Samenstelling
Depo-Provera '500' (acetaat) Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 3,3 ml
Provera tablet 200/250 mg (acetaat) Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 200 mg, 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Livial Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Tibolinia Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Tibolon Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.
Advies
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Het gebruik van tibolon wordt ontraden, omdat er geen voordelen zijn ten opzichte van hormoontherapie met oestrogenen en er weinig bekend is over het optreden van ernstige bijwerkingen.
Indicaties
Hormoongevoelige tumoren bij vrouwen in de menopauze, zoals:
- inoperabel endometriumcarcinoom;
- gemetastaseerd mammacarcinoom.
Indicaties
- Symptomen van oestrogeendeficiëntie in de postmenopauze, meer dan een jaar na de menopauze.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Endometriumcarcinoom
Volwassenen
Oraal: 200–500 mg per dag.
Intramusculair: 400–1000 mg per week; bij verbetering binnen enkele weken of maanden en stabilisatie van de ziekte, zo mogelijk een onderhoudsdosering van 400 mg per maand.
Mammacarcinoom
Volwassenen
Oraal: ten minste 500 mg per dag.
Intramusculair: 500–1000 mg per dag gedurende 4 weken; vervolgens overgaan op een onderhoudsdosering van 500 mg 2×/week. Respons treedt soms pas op na 8-10 weken; de behandeling daarna voortzetten tot aan ziekteprogressie.
Toediening
- Tabletten innemen tijdens of na de maaltijd;
- De injectievloeistof krachtig schudden voor gebruik.
Doseringen
In geval van een natuurlijke menopauze, de behandeling pas ten minste 12 maanden na de laatste menstruatie starten; in geval van een operatieve of farmacologisch geïnduceerde menopauze kan de behandeling direct worden begonnen.
Symptomen van oestrogeendeficiëntie
Volwassenen (incl. ouderen)
2,5 mg 1×/dag.
Overschakelen van een andere hormoonsuppletietherapie (HST): bij overstappen van een continu gecombineerde HST, de behandeling beginnen op een willekeurige dag. Bij overstappen van een sequentieel gecombineerde HST, de behandeling beginnen op de dag direct na afronding van de voorafgaande behandelcyclus.
Een vergeten dosis kan tot 12 uur later worden ingenomen. Indien > 12 uur zijn verstreken, doorgaan met de volgende tablet zonder de vergeten dosis alsnog in te nemen.
Toediening: de tablet innemen zonder kauwen met wat water of een andere vloeistof, bij voorkeur steeds op hetzelfde tijdstip van de dag.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): oedeem, vochtretentie. Vermoeidheid. Hoofdpijn, duizeligheid, trillen. Slapeloosheid. Misselijkheid, braken, obstipatie. Toegenomen eetlust, gewichtsfluctuaties. Hyperhidrose. Reactie op de injectieplaats.
Soms (0,1-1%): trombo-embolie (o.a. longembolie), tromboflebitis. Hartfalen. Angio-oedeem, acne, hirsutisme. Droge mond, diarree. Depressie, euforische stemming, libidoverlies. Spierspasmen. Menstruatiestoornis (onregelmatig, toe- of afname, 'spotting'), pijnlijke borsten. Cushing-achtige verschijnselen. Verlaagde glucosetolerantie, verergering diabetes mellitus. Hypercalciëmie. Pijn of gevoeligheid op de injectieplaats.
Zelden (0,01-0,1%): myocardinfarct, herseninfarct. Hypertensie. Geelzucht. Overgevoeligheid. Huiduitslag, alopecia. Nervositeit. Malaise, koorts.
Verder zijn gemeld: tachycardie, hartkloppingen. Anafylactische of anafylactoïde reactie. Urticaria, jeuk, verworven lipodystrofie. Retinale embolie, diabetisch cataract, afgenomen zicht. Adrenerg syndroom, epilepsie, migraine, aandachtsstoornis. Verwardheid. Veranderde cervixslijmsecretie, portio-erosie, galactorroe. Anovulatie. Osteoporose. Verhoging aantal leukocyten en/of trombocyten, afwijkende leverfunctiewaarden. Persistente atrofie, indeuking of vorming van kuiltjes op de injectieplaats, nodus op de injectieplaats.
Na herhaalde injecties ontstaan in de meeste gevallen amenorroe en anovulatie, welke 18 maanden of soms langer na staken van de behandeling kunnen aanhouden. Verder treden bij herhaalde injecties frequent op: pijn en gluteaal abces.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): pijn in onderbuik. Abnormale haargroei. Vaginale afscheiding en jeuk, verdikking van de endometriumwand, postmenopauzale hemorragie, gevoelige borsten, vulvovaginale candidiasis, vaginale bloeding, bekkenpijn, cervicale dysplasie. Gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): acne. Vaginale mycose, tepelpijn.
Zelden 0,01-0,1%): jeuk.
Verder zijn gemeld: duizeligheid, hoofdpijn, migraine, visusstoornissen (zoals troebel zien), gastro–intestinale klachten, depressie, oedeem, huiduitslag, seborroïsche dermatitis, galblaasaandoeningen, huid– en subcutane aandoeningen (zoals chloasma, erythema multiforme, erythema nodosum, vasculaire purpura), spier– en gewrichtspijn, veranderingen in leverfunctiewaarden.
Interacties
Mogelijk kunnen sterke CYP3A4-remmers (zoals claritromycine, ketoconazol, itraconazol, sommige HIV-proteaseremmers) de bloedspiegel van medroxyprogesteron verhogen en sterke CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, sint-janskruid) die verlagen.
Een verandering van de bloedglucosespiegel door medroxyprogesteron kan optreden; controleer nauwlettend de patiënten die bloedglucoseverlagende geneesmiddelen gebruiken.
Interacties
Het effect van anticoagulantia kan worden versterkt, omdat tibolon de fibrinolytische activiteit in het bloed kan verhogen.
In vitro remt tibolon CYP2C9; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van CYP2C9-substraten met een smalle therapeutische breedte, zoals fenytoïne en tolbutamide.
Theoretisch kan door gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, sint-janskruid, anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) en antibacteriële/antivirale middelen (bv. rifampicine, rifabutine) de werkzaamheid afnemen.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Teratogenese: Bij de mens, aanwijzingen voor schadelijkheid. Gegevens over progestagenen, toegediend in hogere doses dan die in de anticonceptiepillen en na de tiende zwangerschapweek, wijzen op nadelige effecten op de foetus (vooral hypertrofie van de clitoris).
Advies: Gebruik valt niet binnen de indicatie, offlabel-gebruik is omwille van voorgaande, gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Dierstudies laten een embryotoxische werking zien. Bij optreden van zwangerschap de behandeling direct staken.
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Vruchtbaarheid: Dierstudies laten antifertiele effecten zien.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik tijdens de borstvoeding bij een andere indicatie dan anticonceptie. Er zijn geen effecten gezien op de melkproductie of op de zuigeling.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden indien de zuigeling jonger is dan 6 weken (vanwege een onvoldoende ontwikkeld enzymsysteem), daarna afwegen.
Lactatie
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Contra-indicaties
- ernstig hartfalen;
- hypertensie en recidiverende trombo-embolische aandoeningen;
- ernstig gestoorde leverfunctie (o.a. bij icterus, hepatitis, levertumoren);
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- onverklaarde urinewegbloeding;
- onverklaarde borstafwijking;
- In de anamnese: een zeldzame aandoening die verergerde tijdens zwangerschap of door gebruik van geslachtshormonen, zoals icterus, herpes gestationis, porfyrie, otosclerose of hevige jeuk.
Zie ook de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombose, longembolie) of arteriële trombo-embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct, CVA of TIA) in de anamnese;
- trombofiele aandoening (zoals proteïne C–, proteïne S– of antitrombinedeficiëntie);
- acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfuncties niet zijn genormaliseerd;
- oestrogeenafhankelijke tumoren;
- mammacarcinoom in de anamnese;
- onbehandelde hyperplasie van het endometrium;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- acute porfyrie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Comorbiditeit: Controleer patiënten met astma, hart- of nierfunctiestoornis, migraine of epilepsie regelmatig, omdat progestagenen een zekere mate van vochtretentie kunnen veroorzaken. Bij diabetes mellitus extra controleren, omdat de glucosetolerantie kan afnemen. Bij depressie in de voorgeschiedenis controleren op symptomen hiervan en staak de behandeling indien een ernstige depressie optreedt.
Wees voorzichtig bij risicofactoren voor trombo-embolie zoals een hogere leeftijd (> 60 j.), roken, adipositas, recente operatie, recent trauma, langdurige immobilisatie en aanwezigheid van spataderen, acute inflammatoire darmziekten of longaandoeningen. Controleer op symptomen van trombo-embolische aandoeningen en staak de behandeling definitief indien deze optreden.
Sluit met oftalmologisch onderzoek vaatlaesies en papiloedeem uit bij acute visusstoornis, exoftalmie, dubbelzien of migraine-achtige hoofdpijn.
Tijdens de behandeling en na staken van de behandeling kunnen (vooral bij hoge doses) symptomen optreden van adrenale insufficiëntie zoals hypotensie, duizeligheid, misselijkheid, braken, diarree of langdurige vermoeidheid. Evaluatie van laboratoriumgegevens en hoge doseringen van een snel werkend glucocorticoïd kunnen geïndiceerd zijn.
Het gebruik hangt samen met verlies van botdichtheid, als gevolg van daling van de oestrogeenspiegel. Botverlies wordt groter bij een langere gebruiksduur. De botdichtheid lijkt toe te nemen na staken van de behandeling. Heroverweeg het gebruik na 2 jaar, vooral bij risicofactoren voor osteoporose. Tijdens de behandeling wordt voldoende inname van calcium en vitamine D aangeraden.
Het gebruik kan bepaalde laboratoriumonderzoeken beïnvloeden.
Meld het gebruik van medroxyprogesteron aan de klinisch patholoog, indien weefselonderzoek van endometrium of endocervix verricht wordt.
Hulpstoffen: parahydroxybenzoaten, in de injectievloeistof, kunnen in zeldzame gevallen bronchospasmen geven.
Waarschuwingen en voorzorgen
Combineer tibolon niet met andere HST-preparaten.
Beoordeel voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen (i.v.m. terugkeren of verergeren) in de voorgeschiedenis:
- uterusmyomen of endometriose,
- endometriumhyperplasie,
- risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen (zie hierna),
- risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (zoals mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
- hypertensie,
- leveraandoening,
- cholelithiase,
- diabetes mellitus,
- migraine of ernstige hoofdpijn,
- systemische lupus erythematodes,
- epilepsie,
- astma,
- otosclerose.
Wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie, in verband met mogelijke vochtretentie. Wees voorzichtig bij bestaande hypertriglyceridemie wegens meer kans op pancreatitis.
Staak de behandeling direct in de volgende gevallen:
- tekenen van trombose;
- significante stijging van de bloeddruk;
- geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
- voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn;
- zwangerschap.
De kans op endometriumcarcinoom neemt toe, vooral bij een langere behandelduur. Transvaginale echo's laten zien dat met tibolon de endometriumwand dikker wordt. Verwijs voor een gynaecologisch onderzoek door, indien doorbraakbloedingen na zes maanden behandeling nog steeds optreden, òf 6 maanden na beginnen van de behandeling voor het eerst optreden, òf aanhouden na stoppen van de behandeling.
De kans op mammacarcinoom neemt toe naarmate de duur van het gebruik; na 3 jaar van gebruik is de kanstoename statistisch waarneembaar. Na staken van de hormoonsuppletietherapie neemt de opgebouwde kans af; dit duurt langer naarmate het middel langer werd gebruikt.
In tegenstelling tot bij andere HST, suggereren gegevens uit klinische studies dat de mammografische dichtheid niet toeneemt bij vrouwen die met tibolon behandeld worden.
Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom licht toe, wat statistisch waarneembaar wordt binnen 5 jaar van gebruik.
De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), carcinoom, systemische lupus erythematodes en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, de behandeling vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken en pas hervatten bij volledige mobilisatie.
De kans op ischemisch CVA neemt toe vanaf het eerste jaar van behandeling met tibolon, vooral bij een hogere leeftijd (> 60 j.).
Er zijn enige aanwijzingen voor een toegenomen kans op dementie bij vrouwen die met hormoonsuppletietherapie zijn gestart op een leeftijd > 65 jaar.
Eigenschappen
Synthetisch progestageen met een anti-oestrogene werking en geen of slechts geringe androgene werking. Medroxyprogesteron remt de secretie van de hypofysaire gonadotrofinen waardoor follikelrijping wordt voorkomen. De remmende werking op de hypofysaire-gonadale as, oestrogeenreceptoren en op het steroïdenmetabolisme verklaart mogelijk het effect bij hormoongevoelige tumoren.
Kinetische gegevens
Overig | na i.m.-injectie wordt medroxyprogesteron langzaam afgegeven, resulterend in lage maar aanhoudende waarden in de circulatie. |
T max | 2–7 uur (oraal); 4–20 dagen (i.m.-toediening). |
Eiwitbinding | 90–95%. |
V d | ca. 0,3 l/kg. |
Overig | medroxyprogesteron wordt ruim verspreid in de weefsels. |
Metabolisering | uitgebreid in de lever, vooral door CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. met de feces; ca. 44% (oraal) of 30% (i.m.) met de urine, vnl. als geconjugeerd glucuronide. |
T 1/2el | 6 weken na een enkelvoudige i.m.-injectie. |
T 1/2el | 30–60 uur (oraal). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Steroïd met oestrogene, progestagene en androgene activiteit. Heeft oestrogene effecten op vasomotorische symptomen. Werking: binnen enkele weken, optimaal na ten minste drie maanden.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en bijna volledig. |
T max | (van 3α-OH- en 3β-OH-tibolon) 1–1,5 uur. |
Metabolisering | na orale toediening vindt snelle omzetting plaats in twee metabolieten (3α-OH- en 3β-OH-tibolon) met oestrogene activiteit en een metaboliet met progestagene en androgene activiteit. |
Eliminatie | grotendeels in de vorm van geconjugeerde metabolieten, vnl. met de feces. |
T 1/2el | (van 3α-OH- en 3β-OH-tibolon) ca. 7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
tibolon hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk