Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cetirizine (dihydrochloride) OTC Bijlage 2 Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg
Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
200 ml

Prevalin allerstop OTC Bijlage 2 Omega Pharma Nederland

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
10 mg

Reactine OTC Bijlage 2 Johnson & Johnson Consumer bv

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg

Zyrtec OTC Bijlage 2 UCB Pharma bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
10 mg
Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
1 mg/ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.

Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.

Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.

Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.

Aan de vergoeding van cetirizine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

  • Symptomatische behandeling van neusklachten en oogklachten bij seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden allergische rinitis;
  • Chronische urticaria.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Allergische rinitis, chronische urticaria

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

10 mg (1 tablet of 10 ml drank) 1×/dag.

Nierfunctiestoornis, volwassenen: bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–60 ml/min): 5 mg 1×/dag; bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 15–30 ml/min) 5 mg 1×/twee dagen; bij een creatinineklaring < 15 ml/min en bij dialysepatiënten: gecontra-indiceerd; > 60 ml/min geen dosisaanpassing nodig.

Nierfunctiestoornis, kinderen ≥ 12 jaar: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 5 mg 1×/dag; > 50 ml/min: geen dosisaanpassing nodig.

Kinderen 6–12 jaar

5 mg (½ tablet of 5 ml drank) 2×/dag.

Bij nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 5 mg 1×/dag; > 50 ml/min geen dosisaanpassing nodig.

Kinderen 2–6 jaar

Drank: 2,5 mg (= 2,5 ml drank) 2×/dag.

Bij nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 2,5 mg 1×/dag; > 50 ml/min geen dosisaanpassing nodig.

Kinderen 1–2 jaar

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 0,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 2 doses, max. 5 mg/dag.

Bij nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK (> 3 mnd.): bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 0,25 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag; > 50 ml/min geen dosisaanpassing nodig.

Bij alleen een leverfunctiestoornis is volgens de productinformatie geen dosisaanpassing nodig. Zie voor het doseeradvies van Health Base bij levercirrose: Systemische antihistaminica op geneesmiddelenbijlevercirrose.nl.

Bijwerkingen

Algemeen en toedieningsplaats

Asthenie Soms
Malaise Soms
Oedeem Zelden
Vermoeidheid Vaak
Verwardheid Zelden

Bloed en lymfestelsel

Trombocytopenie Zeer zelden

Hart

Tachycardie Zelden

Huid en onderhuid

Angio-oedeem Zeer zelden
Dermatitis Zeer zelden
Gegeneraliseerd pustuleus exantheem acuut ?
Pruritus Soms
Rash Soms
Urticaria Zelden

Immuunsysteem

Anafylactische shock Zeer zelden
Overgevoeligheid Zelden

Infecties

Faryngitis Vaak
Rhinitis Vaak

Lever en galwegen

Hepatitis ?
Verminderde leverfunctie Zelden

Maagdarmstelsel

Buikpijn Soms
Diarree Soms
Droge mond Vaak
Nausea Vaak

Nieren en urinewegen

Dysurie Zeer zelden
Urineretentie ?

Onderzoeken

Bloed alkalische fosfatase verhoogd Zelden
Bloed bilirubine verhoogd Zelden
Gamma-GT verhoogd Zelden
Gewichtstoename Zelden
Transaminasen verhoogd Zelden

Oog

Accommodatieafwijking Zeer zelden
Oculogyratie Zeer zelden
Oogpijn ?
Wazig zien Zeer zelden

Oor en evenwichtsorgaan

Vertigo ?

Psyche

Agitatie Soms
Agressie Zelden
Bedplassen Zeer zelden
Depressie Zelden
Erythema fixatum Zeer zelden
Hallucinatie Zelden
Insomnia Zelden
Nachtmerrie ?
Tic Zeer zelden
Zelfmoordgedachte ?

Skeletspieren en bindweefsel

Artralgie ?
Myalgie ?

Stofwisseling en voeding

Gestimuleerde eetlust ?

Voortplantingsstelsel en borst

Erectiele disfunctie ?

Zenuwstelsel

Convulsie Zelden
Duizeligheid Vaak
Dysgeusie Zeer zelden
Dyskinesie Zeer zelden
Dystonie Zeer zelden
Geheugenstoornis ?
Hoofdpijn Vaak
Paresthesie Soms
Somnolentie Vaak
Syncope Zeer zelden
Tremor Zeer zelden
  • In lichte mate en van voorbijgaande aard: slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, droge mond, misselijkheid en faryngitis.
  • Bij kleine kinderen vaak diarree, slaperigheid, vermoeidheid en rinitis.
  • Verminderde leverfunctie (stijging van transaminase-, alkalische fosfatase-, γ-GT- en bilirubinewaarden).

Interacties

Interacties met alcohol en andere centraal dempende middelen kunnen niet worden uitgesloten.

Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.

Sorbitol, in de drank, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.

Zwangerschap

Antihistaminica passeren de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Kan worden gebruikt.

Overig: Propyleenglycol, in de drank, bij voorkeur niet gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, 25% tot 90% van de plasmaconcentratie van de moeder.

Overig: In het algemeen geldt dat sedatie van de zuigeling de belangrijkste bijwerking is na maternaal gebruik van een antihistaminicum; de meeste kans hierop is er bij oudere antihistaminica. Daarnaast kunnen ook effecten zoals slecht drinken en een droge mond optreden.

Farmacologisch effect: Het is niet waarschijnlijk dat er centrale effecten bij de zuigeling optreden, vanwege de geringe werking op het centraal zenuwstelsel.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • ernstig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 15 ml/min), dialysepatiënten;
  • overgevoeligheid voor hydroxyzine of andere piperazinederivaten, of voor het conserveermiddel (in de drank).

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij een risico van convulsies (bv. epilepsie) en bij risicofactoren voor urineretentie (zoals ruggenmerglaesie, prostaathyperplasie) voorzichtig zijn.

Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten; het gebruik van cetirizine drie dagen vóór de test staken.

Jeuk en/of urticaria (in sommige gevallen ernstig) kunnen optreden na staken van de behandeling, zelfs indien deze symptomen niet aanwezig waren vóór start van de behandeling. Bij ernstige jeuk en/of urticaria behandeling opnieuw beginnen waarna de klachten zouden moeten verdwijnen.

Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP) kan binnen de eerste twee dagen optreden, met name in huidplooien, op de torso en bovenste ledematen. Staak behandeling bij symptomen, waaronder koorts, erytheem of vele kleine pustels.

Hulpstoffen

  • Propyleenglycol, in de drank, bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken met extra controle op achteruitgang. Wees voorzichtig met propyleenglycol bij kinderen < 5 jaar, zeker in combinatie met andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals propyleenglycol of ethanol, bevatten.
  • Sorbitol, in de drank, kan maag-darmklachten veroorzaken en licht laxerende werking hebben.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Overdosering

Symptomen

Verwardheid, diarree, duizeligheid, vermoeidheid, hoofdpijn, malaise, mydriase, jeuk, rusteloosheid, sedatie, slaperigheid, stupor, tachycardie, tremor en urineretentie.

Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling de stofmonografie cetirizine op vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Selectieve H1-receptorantagonist. Heeft slechts bij hoge doseringen een sederende werking. Heeft tevens een remmende werking op de migratie van eosinofielen, die een rol spelen bij de late fase van allergische reacties. De werking treedt binnen 2 uur in, is maximaal na 4 uur en houdt ten minste 24 uur aan.

Kinetische gegevens

Resorptie snel. Voedselinname vertraagt de absorptie.
T max 60–90 min.
V d 0,5 l/kg.
Overig passage bloed-liquorbarrière: slecht.
Eiwitbinding ca. 93%.
Metabolisering in de lever, in geringe mate.
Eliminatie ca. twee derde onveranderd met de urine. Cetirizine wordt niet effectief verwijderd door hemodialyse.
T 1/2el 10 uur (volwassenen), 5–6 uur (kinderen), verlengd bij nier- en/of leverinsufficiëntie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd