Samenstelling
Cablivi XGVS Ablynx NV
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg
- Verpakkingsvorm
- Flacon met poeder + solvens 1 ml + toebehoren
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Defitelio XGVS Aanvullende monitoring Jazz Pharmaceuticals Nederland BV
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 80 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 2,5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van trombotische trombocytopenische purpura de Richtlijn Trombotische microangiopathie op hematologienederland.nl.
Advies
Tot op heden bestaat er geen specifieke effectieve behandeling van ernstige veno-occlusieve ziekte (VOD). Defibrotide heeft een antistollings- en fibrinolytisch effect, met name ten aanzien van het oplossen van bloedstolsels. Het beschermt endotheelcellen van de lever en het vermindert de ontstekingsreactie. Op individuele basis kan besloten worden tot toediening van defibrotide ter behandeling van een ernstige VOD.
Indicaties
- Behandeling van volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 40 kg met verworven trombotische trombocytopenische purpura (aTTP) in combinatie met plasma-uitwisseling en immunosuppressiva.
Indicaties
- Behandeling van volwassenen en kinderen vanaf 1 maand met ernstige hepatische veno-occlusieve ziekte ook wel bekend als sinusoïdaal-obstructiesyndroom (SOS) bij hematopoëtische stamceltransplantatie.
Doseringen
Verworven trombotische trombocytopenische purpura (aTTP)
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 40 kg
i.v.: startdosis vóór de plasma-uitwisseling 10 mg eenmalig intraveneus. S.c.: vanaf de tweede dosis 10 mg 1× per dag ná voltooiing van elke plasma-uitwisseling, vervolgens 10 mg 1× per dag gedurende 30 dagen na het staken van de dagelijkse behandeling met plasma-uitwisseling. Bij bewijs voor een onderliggende immunologische aandoening na deze periode 10 mg 1× per dag voortzetten en de behandeling met immunosuppressiva optimaliseren tot de tekenen van de immunologische aandoening zijn verdwenen (zoals aanhoudende normalisatie van het ADAMTS13-activiteitsniveau). Er zijn geen gegevens beschikbaar over een behandeling langer dan 71 dagen.
Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over de toepassing bij ernstige leverinsufficiëntie.
Gemiste dosis: deze kan binnen 12 uur alsnog worden toegediend; als er meer dan 12 uur zijn verstreken sinds de dosis moest worden toegediend, de dosis niet inhalen en het gebruikelijke doseerschema hervatten.
Toediening
- De eerste dosis toedienen als intraveneuze injectie; daaropvolgende doses toedienen als subcutane injectie in de buik (niet toedienen in gebied rond de navel en opeenvolgende injecties niet in hetzelfde abdominale kwadrant toedienen).
- Caplacizumab niet mengen met andere geneesmiddelen.
Doseringen
Ernstige hepatische veno-occlusieve ziekte
Volwassenen en kinderen vanaf 1 maand
6,25 mg/kg lichaamsgewicht elke 6 uur, toegediend als i.v. infusie in 2 uur, gedurende ten minste 21 dagen en totdat de symptomen verdwenen zijn. Dit is ook de maximale dagdosering (25 mg/kg/dag).
Bij een verminderde nierfunctie (ook dialyse) is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk.
Bij een verminderde leverfunctie is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk.
Toediening: Het concentraat moet voor gebruik worden verdund met glucose 5% of natriumchloride 0,9% waarbij de eindconcentratie 4-20 mg/ml dient te bedragen. Het verdunde concentraat gedurende 2 uur infunderen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): neusbloeding, tandvleesbloeding. Hoofdpijn. Urticaria. Koorts, vermoeidheid.
Vaak (1-10%): bloedingen (oculair, vaginaal, subarachnoïdaal, gastro-intestinaal, in de buikwand, op de injectieplaats, hemoptoë, hematurie, menorragie). Herseninfarct. Dyspneu. Spierpijn. Reacties op de injectieplaats zoals jeuk, erytheem.
Verder zijn gemeld: ernstige bloedingen (soms levensbedreigend of fataal) met name bij gelijktijdig gebruik van anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypotensie.
Vaak (1-10%): coagulopathie, bloedingen (zoals cerebrale, pulmonale, gastro-enterale bloeding, mondbloeding, neusbloeding, hematurie, petechiën, bloeding op de plaats van een katheter). Braken, haematemesis, misselijkheid, diarree. Jeuk, huiduitslag. Pyrexie.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, anafylactische reactie. Cerebraal hematoom. Andere bloedingen (ecchymose, bindvliesbloeding, hemothorax, bloeding op de injectieplaats). Melena.
Verder is gemeld: opvliegers bij bolustoediening.
Interacties
Wees voorzichtig bij combinatie met geneesmiddelen die effect hebben op de hemostase en bloedstolling, zoals orale anticoagulantia (o.a. vitamine K-antagonisten en DOAC's), trombocytenaggregatieremmers en LMWH's, vanwege meer kans op bloedingen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van trombolytica (zoals t-PA) is gecontra-indiceerd, vanwege de versterkte antitrombotische werking en meer kans op bloedingen.
Gebruik van geneesmiddelen die de kans op bloedingen vergroten niet eerder toedienen dan 24 uur na behandeling met defibrotide of 12 uur in het geval van ongefragmenteerde heparine.
Defibrotide kan mogelijk de werking van anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers versterken; indien de combinatie onvermijdelijk is, uitsluitend gelijktijdig gebruiken onder nauwgezette controle van de coagulatieparameters.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid in de vorm van miskramen met hevige bloedingen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw én haar partner dienen beiden adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Gezien de eigenschappen van defibrotide wordt geen risico voor de zuigeling verwacht.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Zie rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Caplacizumab verhoogt het risico op bloedingen (soms levensbedreigend of fataal). Wees extra voorzichtig bij onderliggende aandoeningen met een verhoogde kans op bloedingen (zoals hemofilie) of gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die invloed hebben op de hemostase en bloedstolling. Onderbreek de behandeling bij een klinisch significante bloeding en corrigeer eventueel de hemostase met von-Willebrand-factor. Controleer extra op bloedingen als caplacizumab opnieuw gestart wordt.
Bij electieve chirurgie of een invasieve (tandheelkundige) ingreep de behandeling minstens 7 dagen voor de geplande ingreep staken en de (tand)arts vertellen dat caplacizumab wordt gebruikt. Controleer extra op bloedingen bij herstarten van caplacizumab als het risico op chirurgische bloeding voorbij is. Overweeg bij een spoedoperatie gebruik van von-Willebrand-factor om de hemostase te corrigeren.
Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij ernstige acute of chronische leverinsufficiëntie omdat er geen gegevens zijn in deze populatie. Er zijn geen gegevens uit klinische studies over gebruik bij kinderen, caplacizumab is niet geregistreerd voor gebruik bij kinderen < 12 jaar en met een lichaamsgewicht < 40 kg. De doseeradviezen voor kinderen van 12–18 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 40 kg zijn opgesteld m.b.v. een farmacokinetisch-farmacodynamisch populatiemodel.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overweeg de behandeling te onderbreken bij klinisch significante acute bloedingen waarvoor transfusie vereist is en bij invasieve ingrepen met een significant risico op hevige bloedingen.
Defibrotide niet gebruiken bij hemodynamische instabiliteit (gebruik van meerdere bloeddrukondersteunende middelen).
Bij zuigelingen jonger dan 1 maand zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met natrium bij een natriumarm dieet.
Overdosering
Symptomen
Bloedingen.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met caplacizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met defibrotide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Gehumaniseerd bivalent antilichaam, bereid via DNA-recombinanttechniek in E. coli. Caplacizumab voorkomt de ultragrote, door Von-Willebrand-factor (vWF) gemedieerde, trombocytenadhesie, die karakteristiek is voor aTTP. Het is gericht op het A1-domein van vWF en remt de interactie tussen vWF en trombocyten. Het beïnvloedt ook de dispositie van vWF, die leidt tot voorbijgaande verlagingen van de totale vWF-antigeenniveaus en tot een gelijktijdige verlaging van de factor VIII:C-spiegel tijdens de behandeling.
Kinetische gegevens
Overig | De farmacokinetiek van caplacizumab hangt af van de expressie van het doelwit vWF. Hogere concentraties van vWF-antigeen, zoals bij aTTP, verhogen de fractie van het geneesmiddel-doelwitcomplex dat in de bloedsomloop blijft. |
F | s.c. > 90%. |
T max | 6–7 uur. |
V d | 0,09 l/kg. |
Overig | Na absorptie bindt caplacizumab aan het doelwit Von-Willebrand-factor en verdeelt zich naar goed doorbloede organen. |
Eliminatie | Waarschijnlijk wordt doelwitgebonden caplacizumab gemetaboliseerd in de lever en wordt ongebonden caplacizumab uitgescheiden via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Polydesoxyribonucleotide, verkregen uit intestinale mucosa van varkens. Defibrotide heeft antitrombotische, anti-adhesieve (van leukocyten en trombocyten aan endotheel), anti-inflammatoire en trombolytische eigenschappen. Het multifactoriële werkingsmechanisme is niet volledig opgehelderd. Het werkt voornamelijk door een vermindering van de overmatige activatie van endotheelcellen (endotheliale disfunctie), waarbij de endotheliale homeostase wordt gemoduleerd en het trombo-fibrinolytisch evenwicht wordt hersteld.
Kinetische gegevens
T max | 1-2 uur. |
V d | ca. 0,14 l/kg. |
Eiwitbinding | 93%. |
Eliminatie | Gedurende de eerste 4 uur na start van de infusie wordt ca. 98% in onveranderde vorm uitgescheiden met de urine. De rest wordt binnen 24 uur uitgescheiden. Defibrotide wordt niet door dialyse verwijderd. |
T 1/2el | ca. 22-64 minuten. |
Overig | Bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) zijn de Cmax en AUC 1,4-1,6x hoger, en is de eliminatiehalfwaardetijd ca. 2× zo lang. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
caplacizumab hoort bij de groep antitrombotica, diverse.
Groepsinformatie
defibrotide hoort bij de groep antitrombotica, diverse.