Samenstelling
Pravafenix XGVS Galephar Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Capsule '40/160'
Bevat per capsule: pravastatine(natrium) 40 mg en fenofibraat 160 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ezetimibe/simvastatine '10/10' XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet '10/10'
Bevat per tablet: ezetimib 10 mg en simvastatine 10 mg.
Ezetimibe/simvastatine Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet '10/20'
Bevat per tablet: ezetimib 10 mg en simvastatine 20 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '10/40'
Bevat per tablet: ezetimib 10 mg en simvastatine 40 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '10/80'
Bevat per tablet: ezetimib 10 mg en simvastatine 80 mg.
Inegy Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet '10/20'
Bevat per tablet: ezetimib 10 mg en simvastatine 20 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '10/40'
Bevat per tablet: ezetimib 10 mg en simvastatine 40 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '10/80'
Bevat per tablet: ezetimib 10 mg en simvastatine 80 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine heeft de voorkeur. Intensiveer de lipidenverlagende therapie wanneer de streefwaarde niet bereikt wordt door het ophogen van de dosis als de maximumdosering nog niet bereikt is of door te switchen naar een potentere statine. Bij onvoldoende effect van een statine in de maximale (te verdragen) dosering kan bij een patiënt ≤ 70 jaar of bij niet-kwetsbare ouderen met hart- en vaatziekten (HVZ), ezetimib worden toegevoegd.
Er is onvoldoende bewijs dat pravastatine/fenofibraat het aantal hart- en vaatziekten bij patiënten met diabetes mellitus met een dyslipidemie kan verminderen (lage HDL-cholesterol- en hoge triglyceridenconcentratie in het bloed).
Advies
Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine heeft de voorkeur. Intensiveer de lipidenverlagende therapie wanneer de streefwaarde niet bereikt wordt door het ophogen van de dosis als de maximumdosering nog niet bereikt is of door te switchen naar een potentere statine. Bij onvoldoende effect van een statine in de maximale (te verdragen) dosering kan bij een patiënt ≤ 70 jaar of bij niet-kwetsbare ouderen met hart- en vaatziekten (HVZ), ezetimib worden toegevoegd.
Deze combinatie kan worden toegepast indien met een statine in maximale (te verdragen) dosering, het LDL-cholesterol onvoldoende daalt. Een combinatiepreparaat bevordert doorgaans de therapietrouw. Let op het kostenaspect bij het voorschrijven van een combinatietablet.
Let op: de ESC Guidelines for the management of acute coronary syndromes (2023) worden verwerkt nadat de NVvC hun aanbevelingen voor de Nederlandse situatie hebben uitgebracht.
Geef bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS), als pijnbestrijding in de acute fase, nitroglycerine oromucosaal of isosorbidedinitraat sublinguaal. Geef bij een contra-indicatie of aanhoudende matige tot ernstige pijn morfine i.v. of fentanyl i.v. of intranasaal. Start bij STEMI zo snel mogelijk dubbele trombocytenaggregatieremming (DAPT), bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten. Een STEMI wordt verder behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI). Geef peri-procedureel een parenteraal anticoagulans. Bij een NSTEMI (incl. IAP) wordt eerst aanvullend onderzoek en een risicoanalyse verricht. DAPT kan direct na het stellen van de diagnose worden gestart. Bij mogelijkheid tot een coronairangiogram binnen 24 uur kan ook worden volstaan met enkelvoudige trombocytenaggregatieremming.
Na behandeling van een ACS volgt secundaire preventie van een recidief middels niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandeling. De patiënt krijgt levenslang acetylsalicylzuur in combinatie met een P2Y12-remmer gedurende in principe 12 maanden. Verder bestaat de behandeling in het algemeen uit een cholesterolverlager, een lipofiele selectieve β-blokker en een ACE-remmer.
Indicaties
- Als aanvulling op dieet en andere niet-farmacologische behandeling bij gecombineerde hyperlipidemie bij volwassenen met meer kans op coronaire hartziekten, om de triglyceriden te verlagen en het HDL-cholesterol te verhogen, bij voldoende gereguleerde concentraties LDL-cholesterol tijdens behandeling met pravastatine 40 mg monotherapie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Aanvulling op het dieet bij primaire (heterozygote familiaire en niet-familiaire) hypercholesterolemie of gemengde hyperlipidemie indien een statine alleen onvoldoende is of indien ezetimib en simvastatine reeds worden gebruikt;
- Aanvulling op het dieet bij homozygote familiaire hypercholesterolemie eventueel naast andere lipidenverlagende behandelingen (bv. LDL-aferese);
- Secundaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen bij patiënten met een (recente) voorgeschiedenis van acuut coronair syndroom.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Gecombineerde hyperlipidemie
Volwassenen
1×/dag 1 capsule bij de avondmaaltijd; als na 3 maanden de serumlipidenwaarden onvoldoende zijn gedaald, de behandeling staken.
Verminderde nierfunctie: bij een licht verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik bij een matig tot ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 60 ml/min) is gecontra-indiceerd.
Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik bij een matig verminderde leverfunctie wordt ontraden; gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie is gecontra-indiceerd.
Tijdens de behandeling een cholesterol- en triglyceridenverlagend dieet volgen.
Doseringen
Hypercholesterolemie
Volwassenen (incl. ouderen)
1×/dag één tablet 10/10 mg, 10/20 mg of 10/40 mg 's avonds, gangbare dosering 10/20 of 10/40 mg. De dosis 10/80 mg wordt alleen aanbevolen bij ernstige hypercholesterolemie en veel kans op cardiovasculaire complicaties, indien de streefwaarden niet worden behaald met lagere doses en het voordeel opweegt tegen het risico. De dosis aanpassen met tussenpozen van ten minste 4 weken.
Kinderen ≥ 10 jaar
Aanbevolen aanvangsdosering 1×/dag één tablet 10/10 's avonds. Vervolgens zo nodig verhogen met intervallen van ten minste 4 weken tot max. 1 tablet 10/40 mg per dag.
Homozygote familiaire hypercholesterolemie
Volwassenen (incl. ouderen)
1×/dag 10/40 mg 's avonds. De dosis 10/80 mg wordt alleen aanbevolen bij ernstige hypercholesterolemie en veel kans op cardiovasculaire complicaties, indien de streefwaarden niet worden behaald met lagere doses en de voordelen opwegen tegen de risico's.
Kinderen ≥ 10 jaar
Aanbevolen aanvangsdosering 1×/dag één tablet 10/10 's avonds. Vervolgens zo nodig verhogen met intervallen van ten minste 4 weken tot max. 1 tablet 10/40 mg per dag 's avonds.
Secundaire preventie
Volwassenen (incl. ouderen)
1×/dag 10/40 mg 's avonds, zo nodig verhogen naar 10/80 mg 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring < 60 ml/min/1,73m² is de aanbevolen dosering 10/20 mg 1×/dag 's avonds. Doseringen boven 10/20 mg per dag voorzichtig instellen.
Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–6) is geen dosisaanpassing nodig, gebruik bij een (matig-)ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore ≥ 7) wordt niet aanbevolen.
Comedicatie
- Bij gelijktijdig gebruik van lomitapide of ticagrelor is de maximale dagelijkse dosis ezetimib/simvastatine 10/40 mg.
- Bij gelijktijdig gebruik met amiodaron, diltiazem, verapamil of elbasvir/grazoprevir is de maximale dagelijkse dosis ezetimib/simvastatine volgens de fabrikant 10/20 mg. Volgens de Amerikaanse 'Food and Drug Administration' (FDA) is bij combinatie met diltiazem of verapamil de maximaal aanbevolen dagdosis simvastatine 10 mg/dag en bij combinatie met amiodaron maximaal 20 mg/dag.
Toediening: Grapefruit-/pompelmoessap vermijden bij gebruik van simvastatine.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): opgezette buik, buikpijn, obstipatie, diarree, droge mond, dyspepsie, oprispingen, flatulentie, misselijkheid, braken. Verhoogde transaminasewaarden.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties. Obesitas, verergering van diabetes mellitus. Slaapstoornissen (slapeloosheid, nachtmerries). (Draai)duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie. Hartkloppingen. Trombo-embolie (longembolie, diepveneuze trombose). Visusstoornissen (wazig zien, dubbelzien). Jeuk, huiduitslag, urticaria, hoofdhuid-/haarafwijkingen (zoals alopecia). Spieraandoeningen zoals spierpijn, gewrichtspijn, spierspasmen, spierzwakte, myositis, pijn in extremiteiten. Asthenie, vermoeidheid, influenza-achtige ziekte. Seksuele disfunctie. Abnormale urinelozing (o.a. dysurie, nycturie). Leverpijn, cholelithiasis, nierfalen. Verhoogde bloedwaarden van γ-GT, creatinekinase (CK ≥ 5× ULN, ≤ 10× ULN zonder spiersymptomen), creatinine, cholesterol, triglyceriden, LDL. Verandering in creatinineklaring. Verhoging van het lichaamsgewicht.
Zelden (0,01-0,1%): fotosensibilisatie. Verhoging van het ureumgehalte in bloed. Verlaging van hemoglobine, witte bloedcellen verlaagd.
Zeer zelden (< 0,01%): rabdomyolyse soms gepaard gaande met acuut nierfalen door myoglobinurie, myopathie, (poly-)myositis, lupus erythematodes-achtige syndroom. Perifere polyneuropathie. Peesaandoeningen (o.a. peesscheuring). Geelzucht, fulminante hepatische necrose, hepatitis.
Verder zijn gemeld: interstitiële longziekte (dyspneu, niet-productieve hoest, achteruitgang van de algehele gezondheid), immuungemedieerde necrotiserende myopathie (persisterende proximale spierzwakte en verhoogd serumcreatinekinase, ondanks stopzetten van de behandeling). Myasthenia gravis, oculaire myasthenie.
De volgende bijwerkingen zijn gemeld bij sommige statinen: spierscheuring, geheugenverlies, depressie, ontwikkeling van diabetes mellitus; vaker bij risicofactoren voor diabetes mellitus (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l).
Meer informatie
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): myalgie. Verhoogd ALAT en/of ASAT, verhoogd CK in het bloed.
Soms (0,1-1%): verhoogd bilirubine, bloedurinezuur, γ-GT of INR, eiwit in urine. Gewichtsverlies. Duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie. Buikpijn, dyspepsie, winderigheid, opgezette buik, diarree, droge mond, gastro-oesofageale refluxziekte, misselijkheid, braken. Jeuk, uitslag. Artralgie, spierspasmen, spierzwakte, pijn in de nek, rug, borst en/of extremiteiten. Asthenie, vermoeidheid, malaise, perifeer oedeem. Slaapstoornis (zoals slapeloosheid).
Zelden (0,01-0,1%): verminderd/wazig zicht.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reactie. Spierruptuur. Gynaecomastie. Lichenoïde geneesmiddelenerupties.
Verder zijn gemeld: trombocytopenie, anemie. Opvliegers, hypertensie. Hoest, dyspneu, interstitiële longziekte (dyspneu, niet-productieve hoest, achteruitgang van de algehele gezondheid). Obstipatie, pancreatitis, gastritis. Alopecia, erythema multiforme, overgevoeligheidssyndroom (angio-oedeem, lupusachtig syndroom, polymyalgia rheumatica, dermatomyositis, vasculitis, eosinofilie, verhoogde bezinking, artritis en artralgie, urticaria, fotosensibilisatie, koorts, roodheid, dyspneu, malaise). Perifere neuropathie, geheugenstoornis. Myasthenia gravis, oculaire myasthenie. Myopathie (incl. myositis), spierkramp, rabdomyolyse (met of zonder acuut nierfalen). Peesaandoeningen (incl. peesruptuur). Immuungemedieerde necrotiserende myopathie (IMNM), tijdens of na behandeling. Hepatitis, leverfalen, cholelithiase, cholecystitis. Verminderde eetlust. Depressie. Erectiestoornis. Verhoging alkalische fosfatase.
Verder is bij sommige statinen gemeld: verhoogd HbA1c-gehalte, ontwikkeling van diabetes mellitus, vaker bij risicofactoren voor diabetes mellitus (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l).
Meer informatie
Interacties
Wegens afname van de absorptie van pravastatine bij combinatietherapie, pravastatine 1 uur vóór of 4–6 uur ná colestyramine innemen.
Combinatie met ciclosporine verhoogt de plasmaspiegel van pravastatine met een factor vier. Bij combinatie met ciclosporine de nierfunctie zorgvuldiger controleren vanwege het mogelijk optreden van een (reversibele) nierfunctiestoornis.
Bij gelijktijdig gebruik met erytromycine of claritromycine zijn geringe verhogingen van de pravastatinespiegels waargenomen; wees voorzichtig bij combinatie met een macrolide.
Combinatie met vitamine K-antagonisten (VKA) vergroot de kans op bloedingen; indien de combinatie onvermijdelijk is, overwegen om de dosering van het VKA bij het begin van de behandeling met ongeveer een derde te verlagen en vervolgens aanpassen op geleide van de INR.
Bij combinatie met glecaprevir/pibrentasvir is de maximale dosering pravastatine 20 mg per dag. Dit vanwege een verhoging van de pravastatine-spiegel met daardoor meer kans op dosisafhankelijke bijwerkingen, waaronder myopathie; dit combinatiepreparaat is daarom niet geschikt voor gebruik met glecaprevir/pibrentasvir.
Bij gelijktijdig gebruik van glitazonen (bv. pioglitazon) en fenofibraat zijn reversibele paradoxale reducties van het HDL-cholesterol gemeld. Monitor daarom het HDL-cholesterol, en staak één van beide behandelingen indien het HDL-cholesterol te laag is.
Bij combinatie met systemisch fusidinezuur, de pravastatine-behandeling bij voorkeur tijdelijk staken gedurende de fusidinezuurbehandeling; 7 dagen na de laatste dosis van fusidinezuur, pravastatine herstarten. Vanwege melding van (fatale) rabdomyolyse bij deze combinatie slechts in uitzonderlijke gevallen wel de combinatie met oraal fusidinezuur toepassen; dan onder strikt medisch toezicht.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van krachtige CYP3A4–remmers die de AUC van simvastatine circa vijfmaal of meer vergroten, zoals itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, erytromycine, claritromycine, HIV–proteaseremmers, cobicistat en van gemfibrozil, ciclosporine of danazol is gecontra–indiceerd vanwege meer kans op rabdomyolyse; indien behandeling met één van deze middelen noodzakelijk is, de behandeling met het combinatiepreparaat (tijdelijk) staken en een ander overwegen. Bij combinatie met lomitapide zijn doseringen ezetimib/simvastatine > 10/40 mg per dag gecontra-indiceerd vanwege meer kans op myopathie of rabdomyolyse.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van minder sterke CYP3A4-remmers die de AUC twee- tot vijfmaal vergroten (bv. fluconazol, verapamil, diltiazem). De voordelen van gelijktijdig gebruik met amiodaron, verapamil en diltiazem nauwkeurig afwegen tegen de toenemende kans op myopathie en rabdomyolyse; de simvastatinedosering aanpassen (zie rubriek Dosering) of simvastatine vervangen door een ander statine. Gebruik van grapefruit-/pompelmoessap vermijden.
Combinatie met ticagrelor kan de plasmaspiegel van simvastatine verhogen; gelijktijdig gebruik van ticagrelor met simvastatine in een dosering > 40 mg wordt afgeraden.
Bij gelijktijdig gebruik van rifampicine (een sterke CYP3A4–inductor) kan de effectiviteit van simvastatine sterk verminderd zijn.
Combinatie met fibraten (m.u.v. gemfibrozil dat gecontra–indiceerd is) vermijden; de maximale simvastatinedosering is dan 10 mg/dag. Bij vermoeden van galsteenziekte bij combinatie met fibraten, therapie stopzetten en galblaasonderzoek uitvoeren.
Amlodipine kan bij combinatie met simvastatine de simvastatine(zuur)–blootstelling verhogen waardoor het risico op ernstige myopathie en rabdomyolyse toeneemt. Vervang simvastatine door een ander statine (bijvoorbeeld rosuvastatine).
Combinatie met geneesmiddelen die toxisch kunnen zijn voor spierweefsel zoals daptomycine vermeerdert de kans op myopathie en rabdomyolyse; indien mogelijk ezetimib/simvastatine tijdelijk staken tijdens de therapie met daptomycine.
De combinatie met colchicine (vooral bij nierfunctiestoornis) vermeerdert de kans op myopathie.
Mogelijk is er ook meer kans op myopathie bij combinatie met acipimox.
Simvastatine is een substraat van de efflux transporter 'breast cancer resistant protein' (BCRP); combinatie met BCRP-remmers, zoals elbasvir en grazoprevir vermijden, vanwege een mogelijke verhoging van de simvastatinespiegel en daardoor meer kans op myopathie. Indien de combinatie gebruikt moet worden, de simvastatinedosering aanpassen (zie rubriek Dosering). Eventueel kan simvastatine vervangen worden door een ander statine dat geen klinisch relevante interactie met elbasvir en grazoprevir heeft.
Simvastatine is een substraat voor OATP1B1; combinatie met remmers van OATP1B1 (zoals ciclosporine, gemfibrozil) veroorzaken een hogere simvastatinezuurspiegel en meer kans op myopathie.
Combinatie met glecaprevir/pibrentasvir verhoogt de simvastatinespiegel; dit wordt veroorzaakt doordat glecaprevir en pibrentasvir sterke remmers zijn van OATP1B1, OATP1B3 en MDR1 en zwakke BCRP-remmers.
Bij gebruik van 80 mg simvastatine per dag geen geneesmiddelen combineren die de simvastatinespiegel verhogen.
De werking van vitamine K-antagonisten kan enigszins worden versterkt. Vóór toepassing van ezetimib/simvastatine of bij dosisverandering de INR bepalen en vervolgens in het begin van de behandeling frequent controleren.
Wegens de afname van de absorptie van ezetimib/simvastatine het combinatiepreparaat twee uur vóór of vanaf vier uur na galzuurbindende harsen (zoals colestyramine) innemen.
Bij combinatie met systemisch fusidinezuur, de simvastatine-behandeling bij voorkeur tijdelijk staken gedurende de fusidinezuurbehandeling; 7 dagen na de laatste dosis van fusidinezuur, simvastatine herstarten. Vanwege melding van (fatale) rabdomyolyse bij deze combinatie slechts in uitzonderlijke gevallen wel de combinatie met oraal fusidinezuur toepassen; dan onder strikt medisch toezicht.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens (pravastatine, fenofibraat). Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (fenofibraat).
Farmacologisch effect: Op grond van de farmacologische werkzaamheid is schadelijkheid mogelijk. Er zijn enkele gevallen van aangeboren afwijkingen gemeld bij gebruik van statinen tijdens zwangerschap. Het is niet duidelijk of deze misvormingen veroorzaakt zijn door het gebruik van het statine. In voor het moederdier toxische doseringen zijn embryotoxische effecten waargenomen (fenofibraat).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, reproductietoxiciteit aangetoond.
Farmacologisch effect: Op grond van de farmacologische werkzaamheid is schadelijkheid mogelijk. Er zijn enkele gevallen van aangeboren afwijkingen gemeld bij gebruik van statinen tijdens zwangerschap.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (pravastatine bij mensen); ja (fenofibraat bij dieren).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren (ezetimib), onbekend (simvastatine).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- matige tot ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 60 ml/min);
- ernstige leverfunctiestoornis, zoals biliaire cirrose of actieve leveraandoening, waaronder onverklaarde en aanhoudende verhoging van serumtransaminasen > 3× de ULN;
- galblaasaandoening;
- chronische of acute pancreatitis m.u.v. acute pancreatitis veroorzaakt door ernstige hypertriglyceridemie;
- bekende foto-allergie of fototoxische reactie tijdens behandeling met fibraten of (dex)ketoprofen;
- myopathie en/of rabdomyolyse na eerder gebruik van statinen en/of fibraten of een verhoogd creatinekinase (CK) > 5× de ULN na eerder gebruik van een statine.
Contra-indicaties
- actieve leverfunctiestoornis, onverklaarde persisterende verhoging van serumtransaminasen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap, Lactatie en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Spierklachten: Wees voorzichtig bij grote alcoholinname en/of een leveraandoening in de anamnese, vanwege meer kans op myopathie. Myopathie ontstaan door gebruik van statinen kan in enkele gevallen overgaan in rabdomyolyse en nierfalen, in zeer zeldzame gevallen met fatale afloop. Zowel pravastatine als fenofibraat kunnen myopathie veroorzaken. Bepaal de creatinekinase-waarden (CK) vóór start van de statine alleen bij een erfelijke spierafwijking in de (familie-)anamnese of bij spiertoxiciteit bij eerder gebruik van een statine of fibraat. Bepaling van de levertransaminasewaarden voorafgaand aan de therapie kan zinvol zijn bij alcoholmisbruik of een bekende leverfunctiestoornis. Bepaal de CK- en transaminasewaarden tijdens de behandeling alleen in geval van verdenking van toxiciteit (bv. door langdurige interacties) of leverfalen en bij ernstige spierklachten (vooral indien gepaard met koorts en malaise). Bij myopathie (CK > 10× ULN) of verdenking van myotoxiciteit de behandeling staken. Spierpijn kan ook voorkomen zonder verhoogde CK-waarden; de anamnese is belangrijker dan de bepaling. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Bij milde spierklachten zonder toxiciteit de statine (tijdelijk) staken of de dosering verlagen en na enkele weken de klachten evalueren; indien een relatie bestaat met de statinetherapie, een lagere dosering of eventueel een andere statine (fluvastatine ≤ 40 mg/dag of rosuvastatine ≤ 40 mg/dag) geven. Bij stijging van de levertransaminasewaarden > 3× ULN de behandeling onderbreken en na normalisatie eventueel hervatten in een lagere dosering of overstappen op een ander statine.
Levertoxiciteit: Onderbreek direct de behandeling bij optreden van ernstige leverschade, hyperbilirubinemie en/of geelzucht. Als geen andere oorzaak voor de leverschade gevonden wordt, de behandeling niet herstarten.
Bij een leeftijd > 65 jaar voor het starten eerst de nierfunctie evalueren.
Statinen kunnen de zenuwstelselaandoeningen myasthenia gravis of oculaire myasthenie verergeren of 'de novo' induceren. Staak de behandeling bij verergering van de symptomen. Recidieven kunnen optreden bij opnieuw starten van de behandeling met een (andere) statine.
Bij vermoeden van ontwikkeling van interstitiële longziekte, de behandeling met een statine staken.
Er zijn aanwijzingen dat statinen het nuchtere bloedglucosegehalte kunnen verhogen. Hierdoor kan, bij bepaalde risicofactoren (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l, BMI > 30 kg/m²) een mate van hyperglykemie optreden waardoor behandeling zoals bij diabetes mellitus nodig is. Dit is echter geen reden om de statine-behandeling te staken.
Onderzoeksgegevens: Het gebruik bij kinderen < 18 jaar is gecontra-indiceerd. Voorzichtig bij leeftijd > 75 jaar vanwege weinig gegevens over de veiligheid.
Waarschuwingen en voorzorgen
Spierklachten: Wees voorzichtig bij grote alcoholinname en/of een leveraandoening in de anamnese, vanwege meer kans op myopathie. Myopathie ontstaan door gebruik van statinen kan in enkele gevallen overgaan in rabdomyolyse en nierfalen, in zeer zeldzame gevallen met fatale afloop. Bepaal de creatinekinase-waarden (CK) vóór start van de statine alleen bij een erfelijke spierafwijking in de (familie)anamnese of bij spiertoxiciteit bij eerder gebruik van een statine of fibraat. Bepaling van de levertransaminasewaarden voorafgaand aan de therapie kan zinvol zijn bij alcoholmisbruik of een bekende leverfunctiestoornis. Bepaal de CK- en transaminasewaarden tijdens de behandeling alleen in geval van verdenking van toxiciteit (bv. door langdurige interacties) of leverfalen en bij ernstige spierklachten (vooral indien gepaard met koorts en malaise). Bij myopathie (CK > 10× ULN) of verdenking van myotoxiciteit de behandeling staken. Spierpijn kan ook voorkomen zonder verhoogde CK-waarden; de anamnese is belangrijker dan de bepaling. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, - gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Bij milde spierklachten zonder toxiciteit de statine (tijdelijk) staken of de dosering verlagen en na enkele weken de klachten evalueren; indien een relatie bestaat met de statinetherapie, een lagere dosering geven. Voorzichtig bij voorschrijven aan alle Aziatische patiënten vanwege meer kans op myopathie bij Chinezen. Bij een verminderde functie van OATP-transporteiwitten in de lever (door medicatie of SLCO1B1-polymorfisme), kan de blootstelling aan simvastatinezuur hoger zijn, waardoor de kans op myopathie en rabdomyolyse toeneemt. Bij stijging van de levertransaminasewaarden > 3× ULN de behandeling staken en na normalisatie eventueel hervatten in een lagere dosering of overstappen op een ander statine.
Levertoxiciteit: Onderbreek direct de behandeling bij optreden van ernstige leverschade, hyperbilirubinemie en/of geelzucht. Als geen andere oorzaak voor de leverschade gevonden wordt, de behandeling niet herstarten.
Een paar dagen voor een electieve zware chirurgische ingreep en als er sprake is van een ernstige medische of chirurgische aandoening de behandeling tijdelijk stopzetten.
Statinen kunnen de zenuwstelselaandoeningen myasthenia gravis of oculaire myasthenie verergeren of 'de novo' induceren. Staak de behandeling bij verergering van de symptomen. Recidieven kunnen optreden bij opnieuw starten van de behandeling met een (andere) statine.
Bij vermoeden van ontwikkeling van interstitiële longziekte de behandeling met een statine staken.
Er zijn aanwijzingen dat statinen het nuchtere bloedglucosegehalte kunnen verhogen. Hierdoor kan, bij bepaalde risicofactoren (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l, BMI > 30 kg/m²) een mate van hyperglykemie optreden waardoor behandeling zoals bij diabetes mellitus nodig is. Dit is echter geen reden om de statine-behandeling te staken.
Onderzoeksgegevens: Klinische ervaring bij een leeftijd van 10–17 jaar is beperkt tot (homozygote en heterozygote) familiaire hypercholesterolemie en sitosterolemie. Behandeling bij kinderen (10–17 jaar; puberale status jongens: Tanner-stadium ≥ 2, meisjes: ≥ 1 jaar postmenarche) dient ingesteld te worden door een gespecialiseerde arts. De langetermijngevolgen (> 33 weken) bij kinderen tussen de 10–18 jaar zijn niet vastgesteld. Wegens het ontbreken van klinische gegevens wordt gebruik bij kinderen < 10 jaar niet aangeraden. Het gebruik van ezetimib/simvastatine wordt niet aanbevolen bij patiënten met een matige tot ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore ≥ 7).
Overdosering
Neem voor informatie over een pravastatine/fenofibraat-vergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Pravastatine is een statine (cholesterolsyntheseremmer). Het is een specifieke competitieve remmer van HMG-CoA-reductase, een enzym dat een essentiële rol speelt bij de biosynthese van cholesterol. Fenofibraat is een fibrinezuurderivaat. Het verlaagt de concentratie LDL en VLDL en verhoogt de concentratie HDL door activering van de 'peroxisome proliferator-activated receptor type alpha' (PPAR-α). Fenofibraat heeft tevens een uricosurisch effect.
Meer informatie
Kinetische gegevens
F | 17% door uitgebreid 'first pass'-effect (pravastatine). De biologische beschikbaarheid van fenofibraat is verhoogd wanneer ingenomen met (vet) voedsel. |
T max | 1–1½ uur (pravastatine); 4–5 uur (fenofibraat). |
V d | 0,5 l/kg (pravastatine). |
Eiwitbinding | ca. 50% (pravastatine); > 99% (fenofibraat). |
Metabolisering | pravastatine: niet door CYP450; tot nagenoeg onwerkzame metabolieten. Fenofibraat: volledig, o.a. tot fenofibrinezuur. |
Eliminatie | pravastatine: met de urine 20%, met de feces 70%. Fenofibraat: vnl. met de urine als fenofibrinezuur en het glucuronideconjugaat ervan. |
T 1/2el | 1½–2 uur (pravastatine); ca. 20 uur (fenofibrinezuur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van een cholesterolabsorptieremmer en een cholesterolsyntheseremmer (statine). Ezetimib remt selectief de opname via de dunne darm van cholesterol en aanverwante plantsterolen afkomstig van de voeding of uit de gal, waardoor de darm minder cholesterol aan de lever geeft.
Meer informatie
Groepsinformatie
pravastatine/fenofibraat hoort bij de groep lipidenverlagende middelen, combinatiepreparaten.
Groepsinformatie
ezetimib/simvastatine hoort bij de groep lipidenverlagende middelen, combinatiepreparaten.