbehandeling na langdurige stopzetting zijn niet onderzocht; houd rekening met eventuele antistoffen tegen belatacept.

Er zijn onvoldoende gegevens over toepassing bij een gestoorde leverfunctie. Bij levertransplantatiepatiënten zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld; gebruik wordt niet aanbevolen.

Bij patiënten met een Panel Reactive Antibody (PRA) > 30% is belatacept is niet onderzocht; bij hen uitsluitend toepassen na overwegen van een alternatieve therapie.

Bij kinderen tot 18 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.

Eigenschappen

Immunosuppressivum. Fusie-eiwit, geproduceerd in hamstercellen door recombinante DNA-technologie. Selectieve costimulatieblokker, blokkeert de costimulatie van T-cellen en remt zo hun activatie. Geactiveerde T-cellen zijn de voornaamste mediators van een immunologische respons op de getransplanteerde nier.

Kinetische gegevens

V d 0,15 l/kg.
Eliminatie De klaring neemt toe met het lichaamsgewicht.
T 1/2el circa 9-10 dagen, grote individuele spreiding.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd