Samenstelling
Domperidon Aanvullende monitoring Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar 'Smelttablet'
- Sterkte
- 10 mg
Domperidon (als maleaat) Aanvullende monitoring Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Motilium Aanvullende monitoring Johnson & Johnson Consumer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 200 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dehydrobenzperidol Kyowa Kirin Pharma bv
- Toedieningsvorm
- I.m.-injectievloeistof
- Sterkte
- 2,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Misselijkheid en braken veroorzaakt door een gastro-enteritis gaan meestal vanzelf over. De behandeling van dehydratie door braken bestaat uit rehydreren met ORS (‘oral rehydration solutions’). Overweeg alleen een eenmalige dosis ondansetron (offlabel) als aanvulling op ORS bij kinderen met (een verhoogd risico op) dehydratie bij wie het braken toediening van ORS bemoeilijkt.
Andere anti-emetica dan ondansetron, worden ontraden bij kinderen. Een anti-emeticum als behandeling van ongecompliceerde misselijkheid en braken bij volwassenen, ontraden. Overweeg domperidon of metoclopramide bij volwassenen alléén in uitzonderlijke gevallen.
Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweedekeusmiddelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derdekeus orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.
Bij kinderen is voor de aanvalsbehandeling van migraine paracetamol– eventueel met een anti-emeticum –, eerste keus. Een NSAID (ibuprofen) is tweede keus. Triptanen zijn derde keus. Binnen de groep triptanen gaat de voorkeur uit naar sumatriptan-neusspray op grond van bewezen werkzaamheid.
Advies
Geef bij een psychose zonder agitatie een antipsychoticum op basis van oorzaak van de psychose, effectiviteit, bijwerkingen en toedieningsvorm (voorkeur olanzapine bij schizofreniespectrum).
Geef een benzodiazepine als agitatie de overhand heeft. Indien dit niet mogelijk is, geef (als noodmedicatie) de combinatie haloperidol en promethazine.
Therapieresistente psychose kan, na gebruik van achtereenvolgens twee verschillende antipsychotica, met clozapine worden behandeld. Hierbij zijn intensieve controles geïndiceerd, zoals leukocytencontrole vanwege de kans op agranulocytose. Zie voor meer informatie het NHG-Standpunt Herhalen gespecialiseerde ggz-medicatie en de bijlage Voorzorgen bij patiënten die clozapine gebruiken.
Antipsychotica worden niet aanbevolen voor de behandeling van angststoornissen, vanwege de kans op ernstige bijwerkingen als extrapiramidale stoornissen en metabool syndroom. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling zie Angststoornissen.
Indicaties
- Verlichting van symptomen van misselijkheid en braken bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar met een gewicht ≥ 35 kg.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Ernstige vormen van opwinding en onrust bij acute en chronische psychosen en bij agressiviteit, bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Let op! Domperidon toepassen in de laagst nog effectieve dosis, gedurende een zo kort mogelijke periode. De maximale behandelduur dient in het algemeen maximaal één week te bedragen.
Misselijkheid en braken
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar (lichaamsgewicht ≥ 35 kg)
10 mg per keer, max. 3×/dag.
Verminderde nierfunctie: Ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min): de toedieningsfrequentie verlagen tot 1–2×/dag en eventueel de dosis verlagen.
Verminderde leverfunctie: Lichte leverfunctiestoornis: de dosis hoeft niet te worden aangepast. Domperidon is gecontra-indiceerd bij een matige of ernstige leverinsufficiëntie.
Toediening: een gemiste dosis niet alsnog innemen. Bij voorkeur voor de maaltijd innemen en zoveel mogelijk op een vast tijdstip.
Doseringen
Ernstige vormen van opwinding en onrust bij acute en chronische psychosen en bij agressiviteit:
Volwassenen:
5 mg i.m., indien binnen 15–30 min geen effect is opgetreden opnieuw 5 mg i.m. Indien nodig herhalen met intervallen van 4–6 uur.
Bij patiënten ouder dan 65 jaar, in geval van bijwerkingen bij antipsychotica en patiënten in een algemene slechte toestand:
2,5 mg i.m. en dosis vervolgens aanpassen op geleide van respons.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): droge mond.
Soms (0,1-1%): angst, libidoverlies, rusteloosheid (vooral bij zuigelingen en kinderen), zenuwachtigheid. Slaperigheid, duizeligheid, hoofdpijn, extrapiramidale stoornis (vooral bij pasgeborenen en zuigelingen). Diarree. Huiduitslag, urticaria, jeuk. Galactorroe, pijn in de borst, gevoeligheid in de borsten. Asthenie.
Zelden (0,01-0,1%): gastro-intestinale stoornis (incl, voorbijgaande darmkrampen).
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties (incl. anafylactische shock), angio-oedeem. Convulsies (vooral bij zuigelingen en kinderen), rustelozebenen-syndroom. Rollende ogen. Verlenging QT-interval, 'torsade de pointes', ventrikelaritmie, plotselinge hartdood. Gynaecomastie, verhoogde serumprolactinespiegel, amenorroe. Urineretentie. Afwijkende leverfunctietest.
Bij hogere doseringen voor een langere periode treden bijwerkingen (behalve droge mond) frequenter op en kunnen daarnaast optreden: depressie, acathisie, borstzwelling, borstvoedingsstoornis en onregelmatige menstruatie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hypotensie. Slaperigheid.
Soms (0,1-1%): tachycardie. Duizeligheid. Angst, rusteloosheid/acathisie. Dystonie, oculogyre crisis.
Zelden (0,01-0,1%): hartritmestoornissen (incl. ventriculaire aritmieën). Neuroleptisch maligne syndroom (symptomen als koorts, stijfheid, verwardheid, agitatie, bewustzijnsverandering, tachycardie, verandering in bloeddruk, hyperhidrose, speekselvloed, tremor; in extreme gevallen leidend tot een gestoorde nier- of leverfunctie of coma). Anafylactische reactie, angio-oedeem, hypersensitiviteit. Verwarring, agitatie. Huiduitslag.
Zeer zelden (< 0,01%): hartstilstand, 'torsade de pointes', verlenging van het QT-interval. Plotselinge dood. Bloeddyscrasie. Extrapiramidale stoornis, convulsies, tremor. Dysforie.
Verder zijn gemeld: syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH). Hallucinaties. Syncope. Bronchospasmen, laryngospasmen. Epileptische aanval, verergering van de ziekte van Parkinson. Tijdens langdurige toediening: hyperprolactinemie, amenorroe, oligomenorroe, gynaecomastie, galactorroe. Veneuze trombo-embolie is gemeld na gebruik van antipsychotica.
Interacties
Gecontra-indiceerd
Gelijktijdige toediening van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (met uitzondering van apomorfine), zoals: anti-aritmica klasse Ia (zoals disopyramide, kinidine), anti-aritmica klasse III (zoals amiodaron, ibutilide, sotalol), bepaalde antipsychotica (zoals haloperidol, pimozide, sertindol), bepaalde antidepressiva (zoals citalopram, escitalopram), bepaalde antibiotica (zoals erytromycine, levofloxacine, moxifloxacine), bepaalde antischimmelmiddelen (zoals fluconazol, ketoconazol, pentamidine), bepaalde antimalariamiddelen (zoals lumefantrine), bepaalde antihistaminica (zoals mizolastine), prucalopride, vandetanib, methadon.
Gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers, zoals: proteaseremmers (zoals ritonavir), systemische azoolderivaten (zoals itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol) en sommige macroliden (zoals claritromycine, erytromycine). Deze middelen kunnen de domperidon plasmaspiegel verhogen.
Niet aanbevolen
Gelijktijdig gebruik met apomorfine, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Combinatie met matige CYP3A4-remmers zoals diltiazem, verapamil en sommige macroliden vermijden. Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van bradycardie- en hypokaliëmie inducerende geneesmiddelen en bij azitromycine (in verband met QT-verlenging).
Overige interacties
Antacida en zuurremmende middelen verlagen de biologische beschikbaarheid en dienen niet gelijktijdig, maar na de maaltijd te worden toegediend. Gelijktijdig gebruik met levodopa leidt tot een toename van de plasmaconcentratie van levodopa (max. 30–40%); dosisaanpassing is niet noodzakelijk.
Hulpstoffen: Sorbitol, in suspensie, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Combinatie met middelen die bradycardie kunnen veroorzaken (zoals β-blokkers) is gecontra-indiceerd.
Droperidol niet combineren met middelen die Torsade de Pointes kunnen veroorzaken door QT-verlenging (zoals klasse IA en III anti-aritmica, sommige antipsychotica, sommige macroliden, fluorchinolonen, domperidon, methadon, pentamidine). Wees voorzichtig bij combinatie met middelen die elektrolytenstoornissen veroorzaken (zoals diuretica, laxeermiddelen, corticosteroïden) vanwege de kans op QT-verlenging.
Vermijd combinatie met middelen die extrapiramidale symptomen veroorzaken, zoals metoclopramide en andere antipsychotica.
Droperidol wordt gemetaboliseerd door CYP1A2 en CYP4A4 en in mindere mate door CYP2C19. Wees voorzichtig bij combinatie met sterke CYP1A2-en/of CYP3A4-remmers vanwege een mogelijke verlenging van de farmacologische werkzaamheid van droperidol.
De sederende werking van alcohol en ander centraal-depressieve stoffen (zoals barbituraten, slaapmiddelen, opiaten of alcohol) wordt versterkt; alcoholgebruik vermijden. Ademhalingsdepressie veroorzaakt door opiaten kan eveneens versterkt worden.
Bij combinatie met antihypertensiva is er meer kans op orthostatische hypotensie.
Droperidol blokkeert de dopaminereceptoren en kan daardoor de werking van dopamine-antagonisten (zoals bromocriptine, levodopa) remmen.
Zwangerschap
Domperidon passeert de placenta in geringe hoeveelheden (bij dieren).
Teratogenese: Nadelige effecten bij de zuigeling zijn niet gemeld.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken gedurende max. 1 week, vanwege mogelijke cardiale bijwerkingen bij de moeder.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid (weinig gegevens).
Farmacologisch effect: Neonatale sedatie en reversibele extrapiramidale symptomen kunnen optreden na blootstelling in het 3e trimester van de zwangerschap. Bij langdurig gebruik tot aan de partus zijn onthoudingsverschijnselen bij de neonaat mogelijk (o.a. prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen).
Advies: Gebruik ontraden; als droperidol toch noodzakelijk is de neurologische functies van de pasgeborene nauwlettend controleren.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Nadelige effecten bij de zuigeling zijn niet gemeld. Toch kan het optreden van nadelige effecten, met name op het hart, na blootstelling via de moedermelk niet worden uitgesloten. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QTc-verlenging bij zuigelingen die borstvoeding krijgen.
Advies: Kan kortdurend in de laagst effectieve dosis waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Maximaal 1 week gebruiken, vanwege mogelijke cardiale bijwerkingen bij de moeder.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Butyrofenonen gaan over in de moedermelk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding bij voorkeur vermijden; als toediening noodzakelijk is de behandeling beperken tot een eenmalige toediening.
Contra-indicaties
- prolactinesecreterende hypofysetumor (prolactinoom);
- situaties waarbij stimulatie van de maagmotiliteit gevaarlijk is, zoals maag-darmbloeding, mechanische obstructie of perforatie;
- matige tot ernstige leverinsufficiëntie;
- aandoeningen waarbij het QT-interval verlengd is, een significante elektrolytenstoornis of bij onderliggende hartaandoeningen zoals congestief hartfalen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- bradycardie (< 55 slagen/min);
- aangeboren of verworven verlengd QT-interval;
- ernstige depressie;
- feochromocytoom;
- ziekte van Parkinson;
- coma;
- overgevoeligheid voor andere butyrofenonderivaten;
- hypomagnesiëmie;
- hypokaliëmie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruiksbeperking: Gebruik is beperkt tot volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar met een gewicht ≥ 35 kg; uit onderzoek blijkt geen tot nauwelijks verschil in effectiviteit bij kinderen < 12 jaar of met een lichaamsgewicht < 35 kg vergeleken met placebo. Bij prematuren en pasgeborenen zijn bovendien de metabole functies en de bloed-hersenbarrière niet volledig ontwikkeld. Bij jonge kinderen is er meer kans op neurologische en centrale bijwerkingen, zoals extrapiramidale stoornissen, convulsies, agitatie en zenuwachtigheid.
Cardiovasculaire effecten: Uit epidemiologisch onderzoek blijkt een verband te bestaan tussen domperidongebruik en meer kans op ernstige ventrikelaritmie of plotse hartdood, met name bij een leeftijd > 60 jaar en bij dagelijkse doses > 30 mg. Wees verder voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging (zoals hypokaliëmie, bradycardie, hartfalen, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen, congenitaal of verworven QT-verlenging). De behandeling staken bij klachten of symptomen die in verband kunnen worden gebracht met hartaritmie. Adviseer patiënten om eventuele hartklachten direct te melden.
Gebruik met apomorfine: Door combinatie met apomorfine kunnen misselijkheid en braken of orthostatische hypotensie worden voorkomen. Beoordeel vóór en tijdens de behandeling (in combinatie) met apomorfine bij elke patiënt risicofactoren voor verlenging van de QT-tijd, zoals onderliggende hartziekten, ernstige leverinsufficiëntie, ernstige verstoring van de elektrolytenhuishouding (incl. door medicatie), comedicatie met invloed op CYP3A4 of de QT-tijd. Monitoring voor een effect op de QTc-tijd is aanbevolen. ECG is aangewezen vóór de behandeling met domperidon, tijdens de instelfase en indien nodig later tijdens de behandeling.
Hulpstoffen: Zwaveldioxide (in smelttablet) kan in zeldzame gevallen bronchospasmen geven.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig toepassen bij (een historie van) epilepsie, omdat de drempel voor epileptische aanvallen verlaagd kan zijn.
Licht tot matige hypotensie en soms (reflex)tachycardie zijn waargenomen na toediening van droperidol. Meestal verdwijnt dit spontaan. Bij aanhoudende hypotensie geforceerd het circulatievolume op peil brengen vanwege de kans op hypovolemie.
Bij meer kans op hartritmestoornissen serumelektrolyten en creatinine controleren en vóór toedienen aanwezigheid van QT-verlening uitsluiten. Bij een vastgesteld of vermoed risico van een ventriculaire stoornis gedurende 30 minuten na toedienen van een enkele dosis continue pulse oxymetrie verrichten. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor hartritmestoornissen zoals:
- een historie van significante hartziekte zoals ernstige ventriculaire stoornissen, tweede of derdegraads AV-blok, sinusknoopdisfunctie, congestief hartfalen, ischemische hartziekten en linkerventrikelhypertrofie;
- familiehistorie van plotselinge dood;
- nierfalen (met name chronische dialyse);
- significante chronische obstructieve longziekte of ademhalingsmoeilijkheden;
- risicofactoren voor elektrolytenstoornissen, zoals aanhoudend braken of diarree of gebruik van geneesmiddelen die de kans op elektrolytstoornissen vermeerderen.
Bij een voorgeschiedenis van alcoholmisbruik of recente inname van een grote hoeveelheid alcohol, voorzichtig toepassen vanwege meer kans op aritmieën.
Bij tekenen van hyperthermie, of van symptomen die daaraan kunnen voorafgaan (vegetatieve disfunctie), de behandeling onmiddellijk staken en strikte medische controle instellen, omdat het een symptoom kan zijn van neuroleptisch maligne syndroom.
Er is iets meer kans op overlijden bij ouderen met dementie bij gebruik van antipsychotica; de oorzaak hiervan is niet bekend. Droperidol is niet goedgekeurd voor de behandeling van gedragsstoornissen bij dementie.
Overdosering
Symptomen
o.a. opwinding, verminderd bewustzijn, convulsies, desoriëntatie, slaperigheid, extrapiramidale stoornis.
Zie voor meer symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Extrapiramidale symptomen (o.a. spraakstoornissen, hypotonie, hypertonie, tremoren, rigiditeit, opisthotonus, spasmen en dystonische reacties), slaperigheid, convulsies, verlenging van het QT-interval, ventriculaire aritmieën, plotselinge dood.
Therapie
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Dopamine-antagonist die de peristaltiek van maag en duodenum en de druk van de gastro-oesofageale sfincter doet toenemen en tevens de sfincter van de pylorus relaxeert. Hierdoor ontstaat een versnelde maaglediging, waardoor braken kan worden voorkomen; mogelijk speelt ook antagonisme van dopaminereceptoren in de chemoreceptor-triggerzone hierbij een rol. Het werkingsmechanisme berust waarschijnlijk op perifere antidopaminewerking.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en goed. Absorptie wordt verminderd door een laag zuurgehalte in de maag. |
F | 15% door uitgebreid 'first pass'-effect in darmwand en lever. |
T max | ca. 1 uur. |
Overig | passeert de bloed-hersenbarrière in zeer geringe mate. |
Eiwitbinding | 91–93%. |
Metabolisering | snel en uitgebreid in de lever, vnl. via CYP3A4 en in mindere mate door CYP1A2 en CYP2E1. |
Eliminatie | vnl. als metaboliet, 66% via de lever, 31% met de urine. |
T 1/2el | 7–9 uur, bij ernstig gestoorde nierfunctie verlengd tot ca. 21 uur, bij matige leverinsufficiëntie tot 15–23 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Butyrofenonderivaat met antipsychotische, matig α1-receptorblokkerende en gering sederende werking.
Kinetische gegevens
T max | 20 min (na i.m.-injectie). |
V d | 1,5 l/kg. |
Metabolisering | in de lever voornamelijk door CYP1A2 en CYP3A4 en in mindere mate door CYP2C19. |
Eliminatie | voornamelijk via de urine als inactieve metabolieten. |
T 1/2el | 121–147 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
domperidon hoort bij de groep dopamine-antagonisten.
Groepsinformatie
droperidol (intramusculair) hoort bij de groep dopamine-antagonisten.
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- migraine, aanvalsbehandeling bij kinderen
- migraine, aanvalsbehandeling volwassenen
- misselijkheid en/of braken